Duitse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Bondsrepubliek Duitsland

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 18-06-1997 t/m heden

Regeling inzake vermindering of vrijstelling van Duitse bronbelasting op dividenden, interest uit converteerbare obligaties en winstdelende obligaties, royalty's en soortgelijke vergoedingen, genoten door inwoners van Nederland

De staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

Door plaatsing in de Staatscourant het navolgende ter kennis van belanghebbende inwoners van Nederland te brengen:

Artikel 1. Aanspraken van inwoners van Nederland

Aan de op 16 juni 1959 tussen Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van belastingen van het inkomen en van het vermogen alsmede van verscheidene andere belastingen en tot het regelen van andere aangelegenheden op belastinggebied (Trb. 1959, 85), en het Slotprotocol bij die Overeenkomst, kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van de Overeenkomst en het Slotprotocol:

  • a. Vermindering tot 15 percent van de Duitse bronbelasting op dividenden, verkregen uit de Bondsrepubliek Duitsland (artikel 13, derde lid). Deze vermindering geldt ook ter zake van de Duitse bronbelasting op dividenden, betaald door een Duitse vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld aan een Nederlandse vennootschap aan welke minder dan 25% van de stemgerechtigde aandelen van de eerstgenoemde vennootschap behoort.

    Behoort wel ten minste 25% van de stemgerechtigde aandelen van een Duitse vennootschap toe aan een Nederlandse vennootschap, dan vindt eveneens vermindering van Duitse bronbelasting plaats tot 15%, zolang in de Bondsrepubliek Duitsland het tarief van de vennootschapsbelasting voor uitgedeelde winsten minimaal 10 en maximaal 19% lager is dan dat voor niet-uitgedeelde winsten (artikel 13, derde lid, juncto artikel 13, vierde lid en Slotprotocol Ad artikel 13, punt 18a)

    Als dividend worden mede beschouwd interest uit converteerbare obligaties en winstdelende obligaties (artikel 14, derde lid, laatste volzin), inkomsten uit deelneming als stille vennoot, indien daarmede geen deelneming in het vermogen van de onderneming gepaard gaat (Slotprotocol punt 9), alsmede dividend op aandelen, ‘Kuxen’, aandeelbewijzen en soortgelijke effecten, lidmaatschapsrechten in de coöperatieve verenigingen, aandelen in vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (GmbH) en bewijzen van deelgerechtigdheid in beleggingsmaatschappijen (Slotprotocol punt 10).

  • b. Algehele vrijstelling van de Duitse bronbelasting op interest (daaronder niet begrepen interest uit converteerbare of winstdelende obligaties en interest uit hypothecaire vorderingen, niet zijnde hypothecaire obligaties), verkregen uit de Bondsrepubliek Duitsland (artikel 14, eerste en derde lid juncto artikel 4, derde lid).

  • c. Algehele vrijstelling van de Duitse bronbelasting op royalty's of andere vergoedingen voor het gebruik maken van of voor het recht tot het gebruik maken van uitvindersrechten, octrooien, modellen, procédes, handelsmerken of soortgelijke rechten (behalve rechten met betrekking tot de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen), verkregen uit de Bondsrepubliek Duitsland (artikel 15, eerste lid). Als royalty's worden ook beschouwd huren en soortgelijke vergoedingen voor het ter beschikking stellen van films (daaronder begrepen films bestemd voor televisie-uitzendingen), voor het gebruik van nijverheids-, handels- of wetenschappelijke uitrustingen of voor het ter beschikking stellen van bedrijfservaring (artikel 15, derde lid).

    De onder a tot en met c bedoelde vermindering en vrijstellingen zijn niet van toepassing indien de genieter van de dividenden, de interest of de royalty's in de Bondsrepubliek een vaste inrichting heeft en de dividenden, de interest of de royalty's door middel van deze vaste inrichting verkrijgt (artikel 13, vijfde lid, resp. artikel 14, tweede lid en artikel 15, vierde lid).

Artikel 2. Duitse regeling

Ter uitvoering van artikel 1 is van Duitse zijde de volgende regeling getroffen:

  • a. Dividenden

    Volgens de Duitse wetgeving zijn dividenden die door Duitse vennootschappen aan niet-inwoners worden betaald, onderworpen aan een bronheffing van 25% (Kapitalertrags-teuer). Ook is aan een bronheffing van 25% onderworpen interest uit conver-teerbare obligaties en winstdelende obligaties. Bij de uitbetaling is de Duitse schuldenaar van de dividenden en de voormelde interest verplicht de volle belasting in te houden en af te dragen aan het bevoegde ‘Finanzamt’. De Nederlandse gerechtigde tot de opbrengsten moet, indien hij aanspraak wil maken op vermindering van belasting, een verzoek om teruggave van de volgens de Overeenkomst te veel ingehouden Kapitalertragsteuer indienen. Het verzoek om teruggave van die belasting moet door de belanghebbende inwoner van Nederland worden gedaan op een daartoe ingesteld formulier ‘DBA/NL/Div.’ (Verzoek om teruggaaf van de Duitse ingehouden belasting op kapitaalopbrengsten overeenkomstig de Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belastingheffing tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden). Nadat de verzoeker de drie exemplaren van het formulier heeft ingevuld en ondertekend, bewaart hij het derde exemplaar als afschrift en zendt hij de exemplaren 1 en 2 aan de inspecteur van de eenheid van de Belastingdienst binnen wiens ambtsgebied hij woont of gevestigd is. Vorenbedoelde inspecteur houdt het eerste exemplaar achter voor het dossier van de verzoeker en geeft het tweede exemplaar, nadat hij daarop de vereiste verklaring heeft gesteld, aan de verzoeker terug. De verzoeker moet dit exemplaar met de bewijsstukken (de aard van de bij te voegen bewijsstukken is in de toelichting op de achterzijde van het derde exemplaar van het formulier vermeld) toezenden aan het ‘Bundesamt für Finanzen’, D-53221 Bonn. Van deze instantie ontvangt de verzoeker het bedrag van de teruggaaf. In afwijking van de hiervoor vermelde teruggaafprocedure kan de belanghebbende inwoner van Nederland die deelnemingsdividend ontvangt als bedoeld in onderdeel a, eerste alinea, tweede volzin, van voormeld artikel 1 de uit de Overeenkomst voortvloeiende vermindering van Duitse Kapitalertragsteuer reeds aan de bron verkrijgen. Daartoe dient de belanghebbende inwoner van Nederland gebruik te maken van het formulier ‘DBA/Allg. Freist./Div.’ (Antrag auf Teilfreistellung von der deutschen Abzugssteuer von Kapitalerträgen nach §50d Einkommensteuergesetz (EStG) in Verbindung mit §44d EStG bzw. nach dem Doppel-besteuerungsabkommen der Bundesrepublik Deutschland mit .....).

    Nadat de verzoeker de drie exemplaren van het formulier heeft ingevuld en ondertekend, bewaart hij het derde exemplaar als afschrift en zendt hij de exemplaren 1 en 2 aan de inspecteur van de eenheid van de Belastingdienst binnen wiens ambtsgebied hij woont of gevestigd is. Vorenbedoelde inspecteur houdt het eerste exemplaar achter voor het dossier van de verzoeker en geeft het tweede exemplaar, nadat hij daarop de vereiste verklaring heeft gesteld, aan de verzoeker terug. De verzoeker moet dit exemplaar met de bewijsstukken (de aard van de bij te voegen bewijsstukken is in de toelichting bij het formulier vermeld) toezenden aan het ‘Bundesamt für Finanzen’, D-53221 Bonn. Van deze instantie ontvangt de verzoeker een vrijstellingsbeschikking, die hij vervolgens moet zenden aan de Duitse schuldenaar van de dividenden. Op basis van deze vrijstellingsbeschikking mag de Duitse schuldenaar de dividenden uitbetalen onder inhouding van Duitse Kapitalertragsteuer naar ten hoogste het in de Overeenkomst neergelegde percentage. De door het ‘Bundesamt für Finanzen’ afgegeven vrijstellingsbeschikking geldt voor een periode van ten hoogste drie jaar en wordt slechts afgegeven onder de voorwaarde dat de aanvrager of zijn gemachtigde binnen 5 maanden na het verstrijken van een jaar waarvoor de vrijstelling geldt, het ‘Bundesamt für Finanzen’ mededeling doet van de in het desbetreffende jaar ontvangen dividenden.

    Het hiervoor vermelde formulier ‘DBA/Allg. Freist./Div.’ mag overigens ook worden gebruikt door inwoners van Nederland die vanuit de Bondsrepubliek Duitsland deelnemingsdividenden ontvangen die voldoen aan de voorwaarden van de EG-richtlijn (moeder-dochterrichtlijn) van 23 juli 1990, nr. 90/435, of die vanuit de Bondsrepubliek Duitsland deelnemingsdividenden ontvangen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 44d van de Duitse Einkommensteuergesetz (EStG) (deelneming, op basis van wederkerigheid, van 10% gedurende een ononderbroken periode van ten minste 12 maanden voor het tijdstip van het ontstaan van de verschuldigdheid van de Kapitalertragsteuer over de dividenden).

  • b. Royalty's Krachtens par. 50a, vierde lid, van de Duitse wet op de inkomstenbelasting zijn royalty's en soortgelijke vergoedingen uit bronnen in de Bondsrepubliek Duitsland, die aan een niet-inwoner worden toegekend, onderworpen aan een bronheffing ten bedrage van 25% van het brutobedrag van de vergoedingen. Bij de uitbetaling is de Duitse schuldenaar van de vergoedingen verplicht de volle belasting in te houden en af te dragen aan het bevoegde ‘Finanzamt’. Indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's een inwoner is van Nederland, mag de Duitse schuldenaar van de royalty's gedurende een bepaalde periode afzien van inhouding van belasting indien het ‘Bundesamt für Finanzen’ te Bonn hem op schriftelijke aanvraag van de verkrijger van de inkomsten daartoe machtigt.

    Het verzoek om vrijstelling van de Duitse bronbelasting op royalty's moet door de belanghebbende inwoner van Nederland worden gedaan op een daartoe ingesteld formulier ‘Verzoek om afgifte van een verklaring voor vrijstelling inzake royalty's en soortgelijke vergoedingen, ingediend op grond van het dubbelbelastingverdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en Nederland (DBA/ Allegem. (Niederl. Fassung)’. Nadat de verzoeker de drie exemplaren van het formulier heeft ingevuld en ondertekend, bewaart bij het derde exemplaar als afschrift en zendt hij de exemplaren 1 en 2 aan de inspecteur van de Belastingdienst binnen wiens ambtsgebied hij woont of gevestigd is. De vorenbedoelde inspecteur houdt het eerste exemplaar achter voor het dossier van de rechthebbende en geeft het tweede exemplaar, nadat hij daarop de vereiste verklaring heeft gesteld, aan de verzoeker terug. De verzoeker moet dit exemplaar met de bewijsstukken (de aard van de bij te voegen bewijsstukken is in de toelichting op de achterzijde van het derde exemplaar van het formulier vermeld) toezenden aan hethet ‘Bundesamt für Finanzen’, D-53221 Bonn. 3. Het Bundesamt für Finanzen deelt in alle gevallen zijn beslissing aan de verzoeker mede. De door deze instantie afgegeven verklaring voor vrijstelling is, tenzij zij eerder wordt ingetrokken, drie jaar geldig. Zijn royalty's en soortgelijke vergoedingen door een Nederlandse rechthebbende genoten onder inhouding van 25% belasting, dan dient deze, indien hij zijn aanspraak op belastingvrijstelling geldend wil maken, een aan alle eisen voldoend verzoek om teruggave aan het ‘Bundesamt für Finanzen’, Friedhofstrasse 1, D-5300 Bonn te richten. Voor het verzoek is geen speciaal formulier voorgeschreven. Het verzoek om teruggaaf kan worden gekoppeld aan het verzoek om vrijstelling voor latere jaren.

  • c. Termijn van indiening van verzoeken om teruggaaf van belasting Aanspraken op teruggaaf moeten binnen 4 jaar geldend worden gemaakt. Deze termijn vangt aan na afloop van het kalenderjaar waarin de opbrengst is genoten.

    Voorbeeld: dividenden, interest uit converteerbare obligaties en winstdelende obligaties en royalty's zijn op 1 februari 1989 genoten: verzoektermijn eindigt op 31 december 1993.

  • d. Beslissing van het ‘Bundesamt für Finanzen’ en rechtsmiddelen Indien het ingediende verzoek om teruggaaf of vrijstelling niet of niet geheel wordt ingewilligd, zal het ‘Bundesamt für Finanzen’ zijn beslissing bij beschikking mededelen, waartegen de verzoeker binnen één maand een bezwaarschrift kan indienen. Tegen de beslissing van het ‘Bundesamt für Finanzen’ op het bezwaarschrift kan de verzoeker beroep aantekenen bij het bevoegde ‘Finanzgericht’.

  • e. Verkrijgbaarheid van de formulieren De in de onderdelen a en b van dit artikel bedoelde formulieren zijn verkrijgbaar in Nederland bij de Belastingdienst/Centrum voor facilitaire dienstverlening, Afdeling Logistiek reprografisch centrum, Postbus 1314, 7301 BN Apeldoorn, en in de Bondsrepubliek Duitsland bij het Bundesamt für Finanzen, D-53221 Bonn..

  • f. Inlichtingen Voor nadere inlichtingen over de Duitse bronheffingen op dividenden, interest uit converteerbare obligaties en winstdelende obligaties en royalty's kan men zich wenden tot het Bundesamt für Finanzen’, D-53221 Bonn.

Artikel 3. Intrekking

De beschikking van de staatssecretaris van Financiën van 3 mei 1989, nr. IFZ89/533 (Stcrt. van 3 mei 1989, nr. 86), wordt ingetrokken.

Artikel 4. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Duitse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Bondsrepubliek Duitsland.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 1991.

  • 3 Zij vindt met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, onderdeel c, toepassing met betrekking tot:

    • a. portfoliodividenden die betaald of betaalbaar zijn gesteld op of na 1 januari 1958;

    • b. deelnemingsdividenden, royalty's en soortgelijke vergoedingen die betaald of betaalbaar zijn gesteld op of na 1 januari 1956.

De

staatssecretaris

van Financiën,
Namens deze,
De

Directeur-Generaal voor Fiscale Zaken,

A. Schoemaker

Naar boven