Richtlijn voor strafvordering luchtvaartwetgeving

[Regeling vervallen per 01-03-2023.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2018 t/m 28-02-2023

Richtlijn voor strafvordering luchtvaartwetgeving

Deze richtlijn heeft betrekking op overtredingen van voorschriften op het gebied van de Wet Luchtvaart, de Luchtvaartwet, het Besluit luchtverkeer 2014, de Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid, de Regeling luchtvaartvertoningen en de Regeling Toezicht Luchtvaart. De tarieven zijn afgerond volgens de systematiek van de Aanwijzing kader voor strafvordering en OM-afdoeningen.

De luchtvaartwetgeving biedt in principe voldoende ruimte om door middel van bestuursrechtelijke handhaving tegen de exploitant van een luchtvaartterrein en/of tegen de eigenaar van een luchtvaartuig op te treden.

Deze richtlijn heeft uitsluitend betrekking op feiten die niet voor een bestuursrechtelijke sanctie in aanmerking komen, dan wel waarbij verwacht mag worden dat bestuurlijke handhaving niet het gewenste resultaat zal opleveren.

De landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie van parket Noord-Holland is verantwoordelijk voor de coördinatie van de vervolging van luchtvaartzaken. Dit betekent dat alle luchtvaartfeiten (overtredingen en misdrijven) dienen te worden overgedragen aan parket Noord-Holland ter beoordeling en afdoening.

De richtlijn

[Regeling vervallen per 01-03-2023]

Zie de tabellen in de bijlage.

Bijlage tabellen bij richtlijn voor strafvordering Luchtvaartwetgeving

 

Feitomschrijving

Opmerking

Artikel

Basis strafbare feit

Strafbaarstelling

Straalvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 6.000 kg of meer’

Propellervliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 6.000 kg of meer’

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van minder dan 6.000 kg (bedrijfsmatig en hefschroefvliegtuigen)’

Luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van minder dan 6.000 kg (particulier en ballonnen)’

Overige

Wet Luchtvaart (WLv)

1

Een luchtvaartuig bedienen zonder daarvoor geldig bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (document is niet langer dan één jaar verlopen)

Wel brevet doch niet langer dan 1 jaar verlopen

2.1, eerste lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

2.500

2.500

1.600

800

X

2

Een luchtvaartuig bedienen zonder daarvoor geldig bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (geen document of document is langer dan één jaar verlopen)

Wel brevet doch langer dan 1 jaar verlopen

2.1, eerste lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

Dagvaarden ivm ontzegging

idem

idem

idem

X

3

Een Nederlands burger- luchtvaartuig bedienen zonder een Nederlands of door erkende autoriteit afgegeven bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (document is niet langer dan één jaar verlopen)

Nederlands luchtvaartuig

2.1, tweede lid onder a of b

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

2.500

2.500

1.600

800

X

4

Een Nederlands burger-luchtvaartuig bedienen zonder een Nederlands of door (JAA) erkende autoriteit afgegeven bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (geen document of document is langer dan één jaar verlopen) (JAA = Joint Aviation Authorities)

 

2.1, tweede lid onder a of b

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

Dagvaarden ivm ontzegging

idem

idem

idem

X

5

In het logboek onjuiste gegevens of onjuiste aantekeningen opnemen, doen opnemen of toelaten dat zij daarin worden opgenomen;

 

2.10, eerste lid onder a

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

800

800

425

200

X

6

Het logboek beschadigen of vernietigen, doen beschadigen of vernietigen dan wel toelaten, dat het wordt beschadigd of vernietigd

 

2,10, tweede lid onder b

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 2 Wlv

800

800

425

200

X

7

Als eigenaar of houder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig nationaliteits- en inschrijvingskenmerk

Registratieplaat (soort van kentekentplaat)

3.1, eerste lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

2.500

2.500

1.600

800

X

8

Als gezagvoerder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig nationaliteits- en inschrijvingskenmerk

(zoals de chauffeur ver- antwoordelijk is voor de auto waarin hij rijdt)

3.1, eerste lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

1.600

1.600

800

425

X

9

Als eigenaar of houder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig bewijs van inschrijving

Registratie-bewijs

3.1, eerste lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

2.500

2.500

1.600

800

X

10

Als gezagvoerder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig bewijs van inschrijving

 

3.1, eerste lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

1.600

1.600

800

425

X

11

Als eigenaar of houder op een luchtvaartuig een ander kenmerk aanbrengen dan het nationaliteits- en inschrijvingskenmerk

 

3.1, tweede lid onder a

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

2.500

2.500

1.600

800

X

12

Op een luchtvaartuig een ander kenmerk aanbrengen dan het nationaliteits- en inschrijvingskenmerk

 

3.1, tweede lid onder a

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

1.600

1.600

800

425

X

13

Als eigenaar of houder een luchtvaartuig gebruiken dan wel doen of laten gebruiken dat is voorzien van een vals nationaliteits- en inschrijvingskenmerk

Omgekat luchtvaartuig eigenaar

3.1, tweede lid onder b

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

2.500

2.500

1.600

800

X

14

Als gezagvoerder een luchtvaartuig gebruiken dat is voorzien van een vals nationaliteits- en inschrijvingskenmerk

Omgekat luchtvoertuig vlieger

3.1, tweede lid onder b

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

1.600

1.600

800

425

X

15

Een vlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat niet luchtwaardig is

 

3.8, eerste lid onder a

Wlv

 

11.10, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

Dagvaarden ivm ontzegging (misdrijf)

idem

idem

idem

X

16

Een vlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat niet voorzien is van een geldig bewijs van luchtwaardigheid

Bewijs is niet afgegeven of verlopen

3.8, eerste lid onder b

Wlv

 

11.10, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

dagvaarden ivm ontzegging (misdrijf)

idem

idem

idem

X

17

Handelen in strijd met de voorschriften of beperkingen van een bewijs van luchtwaardigheid

Bijv. historisch luchtvaart

3.13, vierde lid Wlv

 

11.10, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

dagvaarden ivm ontzegging (misdrijf)

idem

idem

idem

X

18

Een vlucht uitvoeren met een burgerluchtvaartuig dat niet voldoet aan de voor dat luchtvaartuig geldende geluidseisen

 

3.19a, eerste lid onder a

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

4.100

2.500

1.600

800

X

19

Een vlucht uitvoeren met een burgerluchtvaartuig dat niet is voorzien van een geldig voor dat luchtvaartuig afgegeven geluidscertificaat of passende verklaring

 

3.19a, eerste lid onder b

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

4.100

2.500

1.600

800

X

20

Als houder van een Neder-lands burgerluchtvaartuig er niet op toezien dat het luchtvaartuig zijn luchtwaardigheid behoudt

 

3.22, eerste lid onder a

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

4.100

2.500

1.600

800

X

21

Als houder van een Nederlands burger-luchtvaartuig dat is voorzien van een voortstuwings-installatie er niet op toezien dat het luchtvaartuig blijft voldoen aan de geldende geluidseisen

 

3.22, tweede lid onder a

Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 3 Wlv

4.100

2.500

1.600

800

X

22

Als gezagvoerder van een burgerluchtvaartuig niet de in de Regeling Vluchtuit-voering genoemde documenten meevoeren

 

5 Regeling Vluchtuitvoering

4.8 Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 4 Wlv

800

800

425

200

X

23

Een vlucht uitvoeren zonder dat een gezag-voerder is aangewezen

 

5.6 Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

1.600

800

425

200

X

24

Als gezagvoerder niet voor aanvang van iedere vlucht kennis nemen van alle gegevens en inlichtingen die voor de uitvoering van de vlucht van belang zijn

Bijv op AIS,

Meteo en gewicht en balansverdeling van het luchtvaartuig

5.8 Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

2.500

1.600

800

425

X

25

Geen vliegplan indienen voor aanvang van de vlucht waaraan luchtverkeers-leidingsdiensten worden verleend

 

5.9, eerste lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

2.500

1.600

800

425

X

26

Zonder klaring een vlucht aanvangen waaraan luchtverkeersleidingsdiensten worden verleend of een gedeelte daarvan uitvoeren

Luchtruim-schending

(bijv airspace infringement)

Voor klasse C

5.9, tweede lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

2.500

1.600

800

425

X

27

Een vlucht uitvoeren in een gebied dat verboden is voor burgerluchtverkeer

 

2 Regeling beperking of verbod uitoefening burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden 2014

9 Bl 2014

5.10 Wlv

33 Bl 2014

11.9, eerste lid, onder a sub 5 Wlv

2.500

1.600

800

425

 

28

Als gezagvoerder de voorwaarden van de klaring niet nakomen

 

5.9, derde lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 5 Wlv

2.500

1.600

800

425

X

29

Niet op eerste vordering een bewijs van bevoegdheid, een bewijs van gelijkstelling of een medische verklaring behoorlijk ter inzage afgeven

 

11.4, eerste lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

425

425

200

200

X

30

Als lid van het cabine-personeel niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

 

11.4, tweede lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

200

200

200

x

X

31

Als lid van het cockpit-personeel niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

 

11.4, tweede lid Wlv

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

800

800

425

200

X

32

Als luchtverkeersdienstverlener niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

Luchtverkeersleider

11.4, tweede lid

Wlv

11.8a Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

x

x

x

x

800

33

Als luchtverkeers-dienstverlener niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

(AFIS) Verstrekker vluchtinformatie en alarmering aan luchtvaartterreinverkeer

(Alleen EHBD en EHLE buiten UDP)’

11.4, tweede lid Wlv

11.8a Wlv

11.9, eerste lid, onder a,

sub 11 Wlv

x

x

x

x

425

34

Als luchtverkeers-dienstverlener niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

Advies of inlichtingen tijdens de vlucht

(Havenmeester)

11.4, tweede lid Wlv

11.8a Wlv

11.9, eerste lid, onder a,

sub 11 Wlv

x

x

x

x

200

35

Als bedienaar van een grondstation of een mobiel station in de luchtvaartmobiele band niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht

Radio op de grond

11.4, tweede lid

11.8a Wlv

11.9, eerste lid, onder a, sub 11 Wlv

x

x

x

x

200

36

Met een luchtvaartuig opstijgen anders dan van een luchthaven

Niet in bezit zijn van een TUG afgegeven door de provincie

8.1a, eerste lid Wet Luchtvaart

 

11.9, eerste lid, onder a, sub 8 Wlv

x

x

1.600

800

425

Besluit Luchtverkeer 2014, EU Verordening 923 / 2012 EASA SERA

37

Tijdens de vlucht voorwerpen of stoffen verwijderen

Dingen uit het vliegtuig gooien

10 Besluit Luchtverkeer 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

38

Tijdens de vlucht luchtvaartuigen of andere voorwerpen slepen

 

11 Besluit Luchtverkeer 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

800

425

x

39

Niet uitwijken naar rechts indien een ander luchtvaartuig wordt ingehaald

 

SERA. 3210, c onder 3

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

40

Geen voorrang verlenen aan luchtvaartuig dat bezig is te landen of zich bevindt in de laatste naderingsfase voor de landing

 

SERA. 3210, c onder 4

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

41

Geen voorrang verlenen aan luchtvaartuig dat bezig is te landen of zich bevindt in de laatste naderingsfase voor de landing

Alleen van toepassing bij gevaar

SERA. 3210, c onder 4

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

idem

idem

x

42

Geen voorrang verlenen aan een zich lager bevindend luchtvaartuig, dat ook bezig is te landen

 

SERA. 3210, c onder 4

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

43

Geen voorrang verlenen aan een zich lager bevindend luchtvaartuig, dat ook bezig is te landen

Alleen van toepassing bij gevaar

SERA 3210, c onder 4

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

idem

idem

X

44

Als voetganger of bestuurder van een voertuig op een landingsterrein geen vrije doorgang verlenen aan een luchtvaartuig

 

SERA 3210, c onder 4

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

x

x

400

45

Als voetganger of bestuurder van een voertuig op een landingsterrein geen gevolg geven aan een door de exploitant gegeven aanwijzing

 

SERA 3210, c onder 4

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

x

x

200

46

Als voetganger of bestuurder van een voertuig op een gecontroleerd luchtvaartterrein geen gevolg geven aan een door de plaatselijk verlener van luchtverkeersleidingsdiensten gegegen aanwijzing

 

SERA 3210, c onder 4

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

x

x

200

47

Geen vliegplan indienen voor aanvang van een IFR vlucht binnen lucht-verkeersdienstverleningsgebieden F of G

 

SERA. 4001, b onder 1

16 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

2.500

1.600

800

425

x

48

Geen vliegplan indienen voor aanvang van een internationale VFR-vlucht

 

SERA. 4001, b onder 5

16 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

800

425

x

49

Geen vliegplan indienen voor aanvang van een vlucht die ’s nachts gepland is, als hij de nabijheid van een luchtvaartterrein verlaat

 

SERA. 4001, b, onder 6

16 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

50

Een VFR-vlucht uitvoeren onder zodanige weersomstandigheden dat het vliegzicht en de dat afstand van het luchtvaartuig kleiner is dan de voorgeschreven waarden

 

SERA. 5005, a

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

51

Tijdens een VFR-vlucht starten van of landen op een luchtvaartterrein gelegen in een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, dan wel het luchtvaartterreinverkeersgebied of het luchtverkeerscircuit in vliegen indien de wolkenbasis lager is dan 450 m (1.500 voet)

 

SERA. 5005, b

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

52

Tijdens een VFR-vlucht starten van of landen op een luchtvaartterrein gelegen in een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, dan wel het luchtvaartterreinverkeersgebied of het luchtverkeerscircuit in vliegen indien het grondzicht minder is dan 5 kilometer

 

SERA. 5005, b

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

53

Ongeacht de weersomstandigheden een VFR-vlucht uitvoeren buiten de daglichtperiode

 

18, eerste lid Besluit Luchtverkeer 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

54

VFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven minimum vlieghoogte (tussen 100 – 50% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

 

SERA. 5005, f

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaart

veiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

55

VFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven minimum vlieghoogte (tussen 50 – 25% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

 

SERA. 5005, f

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

56

VFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven minimum vlieghoogte (minder dan 25% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

 

SERA. 5005, f

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

57

IFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven vlieghoogte (tussen 100 – 50% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

 

SERA. 5015, b

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2.500

2.500

1.600

800

x

58

IFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven vlieghoogte (tussen 50 – 25% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

 

SERA. 5015, b

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2.500

2.500

1.600

800

x

59

IFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven vlieghoogte (minder dan 25% van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)

 

SERA. 5015, b

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2.500

2.500

1.600

800

x

60

Tijdens een IFR-vlucht de aangewezen radiofrequentie niet uitluisteren, dan wel geen tweezijdige radioverbinding tot stand brengen, dan wel niet op de voorgeschreven wijze de positie melden

 

SERA. 5025, b, c

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2.500

2.500

1.600

800

x

61

Ongeacht de weersomstandigheden een VFR-vlucht uitvoeren in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A

 

SERA. 6001, a

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

x

x

1.600

800

x

62

Tijdens een gecontroleerde vlucht niet op de voorgeschreven wijze de positie melden

 

SERA.8025

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2.500

2.500

1.600

800

x

63

Tijdens een gecontroleerde vlucht de aangewezen radiofrequentie niet uitluisteren, dan wel geen tweezijdige radioverbinding tot stand brengen

 

SERA. 8035

1.6 Wlv

3.1 Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid

11.9, eerste lid, onder c Wlv

2.500

2.500

1.600

800

x

Regeling standaard luchtverkeerscircuits

64

Tegen de vliegrichting in het standaard luchtverkeers-circuit volgen

 

3 Regeling standaard luchtverkeers-circuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

425

200

x

65

Tegen de vliegrichting in het standaard luchtverkeers-circuit volgen, waarbij hinder is ontstaan voor overig circuitverkeer

 

3 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

66

Tegen de vliegrichting in het standaard luchtverkeers-circuit volgen, waarbij gevaar is ontstaan voor overig circuitverkeer

 

3 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

Dagvaarden ivm ontzegging

x

x

x

x

67

Op of in nabijheid van luchtvaartterrein het door luchtvaartuigen gevormde luchtverkeerscircuit niet volgen dan wel vermijden

 

3 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

68

Op of in nabijheid van luchtvaartterrein bij het invoegen in het luchtverkeerscircuit andere luchtvaartuigen die het luchtverkeerscircuit volgen hinderen

 

3 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

2.500

1.600

x

69

Op of in nabijheid van luchtvaartterrein bij het invoegen in het luchtverkeerscircuit andere luchtvaartuigen die het luchtverkeerscircuit volgen hinderen

Alleen van toepassing bij gevaar

3 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

x

x

x

x

70

Op of in nabijheid van luchtvaartterrein de bocht niet naar links maken tijdens het aanvliegen voor een landing en na het opstijgen

 

3 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

800

425

x

71

Een ander luchtvaartuig inhalen binnen een luchtverkeerscircuit

 

4 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

425

200

x

72

Een ander luchtvaartuig inhalen binnen een luchtverkeerscircuit, waarbij hinder is ontstaan voor overig circuitverkeer

 

4 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

73

Een ander luchtvaartuig inhalen binnen een luchtverkeerscircuit, waarbij gevaar is ontstaan voor overig circuitverkeer

 

4 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

ìdem

idem

x

74

Tijdens het volgen van het standaardluchtverkeerscircuit niet de voorgeschreven hoogtes in acht nemen

 

5 Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

idem

idem

x

75

Invoegen in het luchtverkeerscircuit zonder dat de gezagvoerder kennis heeft genomen van de in het seinenvierkant uitgelegd grondtekens danwel overeenkomstig aanwijzingen heeft verkregen via de havendienstradio

 

7, onder a, Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

idem

idem

x

76

De klim of daling naar circuithoogte inzetten binnen het circuit gebied

 

7, onder b, Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

idem

idem

idem

x

77

Invoegen in het luchtverkeerscircuit anders dan op het rugwindbeen tegenover het midden van de landingsbaan, waarbij hinder is ontstaan voor overig circuitverkeer

 

7, onder c, Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

78

Invoegen in het luchtverkeerscircuit anders dan op het rugwindbeen tegenover het midden van de landingsbaan, waarbij gevaar is ontstaan voor overig circuitverkeer

 

7, onder c, Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

x

x

x

x

79

Het luchtverkeerscircuit niet verlaten onder een hoek van 45 graden halverwege het dwarswindbeen

 

7, onder c, Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

80

Overig circuitverkeer hinderen binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een vlucht verband houdend met het aanhaken of afwerpen van een reclame sleepnet

 

9, onder b, Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

81

Gevaar veroorzaken voor overig circuitverkeer binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een vlucht verband houdend met het aanhaken of afwerpen van een reclame sleepnet

 

9, onder b, Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

x

x

x

x

82

Overig circuitverkeer hinderen binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een gesimuleerde nood- of voorzorgslanding

 

9, onder d, Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

83

Gevaar veroorzaken voor overig circuitverkeer binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een gesimuleerde nood- of voorzorgslanding

 

9, onder, d Regeling standaard luchtverkeerscircuits

7 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

dagvaarden i.v.m. ontzegging

x

x

x

x

Regeling slepen en reclamesleepvliegen

84

Een reclamesleepvlucht uitvoeren boven Nederlands grondgebied tot 200 meter uit de kust beneden een hoogte van 425 meter

 

2, eerste lid Regeling slepen en Reclamesleepvliegen

11 BL

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

85

Een reclamesleepvlucht uitvoeren boven Nederlands grondgebied tot 200 meter uit de kust beneden een hoogte van 350 meter buiten de kustlijn

 

2, tweede lid Regeling slepen en Reclamesleepvliegen

11 BL

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

86

Een reclamesleepvlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat hiertoe niet gecertificeerd is

 

3, onder a Regeling slepen en Reclamesleepvliegen

11 BL

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

87

Een reclamesleepvlucht uitvoeren van maandag t/m vrijdag voor 08.00 uur en na 19.00 uur plaatselijke tijd

Een reclamesleepvlucht uitvoeren op zaterdag voor 10.00 uur en na 19.00 uur plaatselijke tijd

Een reclamesleepvlucht uitvoeren op zondag voor 10.00 uur en na 19.00 uur plaatselijke tijd

 

4, onder a Regeling slepen en Reclamesleepvliegen

11 BL

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b,

sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

88

Een reclamesleepvlucht uitvoeren waarbij per dag per sleep langer dan 15 minuten boven een zelfde locatie of langer dan 45 minuten boven dezelfde bebouwde kom wordt gevolgen.

 

4, onder b Regeling slepen en Reclamesleepvliegen

11 BL

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b,

sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

89

Een reclamesleepvlucht uitvoeren waarbij in gesloten verband met meer dan drie sleepvliegtuigen wordt gevlogen

 

4, onder c Regeling slepen en Reclamesleepvliegen

11 BL

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b,

sub 4 Wlv

x

x

1.600

800

x

Regeling Luchtvaartvertoningen

90

Als vertoningdirecteur tegelijkertijd als deelnemer deelnemen aan de luchtvaartvertoning waarvoor hij is aangewezen.

 

9, vijfde lid Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

91

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de publiekgebieden worden beperkt tot één zijde van het vertoningterrein.

 

13, onder a, Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

92

Als vertoningsdirecteur toelaten dat publieksgebieden worden gelokaliseerd onder de in- en uitvliegsector van het vertoningsterrein.

 

13, onder a, Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

1.600

93

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat demonstratietoestellen en andere apparatuur, wanneer deze worden bijgetankt, ten minste 15 meter van het publiek verwijderd zijn.

 

13, onder e, Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

94

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat wanneer ballonnen, luchtschepen of balloncilinders worden gevuld met waterstofgas, deze ten minste 40 meter van het publiek verwijderd zijn.

 

13, onder e, Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

95

Als vertoningsdirecteur een deelnemer toelaten aan een luchtvaartvertoning die niet beschikt over een geldige vertoningslicentie

 

18, eerste lid Regeling Luchtvaartvertoringen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

96

Als vertoningsdirecteur een deelnemer of demonstratietoestel toelaten tot een luchtvaartvertoning die niet is vermeld in het vertonings-programma.

niet zijnde deelnemers of demonstratietoestellen van gelijke soort en kwaliteit ter vervanging van de oorspronke-lijk toegelaten personen of toestellen

19 onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

97

Als vertoningsdirecteur geen schriftelijke instructie opstellen

 

20, eerste lid Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

98

Als vertoningsdirecteur vertoningsvluchten laten uitvoeren beneden de minimum weersomstandigheden.

 

21, eerste lid Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

1.600

99

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de minimum scheidings-afstanden tussen vertoninglijn en publieklijn in acht worden genomen.

categorie A demonstratietoestellen

22 onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

100

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de hartlijn van de baan zich ten minste 75 meter van de publiekslijn bevindt.

categorie A demonstratietoestellen

22 onder b Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

101

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat zich meer dan 15 meter plus de halve spanwijdte dan wel halve rotordiameter bevindt tussen enig onderdeel van dat taxiënd demonstratietoestel en het publiek.

categorie A demonstratietoestellen

22 onder c Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

102

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de minimum scheidings-criteria tussen de publieklijn en enig deel van het demonstratietoestel of hun verankeringspunten in acht wordt genomen.

categorie B demonstratietoestellen

23, onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

103

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat er niet meer dan 35 demonstratietoestellen tegelijkertijd opstijgen.

categorie B demonstratietoestellen

23, onder c Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

104

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat per etmaal niet meer dan 70 demonstratietoestellen opstijgen.

categorie B demonstratietoestellen

23, onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

105

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat het landingsgebied voor valschermspringers meer dan 15 meter van de publieklijn ligt.

 

24, eerste lid onder a Regeling luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

106

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat propellers, straalmotoren of rotorbladen stilstaan binnen 250 meter van het doelgebied zolang een valschermspringer met zijn afdaling bezig is.

 

24, tweede lid Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

107

Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de minimale afstand tussen enerzijds publiek en anderzijds valschermzweef-toestellen, schermvliegtuigen, zeilvliegtuig, sleepkabel, lier of uitgevierde lierkabel ten minste 30 meter bedraagt.

 

25, onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

108

Als deelnemer er geen zorg voor dragen dat er zich, buiten de bemanningsleden die essentieel zijn voor de vertoningsvlucht, geen andere personen aan boord van het demonstratietoestel bevinden.

 

32, eerste lid Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

800

x

109

Als deelnemer met een demonstratietoestel boven het publiekgebied vliegen.

 

33 Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

1.600

1.600

800

110

Als deelnemer met een vrije ballon beneden de toegestane hoogte boven het publiekgebied varen (onder-schrijding 50% of meer)

 

33, onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

800

x

111

Als deelnemer met een categorie A toestel de minimum scheidingsafstanden niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)

 

34, eerste lid onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

800

x

112

Als deelnemer met een zeilvliegtuig of valschermzweeftoestel de minimum scheidingsafstanden niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)

 

34, eerste lid onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

425

x

113

Als deelnemer met een categorie A toestel de vastgestelde minimum vlieghoogte niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)

 

34, eerste lid onder b Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

800

x

114

Als deelnemer met een zeilvliegtuig of valschermzweeftoestel de vastgestelde minimum vlieghoogte niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)

 

34, eerste lid onder b Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

425

x

115

Als deelnemer met een categorie A toestel met de uitvoering van het onderdeel beginnen voordat de minimumhoogte en/of minimumscheidingsafstand is bereikt (onderschrijding 50% of meer)

 

34, eerste lid onder c Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

800

x

116

Als deelnemer met een zeilvliegtuig of valschermzweeftoestel met de uit-voering van het onderdeel beginnen voordat de minimumhoogte en/of minimumscheidingsafstand is bereikt (onderschrijding 50% of meer)

 

34, eerste lid onder c Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

425

X

117

Als deelnemer met een categorie A toestel manoeuvre zodanig uitvoeren dat de vertoningslijn wordt overschreden

 

34, eerste lid onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

X

x

425

425

x

118

Als deelnemer van een demonstratietoestel aan de grond de propellers, straalmotoren of rotors in werking hebben binnen 250 meter van het doelgebied tijdens het onderdeel valschermspringen

 

35, onder a Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

800

x

119

Als deelnemer van een demonstratietoestel aan de grond de propellers, straalmotoren of rotors in werking hebben indien een valschermspringer in de richting van zijn toestel zweeft

 

35, onder b Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

800

800

x

120

Als deelnemer met een valschermzweeftoestel, schermvliegtuig of zeilvliegtuig binnen 30 meter van het publiekgebied vliegen

 

36, tweede lid Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

425

x

121

Als luchtvaartterreininformatieverstrekker niet de vereiste ervaring hebben

 

37 Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

122

Als luchtvaartterreininformatieverstrekker geen informatie geven aan de deelnemer over calamiteiten op de grond of in de lucht die van belang zijn voor een veilige uitvoering van een onderdeel

 

38, onder d Regeling Luchtvaartvertoningen

76, eerste lid onder a, LvW

158, tweede lid RTL

39 Rl

62 derde lid LvW

x

x

x

x

800

Regeling valschermspringen 2010

123

Als valscherm geen voorrang verlenen aan vliegtuigen, helikopters, zweeftoestelen, vrije ballonenen en luchtschepen

 

1b, eerste lid Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

800

124

Valschermspringen buiten een vast valschermspringgebied

 

3, eerste lid onder a Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

800

125

Valschermspringen buiten een incidenteel valschermspringgebied

 

3, eerste lid onder a Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

800

126

Valschermspringen buiten de daglichtperiode

 

3, eerste lid onder c Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

800

127

Valschermspringen wanneer het vliegzicht en de minimumafstand tot de wolken niet voldoen aan de minimum VFR waarden

 

3, eerste lid onder d Regeling valschermspringen 2010

12 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

800

Regeling kabelvliegers en kleine ballons

128

Een kabelvlieger of kleine kabelballon boven een hoogte van 100 meter boven grond of water gebruiken

 

2, onder a Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

425

129

Een kabelvlieger of kleine kabelballon gebruiken binnen een afstand van 3 km van de grens van een luchthaven of zweefvliegterrein

 

2, onder b Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

800

130

Een kabelvlieger of kleine kabelballon gebruiken binnen een afstand van 5 km van de grens van een gecontroleerde luchthaven

 

2, onder c Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

800

131

Een kabelvlieger of kleine kabelballon gebruiken binnen burger laagvlieggebieden, militaire laagvlieggebieden en binnen een afstand van 5 km van militaire laagvliegroutes

 

2, onder d Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

800

132

Een kleine vrije ballon oplaten binnen een afstand van 8 km van de grens van een gecontroleerde luchthaven, zonder toestemming van de betrokken plaatstelijke luchtverkeersleidingsdienst

 

3, tweede lid Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

425

133

1.000 of meer sfeerballons nagenoeg gelijktijdig oplaten in strijd met artikel 3 van de Regeling kabelvliegers en kleine ballons

 

4, eerste lid Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 BL 2014

5.5 Wlv

33 BL 2014

11.9, eerste lid, onder b, sub 4 Wlv

x

x

x

x

800

Wetboek van strafrecht

134

Opzettelijke vernieling van verkeerswerken

 

162 Wetboek van strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

135

Opzettelijke vernieling op een luchthaven van voorzieningen die de diensten op de luchthaven verstoort

 

162a Wetboek van strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

136

Culpose vernieling van verkeerswerken

 

163 Wetboek van strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

137

Met een mechanische kracht gevaar veroorzaken voor het luchtverkeer

Laseraanstraling

Opzet

164 Wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

138

Met een mechanische kracht gevaar veroorzaken voor het luchtverkeer

Laseraanstraling

Schuld

165 Wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

139

Opzettelijke vernieling van veiligheidstekens voor luchtvaart

 

166 wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

140

Culpose vernieling van veiligheidstekens voor luchtvaart

 

167 Wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

141

Opzettelijk doen verongelukken van luchtvaartuigen

 

168 wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

142

Culpose verongelukking van luchtvaartuigen

 

169 Wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

143

beschadiging van gebouwen

 

352 Wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

144

Kaping

 

385a Wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

145

Geweld tegen inzittende luchtvaartuig

 

385b Wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

146

Doorgeven valse gegevens die gevaar voor een luchtvaartuig in vlucht kunnen veroorzaken.

 

385c Wetboek van Strafrecht

   

x

x

x

x

dagvaarden

147

Gebruik maken van vuurwapen, ontplofbare of andere gemeengevaarlijke stof of voorwerp in of in onmiddellijke nabijheid van een vertrek- of aankomsthal van een luchthaven

 

385d Wetboek van Strafrecht

           

dagvaarden

148

Zodanig gedragen dat er gevaar voor het luchtverkeer wordt veroorzaakt

of kan worden veroorzaakt of het verkeer in de lucht wordt gehinderd

Overtreding

429, 6 lid Wetboek van Strafrecht

           

dagvaarden

Tabel art 96 lid 4 Regeling Toezicht Luchtvaart

Gedraging

Bijzonderheden

 

Geldboete

let op:

Roken in vliegtuig

in cabine

“droge” constatering

150

 
   

gerealiseerd brandgevaar (schroeiplekken, smeulend papier etc)

500

bij cumulatie met andere gedragingen danwel bij een echte brand: dagvaarden

 

in toilet

geeft toe gerookt te hebben en zegt wat er met peuk gebeurd is

150

 
   

geeft niet toe en wil niet zeggen waar peuk gebleven is¹

250

 
   

gerealiseerd brandgevaar (schroeiplekken, smeulend papier etc)

500

bij cumulatie met andere gedragingen danwel bij een echte brand : dagvaarden.

Riemen weigeren vast te maken

geen overduidelijke reden anders dan “riemen vast sign” aan²

 

250

 
 

tijdens opstijgen, landen of turbulentie

 

350

 

Schreeuwen en/of andere geluidsoverlast veroorzaken/andere passagiers lastig vallen

standaard

 

300

 
 

gevaar voor escalatie³

 

500

 
 

gerealiseerde escalatie4

 

1000

bij cumulatie met andere gedragingen en/of feiten meteen dagvaarden

Stiekem drinken uit zelf meegebrachte fles drank

“droge” constatering door crew

 

150

 
 

evidente dronkenschap en/of reeds besloten weigering service door crew

 

300

 

Weigeren plaats te nemen in de door de crew aangewezen stoel5

   

300

 

Weigeren te blijven zitten

   

300

 

Weigeren handbagage op te bergen in de overhead bins danwel de bagage onder de stoel te plaatsen

   

300

 

Weigering aanwijzingen mbt overige gedragingen

gedrag irritant voor medepassagiers

 

150

 
 

gedrag onwenselijk ivm de veiligheid van personen en/of het vliegtuig

 

300

 

• Bij meerdere gedragingen die niet ophouden na aanwijzingen daartoe door of namens de gezagvoerder: basisbedrag is de zwaarste gedraging en elke volgende is + €100. Maximum is cumulatie van 3 gedragingen, bij meer dan dat direct dagvaarden. (bijvoorbeeld: een passagier volgt de aanwijzingen niet op om te blijven zitten, steekt een sigaret op en weigert te stoppen met schreeuwen: €300 + €100 + €100. Indien hij vervolgens zijn buurman ook nog gaat lastig vallen en daar niet mee wil ophouden na aanwijzing daartoe: dagvaarden.)

• Leg, indien gepleegd, commune feiten als belediging (denk er aan: is klachtdelict!), aanranding en ontuchtige handelingen en vernieling apart ten laste. Dan is het altijd dagvaarden.

Serieuze bedreiging kan ook een daad van geweld in de zin van 385b sr zijn: beoordeel of de zaak niet moet worden afgedaan op artikel 385b sr. In dat geval bezien of voorgeleiding aangewezen is, in elk geval dagvaarden.

¹ Indien een passagier stiekem in het toilet heeft gerookt en hij wil niet toegeven dat hij dat gedaan heeft en dus ook niet zeggen waar hij de peuk gelaten heeft, dan moet de crew uit veiligheidsoverwegingen in het toilet gaan zoeken naar de peuk. Immers: als hij ligt te smeulen in de afvalbak is er brandgevaar. Dit kan betekenen dat de crew gedurende het zoeken naar de peuk geen aandacht heeft voor de veiligheid en het welzijn van de overige passagiers en aldus ultiem de vlucht in gevaar brengen. Alleen meenemen als de crew in haar verklaring hiervan melding maakt.

² Soms gaat het “fasten seatbelt sign” aan zonder dat er voor de passagier duidelijk merkbare veiligheids-issues spelen. Dwz geen heftige turbulentie of stijgen of dalen. De gezagvoerder kan bijv. daartoe beslissen wanneer het chaotisch is in de cabine en rust weer hersteld dient te worden.

³ Andere passagiers beginnen zich ermee te bemoeien en de passagier nadrukkelijk aan te spreken op zijn gedrag.

4 Het halve vliegtuig bemoeit zich inmiddels ermee en er is ruzie/confrontatie met andere passagiers uit ontstaan. Leg bedreigingen en/of beledigingen (indien klachte van gedaan!) separaat ten laste. Indien sprake van escalatie naar fysiek geweld overstappen naar art 385b Sr. In dat geval meteen dagvaarden. Beoordeel of niet een voorgeleiding aangewezen is.

5 In de meeste gevallen heeft het door de crew aanwijzen van een andere stoel dan de door de passagier zelf uitgezochte veiligheidsredenen. Bijv. iemand die slecht ter been is mag niet bij een nooduitgang zitten want dan kan hij in een noodgeval andere passagiers niet helpen van de uitgang gebruik te maken. Bij een niet volle vlucht kan het reshuffelen van de passagiers worden besloten vanuit de optiek van een betere verdeling van het gewicht over het vliegtuig. De beslissing tot aanwijzen van een andere stoel heeft dus duidelijke safety achtergronden.

Naar boven