Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de wet regelen te stellen met betrekking tot de hygiëne en de veiligheid in zweminrichtingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
badinrichting: een voor het publiek of voor personen, behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën, toegankelijke plaats, welke is ingericht om te worden gebruikt voor het zwemmen of baden, tezamen met de daarbij behorende terreinen, gebouwen, getimmerten en uitrustingen;
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
inspecteur: als zodanig bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaar.
Het is de houder van een badinrichting verboden gelegenheid tot zwemmen of baden in die inrichting te geven, indien niet is voldaan aan de met betrekking tot die inrichting krachtens de artikelen 3, 4 en 7 geldende voorschriften.
3 De voorschriften, bedoeld in het eerste lid, onder a, gelden niet met betrekking tot de badinrichtingen die zijn vermeld op de lijst, bedoeld in artikel 10b.
Artikel 6
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 9
[Vervallen per 01-01-1994]
2 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat gedeputeerde staten op de plaatsen die zijn vermeld op de lijst, bedoeld in artikel 10b, voor zover het geen badinrichtingen zijn, volgens bij die maatregel te stellen regelen onderzoek verrichten ten aanzien van de hoedanigheid van het zwemwater.
4 De uitkomsten van het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden ter kennis gebracht van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen organen en, voor zover het betreft het in het eerste lid bedoelde onderzoek, tevens aan gedeputeerde staten.
1 Gedeputeerde staten houden, mede met het oog op de plannen, bedoeld in de artikelen 5 en 7 van de Wet op de waterhuishouding, een lijst aan van de badinrichtingen in oppervlaktewater en van de andere plaatsen waar door een aanmerkelijk aantal personen in oppervlaktewater pleegt te worden gezwommen.
Artikel 10ca
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
1 Gedeputeerde staten stellen jaarlijks een onderzoek in naar de veiligheid bij het zwemmen op de op grond van artikel 10b geïnventariseerde plaatsen voor zover het geen badinrichtingen zijn. Voor zover de uitkomsten van dit onderzoek niet leiden tot toepassing van artikel 11, dragen gedeputeerde staten er zorg voor dat het publiek door middel van voorzieningen ter plaatse omtrent de veiligheid wordt ingelicht.
Artikel 10e
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 10f
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
1 Indien de omstandigheden met betrekking tot een badinrichting of een andere plaats die wordt gebruikt voor het zwemmen, daartoe uit het oogpunt van hygiëne of veiligheid van de bezoekers aanleiding geven, kunnen gedeputeerde staten de houder van de inrichting gelasten deze te sluiten, onderscheidenlijk een zwemverbod instellen.
2 Ingeval voor de gezondheid of de veiligheid van de bezoekers onmiddellijk gevaar dreigt, kan de bevoegdheid, omschreven in het eerste lid, worden uitgeoefend door Onze commissaris in de provincie.
4 Onze Minister kan op verzoek van gedeputeerde staten de in het derde lid bedoelde termijn voor de in hun provincie gelegen geïnventariseerde plaatsen of een deel daarvan tot een door hem te bepalen tijdstip verlengen indien naar zijn oordeel op grond van de plannen, bedoeld in de artikelen 5 en 7 van de Wet op de waterhuishouding, is te verwachten dat het zwem- en badwater op die plaatsen op het aangegeven tijdstip aan de eisen, bedoeld in het derde lid, zal voldoen.
5 Indien vanwege het gevaar voor de verspreiding van een infectieziekte behorend tot groep A, B1, B2 of C als bedoeld in de Wet publieke gezondheid een besluit krachtens het eerste of tweede lid wordt overwogen, wordt voorafgaande aan dat besluit het advies ingewonnen van de gemeentelijke gezondheidsdienst, bedoeld in artikel 17 van de Wet publieke gezondheid.
1 Een krachtens artikel 11, eerste of tweede lid, gegeven last of gesteld verbod wordt, al dan niet op verzoek van de rechthebbende, opgeheven onderscheidenlijk ingetrokken zodra een wijziging van de omstandigheden dat mogelijk maakt.
2 Van een besluit, genomen krachtens artikel 11, eerste of tweede lid, of krachtens het eerste lid, wordt mededeling gedaan aan de inspecteur en aan burgemeester en wethouders.
2 Gedeputeerde staten, onderscheidenlijk Onze commissaris beslissen binnen twee weken, onderscheidenlijk vierentwintig uur na ontvangst van een verzoek als bedoeld in artikel 11a, eerste lid, of als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 14
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 16
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 17
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 18
[Vervallen per 01-10-1994]
Artikel 19
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 20
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 21
[Vervallen per 01-01-1998]
De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van een krachtens artikel 11, eerste lid, gegeven last.
1 Een gedraging in strijd met het verbod, gesteld bij artikel 2, of met een last, gegeven krachtens artikel 11, eerste lid of tweede lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2 Een gedraging in strijd met een voorschrift, gegeven bij of krachtens artikel 5, derde lid, 10, eerste lid of tweede lid, of 10a, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
De rechthebbenden op gronden en gebouwen waarin of waarop tekens worden bevestigd, zijn gehouden het aanbrengen van die tekens en wat tot instandhouding daarvan vereist wordt, te gedogen, mits dit minstens tweemaal vierentwintig uren te voren wordt aangezegd door gedeputeerde staten.
Artikel 24a
[Vervallen per 01-01-1998]
3 Onze Minister kan bij ministeriële regeling bepalen dat bestuursorganen die met de uitvoering of de handhaving van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn belast, daarbij aan te geven gegevens verstrekken aan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren. Bij de regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het tijdstip waarop, de frequentie waarmee en de vorm waarin de gegevens worden verstrekt. Tevens kan bij de regeling worden bepaald dat daarbij gestelde regels slechts gelden in daarbij aangegeven gevallen.
Artikel 26
[Vervallen per 01-11-1984]
Deze wet kan worden aangehaald als: Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden.
Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.