Besluit van 14 september 1838, waarbij worden vastgesteld vier Reglementen, in voldoening
aan art. 19 der Wet op de samenstelling van de Rechterlijke macht en het beleid der
Justitie
Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog
van Luxemburg, enz., enz., enz.
Gezien art. 19 der Wet op de zamenstelling der Regterlijke magt en het beleid der
Justitie;
Gezien mede art. 2, litt. a en b van Ons besluit van den 10den April dezes jaars (Staatsblad n°. 12);
Gelet op de ontwerpen van reglementen, ter voldoening aan het laatstgemelde artikel,
door den Hoogen Raad der Nederlanden aan Ons ingediend;
Op het rapport van Onzen Minister van Justitie, van den 3den dezer, n°. 35;
Den Raad van State gehoord;
Hebben besloten en besluiten: