Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers

Opmerkingen

1. De datum van inwerkingtreding ligt voor de datum van uitgifte.
   Bij Stb. 2003/249 is in artikel III, lid 7 een bepaling betreffende de toepassing gepubliceerd.1)
2. De artikelen 8, 14a, tweede lid, 50, 53, 130, tweede lid, onderdeel c, werken terug tot en met 1 januari 1993. De artikelen 14, tweede lid, 59, lid 4, 59a, achtste lid, werken terug tot en met 1 januari 1993, voor zover daarbij artikelen van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers worden gewijzigd ter zake van de eindejaarsuitkering. De artikelen 14a, tweede en negende lid, 14b, derde lid, 22, 59a, tweede, zesde, zevende, negende en elfde lid, 59b, derde lid, 67, 93, derde lid, 131, 139a, tweede, zevende, achtste en tiende lid, 139c, derde lid, 145, werken terug tot en met 1 januari 1995. De artikelen 14, derde lid, 14a, zesde en zevende lid, 14aa, tweede lid, 27a, 27b, 58a, 59, tweedeen derde lid, 59a, zesde en zevende lid, 59aa, 73, 73a, 93, vierde en zesde lid, 105, 138a, 139, tweede en derde lid, 139a, zevende en achtste lid, 139aa, 150a, 150b, 156, 157, werken terug tot en met 1 januari 1996. De artikelen 14, tweede lid, 59, vierde lid, 59a, achtste lid, werken terug tot en met 1 januari 1996 voor zover daarbij artikelen van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers worden gewijzigd in verband met de wijziging van artikel 105 van die wet, bij deze wet.2)