Stb. 2009, 297, datum inwerkingtreding 15-07-2009, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2008.
Voor zover blijkt dat de aanvrager van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 3.3, onder a, van de Wet ruimtelijke
ordening, een ontheffing als bedoeld in de artikelen 3.6, eerste lid, onder c, 3.22
of 3.23 van die wet of een projectbesluit als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid,
onder f, van die wet of van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 44,
eerste lid, van de Woningwet tengevolge van de weigering daarvan in het belang van
de archeologische monumentenzorg of ten gevolge van voorschriften die in het belang
van de archeologische monumentenzorg aan het desbetreffende besluit zijn verbonden,
schade lijdt die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijner laste behoort te blijven,
kennen burgemeester en wethouders hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen
schadevergoeding toe.