Afdeling 1. Vertegenwoordiging buiten rechte
Hij die zich, ingevolge de belastingwet opgeroepen tot het mondeling aan de inspecteur
verstrekken van gegevens en inlichtingen, voor het onderhoud met de inspecteur doet
vertegenwoordigen, is desgevorderd gehouden zijn vertegenwoordiger te vergezellen.
De bevoegdheden van een lichaam kunnen worden uitgeoefend en zijn verplichtingen kunnen
worden nagekomen door iedere bestuurder.
De bevoegdheden en de verplichtingen van een minderjarige, een onder curatele gestelde,
iemand die in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling
natuurlijke personen van toepassing is, of wiens vermogen onder bewind is gesteld,
kunnen worden uitgeoefend en nagekomen door hun wettelijke vertegenwoordiger, curator
en bewindvoerder. Desgevorderd zijn laatstgenoemden tot nakoming van de verplichtingen
gehouden.
-
1 Na iemands overlijden kunnen zijn rechtverkrijgenden onder algemene titel in het uitoefenen
van de bevoegdheden en in het nakomen van de verplichtingen, welke de overledene zou
hebben gehad, ware hij in leven gebleven, worden vertegenwoordigd door een hunner,
de executeur, de door de rechter benoemde vereffenaar van de nalatenschap of de bewindvoerder
over de nalatenschap. Desgevorderd is ieder der in dit lid genoemde personen tot nakoming
van die verplichtingen gehouden.
Om geldige redenen kan de inspecteur vertegenwoordiging uitsluiten in de nakoming
van een verplichting van hem die zelf tot die nakoming in staat is.
De bepalingen van deze afdeling gelden niet met betrekking tot strafvordering.
Afdeling 2. Verplichtingen ten dienste van de belastingheffing
-
2 Ingeval de belastingwet aangelegenheden van een derde aanmerkt als aangelegenheden
van degene die vermoedelijk belastingplichtig is, gelden, voor zover het deze aangelegenheden
betreft, gelijke verplichtingen voor de derde.
-
3 Een ieder die de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt, is verplicht op vordering
van de inspecteur terstond een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan te bieden, indien dit van belang kan zijn voor de belastingheffing
te zijnen aanzien.
-
1 Met betrekking tot een vennootschap met een geheel of ten dele in aandelen verdeeld
kapitaal waarin een niet in Nederland gevestigd lichaam of een niet in Nederland wonende
natuurlijke persoon een belang heeft van meer dan 50 percent en met betrekking tot
een ander lichaam waarover dat niet in Nederland gevestigde lichaam of die natuurlijke
persoon de zeggenschap heeft, is artikel 47, eerste lid, van overeenkomstige toepassing ter zake van gegevens en inlichtingen alsmede gegevensdragers
die in het bezit zijn van dat niet in Nederland gevestigde lichaam of die natuurlijke
persoon. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing in gevallen waarin twee
of meer lichamen of natuurlijke personen waarvan er ten minste één niet in Nederland
is gevestigd of woont, volgens een onderlinge regeling tot samenwerking een belang
houden van meer dan 50 percent in een vennootschap met een geheel of ten dele in aandelen
verdeeld kapitaal dan wel de zeggenschap hebben in een ander lichaam. Ter zake van
die gegevensdragers kan worden volstaan met het voor raadpleging beschikbaar stellen
van de inhoud daarvan door middel van kopieën, leesbare afdrukken of uittreksels.
-
2 Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde vennootschap en het andere lichaam
is artikel 47, eerste lid, eveneens van overeenkomstige toepassing ter zake van gegevens en inlichtingen alsmede
gegevensdragers die in het bezit zijn van een niet in Nederland gevestigde vennootschap
met een geheel of ten dele in aandelen verdeeld kapitaal waarin een in het eerste
lid bedoeld niet in Nederland gevestigd lichaam of wonend natuurlijk persoon een belang
heeft van meer dan 50 percent of die in het bezit zijn van een ander niet in Nederland
gevestigd lichaam waarover dat niet in Nederland gevestigde lichaam of die natuurlijke
persoon zeggenschap heeft. Ter zake van die gegevensdragers kan worden volstaan met
het voor raadpleging beschikbaar stellen van de inhoud daarvan door middel van kopieén,
leesbare afdrukken of uittreksels.
-
3 Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien het in die leden bedoelde
niet in Nederland gevestigde lichaam of de in die leden bedoelde natuurlijke persoon
is gevestigd onderscheidenlijk woont in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een staat
waarmee in de relatie met Nederland een wederkerige regeling bestaat die voorziet
in inlichtingenuitwisseling met betrekking tot de belasting voor de heffing waarvan
de inspecteur de gegevens, inlichtingen of gegevensdragers nodig heeft.
Degene op wie de gegevens en inlichtingen, bedoeld in artikel 53, tweede en derde lid, betrekking hebben, is gehouden, volgens bij of krachtens de belastingwet te stellen
regels, aan de administratieplichtige opgave te verstrekken van zijn burgerservicenummer.
-
1 De in artikel 47, eerste lid, onderdeel b, bedoelde verplichting geldt onverminderd voor een derde bij wie zich gegevensdragers
bevinden van degene die gehouden is deze, of de inhoud daarvan, aan de inspecteur
voor raadpleging beschikbaar te stellen.
-
1 De gegevens en inlichtingen dienen duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden
verstrekt, mondeling, schriftelijk of op andere wijze - zulks ter keuze van de inspecteur
- en binnen een door de inspecteur te stellen termijn.
Bij ministeriële regeling wordt aangewezen degene die is gehouden bij het verrichten
van de in die ministeriële regeling aan te wijzen werkzaamheden het burgerservicenummer
te gebruiken ten behoeve van de rijksbelastingdienst. Voor aanwijzing komt niet in
aanmerking een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer of degene aan wie het burgerservicenummer is toegekend. Onder werkzaamheden als bedoeld
in de eerste volzin wordt mede verstaan het doen van aangifte.
-
1 Degene die een gebouw of grond in gebruik heeft, is verplicht de inspecteur en de
door deze aangewezen deskundigen desgevraagd toegang te verlenen tot alle gedeelten
van dat gebouw en alle grond, voor zover dat voor een ingevolge de belastingwet te
verrichten onderzoek nodig is.
-
2 De gevraagde toegang moet worden verleend, tussen acht uur ’s ochtends en zes uur
’s avonds, met uitzondering van zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen.
-
3 Indien het gebouw of de grond wordt gebruikt voor het uitoefenen van een bedrijf,
een zelfstandig beroep of een werkzaamheid als bedoeld in artikel 52, eerste lid, wordt, voor zover het redelijkerwijs niet mogelijk is het onderzoek te doen plaatsvinden
gedurende de in het tweede lid bedoelde uren, de gevraagde toegang verleend tijdens
de uren waarin het gebruik voor de uitoefening van dat bedrijf, dat zelfstandig beroep
of die werkzaamheid daadwerkelijk plaatsvindt.
Voor een weigering om te voldoen aan de in de artikelen 47, 47a, 47b, 48 en 49 omschreven verplichtingen kan niemand zich met vrucht beroepen op de omstandigheden
dat hij uit enigerlei hoofde tot geheimhouding verplicht is, zelfs niet indien deze
hem bij een wettelijke bepaling is opgelegd.
-
1 Administratieplichtigen zijn gehouden van hun vermogenstoestand en van alles betreffende
hun bedrijf, zelfstandig beroep of werkzaamheid naar de eisen van dat bedrijf, dat
zelfstandig beroep of die werkzaamheid op zodanige wijze een administratie te voeren
en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze
te bewaren, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing
van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk blijken.
-
5 De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde
balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht
en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens
en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke
tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
-
6 De administratie dient zodanig te zijn ingericht en te worden gevoerd en de gegevensdragers
dienen zodanig te worden bewaard, dat controle daarvan door de inspecteur binnen een
redelijke termijn mogelijk is. Daartoe verleent de administratieplichtige de benodigde
medewerking met inbegrip van het verschaffen van het benodigde inzicht in de opzet
en de werking van de administratie.
-
7 Ingeval een administratieplichtige een door de inspecteur op het eerste lid gebaseerde
verplichting is nagekomen maar van oordeel is dat de verplichting onrechtmatig is
opgelegd, kan hij verzoeken om vergoeding van kosten die rechtstreeks verband houden
met deze nakoming. De inspecteur beslist op dat verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking
en kent een redelijke kostenvergoeding toe in geval van een onrechtmatig opgelegde
verplichting.
-
1 Indien met betrekking tot een op te leggen aanslag, navorderingsaanslag of naheffingsaanslag
of een te nemen beschikking niet of niet volledig wordt voldaan aan de verplichtingen
ingevolge artikel 41, 47, 47a, 49, 52, en, voor zover het verplichtingen van administratieplichtigen betreft ten behoeve
van de heffing van de belasting waarvan de inhouding aan hen is opgedragen, aan de
verplichtingen ingevolge artikel 53, eerste, tweede en derde lid, kan de inspecteur dit vaststellen bij voor bezwaar vatbare beschikking (informatiebeschikking).
De inspecteur wijst in de informatiebeschikking op artikel 25, derde lid.
-
2 De termijn voor de vaststelling van een aanslag, navorderingsaanslag of naheffingsaanslag
of het nemen van een beschikking wordt verlengd met de periode tussen de bekendmaking
van de met betrekking tot die belastingaanslag of beschikking genomen informatiebeschikking
waarin wordt vastgesteld dat de belastingplichtige niet of niet volledig aan zijn
verplichtingen heeft voldaan en het moment waarop deze informatiebeschikking onherroepelijk
komt vast te staan of wordt vernietigd.
-
3 Indien de inspecteur een aanslag, navorderingsaanslag of naheffingsaanslag vaststelt
of een beschikking neemt voordat de met betrekking tot die belastingaanslag of beschikking
genomen informatiebeschikking onherroepelijk is geworden, vervalt de informatiebeschikking.
-
2 Onverminderd de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, zijn de bij of krachtens
de belastingwet aan te wijzen administratieplichtigen gehouden de bij of krachtens
de belastingwet aan te wijzen gegevens en inlichtingen waarvan de kennisneming voor
de heffing van de belasting van belang kan zijn eigener beweging te verstrekken aan
de inspecteur volgens bij of krachtens de belastingwet te stellen regels.
-
3 De administratieplichtigen, bedoeld in het tweede lid, zijn gehouden bij de gegevens
en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, het burgerservicenummer te vermelden van
degene op wie de gegevens en inlichtingen betrekking hebben.
-
4 Het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is niet van toepassing op de personen en de lichamen als bedoeld in artikel 55, voor zover het de in dat artikel bedoelde gegevens en inlichtingen betreft.
-
5 Ingeval een administratieplichtige een door de inspecteur op het eerste lid, aanhef
en onderdeel a, gebaseerde verplichting is nagekomen maar van oordeel is dat de verplichting
onrechtmatig is opgelegd, kan hij verzoeken om vergoeding van kosten die rechtstreeks
verband houden met deze nakoming. De inspecteur beslist op dat verzoek bij voor bezwaar
vatbare beschikking en kent een redelijke kostenvergoeding toe in geval van een onrechtmatig
opgelegde verplichting.
-
1 Voor een weigering om te voldoen aan de verplichtingen ten behoeve van de belastingheffing
van derden kunnen alleen bekleders van een geestelijk ambt, notarissen, advocaten,
artsen en apothekers zich beroepen op de omstandigheid, dat zij uit hoofde van hun
stand, ambt of beroep tot geheimhouding verplicht zijn.
De administratieplichtige die niet of niet volledig voldoet aan de vordering gegevensdragers,
of de inhoud daarvan, voor raadpleging beschikbaar te stellen, wordt voor de toepassing
van de artikelen 25 en 27e geacht niet volledig te hebben voldaan aan een bij of krachtens artikel 52 opgelegde verplichting, tenzij aannemelijk is dat de afwezigheid of onvolledigheid
van de gegevensdragers of de inhoud daarvan het gevolg is van overmacht.
-
1 Onze Ministers, openbare lichamen en rechtspersonen die bij of krachtens een bijzondere
wet rechtspersoonlijkheid hebben verkregen, de onder hen ressorterende instellingen
en diensten, alsmede lichamen die hoofdzakelijk uitvoering geven aan het beleid van
de rijksoverheid, verschaffen, mondeling, schriftelijk of op andere wijze - zulks
ter keuze van de inspecteur - de gegevens en inlichtingen, en wel kosteloos, die hun
door de inspecteur ter uitvoering van de belastingwet worden gevraagd.
De verplichtingen welke volgens deze afdeling bestaan jegens de inspecteur, gelden
mede jegens iedere door Onze Minister aangewezen andere ambtenaar van de rijksbelastingdienst.
De artikelen 47, 47b, 48, 49, 49a, 51, 52a, 53, 53a, 54, 55 en 56 zijn van overeenkomstige toepassing op gegevens en inlichtingen die van belang kunnen
zijn voor de vaststelling van de beschikkingen, bedoeld in artikel 9.4a, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Afdeling 3. Domiciliekeuze en uitreiking van stukken
In bezwaar-, verzoek-, beroep-, verweer- en verzetschriften moet hij die niet in Nederland
een vaste woonplaats of plaats van vestiging heeft, domicilie kiezen in Nederland.
Het uitnodigen tot het doen van aangifte van degene die niet in Nederland een vaste
woonplaats of plaats van vestiging heeft, alsmede het ingevolge de belastingwet uitreiken
van een stuk aan die persoon, kan ook geschieden aan de in Nederland gelegen vaste
inrichting voor de uitoefening van zijn bedrijf of beroep, dan wel aan de woning of
het kantoor van de in Nederland wonende of gevestigde vertegenwoordiger.