Reglement ontslagadviescommissie UWV 2015

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 02-09-2015 t/m heden

Reglement ontslagadviescommissie UWV 2015

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 1, onder e, jo artikel 6, van de Regeling UWV ontslagprocedure;

Besluit:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Instelling

  • 1 UWV stelt de ontslagadviescommissie samen en regelt haar werkwijze.

  • 2 UWV bepaalt het aantal leden van de ontslagadviescommissie.

Artikel 3. Taak

  • 1 De ontslagadviescommissie heeft tot taak om – desgevraagd – UWV in individuele gevallen te adviseren over verzoeken om toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen vanwege bedrijfseconomische redenen. UWV vraagt de ontslagadviescommissie om advies indien ten aanzien van een verzoek om toestemming waar onduidelijkheid bestaat over de toepassing van de regels bij de beslissing die genomen moet worden en daar waar (sector)specifieke kennis waarover de leden van deze commissie uit hoofde van hun hoedanigheid beschikken, noodzakelijk is voor het kunnen beoordelen van het verzoek. Advies wordt alleen ingewonnen in situaties van ontslag om bedrijfseconomische redenen.

Artikel 4. Samenstelling en benoemingsvereisten

  • 1 De ontslagcommissie bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties.

  • 2 Bevoegd tot voordracht van een persoon voor benoeming tot lid van de ontslagadviescommissie zijn de organisaties van werkgevers en werknemers die door de Stichting van de Arbeid als representatieve organisaties zijn aangewezen.

  • 3 De helft van het aantal voordrachten komt van organisaties van werkgevers en de helft van het aantal voordrachten komt van organisaties van werknemers. De door de Stichting van de Arbeid gehanteerde onderlinge getalsverhouding is bepalend voor het aantal voordrachten dat elke organisatie kan doen.

  • 4 De organisaties selecteren de voor benoeming voor te dragen personen op basis van deskundigheid, alsmede de affiniteit die zij hebben met het gedachtengoed van de betreffende organisatie. De voorgedragen personen moeten aan meerdere van de volgende criteria voldoen:

    • a. zij zijn op het moment van benoeming actief werkzaam in/betrokken bij het bedrijfsleven/vakbond en beschikken over actuele kennis van vaktechnische ontwikkelingen en arbeidsmarktkennis;

    • b. zij hebben kennis van en voeling met het arbeidsproces/arbeidsmarkt in ruime zin. Om een brede inzetbaarheid mogelijk te maken is kennis van meerdere sectoren/branches noodzakelijk;

    • c. zij hebben kennis van en affiniteit met het arbeidsrecht in het algemeen en het ontslagrecht in het bijzonder;

    • d. zij hebben kennis van en affiniteit met financiële analyses;

    • e. zij kunnen zowel abstract als concreet redeneren, beschikken over goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden en relativeringsvermogen;

    • f. zij zijn ten minste zes maal per jaar beschikbaar voor vergaderingen van de ontslagadviescommissie. Daarnaast zijn zij, indien de voortgang van de werkzaamheden van AJD dat vereist en in overleg met AJD, op korte termijn oproepbaar voor vergaderingen.

  • 5 Een lid van de ontslagadviescommissie adviseert onafhankelijk en zonder last of ruggespraak.

  • 6 Een lid van de ontslagadviescommissie heeft een geheimhoudingsplicht.

  • 7 Een werknemer van UWV kan gedurende het dienstverband met UWV geen lid zijn van de ontslagadviescommissie. Het voorgaande geldt ook gedurende twee jaar na beëindiging van dat dienstverband.

  • 8 Het voorgaande lid is eveneens van toepassing op personen die, buiten dienstverband met UWV, werkzaamheden voor UWV verrichten die vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden die gewoonlijk door werknemers van UWV worden verricht.

Artikel 5. Benoeming, termijn

  • 1 Een lid van de ontslagadviescommissie wordt door UWV benoemd. UWV maakt de benoeming bekend aan het lid en de voordragende organisatie.

  • 2 De benoeming geschiedt voor de duur van ten hoogste vier jaar. Een aftredend lid is terstond herbenoembaar.

Artikel 6. Tussentijds ontslag en schorsing

  • 1 UWV verleent een lid van de ontslagadviescommissie tussentijds ontslag:

    • a. op verzoek van dat lid;

    • b. op verzoek van de organisatie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen;

    • c. indien een wetswijziging dit noodzakelijk maakt.

  • 2 UWV kan tussentijds ontslag verlenen na raadpleging van de voordragende organisatie, wegens het niet (meer) voldoen aan de vereisten als genoemd in artikel 4, vierde lid of indien zich naar het oordeel van UWV een zwaarwegende reden voordoet.

  • 3 UWV meldt het tussentijds ontslag aan het lid en de voordragende organisatie.

  • 4 UWV kan een lid van de ontslagadviescommissie schorsen in afwachting van een beslissing in de zin van het tweede lid.

Artikel 7. Vacatiegeld

Een lid van de ontslagadviescommissie ontvangt per deelname aan een vergadering van een kamer een vacatiegeld en een vergoeding voor reiskosten. De hoogte van het vacatiegeld en de reiskosten worden door UWV bij separaat besluit vastgesteld. Ter vergadering tekent het lid de presentielijst.

Artikel 8. Kamer

  • 1 De advisering in een ontslagzaak vindt plaats door een kamer.

  • 2 UWV stelt de data van de vergaderingen, de samenstelling van de kamer en de vergaderlocatie vast. De leden van de kamer worden hiervan tijdig in kennis gesteld.

  • 3 UWV kan besluiten een extra vergadering te houden of een vergadering te laten vervallen.

Artikel 9. Voorbereiding vergaderingen

  • 1 UWV stelt de leden van de kamer tijdig in de gelegenheid kennis te nemen van de door AJD voor advies geformuleerde vraagstelling en van de dossiers van de verzoeken om toestemming waarin advies wordt gevraagd.

  • 2 In beginsel worden de dossiers ten minste vier dagen voor de bijeenkomst aan de leden van de kamer gezonden.

  • 3 UWV kan besluiten een deel van een (omvangrijk) dossier niet toe te zenden. Dit deel van het dossier ligt voor de leden van de kamer ter inzage op een vestiging.

  • 4 Bij verhindering meldt het lid dit zo tijdig mogelijk aan UWV. UWV draagt zorg voor een vervanger.

Artikel 10. Advisering

  • 1 De kamer brengt advies uit in een vergadering waarbij beide leden alsmede de voorzitter aanwezig zijn. Onder een vergadering wordt mede verstaan vergaderingen via telefoon, conference calls en soortgelijke voorzieningen. In bijzondere omstandigheden kan ook op andere wijze vergaderd worden indien uitstel van de advisering onevenredig bezwarend is voor werkgever of werknemer. De voorzitter heeft alleen een informerende inbreng in het door de kamer uit te brengen advies.

  • 2 De behandelend medewerker kan op verzoek van de kamer of de voorzitter (een deel van) de vergadering bijwonen.

  • 3 Het advies omvat een zo concreet mogelijk antwoord op de door AJD voorgelegde vraag of vragen omtrent de toepassing van de regels waarmee de bestaande onduidelijkheid kan worden opgeheven dan wel de voor een beslissing noodzakelijke (sector)specifieke informatie. De leden van de kamer motiveren hun advies op een daartoe bestemd formulier en ondertekenen dit.

  • 4 De kamer brengt het advies uit aan de beslissingsbevoegde via de voorzitter.

Artikel 11. Beslissing

De beslissingsbevoegde neemt, na ontvangst van het advies van de kamer, de beslissing op het verzoek om toestemming.

Artikel 12. Procedure bij verdeeld advies, geen advies mogelijk, afwijking unaniem advies

  • 1 Indien de kamer een verdeeld advies geeft, kan de beslissingsbevoegde, alvorens op de aanvraag te beslissen, advies vragen aan de landelijk manager AJD. Deze zal binnen 7 werkdagen advies geven. UWV draagt er zorg voor dat de leden van de kamer van het advies in kennis worden gesteld.

  • 2 Indien de kamer van mening is dat er geen advies kan worden uitgebracht, kan de beslissingsbevoegde, alvorens op de aanvraag te beslissen, advies vragen aan de landelijk manager AJD. Deze zal binnen 7 werkdagen advies geven. UWV draagt er zorg voor dat de leden van de kamer van het advies in kennis worden gesteld.

  • 3 Indien de kamer een unaniem advies geeft en de beslissingsbevoegde het voornemen heeft hiervan af te wijken, vraagt deze, alvorens op de aanvraag te beslissen, advies aan de landelijk manager AJD. Deze zal binnen 7 werkdagen advies geven. UWV draagt er zorg voor dat de leden van de kamer van het advies in kennis worden gesteld.

Artikel 13. Verschoning

  • 1 Een lid van de ontslagadviescommissie adviseert niet in een zaak waarbij hij op enigerlei wijze betrokken is of is geweest zodat van een onafhankelijke advisering geen sprake kan zijn, dan wel dat de schijn zou kunnen bestaan dat van een onafhankelijke advisering geen sprake kan zijn. Om dit te waarborgen verstrekt een lid aan UWV gegevens over zijn functie(s), waarbij zich mogelijkerwijze een dergelijke situatie zou kunnen voordoen.

  • 2 De voorzitter zit geen vergadering voor waarin advies wordt uitgebracht over een aanvraag waarin hij als behandelend medewerker optreedt.

Artikel 14. Vernietiging afschriften dossiers

Na behandeling in de kamer worden de aan de leden toegezonden afschriften van de dossiers door UWV vernietigd.

Artikel 15. Informatieverstrekking

UWV draagt zorg voor tijdige informatie aan de ontslagadviescommissie over wijzigingen in relevante wet- en regelgeving en voor overige informatie met betrekking tot de preventieve ontslagtoets.

Artikel 16. Intrekking en overgangsrecht

  • 2 De bepalingen van het Reglement ontslagadviescommissies UWV 2010 blijven van kracht voor de advisering door de ontslagadviescommissies over de te nemen beslissingen ter zake van verzoeken om toestemming te verlenen om de arbeidsverhouding te beëindigen zoals die zijn ingediend vóór 1 juli 2015.

Artikel 18

Dit besluit treedt in werking met ingang de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2015.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 18 augustus 2015

B.J. Bruins

Voorzitter Raad van Bestuur UWV

Naar boven