a. degene, wiens verplichte verzekering is geëindigd en te wiens aanzien op grond van gebleken omstandigheden redelijkerwijze valt aan te nemen, dat onderbreking van die verplichte verzekering van korte duur zal zijn, dan wel dat het zijn bedoeling is bij geboden gelegenheid opnieuw een dienstbetrekking aan te gaan;
b. degene, die, terwijl hij hier te lande woonde, in het buitenland verplicht verzekerd was tegen geldelijke gevolgen van ziekte, mits:
1°. hij niet meer in het buitenland verzekerd is, omdat hij niet langer werkzaamheden verricht in het buitenland;
2°. op grond van gebleken omstandigheden redelijkerwijze valt aan te nemen, dat het zijn bedoeling is bij geboden gelegenheid opnieuw een dienstbetrekking aan te gaan;
c. degene, wiens verplichte verzekering is geëindigd en die als zelfstandige een bedrijf of beroep uitoefent of gaat uitoefenen, of als echtgenoot van de zelfstandige in dat bedrijf of beroep meewerkt of gaat meewerken, indien gedurende één jaar, onmiddellijk voorafgaande aan het einde van zijn verplichte verzekering, onafgebroken, al dan niet in Nederland, bij of krachtens een wettelijke regeling een voorziening tegen geldelijke gevolgen van ziekte op hem van toepassing is geweest;
d. degene wiens dienstbetrekking ertoe strekt, dat slechts een gedeelte van een normale werkweek arbeid wordt verricht - niet uitsluitend als gevolg van een voor betrokkene geldende werktijdregeling, krachtens welke een normale werkweek van gemiddeld minder dan zes dagen van toepassing is - en die uit hoofde van die dienstbetrekking verplicht verzekerd is, indien gedurende de drie jaren, onmiddellijk voorafgaande aan de dag van aanvang van zijn vrijwillige verzekering, onafgebroken, al dan niet hier te lande, ingevolge het bepaalde bij of krachtens een wettelijke regeling een voorziening tegen geldelijke gevolgen van ziekte op hem van toepassing is geweest;
e. degene, wiens arbeidsverhouding op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel c, niet als dienstbetrekking wordt beschouwd;
f. degene, aan wie een arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is toegekend, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 45%;
g. degene, wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 45%, wegens afneming van de arbeidsongeschiktheid is herzien naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 45%;
h. degene, wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 45%, is ingetrokken;
i. degene, die op grond van artikel 7 als werknemer wordt beschouwd en tevens als zelfstandige een bedrijf of beroep uitoefent of gaat uitoefenen of als echtgenoot van die zelfstandige in dat bedrijf of beroep meewerkt of gaat meewerken, indien gedurende de drie jaren, onmiddellijk voorafgaand aan de dag van aanvang van zijn vrijwillige verzekering, onafgebroken, al dan niet in Nederland, bij of krachtens een wettelijke regeling een voorziening tegen geldelijke gevolgen van ziekte op hem van toepassing is geweest.