Compensatieregeling Coronacrisis Presentatie-instellingen

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 24-06-2020 t/m heden

Artikel 1. Definities

In de regeling wordt verstaan onder:

  • 1. het fonds: het Mondriaan Fonds,

  • 2. het bestuur: de directeur-bestuurder van het fonds,

  • 3. Nederland: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de bijzondere gemeentes Bonaire, Sint-Eustatius en Saba.

  • 4. eigen inkomsten: de volgende baten, welke terug te vinden zijn in de jaarrekening aan de batenkant van de exploitatierekening:

    • a. publieksinkomsten; en

    • b. overige inkomsten, zijnde:

      • 1. directe opbrengsten in de vorm van sponsorinkomsten en overige inkomsten;

      • 2. indirecte opbrengsten;

      • 3. overige bijdragen.

      Onder eigen inkomsten worden in elk geval niet begrepen de volgende baten:

    • a. subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan;

    • b. overige bijdragen uit publieke middelen;

    • c. rentebaten;

    • d. bijdragen in natura;

    • e. kapitalisatie van vrijwilligers;

    • f. waardering vrijkaarten; en

    • g. overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.

  • 5. reserves: vrij besteedbaar vermogen, behorende tot:

    • a. de algemene reserve;

    • b. het stichtingskapitaal; en

    • c. het bestemmingsfonds OCW.

Artikel 2. Doel

Het fonds kan subsidie verstrekken in de vorm van een bijdrage aan instellingen die tot primair doel hebben hedendaagse beeldende kunst te presenteren en die als gevolg van COVID-19-maatregelen worden geconfronteerd met inkomstenderving als een gedeeltelijke tegemoetkoming in deze gederfde inkomsten.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen waaraan in de jaren 2017–2020, waaronder 2020 voor tenminste twee aaneengesloten jaren op basis van een positief advies van de adviescommissie een bijdrage van het fonds is verleend op grond van de Deelregeling Meerjarenprogramma’s Presentatie- en Erfgoedinstellingen 2017.

Artikel 4. Voorwaarden

  • 1 Onverminderd art 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt uitsluitend subsidie verstrekt voor zover de eigen inkomsten over het jaar 2018, blijkend uit de jaarrekening die betrekking heeft op dat jaar, ten minste 15 procent bedragen van de totale baten van die instelling.

  • 2 Indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid sub a, niet een geheel getal is, wordt dat getal naar beneden afgerond, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, en naar boven afgerond, indien dat cijfer een 5 of hoger is.

  • 3 Het bestuur kan bij het vaststellen van het percentage eigen inkomsten bepaalde eigen inkomsten buiten beschouwing laten, indien deze door de instelling in de jaarrekening zijn verantwoord op een wijze die tot oneigenlijk gebruik van deze regeling zou leiden.

Artikel 5. Hoogte subsidiebedrag

  • 1 De subsidie bedraagt 45 procent van de gemiddeld over de jaren 2017 en 2018 verworven eigen inkomsten van de instelling, blijkend uit de jaarrekeningen die betrekking hebben op die jaren, onder aftrek van een bedrag dat gelijk is aan 25 procent van de reserve van de instelling per ultimo 2018.

  • 2 De uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid wordt

    • a. gemaximeerd op een bedrag dat gelijk is aan 300 procent van het totaal aan structurele subsidies; en

    • b. naar boven afgerond op 100 euro’s.

  • 3 Indien het subsidieplafond door toepassing van het bepaalde in lid 1 zou worden overschreden, worden de te verlenen subsidiebedragen naar rato verlaagd tot het niveau waarbinnen het totaal beschikbare bedrag volledig kan worden benut.

Artikel 7. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt 1.500.000 euro.

  • 2 Indien het budget, bedoeld in het eerste lid niet volledig wordt benut, kan het bestuur de aldus resterende middelen bestemmen voor subsidieverstrekking op grond van een ander door hem vastgesteld reglement dat tot doel heeft het beperken van de negatieve gevolgen voor de culturele of creatieve sector van de uitbraak van COVID-19 en de maatregelen ter bestrijding ervan.

Artikel 8. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, artikelen of onderdelen daarvan buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Compensatieregeling Coronacrisis Presentatie-instellingen.

Deze regeling zal na goedkeuring door de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van het Mondriaan Fonds,

E. van der Lingen,

directeur

Naar boven