Besluit aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg (gefaseerde overheveling [...] geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen)

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-09-2019 t/m heden

Aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg van 3 juli 2019, kenmerk 1549124-192760-PZO, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake de gefaseerde overheveling van de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen

De Minister voor Medische Zorg;

Gelet op artikel 7 jo. 57 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 27 mei 2019 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2018/19, 33 578, nr. 65) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

Artikel 2. Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

Artikel 3. Prestatiebeschrijvingen en tarieven

De zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2020:

  • 1. een prestatiebeschrijving en maximumtarief vast voor geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

  • 2. een prestatiebeschrijving vast voor onderlinge dienstverlening waarvoor een vrij tarief geldt.

  • 3. een prestatiebeschrijving en maximumtarief vast voor reiskosten.

Artikel 4. Financieel kader en macrobeheersbaarheid

De uitgaven voor geneeskundige zorg voor specifieke patiëntengroepen en de experimenten, bedoeld in artikel 5 en 6, komen ten laste van het kader eerstelijnsverblijf en geriatrische revalidatiezorg. Voor dit kader geldt het macrobeheersinstrument (Stcrt. 2016, 36919).

Artikel 5. Experiment maatwerk voor koplopers

  • 1 De zorgautoriteit voorziet met ingang van 1 januari 2020 in een experiment maatwerk voor koplopers in de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

  • 2 Op grond van dit experiment krijgen een zorgaanbieder en een zorgverzekeraar de mogelijkheid om op basis van een overeenkomst af te wijken van de reguliere prestaties en tarieven.

  • 3 Voor het experiment geldt een vrij tarief.

  • 5 De zorgautoriteit voorziet in een regelluwe uitvoering van het experiment door ambtshalve landelijk één algemene experimentprestatiebeschikking vast te stellen, die in rekening mag worden gebracht onder de voorwaarde dat er sprake is van een overeenkomst tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar.

  • 6 Wanneer de zorgautoriteit het niet langer verantwoord vindt een experiment onveranderd voort te zetten, laat zij mij dat onmiddellijk weten en zal ik het experiment zo nodig stopzetten.

  • 7 Het experiment eindigt wanneer de nieuwe integrale bekostiging voor geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen in werking treedt.

Artikel 6. Experiment proeftuin kortdurende zorg

  • 1 De zorgautoriteit voorziet met ingang van 1 januari 2020 in een experiment voor samenhangende zorg in het eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen, waarbij minimaal twee van de genoemde zorgvormen betrokken zijn.

  • 2 Op grond van dit experiment krijgen een zorgaanbieder en een zorgverzekeraar de mogelijkheid om op basis van een overeenkomst af te wijken van de reguliere prestaties en tarieven voor eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en de specialist ouderengeneeskunde en arts verstandelijk gehandicapten.

  • 3 Voor het experiment geldt een vrij tarief.

  • 5 De zorgautoriteit voorziet in een regelluwe uitvoering van het experiment door ambtshalve landelijk één algemene experimentprestatiebeschikking vast te stellen, die in rekening mag worden gebracht onder de voorwaarde dat er sprake is van een overeenkomst tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar.

  • 6 Wanneer de zorgautoriteit het niet langer verantwoord vindt een experiment onveranderd voort te zetten, laat zij mij dat onmiddellijk weten en zal ik het experiment zo nodig stopzetten.

  • 7 Het experiment eindigt wanneer de nieuwe integrale bekostiging voor geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen, eerstelijnsverblijf en geriatrische revalidatiezorg in werking treedt.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister voor Medische Zorg,

B.J. Bruins

Naar boven