Besluit emissie-eisen NOx salpeterzuurfabrieken

[Regeling vervallen per 01-04-2010.]
Geraadpleegd op 12-10-2024.
Geldend van 25-02-2005 t/m 31-03-2010

Besluit van 23 juni 1987, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 20a van de Wet inzake de luchtverontreiniging

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 11 september 1986, nr. MJZ1196017, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving en Directoraat-Generaal voor de Milieuhygiëne, Directie Lucht;

Gelet op de artikelen 20a en 88, eerste, derde en vierde lid, van de Wet inzake de luchtverontreiniging (Stb. 1981, 411);

Gehoord de Centrale raad voor de milieuhygiëne (advies van 12 december 1985, nr. 85/883);

De Raad van State gehoord (advies van 23 december 1986, nr. W08.86.0487);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 juni 1987, nr. MJZ 1967007, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving en Directoraat-Generaal voor de Milieuhygiëne, Directie Lucht;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

In dit besluit wordt verstaan onder:

wet: de Wet milieubeheer;

inrichting: een inrichting die behoort tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de wet aangewezen categorie;

salpeterzuurfabriek: iedere produktie-eenheid, die een inrichting of een onderdeel van een inrichting is, voor de bereiding van salpeterzuur met een produktie-capaciteit van de inrichting ten aanzien van salpeterzuur van ten minste 5 000 ton per jaar;

bestaande salpeterzuurfabriek: een salpeterzuurfabriek waarvoor voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit een vergunning krachtens de wet is verleend of ingevolge artikel 98, vierde lid, van de wet geacht wordt verleend te zijn;

afgas: het gas dat in een salpeterzuurfabriek ontstaat als gevolg van de fabricage van salpeterzuur en dat, eventueel samen met andere gassen, naar de buitenlucht wordt afgevoerd;

ppm: volumedelen per miljoen volumedelen;

bevoegd gezag: het bestuursorgaan dat bevoegd is een vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer voor de betrokken inrichting te verlenen.

§ 2. Emissie-eisen

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De houder van een salpeterzuurfabriek draagt ervoor zorg, dat, behoudens bij opstarten en stilleggen, geen afgas wordt uitgeworpen, dat meer NOx, uitgedrukt als NO2, bevat dan 220 ppm gemiddeld per uur.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

  • 1 Artikel 2 is niet van toepassing op een bestaande salpeterzuurfabriek.

  • 2 De houder van een bestaande salpeterzuurfabriek draagt ervoor zorg, dat, behoudens bij opstarten en stilleggen, met ingang van het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit geen afgas wordt uitgeworpen, dat meer NOx, uitgedrukt als NO2, bevat dan 600 ppm gemiddeld per uur.

§ 3. Metingen en toezicht op de naleving

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

  • 1 De houder van een salpeterzuurfabriek is verplicht de NOx-concentratie, uitgedrukt in tientallen ppm NO2, in het afgas te meten en te registreren.

  • 2 De meetinstallatie moet omvatten een monsternemingssysteem, een meetapparaat dat ieder moment de NOx-concentratie bepaalt, en een apparaat dat bij voortduring de NOx-concentratie vastlegt. Iedere dag moeten ten minste éénmaal de uurgemiddelde concentraties over die dag vastgesteld worden.

  • 3 Het in het tweede lid bedoelde meetapparaat moet alle NOx-concentraties in de afgassen tussen 0 en 1000 ppm kunnen meten.

  • 4 Het aansluitingspunt van het monsternemingssysteem moet zich bevinden in de afgasleiding en wel zo ver van een eventueel stroomafwaarts gelegen injectiepunt van lucht in het afgas, dat de gassamenstelling op het meetpunt geen invloed ondervindt van de luchtinjectie.

  • 5 De meetinstallatie moet zijn opgesteld in een deugdelijke, afsluitbare instrumentenkast. De instrumentenkast moet onder normale omstandigheden zijn afgesloten.

  • 6 Het monsternemingssysteem moet een zodanige constructie hebben, dat:

    • a. de samenstelling van het gasvormige gedeelte van het monster hetzelfde is als die van het afgas of verdund is met lucht in een bekende en constante verhouding;

    • b. er geen stof in het monster aanwezig is, dat het monsternemingssysteem zou kunnen verstoppen en het functioneren van het meetapparaat nadelig zou kunnen beïnvloeden;

    • c. geen condensatie van water of zuur kan optreden;

    • d. ijkgassen en gassen voor de nulpuntafstelling door de meetinstallatie kunnen worden gestuurd voor de controle en afstelling onder bedrijfscondities van het meetapparaat.

  • 7 Bij in bedrijf zijn van een salpeterzuurfabriek moet éénmaal per week een nulpuntafstelling plaatsvinden en het meetsysteem worden gecalibreerd met ijkgassen waarin NOx aanwezig moet zijn in een concentratie van 220 ppm. In afwijking van de eerste volzin moet bij bestaande salpeterzuurfabrieken NOx in de ijkgassen aanwezig zijn in een concentratie van 600 ppm dan wel in een concentratie die overeenkomt met de volgens de vergunning voor de bestaande salpeterzuurfabriek maximaal toegestane concentratie van NOx in het afgas. Indien meting plaatsvindt met een systeem waarbij het gasmonster wordt verdund, moeten de ijkgassen door de verdunningsapparatuur gestuurd worden.

  • 8 Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot het monsternemingssysteem, het meetapparaat en de calibratie.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Het resultaat van de in artikel 4 voorgeschreven metingen, alsmede de andere gegevens die noodzakelijk zijn om te kunnen beoordelen of in overeenstemming met dit besluit wordt gehandeld, worden door de houder van een salpeterzuurfabriek gedurende ten minste een jaar ter beschikking gehouden van het bevoegd gezag ten behoeve van het toezicht op de naleving van de betrokken voorschriften.

§ 4. Vergunningen

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

  • 1 Het bevoegd gezag kan in besluiten ten aanzien van een vergunning met betrekking tot een salpeterzuurfabriek ter zake van de uitworp van NOx slechts afwijken van het in § 2 bepaalde, voor zover dat ingevolge het tweede of derde lid is toegestaan.

  • 2 Het bevoegd gezag kan in een vergunning met betrekking tot een bestaande salpeterzuurfabriek een strengere eis stellen dan de in artikel 3, tweede lid, met betrekking tot de uitworp van NOx gestelde, met dien verstande dat de eis niet lager wordt dan 220 ppm.

  • 3 Het bevoegd gezag kan in een vergunning met betrekking tot een salpeterzuurfabriek een strengere eis stellen dan een krachtens artikel 2 of artikel 3, tweede lid, geldende eis of dan met toepassing van het tweede lid mogelijk is, indien de aanvrager of houder van een vergunning bereid en in staat is om aan die strengere eis te voldoen en het bevoegd gezag dientengevolge niet tot weigering of intrekking van de vergunning behoeft over te gaan.

§ 5. Overgangs- en slotbepaling

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De aan een vergunning verbonden voorschriften blijven, met betrekking tot onderwerpen waarin dit besluit voorziet, van kracht voor zover deze niet in strijd zijn met het bij of krachtens dit besluit bepaalde.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2 Het kan worden aangehaald als Besluit emissie-eisen NOx salpeterzuurfabrieken.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 23 juni 1987

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

E. H. T. M. Nijpels

Uitgegeven de veertiende juli 1987

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes