Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m 31-03-2021

Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 24 juni 2013, kenmerk 399920, tot uitvoering van de Wet op de kansspelen (Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen)

Paragraaf 2. Wervings- en reclameactiviteiten

Artikel 2. Rapportageverplichtingen

  • 2 Houders van een vergunning op grond van artikel 3 van de wet, met een vergunningsduur van maximaal zes maanden, rapporteren in hun eindverantwoording over de totale kosten van hun wervings- en reclameactiviteiten.

  • 3 In de rapportage, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt verslag gedaan van in ieder geval de volgende onderwerpen:

    • a. De in het verslagjaar gebruikte methoden van werving en reclame;

    • b. Het gemiddeld aantal gepersonaliseerde benaderingen van geabonneerde of bij de vergunninghouder geregistreerde spelers, uitgesplitst per methode;

    • c. De standaard overeenkomst tot wederverkopers ten aanzien van de overeengekomen wervings- en reclameactiviteiten;

    • d. Het aantal ontvangen meldingen en klachten over wervings- en reclameactiviteiten van de vergunninghouder;

    • e. Het aantal nieuwe inschrijvingen in het recht van verzet-bestand;

    • f. Het aantal aanmeldingen aangeleverd aan het Bel-me-niet-register als bedoeld in artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet.

Artikel 3. Informatieverplichtingen

  • 1 Bij elke afzonderlijke wervings- en reclameactiviteit wordt op voor de consument voldoende zichtbare wijze gewezen op de minimumleeftijd voor deelname aan een kansspel.

  • 2 Bij elke afzonderlijke wervings- en reclameactiviteit wordt op voor de consument voldoende zichtbare wijze gewezen op de risico’s van onmatige deelneming aan kansspelen door middel van het plaatsen van een slogan.

  • 3 Bij elke afzonderlijke wervings- en reclameactiviteit wordt op voor de consument voldoende zichtbare wijze gewezen op de internetpagina van de vergunninghouder alwaar informatie verkregen kan worden over de in artikel 5, eerste en tweede lid, van het besluit, beschreven onderwerpen.

Paragraaf 3. Preventiebeleid

Artikel 4. Kennisvereisten speelautomatenhallen

  • 1 De leidinggevenden en personen werkzaam in speelautomatenhallen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit, voltooien uiterlijk binnen zes tot twaalf maanden na indiensttreding met goed gevolg een cursus, die, in aanvulling op het gestelde in artikel 6, vierde lid, van het besluit, in ieder geval uit de volgende onderdelen bestaat:

    • a. Algemene kenmerken van kansspelproblematiek;

    • b. Vroeg signalering;

    • c. Verslaving en verslaafd gedrag.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid, voltooien de leidinggevenden binnen de onderneming van speelautomatenhallen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit, uiterlijk binnen zes tot twaalf maanden na indiensttreding met goed gevolg een cursus die in ieder geval bestaat uit de volgende onderdelen:

    • a. Inleiding in communicatie en gespreksvaardigheden;

    • b. Basisvaardigheden gespreksvoering;

    • c. Problematisch spelen en verslaafd gedrag;

    • d. Oefenen van een bezoekersgesprek;

    • e. Preventiegesprekken;

    • f. Vaardigheden op het gebied van motiveren en overtuigen;

    • g. Toeleiding naar de hulpverlening.

  • 3 De cursus, bedoeld in voorgaande artikelleden, wordt iedere drie jaar met goed gevolg herhaald.

Artikel 5. Kennisvereisten speelcasino’s

  • 1 De leidinggevenden en personen werkzaam in speelcasino’s, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit, voltooien uiterlijk binnen zes tot twaalf maanden na indiensttreding met goed gevolg een cursus die, in aanvulling op het gestelde in artikel 6, vierde lid, van het besluit, in ieder geval bestaat uit de volgende onderdelen:

    • a. Algemene kenmerken van kansspelproblematiek;

    • b. Vroeg signalering;

    • c. Verslaving en verslaafd gedrag.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid, voltooien de leidinggevenden binnen de onderneming van speelcasino’s, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit, uiterlijk binnen zes tot twaalf maanden na indiensttreding met goed gevolg een cursus die in ieder geval bestaat uit de volgende onderdelen:

    • a. Inleiding in communicatie en gespreksvaardigheden;

    • b. Basisvaardigheden gespreksvoering;

    • c. Problematisch spelen en verslaafd gedrag;

    • d. Oefenen van een bezoekersgesprek;

    • e. Preventiegesprekken;

    • f. Vaardigheden op het gebied van motiveren en overtuigen;

    • g. Toeleiding naar de hulpverlening.

  • 3 De cursus, bedoeld in voorgaande artikelleden, wordt iedere drie jaar met goed gevolg herhaald.

Artikel 6. Wettelijk bewijsstuk

Artikel 7. Indicatoren en informatieverplichting

  • 2 Mogelijke indicatoren, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het besluit, die kunnen duiden op onmatige deelneming, of een dreiging daarvan, zijn in ieder geval:

    • a. Hoge of toenemende speelfrequentie;

    • b. Veranderende speeltijdstippen;

    • c. Lange of toenemende speelduur.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 8. Overgangsregeling

Cursussen, zoals bedoeld in artikel 4 en 5 van deze regeling, die door de leidinggevenden en personen, bedoeld in artikel 8 van het besluit, reeds met goed gevolg zijn voltooid op het moment van inwerkingtreding van deze regeling zijn evenzeer geldig.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop het besluit in werking treedt met uitzondering van artikel 3.

Artikel 10. Citeertitel

Deze Regeling wordt aangehaald als: Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven