Rechtspositieregeling Raad van bestuur SVB

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 november 2016, 2016-0000247113, tot vaststelling van de rechtspositie van de Raad van Bestuur SVB

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 6, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2. Beloning

  • 1 De beloning wordt bij beschikking vastgesteld, waarbij de WNT in acht wordt genomen.

  • 2 Het bedrag van de beloning is inclusief een vakantie- en een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen van de voor de SVB geldende CAO, en alle overige componenten die tot de beloning in de zin van de WNT worden gerekend.

  • 3 De beloning, bedoeld in het eerste lid, wordt, met uitzondering van vakantie- en eindejaarsuitkering, uitbetaald in gelijke maandelijkse termijnen.

    De vakantie- en eindejaarsuitkering worden eens per jaar uitbetaald, in de maanden mei respectievelijk december van ieder jaar.

Artikel 3. Kostenvergoedingen

  • 1 Een lid heeft recht op een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de regeling van de SVB voor het vergoeden van reis- en verblijfkosten.

  • 2 Een lid heeft voor zakelijk verkeer recht op een dienstauto.

Artikel 4. Verlof

Een lid heeft aanspraak op de verloffaciliteiten die gelden voor de personen in dienst van de SVB.

Artikel 5. Arbeidsongeschiktheid

In geval van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte of gebreken, zwangerschap of bevalling zijn de bepalingen ten aanzien van doorbetaling van de bezoldiging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Loopbaanbegeleiding

Een lid heeft recht op loopbaanbegeleiding, aangeboden door de Algemene Bestuursdienst.

Artikel 7. Ontslag en niet-herbenoeming

  • 1 In geval van niet-herbenoeming dan wel tussentijds ontslag, anders dan op eigen verzoek en anders dan ten gevolge van eigen schuld of toedoen, heeft een lid in aanvulling op de reguliere aanspraak op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet aanspraak op een bovenwettelijke uitkering.

Artikel 8. Functievervulling

  • 1 Een lid onthoudt zich van het openbaren van gedachten of gevoelens, indien daardoor de goede vervulling van zijn functie of het goede functioneren van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zouden zijn verzekerd.

  • 2 Het is een lid verboden nevenbetrekkingen te vervullen die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van zijn functie of de handhaving van zijn onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.

  • 3 Het is een lid in zijn ambt verboden vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen.

  • 4 Een lid meldt een voornemen tot het openbaren van gedachten of gevoelens voorafgaand aan deze openbaring aan de minister.

Artikel 9. Uitvoering van deze regeling

  • 1 De kosten die voortvloeien uit deze regeling komen ten laste van de SVB.

  • 2 De SVB is belast met de uitvoering van deze regeling.

  • 3 De bepalingen van de voor de SVB geldende CAO zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover daar in deze regeling niet van wordt afgeweken en met uitzondering van bepalingen omtrent bezoldiging als bedoeld in de WNT.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 november 2016

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Naar boven