Intrekkingswet Wet raadgevend referendum

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 12-07-2018 t/m heden

Wet van 10 juli 2018 tot intrekking van de Wet raadgevend referendum

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de voorziening van een nationaal raadgevend referendum af te schaffen en daartoe de Wet raadgevend referendum in te trekken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

De Wet raadgevend referendum, de Algemene wet bestuursrecht en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing op wetten en stilzwijgende goedkeuringen van verdragen ten aanzien waarvan voorafgaand aan de dag waarop deze wet in werking is getreden de termijn voor het afleggen van ondersteuningsverklaringen ten behoeve van het definitieve verzoek tot het houden van een referendum, is verlopen.

Artikel VI

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met het tijdstip van de bekrachtiging van het voorstel van deze wet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 10 juli 2018

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.H. Ollongren

Uitgegeven de elfde juli 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven