Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2021

[Regeling vervallen per 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2021 t/m 04-03-2022

Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2021

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 52, aanhef en onderdeel e, van de Wmg, worden tarieven en prestatiebeschrijvingen die uit artikel 6 van deze beleidsregel voortvloeien, ambtshalve vastgesteld door de NZa.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • concern:

    concern als bedoeld in artikelen 24a, 24b en 406 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Met een concern wordt gelijkgesteld twee of meer rechtspersonen die gelieerd zijn aan elkaar door eenzelfde in de statuten vermeld doel en door een nauw verweven financiële afhankelijkheid ten opzichte van elkaar.

  • gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg:

    de lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg verminderd met de door de NZa verwerkte financiële korting(en) die per zorgaanbieder is/zijn doorgevoerd als gevolg van overschrijding van de geoormerkte ruimte voor het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.

  • gehonoreerde productieafspraak:

    de productieafspraak (i) verminderd met de door de NZa verwerkte financiële korting(en) die per zorgaanbieder is/zijn doorgevoerd als gevolg van overschrijding van reguliere en/of geoormerkte contracteerruimte en (ii) aangepast in verband met de verdere toetsing van de productieafspraak aan de beleidsregels en regelingen van de NZa.

  • kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg:

    de financiële middelen ten behoeve van zorgaanbieders die zorg in natura leveren aan cliënten met een zorgprofiel VV 4 en hoger voor zover die zorg wordt geleverd in de vorm van zorg met verblijf in een instelling of volledig pakket thuis. Het kwaliteitsbudget is bedoeld om te gaan voldoen aan het kwaliteitskader verpleeghuiszorg zoals dat door het Zorginstituut Nederland is opgenomen in het register voor kwaliteitsstandaarden. Op instellingsniveau is sprake van een lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg; op macro niveau is sprake van een geoormerkte ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.

  • lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg:

    het totaalbedrag van de afspraken met betrekking tot het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg ten laste van de geoormerkte ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg die door de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder zijn overeengekomen in de budgetronde of herschikkingsronde.

  • nacalculatieformulier:

    het formulier waarin de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder de totaal financieel gerealiseerde productie en de totaal financiële realisatie overige onderdelen kunnen invullen.

  • nacalculatie-opgave:

    de opgave tot nacalculatie die door de zorgaanbieder en/of het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder bij de NZa wordt ingediend. Voor deze opgave maken de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder gebruik van het nacalculatieformulier.

  • onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg:

    er is sprake van onderbesteding van de lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg als de gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg na correcties van de NZa, kleiner is dan de gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.

  • onderlinge dienstverlening:

    de levering van een (deel)prestatie of van een geheel van prestaties op het gebied van de zorg als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregel door een zorgaanbieder in opdracht van een andere zorgaanbieder.

    De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.

  • onderproductie:

    er is sprake van onderproductie als de totaal financieel gerealiseerde productie, na correcties als bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel a hierna en na correcties van de NZa, kleiner is dan de gehonoreerde productieafspraak.

  • overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg:

    er is sprake van overbesteding van de lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg als de gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg, na correcties van de NZa, groter is dan de gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.

  • overproductie:

    er is sprake van overproductie als de totaal financieel gerealiseerde productie, na correcties als bedoeld in artikel 5 derde lid, onderdeel a hierna en na correcties van de NZa, groter is dan de gehonoreerde productieafspraak.

  • productieafspraak/productieafspraken:

    het totaalbedrag van de afspraken met betrekking tot de prestaties en tarieven ten laste van de contracteerruimte die door de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder zijn overeengekomen in de budgetronde of herschikkingsronde.

  • totaal financieel gerealiseerde productie: de financiële waarde van de productie1 zoals deze feitelijk is geleverd en gedeclareerd2 door de zorgaanbieder.

  • totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg:

    de hoogte van de lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg zoals door zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder gezamenlijk overeengekomen ten behoeve van de nacalculatie-opgave.

  • tweezijdige indiening van een nacalculatie-opgave: van tweezijdige indiening van een nacalculatie-opgave is sprake als:

    • zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder gezamenlijk eensluidend indienen; zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben overeenstemming;

    • zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder ieder afzonderlijk indienen en de indieningen eensluidend zijn; zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben overeenstemming.

    Een anders dan tweezijdig ingediende opgave nacalculatie beschouwt de NZa als eenzijdig.

Voor andere begripsbepalingen wordt verwezen naar de Beleidsregel definities Wlz.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het doel van deze beleidsregel is het vastleggen/vaststellen van de voorwaarden voor:

  • a) het bepalen van de aanvaardbare kosten 2021;

  • b) de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie-opgave 2021;

  • c) de wijze waarop de NZa jaarlijks de Wlz-beleidsregelwaarden indexeert;

  • d) de wijze waarop de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om de tarifering van onderlinge dienstverlening tussen zorgaanbieders te reguleren.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

Artikel 3. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) die wordt geleverd door zorgaanbieders.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

Artikel 4. Aanvaardbare kosten 2021

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De aanvaardbare kosten voor het jaar 2021 worden berekend door de toepassing van de beleidsregels als genoemd in artikel 4, eerste lid en door de overige bepalingen zoals opgenomen in artikel 4, tweede lid.

1. Geldende beleidsregels 2021

De aanvaardbare kosten 2021 volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

Naam

Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2021

Beleidsregel BRMO-uitbraak

Beleidsregel budgettair kader Wlz 2021

Beleidsregel innovatie voor kleinschalige experimenten

Beleidsregel knelpuntenprocedure budgettair kader Wlz

Beleidsregel overige kosten Wlz 2021

Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarief zzp-meerzorg Wlz

Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarieven advies crisis en ondersteuningsteam (COT) 2021

Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg 2021

Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2021

Beleidsregel tijdelijke instandlating gevolgen experimenten

2. Overige bepalingen

Bij de berekening van de aanvaardbare kosten 2021 worden ook de volgende elementen betrokken:

  • a. Niet vrij besteedbare aanvullende inkomsten.

    Aanvullende inkomsten zijn inkomsten die een zorgaanbieder ontvangt naast de inkomsten op basis van de op hem van toepassing zijnde beleidsregels.

    Als door deze aanvullende inkomsten de aanvaardbare kosten zijn of worden aangepast, zijn deze inkomsten niet vrij besteedbaar. Deze niet vrij besteedbare aanvullende inkomsten moet de zorgaanbieder benutten ter dekking van zijn budget.

    Dit betekent dat deze inkomsten worden meegenomen in de berekening van het sluittarief/vereffeningbedrag.

  • b. Kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg

    De totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg wordt, na eventuele correctie op basis van artikel 5, derde en vierde lid van deze beleidsregel, toegevoegd aan de aanvaardbare kosten.

    Dit betekent dat deze vergoeding wordt meegenomen in de berekening van het sluittarief/vereffeningbedrag.

3. Sluittarief/vereffeningbedrag

Bij de vaststelling van de tarieven in jaar t is het uitgangspunt dat het totaal aan opbrengsten (dat ontstaat uit het in rekening brengen van deze tarieven) dekking geeft voor en aansluit bij de aanvaardbare kosten van jaar t.

Als het totaal aan opbrengsten verschilt van de aanvaardbare kosten, wordt dit verschil verwerkt:

  • in het sluittarief van jaar t als de opbrengsten lager zijn dan de aanvaardbare kosten;

  • in het vereffeningbedrag van jaar t als de opbrengsten hoger zijn dan de aanvaardbare kosten.

Hierbij moet artikel 4, tweede lid, onder a van deze beleidsregel in acht worden genomen.

4. Voorschriften

  • a. Het verschil tussen de werkelijke kosten en de aanvaardbare kosten van Wlz-zorg moet worden toegevoegd of onttrokken aan de bestemmingsreserve ‘reserve aanvaardbare kosten’.

    Deze bepaling is niet van toepassing voor zover de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en het Uitvoeringsbesluit WTZi voor de zorgverlening winstoogmerk toestaat.

    De bestemmingsreserve ‘reserve aanvaardbare kosten’ kan daarnaast door de zorgaanbieder worden aangewend voor de exploitatie van Zvw-, Wmo- en/of Jeugdwet-zorg.

  • b. Met betrekking tot de kostencomponenten die ten grondslag liggen aan de aanvaardbare kosten, geldt dat bij de boeking van kosten, opbrengsten en doorberekende kosten een bestendige gedragslijn gevolgd moet worden.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

Artikel 5. Nacalculatie-opgave 2021

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

1. Indiening

De zorgaanbieder dient vóór 1 juni 2022 de nacalculatie-opgave over 2021 in bij de NZa zoals vastgelegd in de Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz 2021 en het Controleprotocol nacalculatie 2021 Wlz-zorgaanbieders. Indien de zorgaanbieder in haar nacalculatie een verantwoording opneemt voor het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg, dan moet de nacalculatie-opgave over 2021 vóór 24 juni 2022 ingediend zijn bij de NZa.

De nacalculatie-opgave 2021 bevat de totaal financieel gerealiseerde productie over 2021, de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021, en de totaal financiële realisatie overige onderdelen over 2021. De nacalculatie-opgave 2021 wordt aangeleverd via het nacalculatieformulier 2021 dat door de NZa in het aanvragenportaal ter beschikking wordt gesteld.

De zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder moeten de volgende onderdelen naar de NZa sturen:

  • a) Een ingevulde nacalculatie-opgave 2021;

  • b) Bij een tweezijdig ingediende nacalculatie-opgave 2021 moeten twee ondertekeningsdocumenten worden gevoegd. Het ene ondertekeningsdocument moet voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen namens de zorgaanbieder. Dit ondertekeningsdocument moet ook worden gewaarmerkt door de accountant. Het andere ondertekeningsdocument moet voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen namens het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.

    Als de opgave eenzijdig bij de NZa wordt ingediend, dan moet het ondertekeningsdocument voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen.

    Bij enkele onderdelen van de nacalculatie-opgave is eenzijdige indiening niet mogelijk. Voor de volgende onderdelen geldt dat de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder verplicht zijn de nacalculatie-opgave op die onderdelen tweezijdig in te dienen:

    • de totaal gerealiseerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg;

    • de prestaties/tarieven extreme kosten van zorggebonden materiaal, extreme kosten van geneesmiddelen, inrichtingkosten bij gedwongen verhuizing eenpersoonswoning, inrichtingkosten bij gedwongen verhuizing meerpersoonswoning, een en ander zoals geregeld in de Beleidsregel overige kosten Wlz 2021;

  • c) de prestatie/tarief vergoeding kosten BRMO-uitbraak zoals geregeld in de Beleidsregel BRMO-uitbraak; de door de accountant ondertekende controleverklaring3 bij de nacalculatie-opgave 2021;

  • d) indien van toepassing: een door de accountant gewaarmerkte toelichting bij de Vragenlijst controleprotocol;

  • e) indien van toepassing: een toelichting bij de Vragenlijst overige vragen.

De gehele nacalculatie-opgave 2021 moet worden gewaarmerkt door de accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het BW (met uitzondering van het onderdeel totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg, de Vragenlijst overige vragen en de eventuele toelichting behorende bij deze vragenlijst).

De zorgaanbieder moet een gewaarmerkte versie van de nacalculatie-opgave 2021 beschikbaar hebben. De zorgaanbieder hoeft deze uitsluitend op verzoek aan de NZa te sturen. Uitzondering hierop is het door de accountant gewaarmerkte en door de zorgaanbieder ondertekende ondertekeningsdocument. De gewaarmerkte versie van het ondertekeningsdocument moet altijd naar de NZa worden gestuurd.

Het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder controleert de door de zorgaanbieder ingevulde nacalculatie-opgave 2021. Met de ondertekening van het ondertekeningsdocument bevestigt het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder dat de volgende bedragen in de opgave juist zijn:

  • de totaal financieel gerealiseerde productie over 2021 verminderd met eventuele correcties van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder (artikel 5, derde lid, onderdeel a hierna);

  • de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg over 2021; en

  • het totaal van de overige onderdelen 2021 verminderd met eventuele correcties van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.

Uitgangspunt is dat de NZa de meest recente tijdig ingediende nacalculatie-opgave 2021 van de zorgaanbieder en/of het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder beoordeelt en verwerkt.

Verder geldt nog het volgende voor de eerder in dit artikel achter b) genoemde prestaties/tarieven totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg, extreme kosten van zorggebonden materiaal, extreme kosten van geneesmiddelen, inrichtingkosten bij gedwongen verhuizing eenpersoonswoning, inrichtingkosten bij gedwongen verhuizing meerpersoonswoning en de vergoeding kosten BRMO-uitbraak.

Tweezijdige indiening is voor de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg van belang om de redenen, soortgelijk aan hetgeen voor de aanvragen budget en herschikking geldt (artikel 11, eerste lid, onder d. Beleidsregel budgettair kader Wlz 2021). Zorgaanbieders en zorgkantoren/Wlz-uitvoerders wordt meer vrijheid gelaten bij de inzet van het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg dan bij andere prestaties/tarieven. Zo heeft de NZa bijvoorbeeld geen specifieke en uitgewerkte criteria gesteld, anders dan dat het kwaliteitsbudget is bedoeld om te gaan voldoen aan het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Het stellen van criteria zou ook niet goed kunnen omdat maatwerk nodig is tussen zorgaanbieders en zorgkantoren/Wlz-uitvoerders, partijen die zelf het beste weten wat nodig is. Door tweezijdige indiening kan enige balans worden bereikt tussen wensen van partijen, nut, noodzakelijkheid, rechtmatigheid en doelmatigheid van inzet van kwaliteitsbudget.

Een en ander is ook tot uitdrukking gebracht in de brief van de Minister van VWS van 2 juli 2018 met kenmerk 1372038-178547-LZ, p. 8 (bijlage bij Kamerstukken II, 2017–2018, 34 104, nr. 232), waarin ook de tweezijdigheid letterlijk wordt benoemd: “Ik vind het belangrijk dat de ambitie van zorgaanbieders wordt gestimuleerd om het kwaliteitskader zo snel mogelijk te implementeren, waarbij ruimte is om te leren en verbeteren. Om dit te bereiken worden aparte afspraken over de extra middelen gemaakt, zodat Wlz-uitvoerders hier zo goed mogelijk op kunnen sturen en er ook recht gedaan wordt aan tempoverschillen tussen zorgaanbieders. Deze afspraken worden neergelegd in een tussen de zorgaanbieder en Wlz-uitvoerder te sluiten overeenkomst. Aangezien maatwerk gewenst is, hebben de Wlz-uitvoerders een belangrijke rol. Ik vraag u dan ook om als voorwaarde bij de aanvragen te stellen dat de aanvraag tweezijdig wordt ingediend en de aanvraag hierop te toetsen.”

Voor de andere in dit artikel achter b) genoemde prestaties/tarieven wordt voor de redenen van de tweezijdige indiening verwezen naar de desbetreffende beleidsregels:

  • de prestaties/tarieven extreme kosten van zorggebonden materiaal, extreme kosten van geneesmiddelen, inrichtingkosten bij gedwongen verhuizing eenpersoonswoning, inrichtingkosten bij gedwongen verhuizing meerpersoonswoning: artikel 6 van de Beleidsregel overige kosten Wlz 2021;

  • de prestatie/tarief vergoeding kosten BRMO-uitbraak: artikel 5, tweede lidvan de Beleidsregel BRMO-uitbraak.

Waar de NZa tweezijdige indiening tot uitgangspunt neemt, kunnen zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder niet volstaan met eenzijdige indiening.

Indien een eenzijdige nacalculatie-opgave wordt ingediend, vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de zorgaanbieder om de nacalculatie-opgave mede te ondertekenen. Een eenzijdige nacalculatie-opgave wijst de NZa af tenzij de NZa de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de zorgaanbieder kennelijk onredelijk acht.

2. Vaststelling aanvaardbare kosten 2021

Op basis van de ontvangen nacalculatie-opgave 2021 stelt de NZa de aanvaardbare kosten 2021 ambtshalve vast. De NZa stelt ook ambtshalve de verrekening van het verschil vast tussen de aanvaardbare kosten en de opbrengsten (sluittarief/vereffeningbedrag). Zie daarover verder artikel 4 van deze beleidsregel.

Dit wordt verwerkt in een beschikking. Na de wettelijke bezwaartermijn van zes weken wordt dit een onherroepelijk besluit. Wijziging van de aanvaardbare kosten over 2021 is na definitieve verwerking van de nacalculatie-opgave niet meer mogelijk.

3. Nacalculatie op totaal financieel gerealiseerde productie over 2021 en nacalculatie op de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021

Nacalculatie op totaal financieel gerealiseerde productie over 2021

In aanvulling op bovenstaande algemene nacalculatiebepalingen zal de NZa de nacalculatie op de totaal financieel gerealiseerde productie afhandelen met inachtneming van de bepalingen in artikel 5, derde lid, onderdelen a tot en met c:

  • a) Verlaging van de totaal financieel gerealiseerde productie met een correctiebedrag is in ieder geval aanvaardbaar voor zover bij de nacalculatie-opgave zowel zorgaanbieder als zorgkantoor/Wlz-uitvoerder een ondertekeningsdocument heeft bijgevoegd, waaruit blijkt dat hierover overeenstemming is tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.

  • b) Op de gehonoreerde productieafspraak over 2021, zoals die door de NZa is vastgesteld na verwerking van de budgetronde of de herschikkingsronde over 2021, wordt volledig nagecalculeerd op basis van de totaal financieel gerealiseerde productie na correcties als bedoeld in artikel 5 derde lid, onderdeel a hiervoor en na correcties van de NZa, tenzij een expliciete uitzondering op een bepaalde prestatie/budgetcomponent in de geldende beleidsregels is opgenomen.

  • c) Bij de nacalculatie op de totaal financieel gerealiseerde productie is het totaalbedrag van de gehonoreerde productieafspraak de bovengrens. Dit betekent dat overproductie niet wordt gehonoreerd (zie voor de uitzonderingen artikel 5, vierde lid.

Nacalculatie op de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg over 2021

In aanvulling op bovenstaande algemene nacalculatiebepalingen zal de NZa de nacalculatie op de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg afhandelen met inachtneming van de bepalingen in artikel 5, derde lid, onderdelen d en e:

  • d) Op de gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg over 2021, zoals die door de NZa is vastgesteld na verwerking van de budgetronde of de herschikkingsronde over 2021, wordt volledig nagecalculeerd op basis van de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg na correcties van de NZa.

  • e) Bij de nacalculatie op de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg is het totaalbedrag van de gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg de bovengrens. Dit betekent dat overbesteding niet wordt gehonoreerd (zie voor de uitzonderingen artikel 5, vierde lid.

4. Verrekening van overproductie met onderproductie, en verrekening overbesteding met onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg

Verrekening van de overproductie met de onderproductie

De aanvaardbare kosten 2021 worden (deels) met de overproductie verhoogd indien voldaan wordt aan onderstaande bepalingen:

  • a) in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel c, kan de overproductie gehonoreerd worden, voor zover deze verrekend kan worden met de onderproductie.

  • b) tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de zorgkantoren/de Wlz-uitvoerder(s) bestaat overeenstemming voor de vergoeding van overproductie over het geheel of een deel van de overproductie. Zowel zorgaanbieder als zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben een ondertekeningsdocument bij de nacalculatie-opgave bijgevoegd waaruit blijkt dat hierover overeenstemming is tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder. Het ene ondertekeningsdocument moet voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen namens de zorgaanbieder. Het andere ondertekeningsdocument moet voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen namens het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder. Wanneer de verrekening plaatsvindt tussen twee of meer zorgkantoorregio’s/regio’s van Wlz-uitvoerders zijn de ondertekeningsdocumenten van twee of meer zorgkantoren/Wlz-uitvoerders vereist. Indien blijkt dat de hiervoor bedoelde overeenstemming niet tot stand is gekomen doordat één of meer partijen het ondertekeningsdocument niet heeft ondertekend, vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van de partij(en) om het ondertekeningsdocument te ondertekenen. De overproductie komt niet voor vergoeding in aanmerking, tenzij de NZa de weigering van de partij(en) om het ondertekeningsdocument te ondertekenen kennelijk onredelijk acht.

  • c) de totale nacalculatie-opgave moet voor 1 juni 2022 bij de NZa worden ingediend. Indien de nacalculatie-opgave na 1 juni 2022 bij de NZa wordt ingediend, komt de overproductie niet voor vergoeding in aanmerking.

  • d) de verrekening van de overproductie met de onderproductie moet in eerste instantie plaatsvinden binnen het concern, zowel binnen als buiten de eigen regio waarbinnen (delen van) het concern productieafspraken hebben gemaakt. Of bij één natuurlijk persoon als deze in meerdere regio’s van Wlz-uitvoerders productieafspraken heeft gemaakt. Voor zover binnen één concern of bij één natuurlijke persoon de overproductie niet kan worden verrekend, kan verrekening op reguliere wijze plaatsvinden op de in deze beleidsregel beschreven wijze.

  • e) de overproductie kan worden verrekend met de landelijke resterende onderproductie. Indien noodzakelijk zal onbenut kader zorg in natura (zin) en onbenut kader persoonsgebonden budget (pgb) worden ingezet voor de vergoeding van de resterende landelijke overproductie.

    Onbenut kader zin is het verschil tussen de beschikbare contracteerruimte zin 2021 en de gehonoreerde productieafspraken 2021 (beslag op de contracteerruimte zin) zoals deze bij de herschikking 4 zijn overeengekomen. Bij het pgb-kader is sprake van onderbenutting als het totaal van de afgegeven vaststellingsbeschikkingen 2021 (peildatum 1 mei 2022) lager is dan het beschikbare kader pgb 2021. Ook de onbenutte geoormerkte middelen voor innovatie worden ingezet voor de vergoeding van overproductie.

  • f) als na toepassing van onderdeel e blijkt dat (het totaal van alle bij de nacalculatie opgegeven) resterende landelijke overproductie niet volledig vergoed kan worden, wordt overproductie naar rato vergoed. Naar rato vergoeding van de overproductie betekent in dit verband:

    resterende overproductie van een zorgaanbieder gedeeld door de resterende landelijke overproductie. Deze uitkomst moet vervolgens worden vermenigvuldigd met het op basis van onderdeel e berekende totaalbedrag dat beschikbaar is voor de vergoeding van overproductie.

Verrekening van de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg met de onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg

De aanvaardbare kosten 2021 worden (deels) met de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg verhoogd indien voldaan wordt aan onderstaande bepalingen:

  • g) in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel e, kan de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg gehonoreerd worden, voor zover deze verrekend kan worden met de onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.

  • h) tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de zorgkantoren/de Wlz-uitvoerder(s) bestaat overeenstemming voor de vergoeding van overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg over het geheel of een deel van de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.

    Zowel zorgaanbieder als zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben een ondertekeningsdocument bij de nacalculatie-opgave bijgevoegd waaruit blijkt dat hierover overeenstemming is tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder. Het ene ondertekeningsdocument moet voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen namens de zorgaanbieder.

    Het andere ondertekeningsdocument moet voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen namens het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder. Wanneer de verrekening plaatsvindt tussen twee of meer zorgkantoorregio’s/regio’s van Wlz-uitvoerders zijn de ondertekeningsdocumenten van twee of meer zorgkantoren/Wlz-uitvoerders vereist. Indien blijkt dat de hiervoor achter h bedoelde overeenstemming niet tot stand is gekomen doordat één of meer partijen het ondertekeningsdocument niet heeft ondertekend, vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van de partij(en) om het ondertekeningsdocument te ondertekenen. De overproductie komt niet voor vergoeding in aanmerking, tenzij de NZa de weigering van de partij(en) om het ondertekeningsdocument te ondertekenen kennelijk onredelijk acht.

  • i) de totale nacalculatie-opgave moet voor 1 juni 2022 bij de NZa worden ingediend. Indien de nacalculatie-opgave na 1 juni 2022 bij de NZa wordt ingediend, komt de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg niet voor vergoeding in aanmerking.

  • j) de verrekening van de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg met de onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg moet in eerste instantie plaatsvinden binnen het concern, zowel binnen als buiten de eigen zorgkantoorregio waarbinnen (delen van) het concern lumpsumafspraken kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg hebben gemaakt. Voor zover binnen één concern de overbesteding kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg niet kan worden verrekend, kan verrekening op reguliere wijze plaatsvinden op de in deze beleidsregel beschreven wijze.

  • k) de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg kan worden verrekend met de landelijke resterende onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg. Indien noodzakelijk zal onbenutte geoormerkte ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg worden ingezet voor de vergoeding van de resterende landelijke overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.

    Onbenutte geoormerkte ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg is het verschil tussen de beschikbare geoormerkte ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021 en de gehonoreerde lumpsumafspraken kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021 (beslag op de geoormerkte ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg) zoals deze bij de herschikking zijn5 overeengekomen.

  • l) als na toepassing van onderdeel l blijkt dat (het totaal van alle bij de nacalculatie opgegeven) resterende landelijke overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg niet volledig vergoed kan worden, wordt overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg naar rato vergoed. Naar rato vergoeding van de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg betekent in dit verband:

    resterende overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg van een zorgaanbieder gedeeld door de resterende landelijke overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg. Deze uitkomst moet vervolgens worden vermenigvuldigd met het op basis van onderdeel l berekende totaalbedrag dat beschikbaar is voor de vergoeding van overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.

5. Nacalculatie op overige onderdelen

De financiële waarde van de overige onderdelen die naast de financieel gerealiseerde productie over 2021 en het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg nacalculeerbaar is en de wijze waarop op deze onderdelen wordt nagecalculeerd, volgt uit de verschillende beleidsregels over die onderdelen.

6. Uitzonderingspositie zelfstandige zorgverleners zonder personeel

Voor zelfstandige zorgverleners zonder personeel geldt dat zij samen met het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder voor 1 juni 2022 wel een nacalculatie-opgave 2021 bij de NZa moeten indienen, maar dat zij geen controleverklaring bij de nacalculatie-opgave hoeven te overleggen. De controle van de gerealiseerde productie 2021 vindt alleen plaats door het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder. Bovendien hoeft de gehele nacalculatie-opgave 2021 en eventuele toelichting(en) behorende bij de nacalculatie-opgave 2021, niet te worden beoordeeld en gewaarmerkt door een accountant.

7. Zorgaanbieder met nul productie

Bij zorgaanbieders met een totaal financieel gerealiseerde productie van nul en waarbij de totaal financiële realisatie overige onderdelen ook nul bedraagt, geldt dat zij voor 1 juni 2022 een nacalculatie-opgave 2021 (nul opgave) bij de NZa moeten indienen. Deze zorgaanbieders hoeven geen controleverklaring bij de nacalculatie 2021 te overleggen.

Bovendien hoeft de gehele nacalculatie-opgave 2021 en eventuele toelichting behorende bij de nacalculatie-opgave 2021 niet te worden beoordeeld en gewaarmerkt door een accountant.

8. Nacalculatie in geval van faillissement zorgaanbieder

a. Afwijking datum uiterste indiening

Indien de rechtbank het faillissement van een zorgaanbieder uitspreekt en een curator benoemt, kan de NZa op basis van een schriftelijk verzoek van een failliete zorgaanbieder of de namens de failliete zorgaanbieder handelende curator of het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder voor de uiterste indieningstermijn van de nacalculatie-opgave 2021 tweemaal uitstel verlenen.

b. Beoordeling en afhandeling

De nacalculatie-opgave 2021 van een failliete zorgaanbieder wordt conform de reguliere procedure beoordeeld en afgehandeld. Indien de nacalculatie-opgave 2021 wordt ingediend zonder nadere onderbouwing en over deze opgave geen overeenstemming bestaat tussen (i) de failliete zorgaanbieder/curator en (ii) het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder, stelt de NZa de aanvaardbare kosten vast op de laagste opgave. Als er één eenzijdige nacalculatie-opgave wordt ingediend, stelt de NZa de aanvaardbare kosten op € 0,00 vast.

9. Transitiemiddelen verpleeghuiszorg 2021

Op de prestatie ‘transitiemiddelen verpleeghuiszorg 2021’ wordt niet nagecalculeerd (zie beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2021).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

Artikel 6. Indexaties

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

1. Indexatie loonkosten

De aanpassing van de in de beleidsregelwaarden opgenomen loonkosten in jaar t is gebaseerd op het door de Minister van VWS aangegeven indexcijfer ‘Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (Ova)’.

Deze aanpassing bestaat uit:

  • een structurele doorwerking in jaar t van de uit het definitieve Ova-indexcijfer blijkende verschil tussen de voor- en eindcalculatie van jaar t-1;

  • een 100% voorcalculatie van het voorlopige Ova-indexcijfer voor het jaar t.

De voor- en eindcalculatie van het Ministerie van VWS worden door de NZa in de beleidsregelwaarden verwerkt als voorlopige respectievelijk definitieve index.

2. Indexatie materiële kosten

De aanpassing van de in de beleidsregelwaarden opgenomen materiële kosten in jaar t is gebaseerd op gegevens uit de tabel ‘Middelen en bestedingen’ van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) van het jaar t.

Deze aanpassing bestaat uit:

  • een structurele doorwerking in jaar t van het uit het CEP blijkende verschil tussen de voor- en eindcalculatie van het jaar t-16;

  • een 100% voorcalculatie van het voorlopige CEP-indexcijfer voor het jaar t.

De voorcalculatie van het Ministerie van VWS en de eindcalculatie van het CPB worden door de NZa in de beleidsregelwaarden verwerkt als voorlopige respectievelijk definitieve index.

3. Indexatie kapitaallasten

De in de beleidsregelwaarden opgenomen kapitaallasten worden aangepast op basis van de TNO-Gezondheidszorgindex van jaar t. Daarbij gaat de NZa uit van het gemiddelde van de maandindices van het voorgaande jaar, zoals die door TNO gepubliceerd worden.

Deze TNO-gezondheidszorgindex vult de NZa aan met een prognose voor de ontwikkeling in de bouwkosten voor het lopende jaar. De prognose is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP), dat uitgebracht wordt door het Centraal Plan Bureau (CBP). Hiermee komt de NZa tot het definitieve indexcijfer voor kapitaallasten.

Deze aanpassing bestaat uit:

  • een structurele doorwerking in jaar t van de uit de index kapitaallasten blijkende verschil tussen de voor- en eindcalculatie van het jaar t-17;

  • een 100% voorcalculatie van de voorlopige index kapitaallasten voor het jaar t.

Uitzondering hierop vormt de indexatie van de nhc en van de nic. Die indexaties van de nhc en nic zijn beschreven in de Beleidsregel normatieve huisvestingscomponent (nhc) en normatieve inventariscomponent (nic) gespecialiseerde ggz, forensische zorg en langdurige zorg.

4. Jaarlijkse (trendmatige) aanpassing beleidsregelwaarden

  • a) Indexatie van de beleidsregelwaarden in de beleidsregels:

    Bij de indexatie van de loon- en materiële kosten van de beleidsregelwaarden van de prestaties in deze beleidsregels wordt uitgegaan van een gecombineerde index voor loonkosten en materiële kosten.

    De loon- en materiële kosten van de beleidsregelwaarden van de prestaties bevatten de definitieve index van jaar t-1 en de voorlopige index van jaar t.

    Indien de beleidsregelwaarde een nhc heeft, dan geldt het volgende:

    De nhc wordt jaarlijks geïndexeerd met 2,5%.

    Indien de beleidsregelwaarde een nic heeft, dan geldt het volgende:

    Voor de nic geldt de index voor materiële kosten. Deze component bevat de definitieve index van jaar t-1 en de voorlopige index van jaar t.

  • b) Indexatie van de beleidsregelwaarden in de Beleidsregel Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk.

    Bij de indexatie van de beleidsregelwaarde in deze beleidsregel wordt uitgegaan van een gecombineerde index voor loonkosten en materiële kosten.

    De beleidsregelwaarde van deze prestatie bevat de definitieve indexs van jaar t-1 en de voorlopige index van jaar t.

  • c) Indexatie van de beleidsregelwaarden in de Beleidsregel overige kosten Wlz 2021 (artikel 5 Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing)

    Bij de indexatie van de beleidsregelwaarden in deze beleidsregel wordt uitgegaan van het afzonderlijke indexcijfer voor materiële kosten. Er is hierbij dus geen sprake van een gecombineerde index.

    De beleidsregelwaarden van deze prestaties zijn gebaseerd op de definitieve index van jaar t-1 voor materiële kosten. Gedurende jaar t wordt voor deze beleidsregelwaarden de definitieve index voor materiële kosten van jaar t verwerkt.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

Artikel 7. Tarifering onderlinge dienstverlening Wlz

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

1. Prestatie en tarief

a. Prestatie

Voor onderlinge dienstverlening geldt de prestatie ‘onderlinge dienstverlening’.

b. Tarief

Voor onderlinge dienstverlening geldt een vrij tarief.

2. Werkwijze

Als sprake is van onderlinge dienstverlening brengt de uitvoerende zorgaanbieder de kosten in rekening bij de opdrachtgevende zorgaanbieder.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

Artikel 8. Vervallen/intrekken oude beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020, met kenmerk BR/REG-20116a, die een geldigheidsduur heeft tot en met 31 december 2021, komt op laatstgenoemde datum van rechtswege komen te vervallen.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2021, met kenmerk BR/REG-21108, ingetrokken.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

Artikel 9. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

De Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020, met kenmerk BR/REG-20116a, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Inwerkingtreding / Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021 en vervalt met ingang van 1 januari 2023.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2021.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.

  1. Productie in onderaanneming moet in de nacalculatie-opgave 2021 bij de hoofdaannemer (gecontracteerde zorgaanbieder) verantwoord worden. ^ [1]
  2. In de Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz is beschreven aan welke voorschriften een Wlz-declaratie moet voldoen. ^ [2]
  3. In artikel 5, zesde en zevende lid van deze beleidsregel wordt bepaald in welk geval geen controleverklaring bij de nacalculatie-opgave meegestuurd dient te worden. ^ [3]
  4. Voor de gehonoreerde productieafspraken die in de budgetronde 2021 zijn afgesproken en die niet wijzigen in de herschikkingsronde 2021 geldt dat de gehonoreerde productieafspraken in de budgetronde 2021 gelijk zijn aan de gehonoreerde productieafspraken in de herschikkingsronde 2021. ^ [4]
  5. Voor de gehonoreerde lumpsumafspraken kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg die in de budgetronde 2021 zijn afgesproken en die niet wijzigen in de herschikkingsronde 2021 geldt dat de gehonoreerde lumpsumafspraken kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg in de budgetronde 2021 gelijk zijn aan de gehonoreerde lumpsumafspraken kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg in de herschikkingsronde 2021. ^ [5]
  6. Zie rekenvoorbeeld in de toelichting. ^ [6]
  7. Zie rekenvoorbeeld in de toelichting. ^ [7]
Naar boven