Wijzigingsbesluit Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel (2) (wijziging van hoofdstuk I-H)

[Regeling vervallen per 01-12-2005.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 15-07-1992 t/m 30-11-2005

Besluit van 15 januari 1992, houdende wijziging van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel (Stb. 1985, 110) (wijziging van hoofdstuk I-H)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 24 mei 1991, nr. 91042508, directie Arbeidsvoorwaardenbeleid, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op de artikelen 20, tweede lid, en 32 van de Wet op het basisonderwijs (Stb. 1986, 256); de artikelen 28, tweede lid, en 42 van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs ( Stb. 1987, 614); de artikelen 38, 39, tweede lid, 43, 43a, 61, 75 en 79, achtste en negende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1986, 552); artikel 23, tweede en derde lid, van de Wet op het leerlingwezen (Stb. 1966, 215); de artikelen 55, tweede lid, en 76 van de Wet op het hoger Beroepsonderwijs (Stb. 1986, 289); artikel 4 van de Experimentenwet onderwijs ( Stb. 1970, 370); de artikelen 9 en 10 van de Kaderwet Volwasseneneducatie (Stb. 1985, 532); artikel 58, tweede en derde lid, van de Wet op de onderwijsverzorging (Stb. 1986, 635);

De Raad van State gehoord (advies van 11 september 1991, nr. W05.91.0282);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 20 december 1991, nr. 91100553, directie Arbeidsvoorwaardenbeleid, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 De uitkeringen toegekend krachtens de bepalingen van de Tijdelijke regeling WWV-vervangende uitkering (Stb. 1987, 400) blijven voor de op of na 1 april 1991 resterende duur en hoogte gehandhaafd met dien verstande dat met de inwerkingtreding van dit besluit de bepalingen van hoofdstuk I-H van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel (Stb. 1985, 110) daarop overigens van toepassing zijn, een en ander met uitzondering van de artikelen I-H2 tot en met I-H10, artikel I-H12, artikel I-H15 en artikel I-H18.

  • 2 Ten aanzien van een op basis van artikel 26, eerste tot en met het vierde lid, van de Tijdelijke regeling WWV-vervangende uitkering toegekend recht op uitkering, dat vóór het voor de betrokken belanghebbende in artikel 32 van de regeling bedoelde tijdstip is geëindigd, blijft, indien de omstandigheden die tot dat eindigen hebben geleid of zouden hebben geleid op of na 1 april 1991 ophouden te bestaan, artikel 26, achtste lid, van de regeling van toepassing.

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij Koninklijk besluit te bepalen datum en werkt, met uitzondering van artikel I, onderdeel T, terug tot en met 1 april 1991.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

’s-Gravenhage, 15 januari 1992

Beatrix

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

P. Bukman

Uitgegeven de vijfentwintigste februari 1992

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven