Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van
10 september 1991, DGVGZ/VMP-419 257;
Gelet op artikel 6, zesde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 1990, 176);
Gezien de adviezen van de Ziekenfondsraad van 27 januari 1983, nr. SVV/1771 en van
24 mei 1984, nr. SVV/VERZ/12 726;
De Raad van State gehoord (advies van 29 november 1991, nr. W13.91 0496);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
van 18 december 1991, DGVGZ/VMP/VVU-91698;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Degene die, komend vanuit het buitenland, in Nederland is gaan wonen en als gevolg
daarvan verzekerd is geworden in de zin van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten heeft gedurende de eerste twaalf maanden na het tijdstip waarop hij zich in Nederland
heeft gevestigd, geen aanspraak op verblijf als bedoeld in artikel 9 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ indien hij op dat tijdstip, gelet op zijn behoefte, reeds op de desbetreffende zorg
is aangewezen, dan wel indien de gezondheidstoestand van betrokkene kennelijk moest
doen verwachten, dat hij, gelet op zijn behoefte, binnen een half jaar op de desbetreffende
zorg zou zijn aangewezen.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
-
1 In afwijking van artikel 1 bedraagt voor de daar bedoelde verzekerde die in Nederland is gaan wonen binnen twaalf
jaar nadat zijn verzekering ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekostenverzekering
laatstelijk is geëindigd of, indien het een minderjarige betreft, de verzekering ingevolge
de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten van zijn wettelijk vertegenwoordiger laatstelijk is geëindigd, de periode gedurende
welke hij geen aanspraak op de in artikel 1 bedoelde zorg heeft een aantal maanden overeenkomend met het aantal volle jaren liggende
tussen het tijdstip van vestiging in Nederland en het einde van het laatste tijdvak
van verzekering ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
-
2 Indien de verzekerde, bedoeld in het eerste lid, in die periode van twaalf jaar ten
laste van Nederland aanspraak heeft gehad op verstrekkingen met toepassing van een
Verordening van de Raad van de Europese gemeenschappen of van een verdrag inzake sociale
zekerheid waarbij Nederland partij is, wordt het aantal volle jaren gedurende welke
men die aanspraak ten laste van Nederland had, in mindering gebracht op de periode,
bedoeld het eerste lid.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
De artikelen 1 en 2 zijn niet van toepassing op:
-
a. vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijf hebben als bedoeld in artikel 8, onder b, c en d, van de Vreemdelingenwet 2000, en op
-
b. personen die hier te lande terugkeren na werkzaam te zijn geweest in het kader van
ontwikkelingssamenwerking, in een naar het oordeel van Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
als ontwikkelingsgebied te beschouwen gebied, alsmede de vorenbedoelde personen vergezellende
echtgenoten, eigen en aangehuwde kinderen en pleegkinderen.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit wachttijd bijzondere ziektekostenverzekering.