Regeling uitzondering bestrijdingsmiddelen

[Regeling vervallen per 17-10-2007.]
Geraadpleegd op 24-04-2025.
Geldend van 10-05-2001 t/m 30-11-2004

Regeling uitzondering bestrijdingsmiddelen

De Minister van Landbouw en Visserij,

in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiene; de Minister van Sociale Zaken;

Gelet op artikel 1, vijfde lid en artikel 9 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stb. 288);

De Bestrijdingsmiddelencommissie gehoord,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 Op de hierna genoemde bestrijdingsmiddelen of groepen van bestrijdingsmiddelen is de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 niet van toepassing:

    • I.

      • a. conserveermiddelen zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid van het Conserveermiddelenbesluit (Warenwet);

      • b. conserveermiddelen, welke kennelijk zijn bestemd voor het conserveren van cosmetica in de zin van het Cosmeticabesluit (Warenwet) of van geneesmiddelen in de zin van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening;

      • c. middelen bestemd voor het bestrijden of voorkomen van algengroei en slakken in aquaria;

      • d. conserveermiddelen welke uitsluitend zijn bestemd ter conservering van melkmonsters voor analysedoeleinden;

      • e. middelen bestemd voor het voorkomen van schimmelaantasting op muren en materialen en in ruimten, waarvan de schimmelwerende werking uitsluitend berust op het weren van vocht;

      • f. middelen bestemd voor het bevorderen van de conservering van ingekuild veevoer;

    • II.

      • a. spiritus of zeep, met inbegrip van mengels van spiritus en zeep, bestemd voor de bestrijding van insecten en mijten op planten;

      • b. I. koolzuurgas:

        • A. ter verbetering van de groei van planten bij de teelt van gewassen onder glas, mits de bereikte concentratie koolzuurgas in de lucht in de betrokken kas lager is dan 1.500 ppm (parts per million);

        • B. bestemd voor het gebruik als ongediertebestrijdingsmiddel, mits toegepast in een volledig gasdicht afgesloten ruimte, tijdens het toepassen geen mensen in die ruimte aanwezig kunnen zijn en de bereikte concentratie koolzuurgas in die ruimte, zodra deze weer als werkruimte wordt gebruikt, alsmede in aangrenzende werkruimten lager is dan 1.500 ppm (parts per million);

      • c. zilvernitraat bestemd voor gebruik als groeiregulerend middel in de teelt van komkommers en augurken en als zaadontsmettingsmiddel;

      • d. zwavelzuur bestemd voor gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel;

      • e. natriumchloride bestemd voor gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel;

      • f. pijpzwavel bestemd voor de bestrijding van meeldauw in de teelt onder glas, mits toegepast door middel van een zwavelverdamper en mits tijdens de toepassing geen mensen in de kas aanwezig zijn en werkzaamheden in de kas ingeval van volledige beluchting van de kas pas na ten minste één uur, dan wel in overige gevallen pas na ten minste vier uren nadat de toepassing heeft plaatsgevonden, worden aangevangen;

      • g. citronella-olie bestemd voor het afweren van insecten ter voorkoming van overlast voor de mens;

      • h. uiensap bestemd als middel voor het afweren van mieren;

      • i. melkzuur bestemd voor de bestrijding van de varroamijt in bijenvolken;

      • j. middelen op basis van methylnonylketon en etherische oliën ter wering van honden en katten van plaatsen waar deze ongewenst zijn;

      • k. middelen die door uitwendige toepassing op dieren dienen tot bestrijding of afwering van op of bij dieren voorkomende insekten of mijten (ectoparasiticiden);

      • l. middelen uitsluitend samengesteld uit kokos- en zonnebloemolie, lecithine en water bestemd voor particulier gebruik ten behoeve van het afweren van insecten ter voorkoming van overlast voor de mens;

      • m. bier voor het bestrijden van slakken;

      • n. natriumchloride bestemd voor het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de champignonteelt;

      • o. celkalk en ongebluste kalk bestemd voor het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel, mits degene die het middel toepast daarbij gebruik maakt van een waterdicht spuitpak en gelaats- en ademhalingsbescherming, dan wel van een gesloten cabine;

      • p. kalkstikstof bestemd voor het bestrijden van onkruiden en schimmels, mits in de vorm van een stofvrij granulaat en na toepassing direct in de grond ondergewerkt;

      • q. oplossingen van suiker in water bestemd voor het bestrijden van oortjesziekte in boomkwekerijgewassen;

      • r. magere melk en producten daarvan bestemd om de verspreiding van virussen tussen planten te voorkomen, mits toegepast door middel van een behandeling waarbij planten, plant- en snijmateriaal, dan wel handen worden ondergedompeld;

      • s. calciumchloride bestemd om bruinverkleuring van champignons te voorkomen, mits toegepast in een concentratie van maximaal 0,5%;

      • t. calciumchloride bestemd om natrot in de witlofteelt te bestrijden, mits toegepast door middel van een dompelbehandeling;

      • u. kalk en bijenwas bestemd om te worden gebruikt als wondafdekmiddel;

      • v. zand of gesteentemeel bestemd om insecten, mijten, bacteriën en schimmels op planten te bestrijden;

      • w. waterglas (natrium- of kaliumsilicaat) bestemd om ziekten en insecten op planten te bestrijden;

      • x. zeewier- en algenextracten, alsmede mengsels daarvan, bestemd als groeistimulator voor planten, mits toegepast door middel van aangieting, toevoeging aan voedingswater of dompeling;

      • y. knoflook-, soja- en ui-extracten, alsmede mengsels daarvan, bestemd om planten te beschermen tegen insecten en schimmels, mits toegepast door middel van aangieting, toevoeging aan voedingswater of dompeling;

      • z. componenten van etherische oliën van plantaardige oorsprong, die krachtens het Warenwetbesluit aroma's mogen worden toegepast in levensmiddelen, ter bestrijding van ziekten en plagen op planten en plantaardige producten, mits toegepast door middel van dompeling of aangieting;

      • aa. middelen uitsluitend samengesteld uit kokos- en zonnebloemolie, bestemd voor het bestrijden van insecten op fruit-, groente- en siergewassen, mits de concentratie werkzame stoffen in de spuitvloeistof niet meer bedraagt dan 0,1%.

  • 2 Deze regeling berust na inwerkingtreding van de Wet van 15 december 1994 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (implementatie richtlijn gewasbeschermingsmiddelen) op artikel 1, derde lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 1 Bestrijdingsmiddelen die niet in deze regeling zijn genoemd, doch waarop de Bestrijdingsmiddelenwet, 1962 niet van toepassing was ingevolge de Beschikking uitzonderingen Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stcrt. 1964, 143) zijn toegelaten ingevolge artikel 9 van die Wet tot 1 juli 1979.

  • 2 Indien binnen de in het eerste lid gestelde termijn een aanvraag tot toelating op de krachtens artikel 4 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 voorgeschreven wijze is ingediend, blijft de toelating ingevolge het eerste lid ook na het verstrijken van de aldaar gestelde termijn van kracht, totdat de beslissing op de aanvraag onherroepelijk is geworden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

De Beschikking uitzonderingen Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stcrt. 1964, 143) wordt ingetrokken.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-10-2007]

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 19 mei 1978

De

Minister

van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De

secretaris-generaal

,

Van Setten