Reglement examens hoger en middelbaar archiefambtenaar

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 04-08-1971 t/m heden

Reglement examens hoger en middelbaar archiefambtenaar

A. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

Minister:

de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk;

examen hoger archiefambtenaar:

het examen ter verkrijging van de hoedanigheid van hoger archiefambtenaar, bedoeld in artikel 36, eerste lid, van het Archiefbesluit;

examen middelbaar archiefambtenaar:

het examen ter verkrijging van de hoedanigheid van middelbaar archiefambtenaar, bedoeld in artikel 39, eerste lid, van het Archiefbesluit;

examencommissie:

de commissie, belast met het afnemen van de examens hoger en middelbaar archiefambtenaar, bedoeld in artikel 34, derde lid, van het Archiefbesluit.

Artikel 2

De examencommissie geeft tenminste éénmaal per kwartaal gelegenheid tot het afleggen van de examens hoger en middelbaar archiefambtenaar.

Artikel 3

Degene, die aan de examens hoger en middelbaar archiefambtenaar wenst deel te nemen, dient zich hiertoe schriftelijk aan te melden bij de voorzitter van de examencommissie.

Artikel 4

Het verzoek in de gelegenheid te worden gesteld tevens examen af te leggen in één of meer vakken, bedoeld in artikel 29, derde lid, onder a, van het Archiefbesluit, dient bij de aanmelding voor het desbetreffende examen te worden gedaan.

Artikel 5

Voor het verlenen van vrijstelling door de examencommissie voor het afleggen van examen in één of meer van de in de artikelen 36, tweede lid, en 39, tweede lid, van het Archiefbesluit bedoelde vakken of onderdelen daarvan, geldt de in de bijlage van dit Reglement opgenomen regeling.

Artikel 6

De voorzitter van de examencommissie houdt aantekening van:

  • a. de naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum van degenen, die de examens hoger en middelbaar archiefambtenaar of een gedeelte daarvan hebben afgelegd;

  • b. de namen van de leden van de examencommissie, die de onder a bedoelde examens hebben afgenomen;

  • c. de door de examencommissie voor elk vak of onderdeel daarvan gegeven beoordeling;

  • d. de door de examencommissie vastgestelde uitslag van de onder a bedoelde examens of een gedeelte daarvan.

Artikel 7

De voorzitter van de examencommissie maakt de uitslag van de examens hoger en middelbaar archiefambtenaar of van een gedeelte daarvan op door hem te bepalen wijze bekend.

B. Examen hoger archiefambtenaar

Artikel 8

Bij de aanmelding voor het examen hoger archiefambtenaar dienen te worden overgelegd:

  • a. een kopie van het getuigschrift, waaruit blijkt dat enig in artikel 30, eerste lid, van het Archiefbesluit bedoeld doctoraal examen met goed gevolg is afgelegd;

  • b. de in artikel 35, onder b, van het Archiefbesluit bedoelde verklaring van praktische werkzaamheid.

Artikel 9

  • 1 De in artikel 35, onder b, van het Archiefbesluit bedoelde werkstukken, welke het resultaat zijn van de praktische werkzaamheid aan één of meer archiefbewaarplaatsen dienen te worden overgelegd. De overlegging geschiedt hetzij bij de aanmelding voor het examen hoger archiefambtenaar hetzij op een later tijdstip, doch in ieder geval tenminste één week vóór de dag, waarop het examen zal plaatshebben.

  • 2 De examencommissie is bevoegd in bijzondere gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting ontheffing te verlenen.

Artikel 10

  • 1 Het examen hoger archiefambtenaar wordt mondeling afgenomen.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie gelegenheid geven in het vak paleografie, voor wat betreft het onderdeel Latijnse paleografie, schriftelijk examen af te leggen. Het verzoek hiertoe dient bij de aanmelding voor het examen te worden gedaan.

C. Examen middelbaar archiefambtenaar

Artikel 11

Bij de aanmelding voor het examen middelbaar archiefambtenaar dienen te worden overgelegd:

  • a. hetzij een kopie van een getuigschrift bedoeld in artikel 31, eerste lid, van het Archiefbesluit, hetzij een door de Minister afgegeven bewijs van toelating tot de rijksarchiefschool met toepassing van artikel 31, tweede lid, van het Archiefbesluit, hetzij een door de Minister afgegeven bewijs van toelating tot het examen met toepassing van artikel 38, tweede lid, van het Archiefbesluit;

  • b. de in artikel 38, eerste lid, onder b, van het Archiefbesluit bedoelde verklaring van praktische werkzaamheid.

Artikel 12

  • 1 De in artikel 38, eerste lid, onder b, van het Archiefbesluit bedoelde werkstukken, welke het resultaat zijn van de praktische werkzaamheid aan één of meer archiefbewaarplaatsen of onder toezicht van een provinciale inspecteur, dienen te worden overgelegd. De overlegging geschiedt hetzij bij de aanmelding voor het examen middelbaar archiefambtenaar, hetzij op een later tijdstip, doch in ieder geval ten minste één week vóór de dag waarop het examen zal plaatshebben.

  • 2 De examencommissie is bevoegd in bijzondere gevallen van de in het eerste lid bedoeld lid bedoeld verplichting ontheffing te verlenen.

D. Slotbepalingen

Artikel 14

De examencommissie brengt jaarlijks verslag uit aan de Minister van haar werkzaamheden gedurende het afgelopen jaar. Dit verslag wordt openbaar gemaakt op door de Minister te bepalen wijze.

Artikel 15

In alle gevallen, waarin dit Reglement niet voorziet, dan wel bij twijfel omtrent de uitleg van enige bepaling, beslist de examencommissie.

Artikel 16

Dit reglement kan worden aangehaald als: Reglement examens hoger en middelbaar archiefambtenaar.

Aldus vastgesteld.

's-Gravenhage, 18 mei 1971

De

examencommissie,

A. E. M. Ribberink

,

voorzitter

Naar boven