Regeling kansspelen op afstand

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 29-06-2021 t/m 30-09-2021

Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 21 januari 2021, nr. 3181155, houdende bepalingen ter uitvoering van de Wet kansspelen op afstand (Regeling kansspelen op afstand)

De Minister voor Rechtsbescherming,

Handelende na overleg met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 31e, 31f, 33e, eerste lid, onder b, 33f, vierde lid, en 33g, achtste lid, van de Wet op de kansspelen, 2.1, derde en vierde lid, 3.4, tweede lid, onder c, 4.4, vierde lid, 4.5, derde lid, 4.7, vierde lid, 4.8, zesde lid, 4.9, vierde lid, 4.24, 4.33, 4.39, 4.40, onder a, b en c, 4.41, zesde lid, 4.43, 4.44, eerste lid, 4.51, vijfde lid, 4.53, vierde lid, 5.1, derde lid, 5.2, tweede lid, 5.3, zesde en zevende lid, van het Besluit kansspelen op afstand, 2, achtste lid, 2a, eerste lid, onder b, 4, derde lid, 6, vijfde lid, 7, vijfde lid, 10, 16, 18, vierde lid, 19, derde lid, 20, vijfde en achtste lid, 22, zesde lid, 24, derde lid, 25, tweede lid, van het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, en 9 van het Kansspelenbesluit;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • besluit: het Besluit kansspelen op afstand;

  • controledatabank: controledatabank als bedoeld in artikel 5.3, eerste lid, van het besluit;

  • live casinospelen: casinospelen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van het besluit die in een fysieke omgeving worden georganiseerd met gebruik van een fysieke toevalsgenerator en waar de speler op afstand aan deelneemt;

  • speelsessie: periode vanaf het moment van aanmelding tot en met het moment van afmelding van de speler;

  • weddenschap: weddenschap als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c of d, van het besluit.

Hoofdstuk 2. De vergunning en de vergunninghouder

Artikel 2.1. De vergoeding voor de behandeling van een aanvraag

  • 1 De vergoeding die is verschuldigd voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning bedraagt € 48.000.

  • 2 De vergoeding die is verschuldigd voor de behandeling van een aanvraag tot wijziging van een vergunning bedraagt:

    • a. € 100, voor zover de aanvraag is gericht op de wijziging van de tenaamstelling van de vergunning of de vermelding van gegevens met betrekking tot de vestigingsplaats, de rechtsvorm of andere zakelijke gegevens met betrekking tot de houder van de vergunning, en wordt met € 8.000 vermeerderd, indien hiervoor de betrouwbaarheid overeenkomstig artikel 3.4 van het besluit opnieuw moet worden beoordeeld;

    • b. € 100, voor zover de aanvraag is gericht op de wijziging van ter zake relevante vergunningsvoorschriften met als doel de beperking van het toegestane kansspelaanbod;

    • c. € 8.000, voor zover de aanvraag is gericht op de wijziging van ter zake relevante vergunningvoorschriften met als doel de verruiming dan wel vervanging van het toegestane kansspelaanbod;

    • d. € 8.000, voor zover de aanvraag is gericht op de wijziging van een of meerdere andere onderdelen van de vergunning waarvoor de betrouwbaarheid overeenkomstig artikel 3.4 van het besluit opnieuw moet worden beoordeeld.

Artikel 2.2. De afdracht aan de draf- en rensport

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 2.3. Het verbod op de vergunning van loterijen op afstand

De vergunninghouder organiseert geen kansspel dat naar het oordeel van de raad van bestuur een loterij is. Bij de beoordeling van het kansspel betrekt de raad van bestuur in ieder geval:

  • a. de deelnemers aan het kansspel, alsmede de rol van de vergunninghouder;

  • b. de invloed van de speler op het moment van prijsbepaling;

  • c. de invloed van de speler op het aanvangen van het kansspel;

  • d. de op toeval gebaseerde wijze waarop de aanwijzing van de winnaars plaatsvindt;

  • e. de verhouding tussen de inleg van spelers en de samenstelling van prijzen of premies;

  • f. het moment van vaststelling van de prijzen, premies of het prijzenschema, alsmede de bekendmaking daarvan;

  • g. de uitslag van het kansspel, alsmede de bekendmaking daarvan;

  • h. de periode tussen de aanvang van de uitgifte van loten of deelnamebewijzen en de uitslag van het kansspel, alsmede de bekendmaking daarvan;

  • i. andere criteria die erop kunnen duiden dat het kansspel een loterij is.

Artikel 2.4. Het antecedentenonderzoek

De antecedenten, bedoeld in artikel 3.4, tweede lid, onder c, van het besluit, zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

Hoofdstuk 3. De organisatie van kansspelen op afstand

Afdeling 1. Algemeen

Artikel 3.1. Verboden kansspelvormen

De vergunninghouder organiseert de vergunde kansspelen niet op een wijze die ertoe kan leiden dat een speler meer kan verliezen dan diens inzet.

Artikel 3.2. Eerlijk spelverloop

  • 1 De vergunninghouder treft passende technische en operationele maatregelen om zo veel mogelijk te waarborgen dat de vergunde kansspelen eerlijk verlopen.

  • 2 De vergunninghouder treft in ieder geval passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat spelers tegen zichzelf spelen, samenspannen met andere spelers of anderszins op oneigenlijke wijze de uitkomst van het kansspel beïnvloeden. Hij neemt in ieder geval daartoe strekkende bepalingen op in de spelregels van de vergunde kansspelen.

Artikel 3.2a. Toevalsgeneratoren

  • 1 De vergunninghouder maakt bij het organiseren van casinospelen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van het besluit uitsluitend gebruik van deugdelijke toevalsgeneratoren die niet kunnen worden gemanipuleerd.

  • 2 De uitkomsten van de toevalsgenerator zijn onafhankelijk en staan niet onder invloed van:

    • a. het apparaat dat en de communicatiemiddelen die de speler gebruikt voor deelname aan kansspelen op afstand;

    • b. andere spelen waaraan de speler deelneemt;

    • c. andere onderdelen van het spelsysteem.

  • 3 De toevalsgeneratoren zijn gecertificeerd met betrekking tot de eisen bedoeld in het eerste en tweede lid, en voldoen aan een of meerdere hiervoor ontwikkelde testen.

Artikel 3.3. Spelonderbrekingen

  • 1 De vergunninghouder treft passende maatregelen ter voorkoming van technische storingen en andere incidenten die een normaal verloop van het spel verhinderen.

  • 2 Ingeval van storingen en incidenten als bedoeld in het eerste lid handelt de vergunninghouder op een voor de speler passende en duidelijke wijze en draagt hij er zorg voor dat de speler hiervan geen onevenredige gevolgen ondervindt.

Artikel 3.4. De presentatie

  • 1 De vergunninghouder presenteert de vergunde kansspelen niet onder een naam die misleidend is of anderszins tot misvattingen kan leiden over de aard van die spelen of de wijze waarop daaraan wordt deelgenomen.

  • 2 De vergunde kansspelen zijn audiovisueel en operationeel niet vormgegeven op een wijze die misleidend is of tot misvattingen kan leiden over de aard van die spelen of de wijze waarop daaraan wordt deelgenomen.

Artikel 3.5. De inzet

  • 1 Indien de inzet van de speler wordt aangegeven in een andere eenheid dan geld, draagt de vergunninghouder er zorg voor dat:

    • a. de speler voor aanvang van het spel hierover op passende wijze zo volledig mogelijk wordt geïnformeerd;

    • b. de speler tijdens het spel op passende wijze informatie kan verkrijgen van het equivalent in geld van die andere eenheid.

  • 2 De aanduiding en de waarde van de inzet in een andere eenheid dan geld wordt tijdens de deelname aan het spel niet gewijzigd.

Artikel 3.6. De uitkering van prijzen in natura

De vergunninghouder keert een prijs in natura uitsluitend uit aan de speler die deze prijs heeft gewonnen.

Artikel 3.7. Aanvang van deelname aan een spel

De vergunninghouder treft passende technische en operationele maatregelen die waarborgen dat de deelname aan het spel uitsluitend aanvangt, indien de speler direct daaraan voorafgaand een handeling verricht die uitdrukkelijk gericht is op het starten van deelname aan dat spel.

Artikel 3.8. Casinospelen tegen de vergunninghouder

De vergunninghouder treft bij het organiseren van casinospelen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van het besluit passende technische en operationele maatregelen die waarborgen dat:

  • a. de deelname aan ieder opvolgend spel uitsluitend aanvangt, indien:

    • 1°. de uitkomst van het direct daaraan voorafgaande spel vaststaat; en

    • 2°. de speler direct daaraan voorafgaand een handeling verricht die uitdrukkelijk gericht is op het starten van deelname aan het opvolgende spel;

  • b. een keuze ter beïnvloeding van het spelverloop uitsluitend wordt ingevoerd, indien de speler direct daaraan voorafgaand voldoende gelegenheid is geboden om een handeling te verrichten die erop gericht is een eigen keuze in te voeren.

Artikel 3.9. Casinospelen voor spelers onderling

  • 1 De vergunninghouder treft bij het organiseren van casinospelen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van het besluit passende technische en operationele maatregelen die waarborgen dat een keuze ter beïnvloeding van het spelverloop wordt ingevoerd, indien de speler direct daaraan voorafgaand voldoende gelegenheid is geboden om een handeling te verrichten die erop gericht is een eigen keuze in te voeren.

  • 2 De vergunninghouder treft passende technische en operationele maatregelen die waarborgen dat een keuze ter beïnvloeding van het spelverloop bij het uitblijven van een handeling van de speler als bedoeld in het eerste lid uitsluitend wordt ingevoerd, indien:

    • a. deze keuze de speler redelijkerwijs het minst benadeelt ten opzichte van andere keuzes die kunnen worden ingevoerd; en

    • b. deze keuze de speler niet onredelijk bevoordeelt ten opzichte van andere spelers.

Artikel 3.9a. Live casinospelen

  • 1 De vergunninghouder organiseert live casinospelen uitsluitend indien:

    • a. het eerlijk spelverloop van de live casinospelen te allen tijde is gewaarborgd;

    • b. de speler via een rechtstreekse videoverbinding deelneemt aan die casinospelen;

    • c. de rechtstreekse videoverbinding en, indien toepasselijk, andere communicatieverbindingen en communicatiemiddelen:

      • 1°. voldoende zijn gewaarborgd tegen storingen;

      • 2°. zijn beveiligd tegen onrechtmatige toegang, onrechtmatig gebruik en manipulatie;

    • d. het verloop van de live casinospelen en het speelgedrag van spelers geanalyseerd en geregistreerd wordt aan de hand van videosurveillance en videoverslaglegging;

    • e. de analyse en registratie, bedoeld onder d, in ieder geval gericht is op het herkennen en tegengaan van fraude en misbruik, alsmede risico’s op kansspelverslaving;

    • f. uitsluitend personeel wordt ingezet voor de organisatie van de live casinospelen dat beschikt over hiervoor toereikende kwalificaties en dat hiervoor intern of extern is opgeleid of een training heeft gevolgd;

    • g. hij zich heeft vergewist van de betrouwbaarheid van het personeel, bedoeld onder f.

  • 2 De vergunninghouder treft passende maatregelen om te waarborgen dat de door de raad van bestuur op grond van artikel 34, eerste lid, van de wet of, indien toepasselijk, door instanties als bedoeld in artikel 34m, eerste lid, aangewezen personen onverwijlde toegang kunnen verkrijgen tot de fysieke omgeving waar de live casinospelen worden georganiseerd en de middels videoverslaglegging geregistreerde gegevens.

  • 3 De raad van bestuur kan in verband met het borgen van een eerlijk spelverloop in ieder geval nadere eisen stellen aan de fysieke toevalsgeneratoren en het gebruik daarvan bij de organisatie van live casinospelen.

Afdeling 2. Integriteitsbeleid

§ 1. Algemeen

Artikel 3.10. De beschrijving van het integriteitsbeleid

De vergunninghouder benoemt in het integriteitsbeleid, bedoeld in artikel 4.5, eerste lid, van het besluit:

  • a. de integriteitsrisico’s van de door hem georganiseerde kansspelen op:

    • 1°. witwassen en financiering van terrorisme;

    • 2°. overtreding van sanctieregelingen; en

    • 3°. fraude met en misbruik van de vergunde kansspelen;

  • b. de maatregelen die hij treft ter voorkoming en ter beheersing van de risico’s, bedoeld onder a; en

  • c. de wijze waarop hij de maatregelen, bedoeld onder b, implementeert en de toepassing daarvan borgt.

Artikel 3.11. De inventarisatie, analyse en evaluatie van integriteitsrisico’s

Bij de inventarisatie, analyse en evaluatie van integriteitsrisico’s, bedoeld in artikel 4.5, tweede lid, onder a, van het besluit, betrekt de vergunninghouder in ieder geval:

  • a. de ter zake relevante kenmerken van spelers;

  • b. de betalingstransacties alsmede de door hem toegestane en door spelers gebruikte betaalinstrumenten;

  • c. de geografische locatie van spelers;

  • d. de gedragingen van spelers, waaronder in ieder geval hun speelgedrag.

§ 2. Weddenschappen

Artikel 3.12. Voor weddenschappen vereiste kennis en deskundigheid

De vergunninghouder die weddenschappen organiseert treft passende maatregelen die waarborgen dat de personen die bij het organiseren van die weddenschappen betrokken zijn, voor zover dat relevant is voor de uitoefening van hun taken:

  • a. bekend zijn met de indicatoren die kunnen duiden op risico’s op manipulatie van wedstrijden; en

  • b. bij ongebruikelijke feiten of omstandigheden die duiden op een verhoogd risico van manipulatie van een wedstrijd in staat zijn, naargelang de aard en de ernst van dat risico adequaat te handelen.

Artikel 3.13. Van voorafgaande analyse uitgezonderde wedstrijden

Als wedstrijden en competities, bedoeld in artikel 4.8, zesde lid, van het besluit, zijn aangewezen de wedstrijden en competities die zijn opgenomen in onderdeel 2.1 van bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 3.14. Van weddenschappen uitgesloten wedstrijden en competities

De vergunninghouder organiseert in ieder geval geen weddenschappen op wedstrijden en competities die zijn opgenomen in onderdeel 2.2 van bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 3.15. Van weddenschappen uitgesloten gebeurtenissen

  • 1 Onder een negatieve gebeurtenis als bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, onder d, van het besluit wordt in ieder geval verstaan:

    • a. de oplegging van een disciplinaire maatregel;

    • b. het uitvallen van een deelnemer aan de wedstrijd.

  • 2 Onder een eenvoudig te manipuleren gebeurtenis als bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, onder d, van het besluit wordt in ieder geval verstaan een gebeurtenis waarvan de totstandkoming:

    • a. onder overwegende invloed staat van één deelnemer aan de wedstrijd; en

    • b. geen overwegende invloed heeft op het verloop of de uitslag van de wedstrijd.

  • 3 De vergunninghouder organiseert in ieder geval geen weddenschappen op de gebeurtenissen die zijn opgenomen in onderdeel 2.3 van bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 3.15a. Uitzondering meldplicht matchfixing

De meldplicht, bedoeld in artikel 4.8, vierde lid, van het besluit, is niet van toepassing op voorgenomen of verrichte ongebruikelijke transacties die op grond van artikel 16, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme worden gemeld aan de Financiële inlichtingen eenheid, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van die wet.

Afdeling 3. Toegang tot de vergunde kansspelen en speeltegoeden

Artikel 3.16. De aanmelding

De vergunninghouder treft passende maatregelen ter voorkoming van fraude en nadelige gevolgen voor de speler bij een redelijk vermoeden van misbruik van de identificatiemiddelen of bij afwijkingen in de gebruikelijke wijze van aanmelden. Hij informeert de speler onverwijld hierover.

Artikel 3.17. Van deelname uit te sluiten personen

De vergunninghouder treft passende maatregelen om van deelname aan de door hem georganiseerde kansspelen uit te sluiten personen als bedoeld in artikel 4.6 van het besluit en andere personen die bij het organiseren van die kansspelen zijn betrokken.

Artikel 3.18. De duur van onvrijwillige schorsing

De vergunninghouder schorst de mogelijkheid tot deelname aan de vergunde kansspelen maximaal zes maanden in de gevallen, bedoeld in artikel 4.19, eerste lid, onder b en c, van het besluit.

Artikel 3.19. Het beheer en de afscheiding van speeltegoeden

  • 1 De stichting die voor een of meerdere vergunninghouders werkzaam is ter zake van het tijdelijke beheer en de afscheiding van spelerstegoeden als bedoeld in artikel 31l, tweede lid, onder b, van de wet voldoet aan de volgende vereisten:

    • a. de stichting heeft een bestuur dat bestaat uit natuurlijke personen en een raad van toezicht die bestaat uit een oneven aantal natuurlijke personen van ten minste drie leden;

    • b. de betrouwbaarheid van de leden van het bestuur en van de leden van de raad van toezicht staat buiten twijfel;

    • c. de leden van het bestuur, de leden van de raad van toezicht en het personeel van de stichting werken niet onder de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder met wie de stichting een overeenkomst tot het tijdelijke beheer van spelerstegoeden heeft gesloten en voeren hun taken uit onafhankelijk van die vergunninghouder;

    • d. de stichting scheidt de door haar beheerde spelerstegoeden te allen tijde af van ander vermogen;

    • e. de stichting houdt de door haar beheerde spelerstegoeden aan op een of meer rekeningen die uitsluitend tot haar beschikking staan en uitsluitend door haar worden beheerd;

    • f. de stichting houdt op de rekening of rekeningen, bedoeld onder e, uitsluitend spelerstegoeden aan;

    • g. de stichting die werkzaam is voor meerdere vergunninghouders, houdt voor iedere vergunninghouder een andere of meerdere andere rekeningen aan;

    • h. de stichting wendt de saldi op de rekening of rekeningen uitsluitend aan voor het verrichten van betalingstransacties overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de wet;

    • i. de stichting treft passende maatregelen tegen onrechtmatige transacties met de saldi op de rekening of rekeningen;

    • j. de stichting treft passende maatregelen om de saldi op de rekening of rekeningen bij ontbinding van de stichting of bij beëindiging van de overeenkomst met de vergunninghouder uit te keren of uit te doen keren aan de rechthebbenden; en

    • k. de stichting verstrekt de raad van bestuur desgevraagd alle inlichtingen die deze voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft.

  • 2 De raad van toezicht is in ieder geval belast met:

    • a. het benoemen, schorsen en ontslaan van de leden van het bestuur;

    • b. het ontslaan van leden van de raad van toezicht en het benoemen van nieuwe leden;

    • c. het toezien op de rechtmatige uitvoering van werkzaamheden en de rechtmatige uitoefening van bevoegdheden door het bestuur;

    • d. het toezien op rechtmatig beheer en afscheiding van spelerstegoeden;

    • e. het toezien op de naleving van wettelijke verplichtingen door het bestuur.

  • 3 De raad van toezicht stelt een profielschets op voor de benoeming van nieuwe leden in het bestuur en een profielschets voor de benoeming van nieuwe leden in de raad van toezicht, en verstrekt deze onverwijld aan het bestuur. De raad van toezicht benoemt uitsluitend leden die voldoen aan die profielschets.

  • 4 De vergunninghouder die ter uitvoering van artikel 31l, tweede lid, onder b, van de wet gebruik maakt van een stichting als bedoeld in het eerste lid:

    • a. vergewist zich van de betrouwbaarheid van de leden van het bestuur en van de raad van toezicht van die stichting;

    • b. bedingt contractueel van de stichting dat die stichting bij de uitvoering van haar werkzaamheden de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften naleeft en haar werkzaamheden zodanig uitvoert dat het toezicht op de naleving van die voorschriften niet wordt belemmerd;

    • c. bedingt contractueel van de stichting dat die stichting aan de rechthebbende onverwijld de bedragen betaalt die de rechthebbende toekomen nadat het verzoek daartoe door die rechthebbende of namens die rechthebbende is gedaan;

    • d. bedingt contractueel van de stichting dat het bestuur van die stichting niet bevoegd is tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, noch tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt;

    • e. heeft te allen tijde jegens de stichting uitsluitend aanspraak op betaling van gelden die voor hem zijn bestemd;

    • f. draagt er zorg voor dat hij te allen tijde verantwoording kan afleggen over de wijze waarop de stichting de speelrekeningen van de bij hem ingeschreven spelers beheert en te allen tijde de actuele statuten van die stichting en de door hem met die stichting gesloten overeenkomst kan overleggen.

Afdeling 4. Consumentenbvescherming

§ 1. De klantendienst en de afhandeling van klachten

Artikel 3.20. De klantendienst

  • 1 De vergunninghouder treft passende maatregelen die waarborgen dat de klantendienst ondersteuning biedt bij het verkrijgen van informatie over de vergunde kansspelen zonder hiervoor kosten in rekening te brengen.

  • 2 De vergunninghouder treft passende maatregelen die waarborgen dat:

    • a. de klantendienst klachten registreert en klachten aan de klantendienst kunnen worden gericht;

    • b. de klantendienst interne en externe signalen die wijzen op onmatige deelname of risico’s op kansspelverslaving herkent en registreert.

Artikel 3.21. De registratie van klachten

  • 1 De vergunninghouder registreert klachten van spelers binnen 72 uur na de ontvangst daarvan. Daarbij registreert de vergunninghouder in ieder geval:

    • a. de contactgegevens van de klager;

    • b. de datum van ontvangst van de klacht;

    • c. het onderwerp en de inhoud van de klacht.

  • 2 De vergunninghouder registreert de afhandeling van een klacht binnen 72 uur na bedoelde afhandeling. Daarbij registreert de vergunninghouder in ieder geval:

    • a. binnen welke termijn de klacht is afgehandeld;

    • b. op welke wijze de klacht is afgehandeld;

    • c. de uitkomst van de klachtbehandeling.

Artikel 3.22. De behandeling van klachten

  • 1 De vergunninghouder bevestigt de ontvangst van een klacht uiterlijk binnen 72 uur na de ontvangst van de klacht aan de klager.

  • 2 De vergunninghouder is niet verplicht een klacht te behandelen, indien zij betrekking heeft op een gedraging waarover de klager eerder een klacht heeft ingediend en die met inachtneming van de procedure, bedoeld in artikel 4.37, eerste lid, van het besluit is afgehandeld.

  • 3 Indien de vergunninghouder een klacht niet in behandeling neemt, stelt hij de klager hiervan uiterlijk binnen een week na ontvangst van de klacht op de hoogte.

§ 2. Informatieverplichtingen

Artikel 3.23. Informatie over het spelersprofiel

De vergunninghouder biedt bij iedere gelegenheid om het spelersprofiel in te vullen of te wijzigen in ieder geval toegang tot duidelijke en begrijpelijke informatie over:

  • a. de werking van het spelersprofiel;

  • b. de wijze waarop het spelersprofiel zo effectief mogelijk kan worden ingevuld of gewijzigd ter voorkoming van onmatige deelname of risico’s op kansspelverslaving;

  • c. welke gegevens uit het spelersprofiel worden verwerkt en met welk doel.

Artikel 3.24. Informatie over de vergunde kansspelen

De vergunninghouder biedt op de kansspelinterface en het beginscherm van de spelersinterface in ieder geval toegang tot duidelijke en begrijpelijke informatie over:

  • a. de mogelijke uitkomsten van het kansspel en de daaraan gekoppelde prijzen of premies;

  • b. de mogelijkheden die de speler heeft om invloed uit te oefenen op het verloop van het kansspel;

  • c. de wijze waarop de hoogte of de omvang van de te winnen prijzen of premies door verloop van het kansspel wordt bepaald, indien deze hoogte of omvang voorafgaand aan deelname aan het kansspel niet is bepaald.

Artikel 3.25. Informatie over jackpots

De vergunninghouder die kansspelen met een jackpot organiseert biedt op de kansspelinterface en het beginscherm van de spelersinterface toegang tot duidelijke en begrijpelijke informatie over in ieder geval:

  • a. de actuele hoogte van de jackpot;

  • b. de voorwaarden voor uitkering van de jackpot;

  • c. het wel of niet verwerken van de jackpot in het uitbetalingspercentage, bedoeld in artikel 4.34, eerste lid, onder d, van het besluit.

Artikel 3.26. Informatie over weddenschappen

  • 1 De vergunninghouder biedt voor de aanvang van een weddenschap toegang tot duidelijke en begrijpelijke informatie over:

    • a. de wijze waarop de vergunninghouder handelt bij vermoedens van manipulatie van de wedstrijd waarop hij de weddenschap aanbiedt;

    • b. de procedure waarop spelers op voor elkaar anonieme wijze worden gekoppeld.

  • 2 De vergunninghouder draagt er zorg voor dat quoteringen bij weddenschappen:

    • a. bekend worden gemaakt voor de aanvang van de weddenschap; en

    • b. de speler voldoende inzicht bieden welke prijs hij kan winnen met welke inzet.

Afdeling 5. Het spelsysteem

Artikel 3.27. Kwaliteitsmanagement, informatiebeveiliging en ICT-beheer

  • 1 Het kwaliteitsmanagementsysteem van de vergunninghouder, bedoeld in artikel 4.40, onder a, van het besluit, voldoet ten minste aan de vereisten genoemd in onderdeel 3.1 van bijlage 3 bij deze regeling.

  • 2 Het informatiebeveiligingssysteem van de vergunninghouder, bedoeld in artikel 4.40, onder b, van het besluit, voldoet ten minste aan de vereisten genoemd in onderdeel 3.2 van bijlage 3 bij deze regeling.

  • 3 Het systeem voor het beheer van de informatietechnologie en- communicatienetwerken van de vergunninghouder, bedoeld in artikel 4.40, onder c, van het besluit, voldoet ten minste aan de vereisten genoemd in onderdeel 3.3 van bijlage 3 bij deze regeling.

Artikel 3.28. Het risiconiveau van onderdelen van het spelsysteem

  • 1 De vergunninghouder beoordeelt het risiconiveau, bedoeld in artikel 4.41, tweede lid, onder a, subonderdeel 2°, van het besluit, van ieder onderdeel van het spelsysteem in ieder geval op de volgende controleaspecten:

    • a. exclusiviteit;

    • b. integriteit;

    • c. eerlijkheid;

    • d. veiligheid;

    • e. beschikbaarheid;

    • f. controleerbaarheid.

  • 2 De vergunninghouder hanteert een van de volgende toepasselijke categorieën voor de classificatie van het risiconiveau van ieder onderdeel van het spelsysteem als bedoeld in artikel 4.41, derde lid, van het besluit:

    • a. niet-kritiek;

    • b. enigszins kritiek;

    • c. kritiek.

Afdeling 6. De keuring van het spelsysteem

Artikel 3.29. De accreditatienormen voor keuringsinstellingen

  • 1 Een keuringsinstelling kan overeenkomstig artikel 4.44, eerste lid, van het besluit worden aangewezen, indien zij is geaccrediteerd voor het verrichten van werkzaamheden zoals opgenomen in het schema tot conformiteitsbeoordeling, bedoeld in artikel 4.53, eerste lid, onder a, van het besluit, tegen:

    • a. NEN-EN-ISO/IEC 17020, voor zover die werkzaamheden in dat schema zijn aangemerkt als inspectiewerkzaamheden;

    • b. NEN-EN-ISO/IEC 17021-1, voor zover die werkzaamheden in dat schema zijn aangemerkt als certificeringswerkzaamheden met betrekking tot managementsystemen;

    • c. NEN-EN-ISO/IEC 17025, voor zover die werkzaamheden in dat schema zijn aangemerkt als laboratorium- of testwerkzaamheden;

    • d. NEN-EN-ISO/IEC 17065, voor zover die werkzaamheden in dat schema zijn aangemerkt als certificeringswerkzaamheden voor producten, processen of diensten.

  • 2 De aanwijzing als keuringsinstelling vermeldt de onderdelen van het spelsysteem die de aangewezen keuringsinstelling op grond van die aanwijzing kan keuren.

Artikel 3.30. De eigen keuring van niet-kritieke spelsysteemonderdelen

De vergunninghouder draagt er zorg voor dat de werkzaamheden bij een eigen keuring als bedoeld in artikel 4.51, tweede lid, onder a, van het besluit:

  • a. door een dienst of afdeling worden uitgevoerd die vaktechnisch voldoende onafhankelijk is;

  • b. door daartoe gekwalificeerd personeel met voldoende kennis en ervaring op het gebied van het keuren van spelsystemen worden uitgevoerd;

  • c. op betrouwbare en reproduceerbare wijze worden uitgevoerd en gedocumenteerd;

  • d. op basis van dezelfde eenduidige vaktechnische richtlijnen als die gelden voor een aangewezen keuringsinstelling worden uitgevoerd;

  • e. voorafgaand aan de operationalisering van het gewijzigde onderdeel van het spelsysteem worden uitgevoerd.

Artikel 3.31. De resultaten van eerdere keuringen

  • 1 De aangewezen keuringsinstelling betrekt de resultaten van een eerdere keuring van het spelsysteem of een onderdeel daarvan, bij diens keuring van het spelsysteem of een onderdeel daarvan uitsluitend indien:

    • a. die eerdere keuring is uitgevoerd door een keuringsinstelling die is geaccrediteerd tegen een voor die keuringswerkzaamheden toepasselijke geharmoniseerde norm als bedoeld in artikel 3.29, eerste lid; en

    • b. de eisen met betrekking tot de uitvoering van de eerdere keuring naar het oordeel van de aangewezen keuringsinstelling voldoende overeenkomen met de bij of krachtens de wet aan dat spelsysteem of dat onderdeel gestelde eisen.

  • 2 Bij toepassing van het eerste lid verricht de aangewezen keuringsinstelling zo nodig aanvullende keuringswerkzaamheden.

Artikel 3.32. De keuringsrapporten van eigen keuringen

Het keuringsrapport van iedere eigen keuring als bedoeld in artikel 4.51, tweede lid, onder a, van het besluit is voldoende actueel en bevat in ieder geval:

  • a. een toereikende aanduiding van die onderdelen van het spelsysteem die aan de keuring zijn onderworpen;

  • b. de resultaten van de keuring en een toereikende onderbouwing daarvan;

  • c. de classificatie van iedere geconstateerde tekortkoming in het gekeurde spelsysteem of onderdeel daarvan naar het risico dat die tekortkoming vormt voor de verantwoorde, betrouwbare en controleerbare organisatie van de vergunde kansspelen;

  • d. een verantwoording van de bij de keuring gehanteerde methoden, technieken en principes;

  • e. een verantwoording van de deskundigheid en ervaring van de personen die de keuring hebben uitgevoerd.

Hoofdstuk 4. Toezicht en handhaving

Afdeling 1. Registratieverplichtingen

Artikel 4.1. De gegevens over inschrijvingen

De vergunninghouder registreert met betrekking tot de inschrijving van iedere persoon, voor zover van toepassing, ten minste:

  • a. de gegevens, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit, en iedere wijziging van deze gegevens;

  • b. de datum en het tijdstip van de inschrijving, dan wel de weigering daarvan en de reden voor weigering;

  • c. of verscherpt cliëntenonderzoek heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, en de feiten die hebben geleid tot dat onderzoek;

  • d. de datum, tijdstip en methode van verificatie van de identiteit van de speler overeenkomstig artikel 4.16, tweede lid, van het besluit;

  • e. de datum en het tijdstip van iedere door de vergunninghouder opgelegde schorsing van de mogelijkheid tot deelname en de reden voor schorsing;

  • f. de datum en het tijdstip van de beëindiging van de inschrijving van de speler en de reden voor beëindiging.

Artikel 4.2. De gegevens over gespeelde kansspelen

De vergunninghouder registreert met betrekking tot iedere speler, voor zover van toepassing, ten minste de volgende gegevens per kansspel waaraan de speler deelneemt:

  • a. een zodanig unieke aanduiding van het kansspel dat dit kansspel te onderscheiden is van andere kansspelen waaraan de speler deelneemt;

  • b. de namen, voornamen en de unieke aanduiding, bedoeld in artikel 5.3, tweede lid, onder a, van het besluit, van iedere speler die aan het kansspel deelneemt;

  • c. het totale bedrag dat iedere speler heeft ingezet;

  • d. het totale bedrag dat, dan wel een opsomming van de prijzen in natura die iedere speler bij afloop van het kansspel heeft gewonnen;

  • e. het totale bedrag dat de speler bij wijze van vergoeding aan de vergunninghouder verschuldigd is voor het geven van gelegenheid tot deelname aan dat kansspel.

Artikel 4.3. De gegevens over speelsessies

De vergunninghouder registreert met betrekking tot iedere speler ten minste de volgende gegevens per speelsessie van de speler:

  • a. een zodanig unieke aanduiding van de speelsessie dat deze speelsessie te onderscheiden is van andere speelsessies;

  • b. de datum en het tijdstip van aanvang van de speelsessie;

  • c. de duur van de speelsessie.

Artikel 4.4. De gegevens over gespeelde speelrondes

De vergunninghouder registreert met betrekking tot iedere speler, voor zover van toepassing, ten minste de volgende gegevens per speelronde van ieder kansspel waaraan de speler deelneemt:

  • a. de datum en het tijdstip van aanvang van de speelronde;

  • b. de datum en het tijdstip van het einde van de speelronde;

  • c. de datum en het tijdstip van de inzetten in de speelronde;

  • d. de hoogte van de inzetten in de speelronde uitgedrukt in bedragen;

  • e. de uitkomst van de speelronde, alsmede de feiten op basis waarvan de uitkomst van de speelronde definitief is vastgesteld;

  • f. de hoogte van de speelwinst uitgedrukt in bedragen en een omschrijving van de prijs in natura die een speler tijdens een speelronde heeft gewonnen;

  • g. het bedrag dat de speler bij wijze van vergoeding verschuldigd is aan de vergunninghouder voor het geven van gelegenheid tot deelname aan het kansspel in een speelronde.

Artikel 4.5. De gegevens over spelonderbrekingen

De vergunninghouder registreert met betrekking tot iedere onderbreking als bedoeld in artikel 3.3 ten minste:

  • a. de oorzaak van de onderbreking;

  • b. de maatregelen die de vergunninghouder heeft getroffen naar aanleiding van de onderbreking.

Artikel 4.6. De gegevens over de werkzaamheden van vertegenwoordigers

De vergunninghouder registreert met betrekking tot de werkzaamheden van vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, van het besluit, ten minste:

  • a. de datum, de plaats en de gegevens van de organisator van ieder overleg als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, onderdeel a, van het besluit waaraan de vertegenwoordiger heeft deelgenomen;

  • b. de zakelijke weergave van elk overleg in de vorm van een schriftelijk verslag;

  • c. de zakelijke weergave van elke afspraak die de vertegenwoordiger namens de vergunninghouder maakt;

  • d. iedere wijziging die wordt doorgevoerd in het verslavingspreventiebeleid vanwege inzichten die door tussenkomst van de vertegenwoordiger zijn verkregen, alsmede gegevens met betrekking tot de uitvoering daarvan.

Artikel 4.7. De gegevens over vermoedelijke integriteitsinbreuken

De vergunninghouder registreert met betrekking tot iedere vermoedelijke integriteitsinbreuk, voor zover van toepassing, ten minste de volgende gegevens:

  • a. de datum en het tijdstip waarop de vermoedelijke integriteitsinbreuk is gesignaleerd;

  • b. de aard van de vermoedelijke integriteitsinbreuk;

  • c. de gegevens van de personen die betrokken zijn bij de vermoedelijke integriteitsinbreuk;

  • d. de feiten en omstandigheden die hebben geleid tot de signalering van de vermoedelijke integriteitsinbreuk;

  • e. de beslissing van de vergunninghouder om wel of geen onderzoek te verrichten naar de vermoedelijke integriteitsinbreuk;

  • f. de overwegingen van de vergunninghouder om geen onderzoek te verrichten naar de vermoedelijke integriteitsinbreuk, indien hij als zodanig beslist.

Artikel 4.8. De gegevens over integriteitsonderzoeken

  • 1 De vergunninghouder registreert de status en, indien mogelijk, de uitkomst van ieder onderzoek naar een vermoedelijke integriteitsinbreuk op zodanige wijze dat daaruit blijkt of:

    • a. verder onderzoek nodig is;

    • b. het vermoeden van een integriteitsinbreuk als ongegrond wordt beoordeeld, of

    • c. het vermoeden van een integriteitsinbreuk als gegrond wordt beoordeeld.

  • 2 Indien het vermoeden van een integriteitsinbreuk als gegrond wordt beoordeeld, registreert de vergunninghouder voorts welke maatregelen hierop zijn getroffen.

Artikel 4.9. De gegevens over betrouwbaarheidsbeoordelingen

De vergunninghouder registreert met betrekking tot de beoordeling, bedoeld in artikel 4.6 van het besluit, ten minste:

  • a. de ter zake relevante gegevens van de personen waarvan de vergunninghouder de betrouwbaarheid op grond van artikel 4.6 van het besluit heeft beoordeeld;

  • b. de procedures die de vergunninghouder heeft gevolgd om de betrouwbaarheid te beoordelen.

Artikel 4.10. De gegevens over de integriteit van de sport en weddenschappen

De vergunninghouder registreert met betrekking tot ieder risico dat overeenkomstig artikel 4.8, eerste en derde lid, van het besluit is onderkend:

  • a. de datum en het tijdstip waarop het risico is onderkend;

  • b. de aanduiding van de wedstrijd waar het risico betrekking op heeft;

  • c. de gegevens die ten grondslag liggen aan de analyse van het risico en de aard van dat risico;

  • d. de gevolgde procedure na het onderkennen van het risico.

Artikel 4.11. De gegevens over betalingstransacties

  • 1 De vergunninghouder registreert, voor zover van toepassing, met betrekking tot iedere transactie van of naar een speelrekening ten minste de volgende gegevens:

    • a. de identiteit van de speler wiens speelrekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd;

    • b. de datum en het tijdstip van de transactie;

    • c. het bedrag dat bij de transactie is gedebiteerd of gecrediteerd;

    • d. de aard van de transactie;

    • e. de aard van het betaalinstrument dat voor de transactie is gebruikt;

    • f. het rekeningnummer of een andere unieke aanduiding van de betaalrekening die bij de transactie is gedebiteerd of gecrediteerd;

    • g. het rekeningnummer of een andere unieke aanduiding van het betaalinstrument dat voor de transactie is gebruikt.

  • 2 Onverminderd artikel 5.3, tweede lid, van het besluit neemt de vergunninghouder de volgende gegevens, voor zover van toepassing, per speelrekening op in de controledatabank:

    • a. ieder bedrag dat overeenkomstig artikel 4.29, derde lid, van het besluit, niet ten gunste van de tegenrekening is gedebiteerd, omdat de betrouwbare, verantwoorde en controleerbare organisatie van de vergunde kansspelen zich daartegen verzet, onder vermelding van de redenen om tot dit oordeel te komen;

    • b. de datum en het tijdstip van ieder verzoek tot creditering van de speelrekening dat de vergunninghouder heeft geweigerd vanwege het gebruik van een betaalinstrument dat niet voldoet aan artikel 4.25, tweede lid, aanhef en onder a, van het besluit, onder vermelding van deze weigeringsgrond.

Artikel 4.12. Het moment van registratie

  • 1 De vergunninghouder registreert de gegevens, bedoeld in artikel 4.5, tweede lid, onder b, van het besluit, en de gegevens, bedoeld in deze afdeling, op het moment waarop deze gegevens worden gegenereerd of, indien dit niet mogelijk is, onverwijld na dat moment.

  • 2 De vergunninghouder neemt de gegevens, bedoeld in artikel 5.3, tweede lid, van het besluit, en in artikel 4.11, tweede lid, van deze regeling in onbewerkte vorm op in de controledatabank op het moment waarop deze gegevens worden gegenereerd of, indien dit niet mogelijk is, onverwijld na dat moment.

Artikel 4.13. De termijnen voor het bewaren en aanhouden van gegevens

  • 1 De vergunninghouder bewaart de gegevens die hij opneemt in zijn administratie ter uitvoering van deze afdeling en artikel 4.4 van het besluit met uitzondering van persoonsgegevens van spelers voor de duur van drie jaar, gerekend vanaf het moment van registratie daarvan, tenzij uit een wettelijk voorschrift anders voortvloeit.

  • 2 In afwijking van het eerste lid bewaart de vergunninghouder de spelersprofielen, de daarin opgenomen persoonsgegevens van spelers, alsmede andere persoonsgegevens die hij van spelers registreert ter uitvoering van deze afdeling en artikel 4.4 van het besluit en vernietigt hij deze na afloop van drie jaar, gerekend vanaf het moment van beëindiging van de inschrijving van de speler, tenzij uit een wettelijk voorschrift anders voortvloeit.

  • 4 Onverminderd de voorgaande leden houdt de vergunninghouder de gegevens die hij opneemt in de controledatabank ter uitvoering van deze afdeling en artikel 5.3, tweede lid, van het besluit voor de duur van twaalf maanden in de controledatabank.

Afdeling 2. Rapportageverplichtingen

Artikel 4.14. Informatie over het integriteitsbeleid

De vergunninghouder neemt in de rapportage, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van het besluit, in ieder geval de volgende gegevens op:

  • a. met betrekking tot integriteitsinbreuken:

    • 1°. het totaal aantal vermoedelijke integriteitsinbreuken;

    • 2°. het totaal aantal onderzoeken dat is verricht naar aanleiding van vermoedelijke integriteitsinbreuken onderverdeeld naar status of uitkomst als bedoeld in artikel 4.7 van deze regeling;

    • 3°. het totaal aantal overeenkomstig artikel 4.19, eerste lid, aanhef en onder b, van het besluit uitgevoerde schorsingen naar aanleiding van vermoedelijke integriteitsinbreuken onderverdeeld naar de aard van deze inbreuken en de daarop getroffen maatregelen;

  • b. met betrekking tot de integriteit van weddenschappen:

    • 1°. het totaal aantal overeenkomstig artikel 4.8, derde lid, van het besluit onderkende risico’s;

    • 2°. het totaal aantal overeenkomstig artikel 4.8, vierde lid, van het besluit gedane meldingen.

Artikel 4.15. Informatie over inschrijvingen van spelers

De vergunninghouder neemt in de rapportage, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van het besluit, in ieder geval de volgende gegevens op:

  • a. het aantal spelers dat overeenkomstig afdeling 3 van hoofdstuk 4 van het besluit bij hem is ingeschreven;

  • b. het aantal spelers ten aanzien waarvan overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme een verscherpt cliëntenonderzoek is verricht;

  • c. het aantal spelers van wie de inschrijving op grond van artikel 4.13, eerste respectievelijk tweede lid, van het besluit, is geweigerd;

  • d. het aantal spelers waarvan de inschrijving overeenkomstig artikel 4.17 van het besluit is beëindigd;

  • e. het aantal spelers dat overeenkomstig artikel 4.19, eerste lid, aanhef en onder c, van het besluit is geschorst.

Artikel 4.16. Informatie over betalingstransacties

De vergunninghouder neemt in de rapportage, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder c, van het besluit, in ieder geval het aantal keer op dat de vergunninghouder de speelrekening van een speler niet overeenkomstig artikel 4.27, eerste lid, aanhef en onder a, van het besluit heeft gecrediteerd, omdat de geldmiddelen afkomstig zijn van een tegenrekening of een andere betaalrekening die niet ondubbelzinnig tot de persoon van de speler is te herleiden.

Artikel 4.17. Informatie over consumentenbescherming

De vergunninghouder neemt in de rapportage, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder d, van het besluit, in ieder geval het aantal klachten op:

  • a. dat de vergunninghouder heeft ontvangen, onderverdeeld naar onderwerp van de klacht;

  • b. dat de vergunninghouder in behandeling heeft, onderverdeeld naar onderwerp van de klacht;

  • c. dat de vergunninghouder heeft afgehandeld, onderverdeeld naar onderwerp van de klacht met vermelding van de uitkomst van de klachtafhandeling.

Artikel 4.18. Frequentie en wijze van rapporteren

  • 1 De vergunninghouder stelt de rapportages, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van het besluit, op en zendt deze jaarlijks aan de raad van bestuur overeenkomstig door de raad te stellen regels. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de vorm waarin en de wijze waarop wordt gerapporteerd.

  • 2 De raad van bestuur kan in afwijking van het eerste lid bepalen dat een vergunninghouder of de vergunninghouders vaker dan eenmaal per jaar rapporteren. De raad van bestuur geeft in dat geval aan over welke onderwerpen, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van het besluit, moet worden gerapporteerd.

Afdeling 3. De controledatabank

Artikel 4.19. De integriteit van de gegevens in de controledatabank

De vergunninghouder treft passende technische en operationele maatregelen die waarborgen dat:

  • a. gegevens uitsluitend in de controledatabank worden opgenomen onder vermelding van de datum en het tijdstip van opneming van die gegevens;

  • b. gegevens na opneming in de controledatabank uitsluitend worden gewijzigd onder vermelding van de datum en het tijdstip van wijziging van die gegevens met behoud van de oorspronkelijke gegevens;

  • c. gegevens na opneming in de controledatabank in ieder geval niet worden verwijderd in strijd met artikel 4.13, vierde lid;

  • d. personen uitsluitend in de controledatabank gegevens kunnen opnemen, wijzigen of verwijderen, indien:

    • 1°. die personen daartoe uitdrukkelijk geautoriseerd zijn door de vergunninghouder;

    • 2°. die handelingen voor de uitoefening van de taken van die personen noodzakelijk zijn; en

    • 3°. die handelingen op indirecte wijze naar de betrokken persoon zijn te herleiden.

  • e. de ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 5.3, derde lid, van het besluit, gegevens uit de controledatabank kunnen kopiëren en geen gegevens in de controledatabank kunnen opnemen, wijzigen of verwijderen;

  • f. de ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 5.3, derde lid, onder b en c, van het besluit, uitsluitend toegang hebben tot:

    • 1°. de gegevens, bedoeld in artikel 5.3, tweede lid, onder a, d en e, van het besluit;

    • 2°. de gegevens, bedoeld in artikel 4.11, tweede lid, van deze regeling.

Artikel 4.20. Afscheiding en fysieke plaatsing van de controledatabank

De vergunninghouder plaatst de controledatabank niet in een woning of een andere ruimte waartoe de ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34 van de wet, geen onverwijlde, fysieke toegang tot kunnen verkrijgen.

Artikel 4.21. Nader te stellen regels inzake de controledatabank

De vergunninghouder draagt er zorg voor de dat de controledatabank voldoet aan de technische en operationele voorschriften die de raad van bestuur na overleg met de directeur-generaal van de Belastingdienst stelt. Die voorschriften hebben in ieder geval betrekking op de wijze waarop:

  • a. de controledatabank wordt ingericht en beveiligd;

  • b. gegevens worden opgeslagen in de controledatabank;

  • c. elektronische toegang wordt geboden tot de controledatabank;

  • d. de procedures bij storingen van de controledatabank;

  • e. reservebestanden of kopieën worden aangehouden van gegevens in de controledatabank;

  • f. de controledatabank wordt afgescheiden van de overige elektronische middelen van het spelsysteem.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 6.1. Tijdelijke ontheffing inzake keuringen

  • 2 De keuringsinstellingen, bedoeld in het eerste lid, voldoen in ieder geval aan de volgende vereisten:

    • a. de keuringsinstelling is overeenkomstig artikel 3.29, eerste lid, geaccrediteerd tegen een of meerdere in dat artikel bedoelde accreditatienormen voor het verrichten van keuringen ten aanzien van de organisatie van kansspelen op afstand in ten minste twee lidstaten;

    • b. de accreditaties, bedoeld in onderdeel a, zijn afgegeven door een accreditatie-instantie die volwaardig lid is van de International Laboratory Accreditation Cooperation of het International Accreditation Forum;

    • c. de keuringsresultaten en keuringsrapporten van de keuringsinstelling worden geaccepteerd door de ter zake van kansspelen bevoegde autoriteiten in de lidstaten, bedoeld in onderdeel a; en

    • d. de keuringsinstellingen hebben ten minste drie jaar ervaring met het onder accreditatie verrichten van keuringen in de lidstaten, bedoeld in onderdeel a.

  • 3 Het bepaalde bij en krachtens hoofdstuk 4, afdeling 7, van het besluit met uitzondering van de artikelen 4.44 en 4.45, is van overeenkomstige toepassing op keuringsinstellingen als bedoeld in eerste lid.

Artikel 6.2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met uitzondering van artikel 2.2 in werking op 1 april 2021.

Artikel 6.3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kansspelen op afstand.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming,

S. Dekker

Bijlage 1. behorend bij artikel 2.4 van de Regeling kansspelen op afstand

Onderdeel 1.1. Strafrechtelijke antecedenten

Onverminderd artikel 3.4, tweede lid, aanhef en onder d, van het besluit neemt de raad van bestuur bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de vergunninghouder, van de personen die diens beleid bepalen of mede bepalen, van diens uiteindelijke belanghebbenden en van diens middellijke en onmiddellijke vermogensverschaffers, in aanmerking of betrokkene in Nederland of in het buitenland ter zake van de in onderdeel 1.2 bedoelde strafbare feiten:

Onderdeel 1.2. Strafbare feiten

Poging tot, voorbereiding van, doen plegen van, uitlokking van, mislukte uitlokking van, medeplegen van, medeplichtigheid aan of plegen van:

Onderdeel 1.3. Buitenlandse strafrechtelijke antecedenten

Onder veroordelingen als bedoeld in onderdeel 1.1, onder a, worden tevens verstaan veroordelingen in het buitenland ter zake van strafbare feiten die met de in onderdeel 1.2 bedoelde strafbare feiten vergelijkbaar zijn.

Onder strafbeschikkingen als bedoeld in onderdeel 1.1, onder b, worden tevens verstaan daarmee vergelijkbare buitengerechtelijke afdoeningen door een daartoe bevoegde autoriteit in het buitenland ter zake van de hiervoor bedoelde vergelijkbare strafbare feiten.

Onder transacties als bedoeld in onderdeel 1.1, onder c, worden tevens verstaan daarmee vergelijkbare overeenkomsten met de daartoe bevoegde autoriteit in het buitenland met betrekking tot niet-vervolging ter zake van de hiervoor bedoelde vergelijkbare strafbare feiten.

Onder geen vervolging of geen verdere vervolging al dan niet onder voorwaarden, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging als bedoeld in onderdeel 1.1, onder d, worden tevens verstaan daarmee vergelijkbare uitspraken en maatregelen door een daartoe bevoegde autoriteit in het buitenland ter zake van de hiervoor bedoelde vergelijkbare strafbare feiten.

Onder gerechtelijke of strafvorderlijke documenten, processen-verbaal of rapporten als bedoeld in onderdeel 1.1, onder e, worden tevens verstaan daarmee vergelijkbare documenten met gelijke bewijskracht, opgemaakt door tot de berechting, vervolging of opsporing van strafbare feiten bevoegde personen in het buitenland ter zake van de hiervoor bedoelde vergelijkbare strafbare feiten.

Bijlage 2. behorend bij de artikelen 3.13, 3.14 en 3.15 van de Regeling kansspelen op afstand

Onderdeel 2.1

Een voorafgaande identificatie en analyse als bedoeld in artikel 4.8, eerste lid, van het Besluit kansspelen op afstand kan achterwege blijven met betrekking tot de volgende wedstrijden en competities:

Sport

Wedstrijden en competities

Draf- en rensport

Wedstrijden en competities in en buiten Nederland die worden georganiseerd onder auspiciën van:

a. de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport (SNDR);

b. de Union Européenne du Trot (UET);

c. de World Trotting Association (WTA);

d. de International Federation of Horseracing Authorities (IFHA);

e. de European and Mediterranean Horseracing Federation; of

f. andere overkoepelende internationale bonden.

Tennis

a. ATP toernooien;

b. WTA toernooien;

c. Grand slam toernooien;

d. Fed Cup;

e. Davis Cup.

Voetbal

a. Eredivisie mannen (Nederland);

b. Eredivisie vrouwen met uitzondering van wedstrijden waaraan een amateurteam deelneemt (Nederland);

c. Eerste Divisie mannen met uitzondering van wedstrijden waaraan een amateurteam deelneemt (Nederland);

d. play-offs promotie/degradatie Eredivisie (Nederland);

e. play-offs promotie/degradatie Eerste Divisie (Nederland);

f. TOTO KNVB Beker met uitzondering van wedstrijden waaraan een amateurteam deelneemt;

g. Johan Cruijff Schaal (Nederland);

h. UEFA Champions League, hoofdtoernooi;

i. UEFA Europa League, hoofdtoernooi;

j. UEFA Super Cup;

k. eindronde Europees kampioenschap voor landen mannen en vrouwen (UEFA);

l. EK-kwalificatiewedstrijden mannen en vrouwen inclusief play-offs (UEFA);

m. eindronde Wereldkampioenschap voor landen mannen en vrouwen (FIFA);

n. WK-kwalificatiewedstrijden mannen en vrouwen in Europa (UEFA/FIFA);

o. vriendschappelijke wedstrijden Nederlands elftal mannen en vrouwen.

Onderdeel 2.2

De vergunninghouder organiseert in ieder geval geen weddenschappen op de volgende wedstrijden en competities:

Sport

Wedstrijden en competities

Draf- en rensport

duo sulky koersen.

Voetbal

a. vriendschappelijke wedstrijden die niet zijn georganiseerd onder auspiciën van de FIFA of één van haar confederaties of van een nationale bond;

b. wedstrijden van de derde divisie en lagere divisies (Nederland);

c. wedstrijden voor deelnemers onder de 21 jaar en alle andere wedstrijden in iedere lagere leeftijdscategorie.

Onderdeel 2.3

De vergunninghouder organiseert in ieder geval geen weddenschappen op de volgende gebeurtenissen:

Sport

Gebeurtenissen

Handbal

a. tijdelijke uitsluiting van een speler;

b. uitsluiting van een speler voor de rest van de wedstrijd.

Tennis

a. dubbele fout;

b. aantal dubbele fouten;

c. straf van een scheidsrechter;

d. inroepen van een recht op challenge;

e. aantal malen dat een recht op challenge wordt ingeroepen;

f. winst of verlies van een specifieke game;

g. winst of verlies van een specifieke set.

Voetbal

a. gele of rode kaarten voor spelers die deelnemen aan de wedstrijd, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

b. gele of rode kaarten voor coaches, assistent-coaches en andere personen die niet rechtstreeks deelnemen aan de wedstrijd, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per persoon en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

c. welke speler een vrije trap of een strafschop neemt na een gele of rode kaart, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

d. veroorzaken van inworpen door spelers, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

e. fluiten door scheidsrechters voor inworpen, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

f. welke speler een inworp gooit, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

g. veroorzaken van overtredingen door spelers, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

h. fluiten door scheidsrechters voor overtredingen, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

i. veroorzaken van strafschoppen door spelers, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

j. nemen van strafschoppen, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

k. veroorzaken van buitenspel door spelers, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

l. fluiten door scheidsrechters voor buitenspel, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

m. veroorzaken van hoekschoppen door spelers, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

n. fluiten door scheidsrechters voor hoekschoppen, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

o. welke speler neemt een hoekschop, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

p. blessurebehandelingen van spelers, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft, per speler en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

q. blessurebehandelingen of uitvallen van scheidsrechters of assistent-scheidsrechters, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd en per helft, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

r. inbrengen van wisselspelers, waaronder in ieder geval het aantal per wedstrijd, per helft en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

s. toevoegen van extra tijd door de vierde official per wedstrijd en per helft;

t. aan de Video Assistance Referee (VAR) gerelateerde momenten, waaronder in ieder geval het aantal bevragingen, aansluitend ingrijpen of niet-ingrijpen door de scheidsrechters, aansluitende correcties of handhavingen van beslissingen van scheidsrechters, en het aantal momenten per wedstrijd, per helft en per team, alsmede de daaraan gerelateerde tijdstippen;

u. bijzondere gedragingen van spelers die niet van invloed zijn op een normaal verloop van de wedstrijd, waaronder uitingen van vreugde of teleurstelling.

Bijlage 3. behorend bij artikel 3.27 van de Regeling kansspelen op afstand

Onderdeel 3.1

   

Beheersaspect

Beheersdoel

Beheer

     

Kwaliteitsbeheer (algemeen)

De vergunninghouder beheert de kwaliteit van zijn producten, diensten en interne procedures teneinde aan behoeften van klanten en interne behoeften te voldoen en wetten en regelingen na te leven.

De vergunninghouder heeft een kwaliteitsbeheersysteem opgezet dat voorziet in continue verbetering van producten en diensten.

De vergunninghouder heeft de kenmerken van zijn producten en diensten gespecificeerd en gedocumenteerd.

De vergunninghouder heeft zijn procedures en de verwachte resultaten gespecificeerd en gedocumenteerd voor alle processen die op enigerlei wijze gevolgen hebben voor de speler.

De vergunninghouder draagt er zorg voor dat er voldoende middelen beschikbaar zijn om processen uit te voeren die op enigerlei wijze gevolgen hebben voor de speler.

 

De vergunninghouder heeft procedures ingericht voor interne controle en beheerstoezicht die onder meer voorzien in terugkoppeling teneinde processen, producten en diensten te verbeteren en wet- en regelgeving na te leven.

De vergunninghouder draagt zorg voor continue beoordeling en verbetering van het kwaliteitsbeheersysteem.

     

Onderdeel 3.2

   

Beheersaspect

Beheersdoel

Beheer

Informatiebeveiliging

De vergunninghouder beheert informatiebeveiligingsprocedures teneinde activa te beschermen, waaronder begrepen gegevens over spelers, spelen en transacties.

De vergunninghouder heeft een beheercyclus voor informatiebeveiliging opgezet die voorziet in continue verbetering van de informatiebeveiliging.

Het beheer van informatiebeveiliging is gebaseerd op identificatie en beperking van risico's. De vergunninghouder heeft als uitgangspunt voor zijn maatregelen een risicobeoordeling uitgevoerd.

Procedures en beleid ten aanzien van informatiebeveiliging worden gedocumenteerd en onderhouden.

De vergunninghouder heeft ten minste de volgende documentatie beschikbaar:

– beleid ten aanzien van informatiebeveiliging;

– reikwijdte van het informatiebeveiligingsbeheer;

– risicobeoordeling;

– verantwoordelijkheden met betrekking tot informatiebeveiliging;

– beschrijving van beveiligingsmaatregelen;

– beschrijving van uitvoering en resultaten van de beheercyclus.

De vergunninghouder verricht regelmatige controles op de informatiebeheercyclus en penetratietests van zijn systemen.

De vergunninghouder heeft procedures voor het beheer van veiligheidsincidenten opgezet.

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende de organisatie van de informatiebeveiliging, waaronder in ieder geval:

– functies en verantwoordelijkheden;

– scheiding van functies;

– mobiele apparaten en telewerken.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende personele middelen en veiligheid, waaronder in ieder geval:

– screening;

– arbeidsvoorwaarden;

– managementverantwoordelijkheden;

– bewustzijn van en onderwijs en opleiding betreffende informatiebeveiliging;

– disciplinaire procedures;

– verantwoordelijkheden in verband met beëindiging of wijziging van dienstbetrekking.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende beheer van activa, waaronder in ieder geval:

– verantwoordelijkheid voor activa;

– classificatie van informatie;

– het gebruik van gegevensdragers en andere media.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende toegangscontrole, waaronder in ieder geval:

– vereisten van toegangscontrole;

– beheer van gebruikerstoegang;

– verantwoordelijkheden van gebruikers;

– toegangscontrole voor systemen en applicaties.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende cryptografie, waaronder in ieder geval:

– cryptografiebeleid;

– sleutelbeheer.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende operationele beveiliging, waaronder in ieder geval:

– operationele procedures en verantwoordelijkheden;

– bescherming tegen malware;

– reservekopieën of reservebestanden;

– geautomatiseerde verslaglegging, registratie en bewaking;

– beheer van bedrijfssoftware;

– beheer van technische kwetsbaarheden;

– configuraties voor de controle van informatiesystemen.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende communicatiebeveiliging, waaronder in ieder geval:

– beheer van netwerkbeveiliging;

– informatieoverdracht.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende de aanschaf, ontwikkeling en het onderhoud van systemen, waaronder in ieder geval:

– beveiligingseisen voor informatiesystemen;

– beveiliging bij ontwikkel- en ondersteuningsprocessen;

– testgegevens.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende betrekkingen met leveranciers, waaronder in ieder geval:

– informatiebeveiliging;

– beheer van de dienstverlening van leveranciers.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende de informatiebeveiligingsaspecten van bedrijfscontinuïteitsmanagement, waaronder in ieder geval:

– continuïteit van informatiebeveiliging;

– terugvalopties ingeval van incidenten.

   

De vergunninghouder heeft op basis van een eigen risicobeoordeling maatregelen gespecificeerd betreffende naleving, waaronder in ieder geval:

– naleving van wettelijke en contractuele vereisten;

– toetsing van informatiebeveiliging.

Onderdeel 3.3

   

Beheersaspect

Beheersdoel

Beheer

IT-beheer en communicatienetwerken

De vergunninghouder beheert interne IT-processen opdat hij voorspelbare en betrouwbare diensten kan bieden.

De vergunninghouder hanteert een IT-beleid dat aansluit op de doelen van de organisatie en het informatiebeveiligingsbeleid.

De vergunninghouder beschikt over gedocumenteerde procedures voor het beheer van incidenten en problemen.

Incidenten worden geregistreerd, geclassificeerd, geanalyseerd en opgelost. Deze stappen worden gedocumenteerd.

Problemen worden geregistreerd, geclassificeerd, geanalyseerd en opgelost. Deze stappen worden gedocumenteerd. Onder problemen worden in ieder geval incidenten verstaan die structureel van aard zijn of geen duidelijke oorzaak hebben.

De vergunninghouder beschikt over gedocumenteerde procedures voor veranderings- en releasemanagement.

Wijzigingen aan IT-systemen worden geregistreerd en gaan vergezeld van een beschrijving en toelichting.

Wijzigingen worden pas door een bevoegde medewerker goedgekeurd nadat hun effect is beoordeeld en geregistreerd.

De vergunninghouder heeft procedures gespecificeerd en gedocumenteerd waarin een beschrijving wordt gegeven van het onderhoud en de configuratie van systemen.

De vergunninghouder heeft procedures gespecificeerd en gedocumenteerd voor het beheer van de beschikbaarheid en capaciteit van systemen en infrastructuren.

De vergunninghouder heeft procedures gespecificeerd en gedocumenteerd voor het beheer van de IT-aspecten van het financiële management.

De vergunninghouder heeft procedures gespecificeerd en gedocumenteerd voor het beheer van interne en externe serviceniveaus.

Naar boven