Ingeval de belastingplichtige een relatie legt tussen activiteiten van lichamen binnen
een keten is van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen
als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel b, van de wet in ieder geval sprake indien:
-
a. ten minste de helft van het totale aantal statutaire en beslissingsbevoegde bestuursleden
van de belastingplichtige woont of feitelijk is gevestigd in de staat waarin de belastingplichtige
is gevestigd;
-
b. de in de staat, bedoeld in onderdeel a, wonende of gevestigde bestuursleden beschikken
over de benodigde professionele kennis om hun taken naar behoren uit te voeren, tot
welke taken ten minste behoort de besluitvorming, op grond van de eigen verantwoordelijkheid
van de belastingplichtige en binnen het kader van de normale concernbemoeienis, over
door de belastingplichtige af te sluiten transacties, alsmede het zorg dragen voor
een goede afhandeling van de afgesloten transacties;
-
c. de belastingplichtige beschikt over gekwalificeerd personeel voor de adequate uitvoering
en registratie van de door de belastingplichtige af te sluiten transacties;
-
d. in de staat, bedoeld in onderdeel a, de bestuursbesluiten van de belastingplichtige
worden genomen;
-
e. in de staat, bedoeld in onderdeel a, de belangrijkste bankrekeningen van de belastingplichtige
worden aangehouden;
-
f. in de staat, bedoeld in onderdeel a, de boekhouding van de belastingplichtige wordt
gevoerd;
-
g. de belastingplichtige een bedrag aan loonkosten heeft dat een vergoeding vormt voor
de werkzaamheden ten behoeve van het leggen van de relatie, bedoeld in de aanhef,
en dat ten minste gelijk is aan € 100.000 vermenigvuldigd met de woonlandfactor die
ingevolge de bijlage geldt voor de staat waarin de belastingplichtige is gevestigd,
en
-
h. de belastingplichtige gedurende een periode van ten minste 24 maanden een in de staat,
bedoeld in onderdeel a, gelegen onroerende zaak of deel van een onroerende zaak ter
beschikking heeft waarbij zich in die onroerende zaak, onderscheidenlijk dat deel,
een kantoor bevindt dat is voorzien van gebruikelijke faciliteiten voor de uitoefening
van de werkzaamheden, bedoeld in onderdeel g, en die werkzaamheden ook daadwerkelijk
in dat kantoor worden uitgeoefend.