Van oudsher wordt statistiek toegepast bij de risicoanalyse, controls testing en detailcontroles.
Het belang voor het accountantsberoep om meer gebruik te maken van statistiek neemt
toe. De beroepspraktijk investeert fors om grote hoeveelheden data geavanceerder te
kunnen analyseren ten behoeve van een efficiënte en effectieve accountantscontrole.
Een geïntegreerde benadering van statistiek in de accountantscontrole is vereist.
Daarom dient een startbekwame accountant in staat te zijn om statistische methodieken
toe te passen en tot een oordeel te komen op basis van relevante statistische analyses.
Alle eindtermen betreffen de ‘Common body of knowledge’ van het theoriedeel van de
opleiding. De praktische toepassing heeft onder andere een plek gekregen in het vakgebied
Audit & Assurance.
Nr.
|
Eindterm voor de opleiding met oriëntatie ‘Accountancy-MKB’
|
Theorie
|
Praktijk
|
De startbekwame accountant is in staat om
|
CBoK
|
Oriëntatie
Accountancy
MKB
|
CBoP
|
Oriëntatie
Accountancy
MKB
|
STA-1
|
verschillende, zowel univariate (beschrijvende) als multivariate, vormen van toetsen
van hypothesen en uitvoeren van schattingen te beschrijven en toe te passen.
|
B
|
|
|
|
STA-2
|
in concrete casussituaties op grond van de uitkomst van steekproeven zelfstandig te rapporteren over het percentage fouten in de populatie en te komen
tot een weloverwogen oordeel over deze populatie.
|
B
|
|
|
|
STA-3
|
de risico's van onterecht goed- en afkeuren van een post van een (deel)verantwoording te onderkennen.
|
A
|
|
|
|
STA-4
|
een derde te instrueren en de uitkomsten van statistische analyses te interpreteren en bediscussiëren.
|
B
|
|
|
|
STA-5
|
de relevantie van big data te onderkennen en grote hoeveelheden data met behulp van software en statistische methodenen technieken te analyseren.
|
B
|
|
|
|
STA-6
|
mogelijkheden tot manipulatie met statistiek te onderkennen.
|
A
|
|
|
|
Legenda:
1. Het gebruik van de term ‘respectievelijk’ in de beschrijving van een eindterm duidt
op het verschil in beheersingsniveau tussen CBoK en/of oriëntatie(s).
2. De nummering van de eindtermen per vakgebied is niet altijd opeenvolgend, omdat
niet alle eindtermen voor beide oriëntaties relevant zijn.
3. Indien het beheersingsniveau van een eindterm tussen haakjes is geplaatst, bijvoorbeeld
(C) dan is de toepassing van die eindterm facultatief.
Normering eindtermen theorieopleiding
Voor de theoretische eindtermen per vakgebied is een schatting gemaakt van het aantal
studiebelastingsuren (volgens de ECTS-systematiek) dat tenminste nodig is om de betreffende
eindtermen op het gewenste niveau te kunnen realiseren. Eindtermen en studiebelastingsuren
zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De studiebelastingsuren geven de omvang van
de leeractiviteiten aan, terwijl de eindtermen de inhoud van die leeractiviteiten
weergeven. De ECTS-credits geven richting aan opleiders en studenten van de noodzakelijke
respectievelijk gewenste hoeveelheid leeractiviteiten die nodig is om de eindtermen
te kunnen behalen. Daarmee vormt de ECTS-norm ook een begrenzing voor de te behalen
leerdoelen. Met andere woorden: de eindtermen en studiebelastingsuren dienen met elkaar
in balans te zijn.
De minimale studiebelasting voor de eindtermen van het theoriedeel van de opleiding
met de oriëntatie ‘Accountancy-MKB’, is als volgt.
Vakgebied
|
CBoK
|
Oriëntatie
|
Totaal
|
Audit & Assurance
|
20
|
5
|
25
|
Financial Accounting
|
20
|
2
|
22
|
Internal Control & Accounting Information Systems
|
20
|
3
|
23
|
Kernvakgebieden
|
60
|
10
|
70
|
Financiering
|
16
|
4
|
20
|
Management Accounting & Control
|
18
|
1
|
19
|
Strategie, Leiderschap en Organisatie
|
12
|
4
|
16
|
Bedrijfseconomische vakgebieden
|
46
|
9
|
55
|
Boekhouden
|
12
|
3
|
15
|
Economie
|
8
|
0
|
8
|
Fiscaliteit
|
14
|
7
|
21
|
Gedrag, Ethiek en Besluitvorming
|
8
|
0
|
8
|
Recht
|
12
|
3
|
15
|
Statistiek
|
8
|
0
|
8
|
Overige vakgebieden
|
62
|
13
|
75
|
Totaal
|
168
|
32
|
200
|
Het is van belang dat de curriculumontwikkelaars van de theoretische opleiding de
gemiddelde studiebelasting per studie-eenheid (vak, module, leereenheid) per periode
bepalen en vastleggen aan de hand van gebruikelijke normen per leeractiviteit en deze
toetsen aan de hiervoor vermelde ECTS-norm. Mede vanwege de mogelijkheid kleuring
in het onderwijsprogramma aan te brengen, kan de werkelijke studiebelasting bij sommige
vakgebieden iets lager en bij andere vakgebieden iets hoger uitvallen dan de gepresenteerde
norm. Het is uiteindelijk aan CEA, om te beoordelen of de curricula van de opleiders
met bijbehorende ECTS-onderbouwing, borgen dat de eindtermen op het gewenste niveau
worden gerealiseerd.
Normering eindtermen praktijkopleiding
Ook voor de eindtermen van de praktijkopleiding is een norm geformuleerd waarmee richting
wordt gegeven aan de invulling van de activiteiten door stagebureaus en trainees.
Gegeven de aard van de praktijkopleiding, bevat deze norm, naast een aantal kwalitatieve
eisen, een minimum aantal uren dat door trainees aan bepaalde eindtermen moet worden
besteed om zich te ontwikkelen tot een startbekwame accountant.
De normering van de eindtermen van het praktijkdeel van de opleiding met de oriëntatie
‘Accountancy-MKB’ is als volgt.
Soorten werkzaamheden
|
Minimum urennorm
|
Totaal aantal uren praktijkopleiding
|
3.000
|
Aantal uren voorgeschreven werkzaamheden
|
1.500
|
waarvan assurancewerkzaamheden (jaarrekening- controles en/of overige assurance-opdrachten)
|
250 of 150 + begeleidingsdagen
|
waarvan werkzaamheden m.b.t. aan assurance verwante opdrachten en advies- en overige
opdrachten
|
1.250
|
Het minimum aantal uren dat in de praktijkopleiding besteed moet worden aan de eindtermen
van het vakgebied Audit & Assurance bedraagt voor deze oriëntatie 250 uren, waarbij
de trainee betrokken moet zijn bij minimaal tien assurance-opdrachten met een zekere
mate van variatie in typen en complexiteit van opdrachten. Indien het minimum van
250 uren praktijkervaring gedurende de praktijkopleiding niet te realiseren is binnen
de werkomgeving van de trainee, kan als alternatief worden gekozen voor een traject
waarin minimaal 150 klanturen worden gecombineerd met begeleidingsdagen.
De eisen hiervoor zijn als volgt:
-
• Jaarlijks werkt de trainee aan minimaal twee assurance-opdrachten variërend van het
uitwerken van deelgebieden met beperkte zelfstandigheid tot aan het zelfstandig uitwerken
van een volledige assurance-opdracht op het niveau van startbekwame accountant.
-
• De laatste twee assurance-opdrachten zijn opdrachten waarbij de trainee het gehele
proces van opdrachtaanvaarding tot en met de rapportage en de eindbespreking met de
klant heeft meegemaakt.
-
• Gedurende de gehele praktijkopleiding wordt minimaal 150 uur (exclusief de begeleidingsdagen)
besteed aan de uitvoering van assurance-opdrachten.
-
• Om de eindtermen van de praktijkopleiding te realiseren, voert de trainee gedurende
de praktijkopleiding tenminste drie verschillende soorten assurance-opdrachten uit.
-
• Voor de uit te voeren assurance-opdrachten organiseren stagebureaus in samenwerking
met door CEA aangewezen onderwijsinstellingen, zowel voorafgaand aan als na afloop
van een assurance- opdracht, begeleidingsdagen (6 à 8 uur per dag) waaraan de trainee
verplicht deelneemt.
-
• Voorafgaand aan iedere uit te voeren assurance-opdracht wordt het theoretisch kader
doorgenomen en na afloop worden de beslispunten en de dilemma’s van de uitgevoerde
assurance-opdracht door de trainees plenair gepresenteerd en bediscussieerd.
-
• Door het organiseren van deze begeleidingsdagen krijgen trainees in de breedte inzicht
in de (overige) assurance-opdrachten. Het voorschrijven van contactmomenten biedt
voorts mogelijkheden om de samenhang en interactie tussen de theoretische opleidingen
en de praktijkopleidingen te bevorderen. De tijd die hieraan wordt besteed staat los
van de uren die de trainee minimaal moet besteden aan de uitvoering van assurance-opdrachten.
Voor de eindtermen van de vakgebieden Audit & Assurance, Financial Accounting, Internal
Control & Accounting Information Systems, Gedrag, Ethiek en Besluitvorming, Fiscaliteit
en Boekhouden bestaat geen keuzemogelijkheid. De betreffende eindtermen dienen door
alle trainees in de praktijk te worden behaald. Voor de eindtermen van andere vakgebieden,
te weten: Financiering, Management Accounting & Control, Strategie, Leiderschap en
Organisatie en Recht geldt dat de trainee, afhankelijk van zijn werkomgeving, een
evenwichtige keuze moet maken uit de desbetreffende eindtermen. Het totaal aantal
uren dat minimaal besteed moet worden aan de eindtermen van het vakgebied Assurance
bedraagt 250 (of 150 plus begeleidingsdagen). Het totaal aantal uren dat minimaal
besteed moet worden aan de eindtermen van de andere vakgebieden bedraagt 1.250.
De bovenstaande urennorm en keuzemogelijkheden zijn door de Raad voor de Praktijkopleidingen
nader uitgewerkt. Deze heeft tevens kwalitatieve eisen geformuleerd waar de praktijkopleidingsplaats,
de praktijkbegeleiders en de werkzaamheden aan moeten voldoen.