Besluit van 19 mei 1989, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur
inzake beroepsactiviteiten waarvoor het geslacht bepalend kan zijn
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van
2 mei 1986, gedaan mede namens Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie, Defensie
en Onderwijs en Wetenschappen;
Gelet op het bepaalde in artikel 5, derde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, zoals gewijzigd bij de Wet van 27 april 1989, Staatsblad 1989, 168;
Gezien de adviezen die ter zake zijn uitgebracht door de Sociaal-Economische Raad,
de Emancipatieraad, de Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de
arbeid en de Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid in
de burgerlijke openbare dienst;
De Raad van State gehoord (advies van 8 december 1986, nr. W.12.86.0248/b);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van
12 mei 1989, uitgebracht mede namens Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie,
Defensie en Onderwijs en Wetenschappen;
Hebben goedgevonden en verstaan: