Instellingsbesluit Commissie Kwaliteitsafspraken mbo

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 23-06-2018 t/m 31-12-2019

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 juni 2018, nr. MBO/1357157, houdende instelling van de Commissie Kwaliteitsafspraken mbo (Instellingsbesluit Commissie Kwaliteitsafspraken mbo)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en artikel 7 van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • commissie: commissie, bedoeld in artikel 2;

  • DUS-I: Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen;

  • kwaliteitsagenda: de kwaliteitsagenda zoals bedoeld in artikel 6 van de regeling kwaliteitsafspraken mbo;

  • minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1 Er is een Commissie Kwaliteitsafspraken mbo.

  • 2 De commissie heeft tot taak per mbo-instelling:

    • a. de kwaliteitsagenda 2019–2022 te beoordelen, zo nodig mede op basis van een gesprek met de instelling, en de minister te adviseren over goedkeuring daarvan;

    • b. de tussentijdse resultaten te beoordelen, zo nodig mede op basis van een gesprek met de instelling, en de minister te adviseren over toekenning van het resultaatafhankelijke budget;

    • c. te komen tot een integrale eindbeoordeling gebaseerd op de vergelijking van de resultaten met de ambities en doelstellingen verwoord in de kwaliteitsagenda, zo nodig mede op basis van een gesprek met de instelling, en de minister te adviseren over de toekenning van het resultaatafhankelijke budget;

    • d. de minister te adviseren over de bijstelling van de kwaliteitsagenda van een instelling die daartoe een verzoek heeft ingediend, zo nodig mede op basis van een gesprek met de instelling.

  • 3 De commissie heeft daarnaast tot taak om een integrale rapportage op te stellen met een landelijk beeld van de voortgang en/of resultaten van de kwaliteitsafspraken op drie momenten, te weten na de initiële beoordeling van de kwaliteitsagenda’s, na de midterm review en na de eindbeoordeling.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming, ontslag

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en zes andere leden.

  • 2 De voorzitter en de leden worden door de minister benoemd.

  • 3 De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 4 Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister een ander lid benoemen.

  • 5 De voorzitter en overige leden kunnen worden geschorst en ontslagen door de minister.

Artikel 4. Instellingsduur

De commissie wordt ingesteld met ingang van 15 juni 2018 en wordt opgeheven per 1 juni 2024.

Artikel 5. Leden

Met ingang van 15 juni 2018 worden tot lid van de commissie benoemd:

de heer dr. M. Scheffer, tevens voorzitter;

de heer E. van den Berg;

mevrouw drs. M.A. ten Heuw;

mevrouw Y. Moerman-van Heel;

mevrouw M. Nijkamp-Diesfeldt MBA;

de heer A.M. Timmermans; en

mevrouw mr. R.G.K. Voss.

Artikel 6. Secretariaat

  • 1 De commissie wordt ondersteund door een secretariaat.

  • 2 Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

  • 3 In het secretariaat wordt voorzien door de minister. Het secretariaat is ondergebracht bij DUS-I.

Artikel 7. Werkwijze

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2 De commissie legt jaarlijks voor 1 oktober een werkplan voor het volgend kalenderjaar en een begroting tot uitvoering van dit werkplan voor aan de minister. De begroting behoeft goedkeuring van de minister. Uitgaven buiten de begroting worden tevoren per geval ter goedkeuring voorgelegd aan de minister.

  • 3 De commissie kan in voorkomende gevallen onderzoek laten uitvoeren of expertise van derden inroepen, voor zover dat valt binnen de goedgekeurde begroting.

Artikel 8. Informatieplicht

De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 9. Eindrapport

De commissie brengt vóór 1 juni 2024 haar eindrapport uit aan de minister.

Artikel 10. Vergoeding

De voorzitter en de andere leden ontvangen een vaste vergoeding per maand. De toepasselijke salarisschaal voor de voorzitter en de andere leden is schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De arbeidsduurfactor voor de voorzitter en de andere leden is voor de jaren 2018 en 2019 respectievelijk 0,175 en 0,15. De arbeidsduurfactor voor de rest van de instellingsduur wordt door de minister voor 1 oktober 2019 nader vastgesteld.

Artikel 11. Kosten van de commissie

  • 1 De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor secretariële ondersteuning,

    • b. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen,

    • c. reis- en verblijfkosten als bedoeld in het Reisbesluit binnenland,

    • d. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek, en

    • e. de kosten voor publicatie van rapportages.

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een werkplan en een begroting tot uitvoering van dit werkplan voor 2018 aan de minister aan.

  • 3 Reiskosten gemaakt vanaf 1 februari 2018 in verband met voorbereidende werkzaamheden voor de instelling van de commissie kunnen voor vergoeding in aanmerking komen.

Artikel 12. Verantwoording

De commissie biedt de minister jaarlijks een verslag aan waarin verslag wordt gedaan over de activiteiten van de periode waarin de commissie werkzaam is geweest. Desgewenst kan de commissie het laatste verslag (het eindverslag) gelijktijdig met het eindrapport indienen.

Artikel 13. Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 14. Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Organisatie en Bedrijfsvoering (DOB) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1 Dit besluit treedt in werking de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 juni 2018.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 16. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Kwaliteitsafspraken mbo.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

I.K. van Engelshoven

Naar boven