Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de mogelijkheid te openen tot het stellen van regelen op het gebied van de prijzen van goederen en diensten in geval van buitengewone omstandigheden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
goederen: roerende of onroerende zaken of vermogensrechten;
diensten: alle diensten, in de ruimste zin, met inbegrip van de verrichtingen, welke het voorwerp zijn van een verzekerings- of garantieovereenkomst, doch met uitzondering van die, welke het voorwerp zijn van een arbeidsovereenkomst;
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;
College: het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
2 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden onder prijzen niet verstaan de vergoedingen voor diensten op het gebied van het bankwezen, in de ruimste zin, en van de geld- en kapitaalmarkt, voor zover zij het karakter van een rentevergoeding dragen.
De bij deze wet aan Onze Minister van Economische Zaken verleende bevoegdheden worden door deze uitgeoefend in overeenstemming met Onze Minister, wie het mede aangaat.
3 Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan worden bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.
4 Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, worden de bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, buiten werking gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.
5 Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.
6 Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.
Artikel 4
[Vervallen per 01-05-1997]
Artikel 5
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 6
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 7
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 8
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 9
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 10
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 11
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 12
[Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 13
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 14
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 15
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
1 Bij algemene maatregel van bestuur worden de autoriteiten aangewezen die krachtens algemeen mandaat of krachtens mandaat voor een bepaald geval en met inachtneming van de bij die maatregel gestelde regelen, in enig gebied de bevoegdheden uitoefenen welke krachtens deze wet, de Hamsterwet, de Noodwet voedselvoorziening, de Vorderingswet, de Landbouwwet en de In- en uitvoerwet toekomen aan Onze Minister.
2 Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden tevens de autoriteiten aangewezen die krachtens algemeen mandaat of krachtens mandaat voor een bepaald geval en met inachtneming van de bij die maatregel gestelde regelen, in enig gebied de bevoegdheden uitoefenen welke krachtens deze wet, de Vorderingswet en de In- en uitvoerwet toekomen aan een van Onze andere Ministers, niet zijnde Onze Minister-President of Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
4 Een mandaat voor een bepaald geval als bedoeld in het eerste en het tweede lid bevat tenminste de naam of de functie van de mandataris, de bevoegdheid die wordt gemandateerd, de periode waarin het mandaat geldt en het geval waarin de bevoegdheid kan worden uitgeoefend.
Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende beroep instellen bij het College.
Artikel 18
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 19
[Vervallen per 01-01-1994]
Informatie, verkregen op grond van deze wet, wordt, voor zover die betrekking heeft op afzonderlijke natuurlijke personen of rechtspersonen, dan wel daaruit gevolgtrekkingen ten aanzien van zodanige personen kunnen worden gemaakt, zonder toestemming van die personen niet verstrekt aan anderen dan degenen, die belast zijn met de uitvoering van een of meer bepalingen van deze wet.
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]