Instelling begeleidingscommissie werkdrukonderzoek RCID

Geraadpleegd op 11-10-2024.
Geldend van 14-12-1990 t/m heden

Instelling begeleidingscommissie werkdrukonderzoek RCID

De Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken, te dezen vertegenwoordigd door de Directeur-Generaal Politie en Vreemdelingenzaken en de Directeur-Generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, gelet op artikel 15 van de CID regeling en op punt A van de instellingsbeschikking begeleidingscommissie CID d.d. 28-8-1987, nr. 1017/587;

Overwegende:

  • dat ten behoeve van een onderzoek naar de feitelijke werkdruk van de RCID'en een meetinstrument moet worden ontwikkeld, dat geschikt is om de verschillen in werkdruk aan te geven;

  • dat daartoe een vooronderzoek zal worden verricht;

  • dat een landelijk gecoördineerde begeleiding van dit onderzoek wenselijk is;

Besluiten:

Artikel 1

Ingesteld wordt de begeleidingscommissie werkdrukonderzoek RCID, hierna te noemen de begeleidingscommissie.

Artikel 2

De begeleidingscommissie heeft tot taak:

  • a. zorg te dragen voor de begeleiding van het ontwikkelen van een kwalitatief verantwoord en bruikbaar meetinstrument, waarmee verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden van de regionale CID'en zichtbaar kunnen worden gemaakt;

  • b. een zo breed mogelijk draagvlak voor de acceptatie van het te ontwikkelen meetinstrument binnen de groep van direct belanghebbenden te realiseren.

  • c. ons te adviseren over de bruikbaarheid na toepassing van het meetinstrument op alle regionale CID'en ten behoeve van een herverdeling van het thans centraal toegekende RCID budget over de RCID'en, die recht doet aan de verschillen in werkdruk.

Artikel 3

  • 1 De begeleidingscommissie is als volgt samengesteld:

    • -

      mr. J. Th. de Wit, hoofdofficier van justitie te Dordrecht, tevens lid van de Begeleidingscommissie CID, voorzitter;

    • -

      mr. C. Jansen, Dirigerend Officier der Rijkspolitie 2e klasse namens de Centrale Politie Recherche Commissie:

    • -

      J. J. Kleppers, Dirigerend Officier der Rijkspolitie 2e klasse namens de Algemene inspectie van het korps Rijkspolitie;

    • -

      A. Lith, Hoofdinspecteur, ambtenaar le klasse te Utrecht, namens het Landelijk Contact Observatieteams;

    • -

      drs. C. C. Schreuder, beleidsmedewerker bij de directie politie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;

    • -

      mr. A. Teerds, beleidsmedewerker bij de directie politie van het Ministerie van Justitie;

    • -

      W. J. M. Velings, commissaris-korpschef van gemeentepolitie te Tiel, tevens plv. voorzitter van de begeleidingscommissie

  • 2 De vergaderingen van de begeleidingscommissie zullen worden bijgewoond door een vertegenwoordiging van het onderzoeksteam van Andersson, Elffers en Felix B.V.

  • 3 Indien de begeleidingscommissie dat wenselijk oordeelt kunnen deskundigen voor vergaderingen van de begeleidingscommissie worden uitgenodigd.

  • 4 De begeleidingscommissie kan ten behoeve van de haar gestelde taken overgaan tot het instellen van één of meer werkgroepen, met door de begeleidingscommissie nader aan te geven taakopdracht en samenstelling.

Artikel 4

Deze beschikking, die zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en in het algemeen Politieblad, treedt in werking met ingang van de eerste dag na uitgifte van de Nederlandse Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 augustus 1990.

's-Gravenhage, 28 augustus 1990

J. H. Grosheide

I. W. Opstelten