Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2021

Wet van 3 juli 2019 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, de Wet versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd en de Wet tegemoetkomingen loondomein in verband met temporisering van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd (Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het tempo waarmee de leeftijd, waarop op grond van de Algemene Ouderdomswet recht op ouderdomspensioen ontstaat, stapsgewijs wordt verhoogd met ingang van 2020 zodanig te temporiseren dat de leeftijd van 67 jaar eerst in 2024 wordt bereikt, die leeftijd in de jaren tot en met 2024 wettelijk vast te leggen en in samenhang daarmee ook de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, de Wet versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd en de Wet tegemoetkomingen loondomein aan te passen;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II. Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964

[Treedt in werking op 01-01-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel IV. Wijziging van de wet van 4 juni 2015 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en overige fiscale maatregelen 2013 in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd (Stb. 2015, 218)

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Algemene Ouderdomswet, enz. (versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd).]

Artikel VI. Inwerkingtreding

  • 1 Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 2 In afwijking van het eerste lid:

    • a. treedt artikel II, onderdelen A en D, in werking met ingang van 1 januari 2022;

    • b. treedt artikel II, onderdelen B en E, in werking met ingang van 1 januari 2023;

    • c. treden artikel II, onderdelen C en F, en artikel V, onderdelen A, E, F, G, H, I, J, K en L, in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel VII. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 3 juli 2019

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. Koolmees

De Staatssecretaris van Financiën,

M. Snel

Uitgegeven de vijfde juli 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven