Onderlinge regeling ex artikel 38, eerste lid, Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, inzake de verdeling opbrengsten octrooibestel

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 18-10-2016 t/m 31-05-2023

Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden tussen Nederland en Sint Maarten inzake de verdeling van de opbrengsten van het octrooibestel

Nederland en Sint Maarten,

Overwegende dat

  • de voormalige Nederlandse Antillen zijn toegetreden tot het Europees Octrooiverdrag;

  • Europese octrooien vanaf 4 april 2007 van kracht zijn geworden op de voormalige Nederlandse Antillen;

  • het van kracht worden van Europese octrooien op de voormalige Nederlandse Antillen aanleiding heeft gegeven om de opbrengsten van de instandhoudingstaksen van die octrooien te verdelen;

  • voor de verdeling van deze opbrengsten is besloten geen onderscheid te maken tussen taksen verschuldigd voor Europese en rijksoctrooien;

  • de opbrengsten van de instandhoudingstaksen voor Europese en rijksoctrooien, op grond van de onderlinge regeling tussen Nederland en de Nederlandse Antillen inzake de verdeling van de opbrengsten van het octrooibestel van 17 september 2010, te rekenen vanaf april 2007 werden verdeeld naar rato van het inwonertal van Nederland enerzijds en de voormalige Nederlandse Antillen anderzijds;

  • bij de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen van 7 september 2010 de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010 zijn opgeheven en Curaçao en Sint Maarten op die datum de hoedanigheid van land in het Koninkrijk hebben verkregen;

  • het Europees Octrooiverdrag met ingang van 10 oktober 2010 medegelding heeft verkregen in de landen Curaçao en Sint Maarten;

  • de onderlinge regeling is geëindigd met ingang van 10 oktober 2010;

  • de verdeling van de opbrengsten tussen Nederland, Curaçao en Sint Maarten te rekenen vanaf 10 oktober 2010 opnieuw moet worden vastgesteld;

  • de voormalige Minister van Economische Zaken van Nederland bij brief van 22 september 2010 aan de voormalige Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen heeft bevestigd dat de wijziging van de inwonertallen als gevolg van de opheffing van de Nederlandse Antillen tot april 2012 geen invloed zal hebben op de bij de onderlinge regeling van 17 september 2010 vastgestelde verdeelsleutel;

  • bij briefwisseling tussen de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten, de Minister van Justitie van Curaçao en de Staatssecretaris van Economische Zaken van Nederland een onderlinge regeling tot stand is gekomen, waarin een verdeelsleutel tussen de drie landen is vastgelegd van 98,8% voor Nederland, 0,96% voor Curaçao en 0,24% voor Sint Maarten;

  • Sint Maarten per brief d.d. 6 mei 2015 de wens heeft uitgesproken om een bilaterale onderlinge regeling met Nederland aan te gaan inzake de verdeling van de opbrengsten van het octrooibestel;

  • de Staatssecretaris van Economische Zaken per brief d.d. 22 januari 2016 te kennen heeft gegeven akkoord te gaan met een bilaterale onderlinge regeling tussen Sint Maarten en Nederland, in welke brief tevens de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten is verzocht de Verdeelsleutel te bevestigen;

  • de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten per brief d.d. 10 februari 2016 aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en per brief d.d. 17 februari 2016 aan de Minister van Justitie van Curaçao de verdeelsleutel heeft bevestigd;

  • de Minister van Justitie van Curaçao per brief d.d. 23 juni 2016 aan de Staatssecretaris van Economische Zaken de verdeelsleutel heeft bevestigd;

Gelet op artikel 38, eerste lid, van het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden,

Komen het volgende overeen:

Artikel 1. begripsbepalingen

In deze onderlinge regeling wordt verstaan onder:

  • a) wet: Rijksoctrooiwet 1995;

  • b) Europees Octrooiverdrag: op 5 oktober 1973 te München tot stand gekomen Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c) Europees octrooi: Europees octrooi als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • d) Octrooicentrum Nederland: bureau, bedoeld in artikel 1 in verbinding met artikel 15 van de wet;

  • e) BIE Sint Maarten: Bureau Intellectueel Eigendom Sint Maarten

  • f) verdeelsleutel: sleutel voor de verdeling van de opbrengsten, bedoeld in artikel 2, die is vastgelegd in de bij briefwisseling tussen de Staatssecretaris van Economische Zaken van Nederland, de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten en de Minister van Justitie van Curaçao tot stand gekomen onderlinge regeling.

Artikel 2. opbrengsten

Opbrengsten in de zin van deze onderlinge regeling zijn de door Octrooicentrum Nederland op grond van artikel 61 van de wet ontvangen instandhoudingstaksen, verminderd met de afdracht van instandhoudingstaksen aan het Europees Octrooibureau op grond van artikel 39 van het Europees Octrooiverdrag.

Artikel 3. financiële afwikkeling

  • 1 Octrooicentrum Nederland is belast met de verdeling van de opbrengsten en met de betaling aan BIE Sint Maarten van het aan Sint Maarten toekomende aandeel, overeenkomstig de verdeelsleutel.

  • 2 De verdeling vindt plaats op basis van de opbrengsten, zoals die zijn opgenomen in de verantwoording die Octrooicentrum Nederland maandelijks aan de Minister van Economische Zaken aflegt over de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op grond van de wet en het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995.

  • 3 Octrooicentrum Nederland stelt de hoogte van de aandelen vast door de opbrengsten telkens na afloop van elk kwartaal te vermenigvuldigen met de verdeelsleutel.

  • 4 De vaststelling van de aandelen is definitief, tenzij een controle ingevolge artikel 4 aanleiding geeft tot herziening.

  • 5 De betaling aan BIE Sint Maarten geschiedt telkens binnen 30 dagen na afloop van het desbetreffende kwartaal door bijschrijving op rekeningnummer 81052610 bij de Windward Islands Bank te Philipsburg ten name van BIE Sint Maarten, onder vermelding van het kwartaal waarop de betaling betrekking heeft.

Artikel 4. accountantscontrole

  • 1 De Auditdienst van het Rijk toetst de financiële verantwoording van Octrooicentrum Nederland aan de toepasselijke wet- en regelgeving. De opbrengsten maken onderdeel uit van de controle door de Auditdienst van het Rijk.

  • 2 Octrooicentrum Nederland verstrekt na afloop van elk kwartaal aan BIE Sint Maarten een kopie van de Grootboekrekening waaruit de in het desbetreffende kwartaal ontvangen en afgedragen instandhoudingstaksen blijken.

  • 3 De Minister van Toerisme, Economische Zaken, Vervoer en Telecommunicatie van Sint Maarten heeft het recht de in het eerste lid bedoelde verantwoording eenmaal per kalenderjaar over het dan afgelopen kalenderjaar door een door hen aan te wijzen externe accountant te doen controleren.

  • 4 Octrooicentrum Nederland is het aanspreekpunt voor de in het derde lid bedoelde externe accountant.

  • 5 De kosten voor de in het derde lid bedoelde controle komen voor rekening van degene die daartoe opdracht heeft gegeven.

Artikel 5. inwerkingtreding

Deze onderlinge regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van ondertekening en werkt terug tot en met 10 oktober 2010.

Artikel 6. bekendmaking

Binnen een maand na ondertekening wordt de tekst van deze onderlinge regeling in de Staatscourant en het Afkondigingsblad van Sint Maarten geplaatst.

Den Haag, 22 september 2016

Voor Nederland:
De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

M.H.P. van Dam

Philipsburg, 17 oktober 2016

Voor Sint Maarten:

De Minister van Toerisme, Economische Zaken, Vervoer en Telecommunicatie,

I.I. Arrindell

Naar boven