Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wet van 8 april 1874, Stb. 66, tot vaststelling der tarieven van gerechtskosten in strafzaken, waarvan de gewone rechter kennis neemt, te vervangen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Eerste Titel. Vergoedingen voor werkzaamheden, tijdverzuim en reis- en verblijfkosten
1 Op de voet van het bij en krachtens deze wet bepaalde worden vergoedingen toegekend voor werkzaamheden, voor tijdverzuim alsmede voor daarmede verband houdende noodzakelijke kosten, en voor gemaakte reis- en verblijfkosten, voor zover voortvloeiende uit een verzoek of opdracht van de justitie, ten behoeve van:
a. strafzaken, hieronder begrepen zaken betreffende overtredingen waarvan de burgerlijke rechter kennis neemt;
b. zaken waarin het openbaar ministerie optreedt ter uitvoering van de wet en waarvan de burgerlijke rechter kennis neemt.
3 Ingeval een verzoek of opdracht, als bedoeld in lid 1, is gedaan of gegeven op verzoek van de verdachte of gerekwestreerde en ingeval een verzoek of opdracht van dezelfde strekking zonder tussenkomst van de justitie is gedaan of gegeven door de verdachte of de gerekwestreerde, komen te diens laste vergoedingen, overeenkomstig het bij en krachtens deze wet bepaalde. Komen deze vergoedingen toe aan opsporingsambtenaren ingevolge een hun gedaan verzoek of gegeven opdracht tot het afleggen van een verklaring in een zaak waarin zij als zodanig zijn opgetreden, dan komen deze vergoedingen ten laste van 's Rijks kas.
4 Indien door de justitie, al dan niet op verzoek van de verdachte, opdracht tot oproeping en bijstand van een tolk of vertaler is gegeven of bijstand van een tolk is verleend op grond van artikel 28, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, komen deze vergoedingen eveneens ten laste van ’s Rijks kas.
Tot het maken van ten laste van 's Rijks kas komende buitengewone, bij en krachtens deze wet niet voorziene kosten in de zaken in artikel 1 bedoeld wordt vereist een machtiging van de advocaat-generaal bij het ressortsparket en, in de zaken die bij de Hoge Raad dienen, van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Zodanige machtiging is niet vereist in de gevallen van de artikelen 151, 192, 202, 212, 318, 398 juncto 318 en 415 juncto 318 van het Wetboek van Strafvordering.
§ 2. Vergoedingen voor werkzaamheden en voor tijdverzuim
1 Wanneer de autoriteit, die opdracht tot de werkzaamheden heeft gegeven, een daartoe strekkend verzoek doet, stelt de gemeente waar de werkzaamheden moeten worden verricht, daarvoor een lokaliteit beschikbaar.
Voor werktuigen en gereedschappen, gebruikt bij de opgedragen werkzaamheden, wordt geen vergoeding gegeven, tenzij de aard van de werkzaamheden de werktuigen en gereedschappen voor verder gebruik ongeschikt maakt.
§ 3. Vergoedingen voor reis- en verblijfkosten
1 Wij stellen bij algemene maatregel van bestuur tarieven vast voor vergoedingen voor reis- en verblijfkosten, toekomende aan de in artikel 3, lid 1, sub b, genoemde personen. Onnodig gemaakte reis- en verblijfkosten worden niet vergoed.
§ 4. Toekenning van vergoedingen en goedkeuring van declaraties
1 Vergoedingen voor tijdverzuim, daarmee verband houdende noodzakelijke kosten en voor reis- en verblijfkosten worden terstond toegekend door de griffier van het gerecht, dat bevoegd is over de zaak te oordelen of van het gerecht, waarvoor de zaak dient of heeft gediend.
2 Wanneer de opdracht is gegeven door de justitie wordt de declaratie onderworpen aan de goedkeuring van de autoriteit, die de opdracht tot de werkzaamheden heeft gegeven. Bij afwijzing of bij goedkeuring van slechts een deel van het gedeclareerde bedrag wordt de reden daarvan op de declaratie aangegeven en terstond aan de declarant medegedeeld.
4 Tegen de beschikkingen, bedoeld in de leden 2 en 3, kan door de belanghebbende schriftelijk bezwaar worden gemaakt. Is de beschikking genomen door de kantonrechter of de rechter-commissaris, dan wordt op het bezwaar beslist door de voorzieningenrechter van de rechtbank. Is de beschikking genomen door de voorzieningenrechter van de rechtbank of het gerechtshof, dan wordt op het bezwaar beslist door de raadkamer van het betrokken gerecht. Is de beschikking genomen door het openbaar ministerie of de griffier, dan wordt op het bezwaar beslist door de voorzieningenrechter van het gerecht of, indien het de Hoge Raad betreft, door de president van de Hoge Raad.
Het bezwaar, bedoeld in de artikelen 8 en 9, kan slechts schriftelijk worden ingediend binnen veertien dagen na de dag van uitreiking of verzending van de beschikking, waartegen bezwaar wordt ingediend.
Tegen de beslissing op het bezwaarschrift staat geen rechtsmiddel open.
Onze Minister van Justitie kan nadere regels stellen omtrent de wijze van toekennen van vergoedingen, van declareren, van goedkeuren van declaraties en van indienen van bezwaar.
Vergoedingen ten laste van 's Rijks kas worden, nadat de beschikking tot toekenning of goedkeuring van de declaratie onherroepelijk is geworden, betaald door de griffier van het gerecht, dat bevoegd is over de zaak te oordelen of van het gerecht waarvoor de zaak dient of heeft gediend.
Vergoedingen verschuldigd door de verdachte of de gerekwestreerde worden, nadat de beschikking tot toekenning of goedkeuring van de declaratie onherroepelijk is geworden, door deze betaald. De beschikking tot toekenning van de vergoeding en de beschikking tot goedkeuring van de declaratie, alsmede de beslissingen op de bezwaren tegen deze beschikkingen genomen, zijn op de minuut uitvoerbaar, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
1 De verdachte of de gerekwestreerde kan de krachtens artikel 14 bevoegde griffier verzoeken, vergoedingen als bedoeld in artikel 15 bij wijze van voorschot te zijnen behoeve aan de rechthebbenden te betalen. Het verzoek, dat schriftelijk moet worden gedaan, kan worden ingediend binnen 14 dagen nadat de beschikking tot toekenning van de vergoeding of de beschikking tot goedkeuring van de declaratie onherroepelijk is geworden. De griffier beslist zo spoedig mogelijk.
2 Het voorschot dient binnen 3 maanden na het eindigen van de zaak te worden terugbetaald. Wordt aan de verplichting tot terugbetaling niet binnen de gestelde termijn voldaan, dan geschiedt invordering krachtens een door de griffier uit te vaardigen dwangbevel. Artikel 30 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken is van overeenkomstige toepassing.
3 In strafzaken wordt na het eindigen van de zaak een verzoek, gedaan ingevolge lid 1, aangemerkt als een verzoek als bedoeld in artikel 591, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het wordt door de griffier zo spoedig mogelijk overgelegd aan het gerecht, bedoeld in dat artikel. De op grond van dat verzoek toegekende vergoeding wordt verrekend met het verleende voorschot.
4 In zaken, als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b, kan binnen 3 maanden na het eindigen van de zaak door de gewezen gerekwestreerde of zijn erfgenamen een verzoek om vrijstelling van de verplichting tot terugbetaling van het voorschot worden ingediend bij het gerecht in feitelijke aanleg, waarvoor de zaak tijdens de beëindiging daarvan heeft gediend of anders het laatst heeft gediend. Op het verzoek wordt beslist door de voorzieningenrechter of door de kantonrechter. De gevraagde vrijstelling wordt verleend voor zover de aanwending der kosten het belang van het onderzoek heeft gediend of door de intrekking van verzoekschrift of rechtsmiddelen door het Openbaar Ministerie nutteloos is geworden.
Tweede Titel. Kosten van afschriften, uittreksels en inlichtingen
1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld met betrekking tot de vergoedingen, door de verdachte, de gewezen verdachte, de gerekwestreerde, de gewezen gerekwestreerde, derden-belanghebbenden of andere derden verschuldigd voor afschriften van, uittreksels uit en inzage van vonnissen, arresten, registers of andere stukken, waarvan kennisneming geoorloofd is, en voor inlichtingen in zaken, bedoeld in artikel 1, lid 1, alsmede met betrekking tot het kosteloos bekomen van zodanige afschriften, uittreksels of inlichtingen.
2 Geen recht wordt geheven van openbare colleges en van ambtenaren van openbare lichamen, die afschriften, uittreksels of inlichtingen behoeven in het belang van de uitoefening van de dienst, noch in gevallen waarin bij bijzondere wetten gratis afgifte van afschriften of uittreksels of verstrekking van inlichtingen is voorgeschreven.
Derde Titel. Uitreiken van gerechtelijke stukken en uitbrengen van exploten
Wij stellen bij algemene maatregel van bestuur de tarieven vast voor het uitbrengen van exploiten ingevolge bijzondere wetten.
Vierde Titel. Slotbepalingen
Voor zaken, bedoeld in artikel 1, lid 1 sub b van deze wet, voor zaken aangebonden en verzoeken ingediend op grond van enig artikel van deze wet en van het Wetboek van Strafvordering, benevens voor niet op grond van een bepaling van burgerlijk griffierecht aangebonden zaken betreffende dwangmaatregelen van overheidswege, zonder rechterlijk bevel getroffen in verband met de niet-naleving van een wettelijk gebod of verbod, is geen griffierecht verschuldigd als bedoeld in artikel 3 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken.
De wet van 18 april 1874 (Stb. 66) tot vaststelling der tarieven van gerechtskosten in strafzaken, waarvan de gewone rechter kennis neemt, wordt ingetrokken.
Deze wet kan worden aangehaald als Wet tarieven in strafzaken.
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
In zaken, als bedoeld in artikel 1, lid 1, aanhangig op de dag van inwerkingtreding van deze wet wordt het bij en krachtens deze wet bepaalde toegepast met ingang van die dag, met dien verstande dat voor werkzaamheden, die zijn verricht na de dag van inwerkingtreding van deze wet, voor tijdverzuim, met inbegrip van de daarmede verband houdende noodzakelijke kosten, dat valt na die dag en voor reis- en verblijfkosten, na die dag gemaakt, ingevolge een verzoek of opdracht gedaan en gegeven vóór die dag, ook vergoedingen worden toegekend overeenkomstig het bij en krachtens deze wet bepaalde.
Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip. Wij behouden Ons voor een verschillend tijdstip vast te stellen voor verschillende delen van de wet.