Besluit van 30 augustus 1956, houdende regelen betreffende het verlenen van vrijstelling
van de verplichting tot opkomst in werkelijke dienst in geval van buitengewone omstandigheden
aan militairen, die behoren tot het reserve-personeel der krijgsmacht
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Oorlog en van Marine van 13 juni 1956, Nr.
P. 550 F Conf., Nr. Minmar 456960/455078;
Gelet op de artikelen 4 en 6 van de Wet voor het reserve-personeel der krijgsmacht;
De Raad van State gehoord (advies van 17 juli 1956, nr. 18);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Oorlog en van Marine van 21 augustus
1956, Nr. Oorlog P 550 M Conf., Nr. Minmar 457843/455078;
Hebben goedgevonden en verstaan: