Wet van 27 november 1968, houdende voorziening met betrekking tot de pensioenen van
de Administrateur en het personeel van het Kroondomein
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een voorziening te treffen
met betrekking tot de pensioenrechten van de Administrateur en het personeel van het
Kroondomein;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: