Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Toezicht 2017

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-04-2019 t/m 14-07-2021

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 augustus 2017, 2017-0000141577, tot de inrichting van de directie Toezicht, alsmede de toedeling van taken en doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de onder de directeur ressorterende functionarissen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Toezicht 2017)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5, onderdeel k, en 12 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit inspecteur-generaal SZW 2017;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • directeur: de directeur van de directie Toezicht;

  • directie: de directie Toezicht;

  • opdrachtgever: de functioneel leidinggevende van de programmamanager of de projectleider;

  • programmamanager: de functionaris die in zijn rol opdrachtnemer is en verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van één of meer programmaplannen en de realisatie van de programmadoelen binnen de daarvoor gegeven kaders, waaronder begrepen tijd, geld, capaciteit, in het vastgestelde programmaplan;

  • projectleider: de functionaris die in zijn rol verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en realisatie van één of meer projecten en de gestelde resultaten;

  • vakgroep: een vakgroep die valt onder de directie Mensen & Middelen van de inspectie.

§ 2. Organisatie

Artikel 2. Organisatie directie

  • 1 De directie bestaat uit een aantal programmamanagers op tactisch niveau.

  • 2 De programmamanagers op tactisch niveau ressorteren rechtstreeks onder de directeuren Toezicht.

§ 3. Verantwoordelijkheden

Artikel 3. Verantwoordelijkheden programmamanagers

De programmamanagers zijn verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

  • a. de functionele aansturing van de medewerkers die ondergebracht zijn in één of meer aan hem opgedragen programma’s of projecten, supervisie op en coördinatie van de programmawerkzaamheden en het rechtstreeks verantwoording afleggen hierover aan de directeur Toezicht die opdrachtgever is;

  • b. de ontwikkeling van het programmaplan en de (door)ontwikkeling van de doelenboom en interventiemix;

  • c. het doorgeleiden van externe signalen ten behoeve van onder meer de risico-analyses en het tijdig melden van bestuurlijke en politieke en maatschappelijke risico’s aan de opdrachtgever en het nemen van beheersmaatregelen;

  • d. het sturen op de realisatie van de programmadoelen binnen de daarvoor gegeven kaders, waaronder begrepen tijd, geld en capaciteit, in het vastgestelde programmaplan;

  • e. het oog houden voor de bijdrage van het programma aan inspectiebrede doelstellingen, het daarop bijsturen en het daartoe leggen van verbinding met andere programma’s;

  • f. het in de P&C-cyclus op programmaniveau aan de opdrachtgever uitbrengen van rapporten waarin de output is gekoppeld aan doelstellingen en beoogde maatschappelijke effecten;

  • g. het zorg dragen voor programmaspecifieke kennisontwikkeling en het actief afstemmen met de betreffende vakgroep of vakgroepen;

  • h. het onderhouden van de relevante externe contacten met samenwerkingspartners en beleidsmakers op tactisch niveau;

  • i. het behandelen van klachten, meldingen, signalen en verzoeken over het niet naleven van wet- en regelgeving door werkgevers en werknemers:

  • j. het verrichten of laten verrichten van onderzoek bij arbeidsongevallen, waaronder begrepen arbeidsongevallen in bedrijven met een hoog risico op zware ongevallen;

  • k. de uitvoering van de taken, genoemd in hoofdstuk 7 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • l. het verzorgen van de operationele leiding van de interventieteams;

  • m. het functioneel sturing geven aan projectleiders en projectsecretarissen bij het plannen, uitvoeren en evalueren van interventieprojecten;

  • n. het als tactisch manager participeren in het ontwikkelen en implementeren van inspectiebrede plannen.

§ 4. Bevoegdheden

Artikel 4. Algemeen

De programmamanagers zijn bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met het werkterrein van hun organisatieonderdeel en voor zover zij niet zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de inspecteur-generaal of de directeur.

Artikel 5. Machtiging stillegging in verband met recidive

De onder de directeur Mensen & Middelen ressorterende ambtenaren, belast met toezicht, zijn gemachtigd om een beschikking tot stillegging van werkzaamheden in verband met recidive te effectueren door het treffen van de nodige maatregelen, het geven van de nodige aanwijzingen en het inroepen van de hulp van de sterke arm.

Artikel 6. Mandaat openbaarmaking inspectiegegevens

De onder de directeur Mensen & Middelen ressorterende ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet arbeid vreemdelingen en de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, zijn bevoegd om namens een bewindspersoon te besluiten tot openbaarmaking van het feit dat na een afgerond onderzoek geen overtreding is geconstateerd.

Artikel 7. Volmacht

De onder de directeur Toezicht ressorterende programmamanagers en de onder de directeur Mensen & Middelen ressorterende programmamanagers van de toezichtprogramma’s en de vakgroephoofden zijn binnen de daarvoor geldende departementale, dan wel door de inspecteur-generaal vaststelde financiële kaders gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten ter waarde van ten hoogste € 15.000,– per overeenkomst betreffende de ontwikkeling, uitvoering en verantwoording van programma’s en projecten.

Artikel 8. Plaatsvervanging

  • 1 Bij afwezigheid of verhindering van de directeur worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, zijn taken en bevoegdheden geheel of gedeeltelijk waargenomen door een daartoe aan te wijzen plaatsvervanger.

  • 2 Bij afwezigheid of verhindering van een programmanager worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, zijn taken en bevoegdheden geheel of gedeeltelijk waargenomen door een daartoe aan te wijzen plaatsvervanger.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 31 augustus 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze,

H.C. van Hoorn

directeur Toezicht

L.M.N. Kroon

directeur Toezicht

M.A. Zuurbier

directeur Toezicht

Naar boven