Beleidsregel macrobeheersinstrument kortdurende zorg 2023

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Beleidsregel macrobeheersinstrument kortdurende zorg 2023

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om een grens vast te stellen op grond van artikel 50, tweede lid, van de Wmg.

Gelet op artikel 52, aanhef en onderdeel f, van de Wmg worden grenzen, als bedoeld in artikel 50, tweede lid, Wmg, die uit deze beleidsregel voortvloeien ambtshalve door de NZa vastgesteld.

Gelet op artikel 59, aanhef en onderdeel c, van de Wmg heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met een brief van 7 juli 2016, met kenmerk 984908-152560-MC ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven.

Gelet op artikel 59, aanhef en onderdeel c, van de Wmg, heeft de Minister voor Medische Zorg met brieven van 3 juli 2019, met kenmerk 1549124-192760-PZO en van 29 juni 2020, met kenmerk 1708250-207156-PZO, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven.

Gelet op artikel 59, aanhef en onderdeel c, van de Wmg, heeft de Minister voor Medische Zorg met een brief van 4 juni 2021, met kenmerk 2369290-1009887-PZO ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven.

Gelet op artikel 59, aanhef en onderdeel c, van de Wmg, heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport met brief van 18 mei 2022, met kenmerk 3366568-1028982-PZO, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven. Deze aanwijzing dateert van 18 mei 2022 en heeft als kenmerk 3366568-1028982-PZo.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • a. Algemene begripsbepalingen

  • b. Begripsbepalingen Zvw

    • eerstelijnsverblijf (elv): verblijf dat medisch noodzakelijk is in verband met geneeskundige zorg zoals huisartsen die plegen te bieden, al dan niet gepaard gaande met verpleging, verzorging of paramedische zorg.

    • geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (gzsp): generalistische geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen in de eerstelijn bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

    • geriatrische revalidatiezorg (grz): zorg als bedoeld in artikel 2.5c van het Besluit zorgverzekering.

    • kortdurende zorg:

      • eerstelijnsverblijf en psychologische zorg binnen elv;

      • geriatrische revalidatiezorg

      • geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen;

      • zorg onder de Wzd.

    • psychologische zorg binnen elv: zorg verleend door gedragsdeskundigen aan patiënten tijdens het eerstelijnsverblijf, passende bij de elv-indicatie, op verzoek van de huisarts of specialist ouderengeneeskunde of arts verstandelijk gehandicapten. Deze zorg valt onder de Zvw-prestatie ‘zorg zoals klinisch psychologen die plegen te bieden’, en wordt geleverd aan patiënten met (een vermoeden van) gedragsmatige en/of cognitieve problematiek, en niet zijnde (specialistische) geneeskundige geestelijke gezondheidszorg. De zorgverlener moet bevoegd en bekwaam zijn om de zorg voor patiënten met gedragsmatige en/of cognitieve problematiek te leveren.

    • Zorg onder de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Zorg onder de Wzd):

  • c. Begripsbepalingen prestaties

  • d. Begripsbepaling gerealiseerde omzet

    • gerealiseerde omzet kortdurende zorg:

      • gerealiseerde omzet grz: DBC’s die in kalenderjaar t worden geopend en uiterlijk 1 december jaar t+1 zijn gehonoreerd, inclusief de correcties volgend uit de materiële controles tot 1 december jaar t+1;

      • gerealiseerde omzet elv: De omzet in kalenderjaar t verkregen uit declaratie van de prestaties eerstelijnsverblijf die uiterlijk 1 december jaar t+1 zijn gehonoreerd, inclusief de correcties volgend uit de materiële controles tot 1 december jaar t+1;

      • gerealiseerde omzet gzsp: De omzet in kalenderjaar t verkregen uit declaratie van de prestaties geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen die uiterlijk 1 december jaar t+1 zijn gehonoreerd, inclusief de correcties volgend uit de materiële controles tot 1 december jaar t+1;

      • gerealiseerde omzet proeftuin kortdurende zorg: De omzet in kalenderjaar t verkregen uit declaratie van de prestaties proeftuin kortdurende zorg die uiterlijk 1 december jaar t+1 zijn gehonoreerd, inclusief de correcties volgend uit de materiële controles tot 1 december jaar t+1;

      • gerealiseerde omzet Wzd: de omzet in kalenderjaar t verkregen uit declaratie van de prestaties Wzd die uiterlijk 1 december jaar t+1 zijn gehonoreerd, inclusief de correcties volgend uit de materiële controles tot 1 december jaar t+1.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

Doel van deze beleidsregel is vastlegging van de wijze waarop de NZa ontstane overschrijdingen van het Budgettair kader zorg betrekking hebbend op de kortdurende zorg met behulp van een macrobeheersinstrument achteraf redresseert.

Artikel 3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op zorgaanbieders die:

  • zorg leveren als bedoeld in artikel 2.5c van het Besluit zorgverzekering (geriatrische revalidatiezorg);

  • eerstelijnsverblijf en psychologische zorg binnen elv, zoals omschreven in artikel 1 van deze beleidsregel leveren; en/of

  • geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen, zoals omschreven in artikel 1 van deze beleidsregel leveren.

Deze beleidsregel is mede van toepassing op de zorg onder de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten zoals omschreven in artikel 1 van deze beleidsregel.

Artikel 4. Grenzen

  • 1 Voorafgaand aan het kalenderjaar t stelt de NZa in een beschikking als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onderdeel c, van de Wmg, ambtshalve een collectieve bovengrens vast. De som van de door afzonderlijke zorgaanbieders gezamenlijk in jaar t te realiseren omzet mag deze collectieve bovengrens niet overschrijden.

  • 2 Voorafgaand aan het kalenderjaar t stelt de NZa ambtshalve in een beschikking als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onderdeel c, van de Wmg een individuele bovengrens per individuele zorgaanbieder vast. De in kalenderjaar t te realiseren omzet mag deze individuele bovengrens niet overschrijden.

Artikel 5. Macrobeheersinstrument

  • 1 Indien sprake blijkt (te zijn geweest) van een overschrijding van de bovengrens, maakt de NZa die overschrijding op last van de minister ongedaan met gebruikmaking van het macrobeheersinstrument. De NZa maakt de hiervoor genoemde beschikking bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door publicatie in de Staatscourant.

  • 2 Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat de in het eerste lid genoemde bovengrens in kalenderjaar t niet is overschreden, stelt de NZa de bovengrens ambtshalve gewijzigd vast in een beschikking, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Wmg. De hoogte van deze grens wordt bepaald door de som van de door afzonderlijke zorgaanbieders gezamenlijk in kalenderjaar t gerealiseerde omzetten. Ook deze beschikking maakt de NZa bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door publicatie in de Staatscourant.

  • 3 Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat en met welk bedrag de in het eerste lid genoemde bovengrens wel is overschreden, stelt de NZa voor elke zorgaanbieder vast welk deel van deze overschrijding aan haar wordt toegerekend.

  • 4 De individuele grens is, indien de macrogrens is overschreden, gelijk aan het procentuele aandeel van de gerealiseerde omzet van die zorgaanbieder in de totale omzet van jaar t van alle zorgaanbieders gezamenlijk, vermenigvuldigd met de macrogrens. De NZa rekent het in het vorige lid bedoelde bedrag van de overschrijding toe door het bedrag van de individuele grens af te trekken van de door de individuele aanbieder gerealiseerde omzet.

  • 5 De NZa geeft de zorgaanbieder een aanwijzing tot afdracht van het in het vorige lid bedoelde bedrag aan het Zorgverzekeringsfonds. De aanwijzing vermeldt een betalingstermijn.

  • 6 De NZa kan besluiten om voorafgaand aan de in het vorige lid bedoelde aanwijzing één of meer (voorlopige) beschikkingen af te geven.

  • 7 Indien de kosten van de afdracht en inning van het af te dragen bedrag hoger zijn dan de baten, kan de NZa inning achterwege laten.

  • 8 De NZa neemt bij de toerekening voor het bepalen van de hoogte van de omzet de volgende onderdelen mee:

    • de gerealiseerde omzet grz;

    • de gerealiseerde omzet elv;

    • de gerealiseerde omzet gzsp;

    • de gerealiseerde omzet proeftuin kortdurende zorg;

    • de gerealiseerde omzet Wzd.

Artikel 6. Intrekken oude beleidsregel

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel ‘Macrobeheersinstrument geriatrische revalidatiezorg en eerstelijnsverblijf’, met kenmerk BR/REG-17165, ingetrokken.

Artikel 7. Bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

Inwerkingtreding / Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, zal deze beleidsregel in de Staatscourant worden geplaatst.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als:

Beleidsregel macrobeheersinstrument kortdurende zorg 2023.

Naar boven