Wet van 23 juni 1966, houdende regelen betreffende de omzetting van de tak van Rijksdienst,
omvattende de Staatsmijnen in Limburg, in een naamloze vennootschap
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de tak van Rijksdienst,
omvattende de Staatsmijnen in Limburg, om te zetten in een naamloze vennootschap en
dienaangaande regelen te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: