Instelling, stuurgroep, fuwa-platform en projectteam in kader ontwikkelen functiewaarderingssysteem voor de politie

[Regeling vervallen per 02-01-2005.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 10-06-1989 t/m 01-01-2005

Instelling, stuurgroep, fuwa-platform en projectteam in kader ontwikkelen functiewaarderingssysteem voor de politie

De minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken,

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

  • 1 Ingesteld wordt de stuurgroep ten behoeve van het functiewaarderingsproject, hierna te noemen: de stuurgroep.

  • 2 Ingesteld wordt het platform ten behoeve van het functiewaarderingsproject, hierna te noemen: het fuwa-platform.

  • 3 Ingesteld wordt het projectteam ten behoeve van het functiewaarderingsproject, hierna te noemen: het projectteam.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

De stuurgroep heeft tot taak het project functiewaardering voor de politie op hoofdlijnen te sturen.

De stuurgroep is verantwoordelijk voor de inhoud en de voortgang van het project en rapporteert hierover aan de directeuren-generaal. Zij doet de uitgewerkte voorstellen van de projectleiding inclusief haar advies, ter beslissing aan de beide directeuren-generaal toekomen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

  • 1 De stuurgroep is als volgt samengesteld:

    • mr. H. C. J. L. Borghouts, directeur politie Ministerie van Binnenlandse Zaken, voorzitter;

    • mr. J. J. H. Suyver, directeur politie Ministerie van Justitie, plv. voorzitter;

    • mr. H. Addens, procureur-generaal, fgd. directeur van politie, namens het Openbaar Ministerie;

    • P. van Brakel, voorzitter van de Vereniging van Hogere Politie-Ambtenaren, namens de Vereniging van Hogere Politie-Ambtenaren;

    • G. Koffeman, voorzitter van de Algemeen Christelijke Politiebond, namens de Algemeen Christelijke Politiebond;

    • J. P. Kolkman, voorzitter van de Algemene Nederlandse Politie-Vereniging, namens de Algemene Nederlandse Politie-Vereniging;

    • A. A. J. M. van Lier, burgemeester van Vlaardingen, namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

    • L. van der Linden, voorzitter van de Nederlandse Politiebond, namens de Nederlandse Politiebond;

    • drs. H. A. Monasso, beleidsmedewerker, namens het directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid;

    • H. J. Mos. Korpschef van het gemeentelijk politiekorps Doetinchem, namens de politiechefs;

    • J. J. Th. Stoutjesdijk, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Nijmegen, namens de politiechefs;

    • Mr. J. Y. Stuitje, hoofd van de hoofdafdeling personeelszaken van de Algemene Inspectie van het Korps Rijkspolitie, namens de politiechefs;

    • J. J. Veenstra, districtscommandant district Groningen van het Korps Rijkspolitie, namens de politiechefs;

    • mr. W. P. Th. van de Ven, beleidsmedewerker van de afdeling algemene juridische zaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten/adj. secretaris van de politiecommissie;

    • mr. J. Wiarda, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Utrecht, namens de politiechefs;

    • de projectleiding, mevrouw dr. B. G. Marsman en drs. H. Andersson, verzorgt het secretariaat.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

Het fuwa-platform dient als intermediair, tussen het projectteam en de organisaties welke door de leden van het fuwa-platform worden vertegenwoordigd, de belangen van de betrokken partijen te behartigen en mede daardoor de betrokkenheid van het veld te garanderen.

Het fuwa-platform toetst de voorstellen op haalbaarheid door na te gaan wat de gevolgen zijn van deze voorstellen voor de organisatie en beziet of er voldoende draagvlak aanwezig is. Naar aanleiding hiervan adviseert zijn aan de projectleiding.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

  • 1 Het fuwa-platform is als volgt samengesteld:

    • drs. H. Andersson, externe projectleider, als adviseur;

    • C. C. H. Bakker, hoofd van de inspectie algemene dienst, namens het ministerie van Binnenlandse Zaken/directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid;

    • drs. R. J. Beumer, coördinator van de sector organisatiebeleid/wnd. plv. chef van de hoofdafdeling politiële bedrijfsvoering, namens het ministerie van Binnenlandse Zaken/directie politie/

    • P. W. Ch. L. Bisschop, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Raalte, namens de regio Overijssel-West;

    • H. A. Bosveld, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Smallingerland, namens de regio Friesland;

    • H. C. van Breemen, chef beheersdienst van het gemeentelijk politiekorps Alkmaar, namens de regio Noord-Holland Noord;

    • A. W. Brouwer, inspecteur der Rijksrecherche le klasse te Arnhem, namens de Rijksrecherche;

    • P. W. J. Brugman, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Maastricht, en G. A. L. van Schaik, commissaris van gemeentepolitie bij het gemeentelijk politiekorps Maastricht, namens de regio Limburg-Zuid;

    • ir. W. Dekker, hoofd van de hoofdafdeling personeelszaken centraal van de dienst bestuursondersteuning van de gemeente Eindhoven, namens de regio Zuid-Oost Noord-Brabant;

    • J. F. W. van Duijn, chef personele ondersteuning van het gemeentelijk politiekorps Amsterdam, namens de regio Noord-Holland Oost;

    • H. J. Faber, chef beheersdienst van het gemeentelijk politiekorps Noordoostpolder, namens de regio Flevoland;

    • R. Flanderijn, secretaris van de Nederlandse Politiebond, namens de Nederlandse Politiebond;

    • B. H. Franke, hoofd personeelsdienst district Groningen van het Korps Rijkspolitie, namens de regio Groningen;

    • R. C. de Glopper, organisatie- en formatiemedewerker bij het gemeentelijk politiekorps 's-Gravenhage, namens de regio Haaglanden;

    • K. de Groot, commissaris der rijkspolitie le klasse, namens de procureurs-generaal;

    • ing. C. J. J. M. Heijs, beleidsmedewerker, namens het secretariaat van het Coördinerend Politie-Beraad;

    • F. Hoek, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Papendrecht, namens de regio Dordrecht;

    • J. Hoekstra, directeur van de Intendance van de politie, namens de Intendance, de Politieverbindingsdienst en de Politie Technische Dienst;

    • E. van Hoof, hoofd afdeling personeel en opleiding van het gemeentelijk politiekorps Nijmegen, namens de regio Gelderland-Zuid;

    • A. W. G. J. Hoppenbrouwers, afdeling personeelszaken van het gemeentelijk politiekorps Apeldoorn, namens de regio Gelderland-Noord;

    • drs. M. J. de Jong, plv. hoofd van de Centrale Recherche Informatiedienst, namens de Centrale Recherche Informatiedienst;

    • L. van Kampen, hoofd algemene politievraagstukken, namens het ministerie van Justitie/directie politie;

    • J. P. N. Kapteijn, hoofd formatiezaken, namens het ministerie van Justitie/directie politie;

    • H. Kruizinga, secretaris van de Algemeen Christelijke Politiebond, namens de Algemeen Christelijke Politiebond;

    • mw. dr. B. G. Marsman, interne projectleider, als adviseur;

    • H. F. Mattheijssen, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Boxtel, namens de regio Brabant Noord;

    • H. L. A. Meeuwesen, hoofd afdeling personeelszaken van het gemeentelijk politiekorps Tilburg, namens de regio Noord-Brabant West;

    • mw. mr. C. W. Meier, hoofd afdeling personeel en opleiding van het gemeentelijk politiekorps Enschede, namens de regio Overijssel-Oost;

    • G. W.F. Neijgh van Lier, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Weert, namens de regio Limburg-Noord;

    • J. van Noortwijk, lid van de Algemene Nederlandse Politie-Vereniging, namens de Algemene Nederlandse Politie-Vereniging;

    • J. van Oort, hoofd personeelsdienst, namens de landelijke diensten;

    • J. Th. L. Papeveld, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Woerden, namens de regio Utrecht:

    • ir. G. J. de Raaf, adjunct-directeur van het Gerechtelijk Laboratorium, namens de Gerechtelijke laboratoria;

    • mr. W. J. P. van Rhee, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Krimpen aan den IJssel, namens de regio Rijnmond;

    • H. Roelevink, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Katwijk, namens de regio Zuid-Holland Midden;

    • C. P. de Ruijter, lid van de Vereniging van Hogere Politie-Ambtenaren, namens de Vereniging van Hogere Politie-Ambtenaren;

    • W. A. A. Schulkes, waarnemend directeur Politiestudiecentrum, namens de opleidingsinstituten;

    • A. A. Smeels, districtscommandant district Zeeland van het Korps Rijkspolitie, namens de regio Zeeland:

    • A. Timmer, hoofd afdeling personeelszaken van het gemeentelijk politiekorps Haarlem, namens de regio Noord-Holland West;

    • P. Verkerk, hoofd algemene Zaken, namens de veiligheidsdienst Koninklijk Huis;

    • L. G. Visser, korpschef van het gemeentelijk politiekorps Hoogeveen, namens de regio Drenthe;

    • A. Vosveld, hoofd personeel, opleiding en vorming, namens de regio Gelderland-Oost;

    • drs. R. A. Krabbendam is ten behoeve van het secretariaat aan het fuwa-platform toegevoegd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

De projectleiding is belast met het doen ontwikkelen van een functiewaarderingssysteem en met het scheppen van voorwaarden voor de invoering hiervan.

De beide projectleiders hebben de dagelijkse leiding over het project. Bij het uitvoeren van de opdracht wordt de projectleiding bijgestaan door de overige leden van het projectteam. het projectteam is verantwoordelijk voor de rapportage over de produktie van de werkgroepen en de adviezen van het fuwa-platform aan de stuurgroep. Zij informeert het fuwa-platform. Het projectteam koppelt regelmatig terug naar de beide departementen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

Het projectteam is als volgt samengesteld;

  • mw. dr. B.G. Marsman, interne projectleider;

  • drs. H. Andersson, exteme projectleider;

  • ir. J. Hoogstad, exteme adviseur;

  • drs. J. Th. A. M. Berkhout, hoofd hoofdafdeling personeelszaken, directie politie, ministerie van Justitie;

  • mw. A. de Boer, beleidsmedewerker formatiebeleid, directie politie, ministerie van Binnenlandse Zaken is ten behoeve van het secretariaat aan het projectteam toegevoegd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

Het projectteam kan voor de uitvoering van onderdelen van haar taak werkgroepen instellen. Zij geeft hiervan kennis aan de stuurgroep en het fuwa-platform.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

De stuurgroep brengt uiterlijk 31 september 1990 haar eindrapport aan de directeuren-generaal uit. Tussentijdse rapportage wordt bepaald door de tijdsplanning zoals deze is vastgesteld.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

Deze beschikking, die zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en in het algemeen Politieblad, treedt in werking met ingang van de eerste dag na uitgifte van de Nederlandse Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1989.

's-Gravenhage, 26 april 1989

De

minister

van Justitie,

F. Korthals Altes

De

minister

van Binnenlandse Zaken,

C. P. van Dijk

Naar boven