Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019

[Regeling vervallen per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-10-2019 t/m heden

Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 26 november 2018, kenmerk 1451474-184520-MEVA, houdende regels voor subsidiëring van opleidingsactiviteiten in de ziekenhuiszorg (Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • activiteitenverslag: een verslag waar een werknemersvertegenwoordiging mee heeft ingestemd en waarvan de opbouw overeenkomt met de opbouw van het jaarplan, behorend bij het strategisch opleidingsplan en dat:

    • a. een overzicht bevat van het gerealiseerde jaarplan waarvoor subsidie is verstrekt;

    • b. de aard, omvang, duur en wijze van uitvoering beschrijft van het gerealiseerde jaarplan waarvoor subsidie is verstrekt;

    • c. de met het jaarplan gerealiseerde doelstellingen, resultaten of producten beschrijft;

    • d. voor zover van toepassing, beschrijft in hoeverre is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, en

    • e. voor zover van toepassing, een vergelijking bevat van het gerealiseerde jaarplan met het voorgenomen jaarplan en een toelichting op de verschillen geeft.

  • financieel verslag: een verslag dat

    • a. volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, een zodanig inzicht geeft dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de kosten en opbrengsten van het gerealiseerde jaarplan waarvoor de subsidie is verleend;

    • b. aansluit bij de begroting en de nodige informatie geeft om de subsidie vast te stellen;

    • c. per post is voorzien van een toelichting, en

    • d. vergezeld gaat van:

      • 1°. een controleverklaring, en

      • 2°. een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger,

    opgesteld door een accountant overeenkomstig een door de minister vastgesteld model met inachtneming van een door de minister vastgesteld accountantsprotocol, bekend gemaakt op de website www.rijksoverheid.nl.

  • geneeskundige geestelijke gezondheidszorg: zorg zoals psychiaters en klinisch-psychologen die plegen te bieden, en de eerstelijnspsychologische zorg;

  • instelling: privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid of een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld, die een organisatorisch verband in stand houdt;

  • jaarplan: een overzicht van het geheel van opleidingsactiviteiten voor 2019, uit te voeren door een instelling, ten behoeve van personen werkzaam voor de instelling dat dient als concrete uitwerking van het strategisch opleidingsplan en waarmee de werknemersvertegenwoordiging heeft ingestemd;

  • minister: Minister voor Medische Zorg;

  • opleidingsactiviteiten: activiteiten ten behoeve van opleiden, leren en ontwikkelen;

  • organisatorisch verband: organisatorisch verband voor medisch specialistische zorg, bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi of de audiologische centra, bedoeld in artikel 1.2, onder 2, van dat besluit;

  • personeelskosten: som van de volgende onderdelen van de bedrijfslasten van het organisatorisch verband in het derde jaar voorafgaand aan het subsidiejaar:

    • 1°. lonen en salarissen;

    • 2°. sociale lasten;

    • 3°. pensioenpremies;

    • 4°. andere personeelskosten.

  • strategisch opleidingsplan: een met een werknemersvertegenwoordiging afgestemd actueel strategisch opleidingsplan waarin in ieder geval de inhoudelijke prioriteiten wat betreft het opleiden van personeel zijn opgenomen;

  • subsidiejaar: kalenderjaar ten behoeve waarvan de subsidie wordt verstrekt;

  • verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten: de verklaring waarin de subsidieontvanger aantoont:

    • a. dat het jaarplan waarvoor de subsidie is verstrekt is voorzien van een korte toelichting,

    • b. dat aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen is voldaan,

    • c. wat het totale bedrag van de gerealiseerde kosten van de opleidingsactiviteiten waarvoor de subsidie is verleend en die werkelijk verricht zijn is.

  • Zvw-omzet: som van de volgende onderdelen van de bedrijfsopbrengsten van het organisatorisch verband die met het verlenen van zorg in het kader van de Zorgverzekeringswet in het derde jaar voorafgaand aan het subsidiejaar zijn behaald zoals deze zijn verantwoord in de jaarrekening over dat jaar:

    • 1°. Beschikbaarheidbijdragen Zorg;

    • 2°. Beschikbaarheidbijdragen Opleidingen;

    • 3°. Opbrengsten Zorgverzekeringswet.

Artikel 2. Toepasselijkheid Kaderregeling

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Op deze regeling zijn de definities van het activiteitenverslag, het financieel verslag, de verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten, instelling en minister als bedoeld in artikel 1.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing. Artikel 10.1 van deze Kaderregeling is evenmin van toepassing.

Artikel 3. Doel van de regeling

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt geen subsidie verstrekt ten behoeve van een organisatorisch verband dat in het kader van de Zorgverzekeringswet uitsluitend geneeskundige geestelijke gezondheidszorg verleent.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 De subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van opleidingsactiviteiten die passen binnen het strategisch opleidingsplan.

Artikel 5. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 De kosten gemoeid met de activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, komen in aanmerking voor subsidie indien het een van de volgende kostencategorieën betreft:

    • a. personeelskosten van de opleiders, voor de uren dat de opleiders aan de opleidingsactiviteiten deelnemen;

    • b. rechtstreeks met het jaarplan verband houdende operationele kosten van opleiders en deelnemers aan de opleidingsactiviteiten, zoals reiskosten, materiaal en benodigdheden die rechtstreeks met het project verband houden, de afschrijving van werktuigen en uitrusting voor zover deze uitsluitend voor het opleidingsproject worden gebruikt;

    • c. kosten van adviesdiensten met betrekking tot het opleidingsproject;

    • d. de personeelskosten van de deelnemers aan de opleiding en algemene indirecte kosten voor de uren dat de deelnemers de opleiding bijwonen.

  • 2 Kosten voor accommodatie komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 3 De activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid zijn subsidiabel voor zover zij worden verricht tussen 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019.

Artikel 6. Aanvraag tot verlening

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 In afwijking van artikel 3.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS gaat de aanvraag vergezeld van:

    • a. een strategisch opleidingsplan;

    • b. een jaarplan met bijbehorende begroting;

    • c. een verklaring van een werknemersvertegenwoordiging waaruit blijkt dat deze met de documenten, genoemd onder b, heeft ingestemd.

  • 2 Voor de aanvraag wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3 De aanvraag wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is de instelling te vertegenwoordigen.

  • 4 De subsidieaanvraag wordt uiterlijk 31 december in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar ontvangen.

  • 5 De aanvraag die na de termijn, bedoeld in het vorige lid, wordt ontvangen, wordt afgewezen.

  • 6 De verklaring, bedoeld in lid 1, onder c, wordt uiterlijk zes weken na de datum als genoemd in lid 4, ontvangen.

  • 7 Op verzoek van de minister legt de instelling een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd over;

  • 8 Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of de voorbereiding van de beschikking stelt de minister de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen drie weken na de datum als genoemd in lid 4, aan te vullen. De minister besluit de aanvraag niet te behandelen indien de aanvraag binnen die termijn niet of niet voldoende is aangevuld.

  • 9 De subsidie wordt voorts in ieder geval geweigerd indien de aanvrager failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

  • 10 Alleen wanneer instemming als bedoeld in het eerste lid, onder c, wegens zwaar moverende redenen niet mogelijk is, kan de minister besluiten dat kan worden volstaan met een jaarplan dat met een werknemersvertegenwoordiging is afgestemd.

Artikel 7. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt voor het subsidiejaar 2019 voor de ziekenhuizen en de klinieken € 165.406.000.

  • 2 Het subsidieplafond bedraagt voor het subsidiejaar 2019 voor de universitair medische centra € 40.468.000.

Artikel 8. Verdeling in geval van overtekening ziekenhuizen en klinieken

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 In geval van overtekening van het subsidieplafond wordt het uit hoofde van het subsidieplafond beschikbare bedrag voor de ziekenhuizen en de klinieken verdeeld en krijgt het organisatorisch verband in eerste instantie het aangevraagde bedrag toegewezen tot het maximum van de formule (A / B) * C = D, waarbij wordt verstaan onder:

    A: de Zvw-omzet van het organisatorisch verband ten behoeve waarvan de subsidie wordt verstrekt;

    B: de som van de Zvw-omzet van alle organisatorische verbanden ten behoeve waarvan subsidie wordt verstrekt;

    C: het uit hoofde van het subsidieplafond beschikbare bedrag;

    D: het maximum bedrag van de subsidie voor het organisatorische verband.

  • 2 Indien na toepassing van bovenstaande formule het subsidieplafond niet volledig wordt benut, wordt het resterende bedrag verdeeld over de instellingen waarvan het aangevraagde bedrag hoger is dan de uitkomst van de formule onder het eerste lid.

  • 3 Bij een verdeling als bedoeld in het tweede lid, geldt de volgende formule (A / E) * F = G, waarbij wordt verstaan onder:

    A: de Zvw-omzet van het organisatorisch verband ten behoeve waarvan de subsidie wordt verstrekt;

    E: de som van de Zvw-omzet van alle organisatorische verbanden die vallen onder de instellingen waarvan het aangevraagde bedrag hoger is dan de uitkomst van de formule onder het eerste lid;

    F: het uit hoofde van het subsidieplafond resterende beschikbare bedrag;

    G: het aanvullende beschikbare subsidiebedrag voor het organisatorische verband.

  • 4 De systematiek beschreven in het tweede en derde lid wordt repeterend toegepast totdat het volledige subsidieplafond is bereikt.

  • 5 De minister kan afwijken van de Zvw-omzet, bedoeld in artikel 1, voor zover toepassing zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, door voor de bedrijfsopbrengsten van het organisatorisch verband uit te gaan van het tweede jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

Artikel 9. Verdeling in geval van overtekening universitair medische centra

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 2 In afwijking van artikel 8, eerste lid, wordt voor de universitair medische centra verstaan onder:

    A: de personeelskosten van het organisatorisch verband ten behoeve waarvan de subsidie wordt verstrekt;

    B: de som van de personeelskosten van alle organisatorische verbanden ten behoeve waarvan subsidie wordt verstrekt.

  • 3 In afwijking van artikel 8, derde lid, wordt voor de universitair medische centra verstaan onder:

    A: de personeelskosten van het organisatorisch verband ten behoeve waarvan de subsidie wordt verstrekt;

    E: de som van de personeelskosten van alle organisatorische verbanden die vallen onder de instellingen waarvan het aangevraagde bedrag hoger is dan de uitkomst van de formule zoals vermeld in artikel 8, eerste lid.

Artikel 10. Verantwoording

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De minister kan afwijken van de definitie van activiteitenverslag, genoemd in artikel 1, en besluiten dat ter verantwoording kan worden volstaan met een activiteitenverslag dat met een werknemersvertegenwoordiging is afgestemd indien instemming met het activiteitenverslag wegens zwaar moverende redenen niet mogelijk is.

Artikel 11. Meldingsplicht

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 De subsidieontvanger meldt schriftelijk aan de minister indien aannemelijk is geworden dat meer dan 15% van het aangevraagde subsidiebedrag niet kan worden besteed.

  • 2 De melding wordt voorzien van een toelichting. Bij de melding worden de relevante stukken overgelegd.

Artikel 12. Vaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De minister kan de subsidievaststelling wijzigen in verband met de ontwikkeling in de arbeidsvoorwaarden.

Artikel 13. Aanvullende verplichtingen bij beschikking

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De minister kan bij de verstrekking van de subsidieverplichtingen opleggen als bedoeld in de artikel 4:38 en 4:39 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 14. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019 en vervalt met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 15. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg,

B.J. Bruins

Naar boven