Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen

[Regeling vervallen per 01-01-2016.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-05-2009 t/m 31-12-2015

Besluit van 15 augustus 1985, houdende uitvoering van de artikelen 10 en 147a van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99) met betrekking tot de uitlaatsystemen van motorvoertuigen en bromfietsen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 januari 1985, MJZ 2515017, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 10 en 147a van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99);

Overwegende dat het, mede ter uitvoering van de Richtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 april 1981, nr. 81/334/EEG (PbEG L 131), houdende aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 70/157/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen, wenselijk is regelen te stellen met betrekking tot de uitlaatsystemen van motorvoertuigen en bromfietsen;

Gehoord de Centrale Raad voor de Milieuhygiëne (advies van 7 juni 1982, no. 460);

De Raad van State gehoord (advies van 22 april 1985, no. W08.85.0052/20.5.16.);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer a.i. van 7 augustus 1985, nr. MJZ 0785029, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder Onze Ministers: Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat en van Economische Zaken te zamen.

  • 2 Onder een uitlaatsysteem wordt verstaan een uitlaatinrichting in de zin van de wegenverkeerswetgeving, of een onderdeel van zodanige uitlaatinrichting, bestemd voor een motorvoertuig of voor een bromfiets.

Hoofdstuk II. Verbodsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Het is verboden uitlaatsystemen voor motorvoertuigen op ten minste vier wielen te vervaardigen, in te voeren, in voorraad te hebben, te koop aan te bieden, af te leveren of te vervoeren die niet behoren tot een type:

  • a. waarvoor een goedkeuring geldt ingevolge een keuring, door een door Onze Minister aangewezen instantie verricht aan de hand van de krachtens artikel 5 geldende voorschriften, of

  • b. dat blijkens een door een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte afgegeven document als bedoeld in artikel 9, derde lid, van richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (Pb EU L 263), voldoet aan de voorschriften van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 6 februari 1970, nr. 70/157/EEG (PbEG L 42), inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Het is verboden uitlaatsystemen voor motorvoertuigen op minder dan vier wielen of voor bromfietsen te vervaardigen, in te voeren, in voorraad te hebben, te koop aan te bieden, af te leveren of te vervoeren, die niet behoren tot een type:

  • a. waarvoor een goedkeuring geldt ingevolge een keuring, door een door Onze Minister aangewezen instantie verricht aan de hand van de krachtens artikel 5 geldende voorschriften, of

  • b. dat blijkens een typegoedkeuringsverklaring als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van richtlijn nr. 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 maart 2002 (PbEG L 124) betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van richtlijn nr. 92/61/EEG van de Raad voldoet aan de voorschriften van hoofdstuk 9 van richtlijn nr. 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1997 betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen (PbEG L 226).

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 De artikelen 2 en 3 gelden niet indien de handelingen geschieden met het oog op het buiten Nederland in de handel brengen van uitlaatsystemen.

  • 2 De artikelen 2 en 3 gelden voorts niet ten aanzien van uitlaatsystemen:

    • a. die zich in het kader van bedrijfsmatige vervaardiging nog bevinden in het stadium van beproeving of onderzoek;

    • b. die dienen als monster bij een ingevolge dit besluit te verrichten keuring.

Hoofdstuk III. Typekeuring

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Onze Minister stelt voorschriften vast, aan de hand waarvan de in artikel 2, onder a, en de in artikel 3 bedoelde keuring wordt verricht.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

De aanvraag voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder a, of artikel 3, onder a, wordt slechts in behandeling genomen, indien de aanvrager de bepalingen van het in artikel 10 bedoelde, voor die keuring geldende reglement in acht neemt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Goedkeuring van een type wordt geweigerd indien het uitlaatsysteem niet beantwoordt aan de krachtens artikel 5 met betrekking tot de keuring van de betrokken categorie uitlaatsystemen geldende voorschriften.

Hoofdstuk V. Keuringsreglement

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Onze Ministers stellen voor elke der door hen op grond van artikel 2, onder a, of 3 aangewezen keuringsinstanties een reglement vast ter zake van de ingevolge dit besluit te verrichten keuringen.

  • 2 Een reglement als bedoeld in het eerste lid bevat in elk geval bepalingen omtrent:

    • a. de bij de aanvraag voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder a, of artikel 3, onder a, te verstrekken gegevens;

    • b. de wijze waarop en de staat waarin het uitlaatsysteem tot de keuring ter beschikking dient te worden gesteld;

    • c. de voor de keuring verschuldigde vergoeding.

Hoofdstuk VI. Wijziging keuringsvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

In geval van wijziging van de voorschriften, bedoeld in artikel 5, die ten grondslag hebben gelegen aan een goedkeuring als bedoeld in artikel 2, onder a, of in artikel 3, onder a, kunnen Onze Ministers bepalen dat bij het verstrijken van een door hen te stellen termijn die goedkeuring ophoudt te gelden. In een dergelijk geval wordt een overgangsregeling getroffen op dezelfde wijze als is voorzien in artikel 12.

Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Met betrekking tot uitlaatsystemen behorende tot een type dat reeds voor het in werking treden van dit besluit in de handel was, gelden de artikelen 2 en 3 voor wat betreft het verbod om:

    • a. te vervaardigen of in te voeren, behoudens het in het tweede lid bepaalde, met ingang van 1 april 1986;

    • b. in voorraad te hebben, te koop aan te bieden, af te leveren of te vervoeren, met ingang van 1 oktober 1987 voor wat betreft fabrikanten, importeurs en groothandel en met ingang van 1 oktober 1988 voor wat betreft de detailhandel.

  • 2 Voor uitlaatsystemen als bedoeld in de aanhef van het eerste lid, geldt het verbod om in te voeren van voor 1 april 1986 vervaardigde uitlaatsystemen met ingang van 1 oktober 1987.

Artikel 12a

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Het in artikel 3, onder b, gestelde verbod is tot 17 juni 1999 niet van toepassing op uitlaatsystemen die behoren tot een type dat blijkens een certificaat als bedoeld in artikel 3 van richtlijn nr. 78/1015/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 november 1978 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorrijwielen (PbEG L 349) voldoet aan de voorschriften van die richtlijn.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de zevende kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage, 15 augustus 1985

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. Winsemius

Uitgegeven de vijfde september 1985

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven