Hoofdstuk D. De registratie van de kiesgerechtigdheid
Burgemeester en wethouders ontlenen aan de basisregistratie personen de gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van de kiesgerechtigdheid van de personen die als ingezetene hierin zijn ingeschreven.
Artikel D 1a
[Vervallen per 01-04-2017]
Artikel D 1b
[Vervallen per 01-04-2017]
1 Ten aanzien van personen die hun werkelijke woonplaats in de gemeente hebben, niet zijnde personen als bedoeld in artikel D 1, en die als kiesgerechtigd in de gemeentelijke administratie worden opgenomen, registreren burgemeester en wethouders de volgende gegevens:
Op verzoek van burgemeester en wethouders verstrekt het dagelijks bestuur informatie over de grenzen van het gebied van het waterschap.
Een registratie als bedoeld in artikel D 2 van de Kieswet bevat de volgende gegevens en bescheiden:
a. de geslachtsnaam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum, het geslacht, het woonadres, de nationaliteit en, indien van toepassing, het burgerservicenummer, het correspondentieadres, het e-mailadres en het telefoonnummer;
b. een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld;
c. de verklaring dat de persoon of zijn Nederlandse echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel en kinderen, voor zover dezen met hem een gemeenschappelijke huishouding voeren, in Nederlandse openbare dienst werkzaam is in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
1 Een aanvraag als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet wordt ingediend bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage, het hoofd van de consulaire post waaronder de woonplaats van aanvrager ressorteert of, als het een persoon betreft die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten woont, bij de vertegenwoordiger van Nederland in deze landen. Het hoofd van de consulaire post of de vertegenwoordiger zendt de aanvraag zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.
2 In afwijking van het eerste lid dient een persoon als bedoeld in artikel B 1, tweede lid, onder b, van de Kieswet die niet gedurende ten minste tien jaren zijn werkelijke woonplaats in Nederland heeft gehad, de aanvraag in bij Onze Minister onder wiens verantwoordelijkheid de betrokken functionaris zijn werkzaamheden verricht. Onze Minister zendt de aanvraag zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.
1 Het orgaan waarbij een aanvraag tot registratie als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet is ingediend, gaat na of aan dat orgaan met betrekking tot de aanvrager gegevens bekend zijn en, zo dit het geval is, of deze overeenstemmen met de in de aanvraag vermelde gegevens. Bij doorzending van de aanvraag deelt het orgaan zijn bevindingen mee en houdt van deze verzending aantekening.
2 Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage gaan na of er met betrekking tot de aanvrager gegevens bekend zijn in het persoonskaartenarchief of het schakelregister, bedoeld in artikel 4.5 van de Wet basisregistratie personen, onderscheidenlijk in de basisregistratie personen, en, zo dit het geval is, of deze overeenstemmen met de in de aanvraag tot registratie vermelde gegevens.
Indien aan het orgaan waarbij een aanvraag tot registratie als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet kan worden ingediend, omstandigheden bekend worden, op grond waarvan een persoon die ingevolge artikel D 2 van de Kieswet als kiezer is geregistreerd, niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd, wordt daarvan terstond mededeling gedaan aan burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.
Indien aan een persoon een mededeling is gedaan dat hij niet als kiezer is geregistreerd als bedoeld in artikel D 5 van de Kieswet, worden hem uiterlijk op de zevende dag na ontvangst van zijn verzoek de redenen daarvan meegedeeld.
Op een aanvraag als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet wordt uiterlijk op de zevende dag na ontvangst door burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage beslist.
Hoofdstuk H. De inlevering van de kandidatenlijsten
De formulieren voor de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel H 1, derde lid, van de Kieswet, en voor de verklaringen, bedoeld in de artikelen H 3, vijfde lid, H 4, zevende lid, en H 9, vierde lid, van de Kieswet, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling verkrijgbaar bij elke gemeente. De verklaring, bedoeld in artikel H 9, vierde lid, van de Kieswet is tevens gedurende drie weken vóór en op de dag van kandidaatstelling verkrijgbaar bij het centraal stembureau.
3 Een persoon die gehuwd is of gehuwd is geweest, dan wel wiens partnerschap geregistreerd is of geregistreerd is geweest, wordt op de lijst vermeld hetzij met de eigen geslachtsnaam, hetzij, voor zover hij daartoe op grond van artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek dan wel artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES bevoegd is, met de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner, dan wel met de eigen geslachtsnaam door middel van een liggend streepje gevolgd door of voorafgegaan door de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner.
4 Achter de voorletters of, indien vermeld, de roepnaam, mag ter aanduiding van het geslacht van de kandidaat de toevoeging «(m)» of «(v)» worden geplaatst.
5 Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten van Fryslân, het algemeen bestuur van het Wetterskip Fryslân of van de raden van gemeenten in de provincie Fryslân, mogen aanduidingen op de kandidatenlijst in de Friese taal worden vermeld.
1 De waarborgsommen, bedoeld in de artikelen H 12, H 13, H 13a en H 14 van de Kieswet, dienen uiterlijk op de veertiende dag voor de kandidaatstelling te zijn ontvangen op de daartoe bestemde rekening van onderscheidenlijk Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de gemeente waar het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van provinciale staten is gevestigd, het waterschap of de gemeente, bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen, onder vermelding van de woorden "waarborgsom kandidaatstelling".
2 De voorzitter van het centraal stembureau deelt het orgaan waaraan de waarborgsommen zijn betaald, zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van de uitslag van de verkiezing mee welke waarborgsommen ingevolge het vierde of vijfde lid van artikel H 12, H 13, H 13a of H 14 van de Kieswet moeten worden terugbetaald. Dit orgaan gaat vervolgens zo spoedig mogelijk over tot terugbetaling van die waarborgsommen. Over de terug te geven waarborgsommen wordt geen rente vergoed.
Hoofdstuk M. Het stemmen per brief
Een verzoek als bedoeld in artikel M 3 van de Kieswet bevat een adres buiten Nederland waar de persoon de stukken, bedoeld in artikel M 6 van de Kieswet, wenst te ontvangen.
1 De vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten zendt de personen die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten wonen, de stukken, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, van de Kieswet.
2 De vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten draagt er zorg voor dat de stembiljetten alsmede de formulieren voor de processen-verbaal voor de briefstembureaus in Aruba, Curaçao, respectievelijk Sint Maarten tijdig in gereedheid worden gebracht.
De stembescheiden, bedoeld in artikel M 7 van de Kieswet, bevatten een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld.
Ten minste twee weken vóór de eerste zitting brengen burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage ter openbare kennis op welke dag of dagen en gedurende welke tijden de briefstembureaus extra zitting houden, alsmede op welke plaats.
1 Aan het eind van elke zitting wordt de sleuf van de stembus onmiddellijk in tegenwoordigheid van de in het stemlokaal aanwezige kiezers afgesloten, waarna de stembus verzegeld wordt en de sleutel waarmee de stembus is afgesloten, in een te verzegelen enveloppe wordt gedaan.
1 Onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal, wordt dit tezamen met de stembus, de verzegelde pakken, de verzegelde enveloppe en de verzoekschriften waarvan de handtekening nog niet vergeleken is, door de voorzitter van het stembureau bij de burgemeester van 's-Gravenhage in bewaring gegeven.
1 De burgemeester van 's-Gravenhage stelt tijdig voor de aanvang van de stemopneming bedoeld in artikel N 16a, eerste lid, van de Kieswet de aan hem overgedragen stembussen, verzegelde enveloppen en verzoekschriften waarvan de handtekening nog niet vergeleken is, ter beschikking aan de voorzitter van het briefstembureau.
De artikelen M 7 tot en met M 12 zijn van overeenkomstige toepassing op briefstembureaus in het buitenland, met dien verstande dat:
a. aan de burgemeester opgedragen taken worden verricht door het briefstembureau dan wel door de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten;
b. de bevoegdheden van burgemeester en wethouders bevoegdheden zijn van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, respectievelijk Onze Minister van Defensie.
Hoofdstuk P. De vaststelling van de verkiezingsuitslag door het centraal stembureau
4 Het centraal stembureau laat de programmatuur, bedoeld in het eerste lid, door een onafhankelijke instantie toetsen en maakt de uitkomst van de toets uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling openbaar.
7 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de toetsing door en de deskundigheid van de onafhankelijke instantie, de openbaarmaking van de uitkomst van de toets en de eisen aan de programmatuur, met dien verstande dat deze eisen geen betrekking hebben op de wijze waarop de programmatuur de wet- en regelgeving moet toepassen bij de berekening van de uitslag van de verkiezingen of de berekening van de zetelverdeling.
De bekendmaking, bedoeld in artikel P 20, tweede lid, van de Kieswet, geschiedt, indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, in de Nederlandse Staatscourant en, indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten, het algemeen bestuur of de gemeenteraad, op de in de provincie, het waterschap onderscheidenlijk de gemeente, gebruikelijke wijze.
1 Voor zover, bij gecombineerde stemmingen, het centraal stembureau dan wel vertegenwoordigend orgaan van de ene verkiezing tot een nieuwe stemopneming besluit, geschiedt deze mede in aanwezigheid van het centraal stembureau respectievelijk vertegenwoordigend orgaan van de andere verkiezing.