Tijdelijke regeling verstrekkingen gerepatrieerden Afghanistan 2021

[Regeling vervalt per 01-07-2024.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 21-08-2021 t/m 18-02-2022

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 augustus 2021, nr. 2021-0000135096, tot het tijdelijk doen van verstrekkingen aan gerepatrieerden ten gevolge van de crisis in Afghanistan 2021 (Tijdelijke regeling verstrekkingen gerepatrieerden Afghanistan 2021)

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • alleenstaande minderjarige gerepatrieerde: gerepatrieerde die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en die zonder begeleiding of verzorging van een ouder of voogd is gekomen;

  • buitengewone kosten: noodzakelijke, onvermijdbare kosten die in Nederland worden gemaakt en die vanwege hun aard of hoogte in redelijkheid niet geacht kunnen worden door de gerepatrieerde zelf te worden betaald;

  • gerepatrieerde: Nederlander, zijn partner of huwelijkspartner, zijn ouder of stiefouder, zijn kind, stief- of pleegkind, of kleinkind jonger dan 21 jaar, die in verband met de crisis in Afghanistan omstreeks augustus 2021 vanuit Kabul, Afghanistan, tijdelijk naar Nederland is gekomen en na aankomst in Nederland door het bevoegde gezag als evacué is geregistreerd;

  • SVB: Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Artikel 2. Verstrekkingen

  • 1 De gerepatrieerde heeft gedurende zijn tijdelijk verblijf in Nederland recht op de volgende verstrekkingen:

    • a. een eenmalige tegemoetkoming voor de aanloopkosten;

    • b. een wekelijkse toelage voor de aanschaf van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven.

  • 2 De gerepatrieerde kan gedurende zijn tijdelijke verblijf in Nederland in aanmerking komen voor:

    • a. de betaling van buitengewone kosten;

    • b. de dekking van de kosten van medische verstrekkingen overeenkomstig een daartoe te treffen ziektekostenregeling voor zover deze kosten niet uit hoofde van een andere ziektekostenregeling worden vergoed;

    • c. een verzekering tegen de financiële gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid voor zover deze kosten niet uit hoofde van een andere verzekering worden vergoed.

Artikel 3. Aanvraag

  • 2 Het recht op de verstrekkingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen b en c, wordt door de Minister ambtshalve vastgesteld op basis van de gegevens die de gerepatrieerde in het kader van de registratie als evacué heeft verstrekt.

  • 3 Een aanvraag wordt bij de SVB ingediend door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

Artikel 4. Onthouden verstrekkingen

  • 1 De in artikel 2 bedoelde verstrekkingen kunnen geheel of gedeeltelijk aan een gerepatrieerde worden onthouden, indien de gerepatrieerde niet desgevraagd de gegevens verstrekt die nodig zijn voor het vaststellen van het recht op verstrekkingen. Daartoe behoren in ieder geval gegevens die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de naam, de geboortedatum, de nationaliteit, het land van herkomst, de gezinssamenstelling, de datum van aankomst in Nederland, de middelen waarover in Nederland kan worden beschikt en de aanwezige verzekeringen voor ziektekosten en wettelijke aansprakelijkheid.

  • 2 De Minister kan een verstrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en tweede lid, onderdeel a, geheel of gedeeltelijk weigeren, indien blijkt dat de gerepatrieerde hier te lande redelijkerwijs over voldoende middelen kan beschikken om geheel of gedeeltelijk in de kosten van die verstrekking te voorzien.

Artikel 5. Beëindiging verstrekkingen

  • 1 De in artikel 2 bedoelde verstrekkingen eindigen in ieder geval met ingang van de dag waarop de gerepatrieerde:

    • a. Nederland verlaat; of

    • b. zich blijvend in Nederland vestigt.

  • 2 De Minister kan de in artikel 2 bedoelde verstrekkingen beëindigen indien, naar diens oordeel blijkt dat, een gerepatrieerde in strijd met de waarheid gegevens heeft verstrekt of verzwegen waardoor hij ten onrechte, of tot een te hoog bedrag, verstrekkingen heeft verkregen.

Artikel 6. Hoogte en betaling eenmalige en wekelijkse verstrekkingen

  • 2 De hoogte van de in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedoelde wekelijkse toelage bedraagt:

    • a. bij een één- of tweepersoonshuishouden: voor de meerderjarige gerepatrieerde en de alleenstaande minderjarige gerepatrieerde: € 61,– en voor de minderjarige gerepatrieerde: € 53,–;

    • b. bij een driepersoonshuishouden: voor de meerderjarige gerepatrieerde: € 51,– en voor de minderjarige gerepatrieerde: € 45,–;

    • c. bij vier- of meerpersoonhuishouden: voor de meerderjarige gerepatrieerde: € 47,– en voor de minderjarige gerepatrieerde: € 41,–.

    • 3. De verstrekkingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden op een door de Minister te bepalen tijdstip en wijze aan de gerepatrieerde beschikbaar gesteld.

    • 4. De verstrekkingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, en tweede lid, onderdeel a, voor een minderjarige gerepatrieerde, die een kind is van, of verzorgd wordt door één of meer in Nederland verblijvende meerderjarige gerepatrieerden worden uitbetaald aan één van die gerepatrieerden.

Artikel 7. Buitengewone kosten

  • 1 Buitengewone kosten komen slechts voor vergoeding in aanmerking voor zover vooraf door de Minister aan de gerepatrieerde toestemming is verleend voor het maken van deze kosten, met uitzondering van kosten die voortvloeien uit noodsituaties waarin naar redelijkheid geen mogelijkheid bestond tot het verzoeken om toestemming.

  • 2 De toestemming wordt uitsluitend verleend voor zover de kosten noodzakelijk zijn en niet op andere wijze in de betaling kan worden voorzien.

  • 3 Kosten die samenhangen met een door de gerepatrieerde gepleegde onrechtmatige daad, gepleegd misdrijf of begane overtreding zijn in ieder geval geen buitengewone kosten.

Artikel 8. Verzekeringen

  • 2 Het verzekeren tegen de financiële gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel c, houdt in het door de Minister ten behoeve van de gerepatrieerde sluiten van een verzekering voor de wettelijke aansprakelijkheid van de gerepatrieerde jegens een derde voor een som van maximaal € 1.000.000,– per gebeurtenis, alsmede het door de Minister betalen van de daarvoor verschuldigde kosten.

  • 3 Ten behoeve van de in het eerste en tweede lid bedoelde verzekeringen is een mantelovereenkomst afgesloten.

Artikel 9. Terugvordering

Indien blijkt dat een gerepatrieerde in strijd met de waarheid gegevens heeft verstrekt of verzwegen, waardoor hij of anderen ten onrechte, of tot een te hoog bedrag, de verstrekkingen, bedoeld in artikel 2, heeft verkregen, of dit op andere wijze heeft bewerkstelligd, is de Minister bevoegd de waarde van de ten onrechte toegekende verstrekkingen terug te vorderen.

Artikel 10. Mandaat

  • 1 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verleent aan de Raad van Bestuur van de SVB mandaat tot het nemen van:

    • a. besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht ter uitvoering van de artikelen 3, 4, 5, 7, 8 en 9;

    • b. beschikkingen op bezwaarschriften en, het volmacht en machtiging voor het voeren van gerechtelijke procedures en het behandelen van klachten voor zover deze gericht zijn tegen of verband houden met de uitoefening van de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 3, 4, 5, 7, 8 en 9;

    • c. volmacht en machtiging voor het verrichten van andere rechtshandelingen en feitelijke handelingen met betrekking tot besluiten als bedoeld in artikelen 3, 4, 5, 7, 8 en 9.

  • 2 De Raad van bestuur van de SVB is bevoegd voor de in de artikelen 3, 4, 5, 7, 8 en 9 bedoelde aangelegenheden ondermandaat, volmacht en machtiging te verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

  • 3 Het krachtens mandaat en ondermandaat, ondertekenen van besluiten en beschikkingen op bezwaar geschiedt als volgt:

    De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

    namens deze,

    (gevolgd door de handtekening)

    (naam functionaris)

    (functie)

Artikel 11. Rijksbijdrage en verantwoording

  • 1 De lasten van deze regeling voor de SVB worden gefinancierd door een rijksbijdrage aan de SVB.

  • 2 Op de lasten van deze regeling voor de SVB komt in mindering de waarde van de ten onrechte toegekende verstrekkingen, die wordt teruggevorderd op grond van artikel 9.

  • 6 Bij de lasten, zoals genoemd in lid 2 en 5, wordt onderscheid gemaakt tussen de verzekeringen, verstrekkingen en de uitvoeringskosten.

Artikel 12. Inwerkingtreding en beëindiging regeling

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 18 augustus 2021 en vervalt zesentwintig weken na de datum van inwerkingtreding.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de Minister beslissen de regeling binnen de termijn van zesentwintig weken te laten vervallen voor zover de Minister van Buitenlandse Zaken het woonland van de gerepatrieerden veilig heeft verklaard.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan de Minister beslissen de regeling aansluitend aan de termijn van zesentwintig weken te verlengen.

  • 4 De regeling, zoals die voor de datum waarop deze vervalt geldt, blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van deze regeling.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling verstrekkingen gerepatrieerden Afghanistan 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 augustus 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. Koolmees

Naar boven