Regeling pleegzorg 2013

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2013 t/m 31-12-2014

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 juni 2013, 124014-105221A-WJZ, houdende regels ten aanzien van het pleegcontract en informatieverplichtingen (Regeling pleegzorg 2013)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 28b, derde lid, en 28d, tweede lid, van de Wet op de jeugdzorg;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • pleegkind: jeugdige die aanspraak heeft op pleegzorg op grond van de wet, welke aanspraak bij een pleegzorgaanbieder tot gelding wordt gebracht;

  • pleegoudervoogd: pleegouder die over een pleegkind voor wie hij een pleegcontract heeft afgesloten en over wie hij tevens de voogdij uitoefent;

  • pleegzorgaanbieder: zorgaanbieder die pleegzorg biedt;

  • wet: Wet op de jeugdzorg.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het pleegcontract tussen een pleegzorgaanbieder en een pleegouder niet zijnde een pleegoudervoogd voldoet aan de eisen, opgenomen in bijlage 1.

  • 2 Het pleegcontract tussen een pleegzorgaanbieder en een pleegoudervoogd voldoet aan de eisen, opgenomen in bijlage 2.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De stichting en de pleegzorgaanbieder informeren bij het verstrekken van inlichtingen inzake feiten en omstandigheden die de persoon van het pleegkind of diens verzorging of opvoeding betreffen, voor zover deze informatie relevant is voor de uitoefening van de taak van de pleegouder, de pleegouder in ieder geval over:

  • a. identificerende gegevens van het pleegkind, waaronder naam, adres, woonplaats, geboortedatum en geslacht;

  • b. de achtergrond van het pleegkind;

  • c. de reden van uithuisplaatsing;

  • d. de medische gegevens van het pleegkind;

  • e. gegevens omtrent de dagbesteding van het pleegkind.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In afwijking van artikel 2, eerste en tweede lid, kunnen pleegcontracten met een pleegouder, die tot stand zijn gekomen voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling ongewijzigd in stand blijven voor de duur van achttien weken na inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling pleegzorg 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.J. van Rijn

Bijlage 1. Eisen aan het pleegcontract, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling pleegzorg 2013

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1. Een pleegcontract heeft betrekking op één pleegkind.

  • 2. Het pleegcontract vermeldt de datum van aanvang van het contract ten behoeve van de opvoeding en verzorging van het pleegkind in het kader van de plaatsing door de pleegzorgaanbieder. Daarnaast vermeldt het pleegcontract de contactgegevens van de ouder(s) met gezag over het pleegkind dan wel van degene die de voogdij heeft over het pleegkind.

  • 3. Het pleegcontract eindigt in ieder geval door:

    • a. het vervallen van de aanspraak op pleegzorg van het pleegkind;

    • b. ontbinding met wederzijds goedvinden;

    • c. de beëindiging van de plaatsing door de pleegzorgaanbieder, met inachtneming van onderdeel 5;

    • d. tussentijdse opzegging door de pleegouder, met inachtneming van onderdeel 6;

    • e. het verkrijgen van de voogdij door de pleegouder.

  • 4. Het pleegcontract kan alleen schriftelijk beëindigd worden.

  • 5. Het pleegcontract regelt dat de plaatsing van een pleegkind bij een pleegouder door de pleegzorgaanbieder slechts eenzijdig tussentijds kan worden beëindigd als het belang van het pleegkind dit vergt. Een dergelijke tussentijdse beëindiging vindt niet plaats dan nadat hierover overleg is gevoerd met de pleegouder(s). 1 Indien de pleegzorgaanbieder ernstige vermoedens heeft dat de pleegouder het pleegkind opvoedt in strijd met het hulpverleningsplan of dat verblijf bij de pleegouder schadelijk is voor de ontwikkeling van het pleegkind, kan hij de overeenkomst onverwijld, zonder overleg, eenzijdig beëindigen.

  • 6. Het pleegcontract regelt dat een eenzijdige tussentijdse opzegging door de pleegouder niet plaatsvindt dan nadat de pleegouder hierover overleg heeft gevoerd met de pleegzorgaanbieder. Indien de pleegouder het contract wenst op te zeggen om reden dat de pleegzorgaanbieder nalatig is in het nakomen van het pleegcontract, vindt beëindiging niet plaats dan nadat de pleegouder zijn bezwaren betreffende de uitvoering van het pleegcontract door de pleegzorgaanbieder schriftelijk aan de pleegzorgaanbieder kenbaar heeft gemaakt en de pleegzorgaanbieder de uitvoering niet binnen drie weken heeft verbeterd. Eenzijdige beëindiging door de pleegouder geschiedt niet dan nadat de pleegzorgaanbieder gedurende één week in de gelegenheid is gesteld te zorgen voor een vervangend verblijf voor het pleegkind.

  • 7. Het pleegcontract regelt dat de pleegouder verzorging en opvoeding biedt met inachtneming van het voor het pleegkind vastgestelde hulpverleningsplan.

  • 8. Het pleegcontract regelt dat de pleegouder:

    • a. de lichamelijke en geestelijke integriteit en zelfstandigheid van het pleegkind borgt;

    • b. de levensbeschouwelijke of godsdienstige overtuiging van het pleegkind borgt;

    • c. zich onder alle omstandigheden onthoudt van belastende bestraffingen of handelingen;

    • d. zich onder alle omstandigheden onthoudt van seksueel of erotisch getint contact met het pleegkind.

  • 9. Het pleegcontract bevat de voorschriften waaraan de pleegouder dient te voldoen, waaronder in ieder geval:

    • de pleegouder biedt het pleegkind vanuit een stabiele gezinssituatie een veilige leefomgeving;

    • de pleegouder biedt het pleegkind en degene die belast is met het gezag over het pleegkind voldoende openheid en duidelijkheid over het pleegouderschap;

    • de pleegouder deelt het opvoederschap met de degene die belast is met het gezag over het pleegkind en werkt hierbij met hem samen;

    • de pleegouder helpt het pleegkind een positieve kijk op zichzelf te ontwikkelen;

    • indien noodzakelijk en voor zover mogelijk, helpt de pleegouder het pleegkind zijn gedrag te veranderen;

    • de pleegouder draagt er zorg voor dat hij zijn eigen gezinsleven aanpast aan het pleegouderschap en het eventuele einde van het pleegouderschap.

  • 10. Het pleegcontract bevat de aard en de omvang van de door de pleegzorgaanbieder te verlenen begeleiding. Bepaald wordt dat de pleegzorgaanbieder in ieder geval één keer per jaar de gelegenheid krijgt het pleegkind afzonderlijk te spreken.

  • 11. Het pleegcontract bevat in voorkomende gevallen een regeling omtrent de van de pleegouders vereiste medewerking bij de uitvoering van de regeling die bestaat omtrent het contact met de ouders en eventuele andere verwanten van het pleegkind, waarbij de pleegzorgaanbieder verplicht is de privacy van het pleeggezin zo veel als mogelijk te beschermen.

  • 12. Het pleegcontract regelt dat de pleegzorgaanbieder de pleegouder op de hoogte stelt van alles wat voor een verantwoorde opvoeding en verzorging van het pleegkind van belang is en dat de pleegzorgaanbieder en de pleegouder elkaar op de hoogte houden van voorvallen of ontwikkelingen die van invloed zijn op of te maken hebben met de opvoeding en verzorging van het pleegkind.

  • 13. Het pleegcontract regelt hoe de pleegouder in contact kan komen met een vertrouwenspersoon als bedoeld in hoofdstuk X van de wet.

  • 14. Het pleegcontract bevat de bepaling dat de pleegzorgaanbieder zich verbindt klachten van de pleegouder over gedragingen van hemzelf of van voor hem werkzame personen te behandelen overeenkomstig de klachtenregeling, bedoeld in hoofdstuk XII van de wet.

  • 15. Het pleegcontract bevat een regeling van de informatie die de pleegouder moet verschaffen in verband met de vaststelling van de pleegvergoeding.

  • 16. De pleegzorgaanbieder en de pleegouder betrekken het pleegkind overeenkomstig zijn beoordelingsvermogen bij voor hem belangrijke aangelegenheden en beslissingen.

  • 17. Het pleegcontract bevat een pleegouderverklaring, welke verklaring luidt:

    Met de ondertekening van dit pleegcontract verklaart de pleegouder in het verleden niets te hebben gedaan dat het pleegouderschap in de weg kan staan. Tevens verklaart de pleegouder melding te doen bij de pleegzorgaanbieder indien hij nu of in de toekomst iets doet dat het pleegouderschap in de weg kan staan.

  • 18. Indien sprake is van een plaatsing bij een pleegouder als bedoeld in artikel 28a, vierde lid, van de wet, bevat het pleegcontract in ieder geval de volgende bepalingen:

    • de pleegouder dient mee te werken aan de onderzoeken, bedoeld in artikel 28a, vierde lid, van de wet;

    • onverminderd punt 3 eindigt het pleegcontract als na verloop van de in artikel 28a, vierde lid, van de wet, genoemde termijn niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 28a, eerste lid, onderdeel c, en derde lid, dan wel indien gedurende die termijn blijkt dat niet aan vorenbedoelde voorwaarden zal worden voldaan.

Bijlage 2. Eisen aan het pleegcontract, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling pleegzorg 2013

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1. Een pleegcontract heeft betrekking op één pleegkind.

  • 2. Het pleegcontract vangt aan op het moment dat de pleegouder de voogdij over het pleegkind heeft gekregen en het pleegkind binnen zijn gezin verzorgt en opvoedt in het kader van een plaatsing door de pleegzorgaanbieder.

  • 3. Het pleegcontract eindigt wanneer de voogdij van de pleegoudervoogd(en)2 eindigt, dan wel wanneer de aanspraak op pleegzorg van het pleegkind vervalt.

  • 4. Het pleegcontract bepaalt dat de pleegoudervoogd naar eigen inzicht en op eigen wijze invulling geeft aan de verzorging en opvoeding van het pleegkind.

  • 5. Het pleegcontract bevat de aard en de omvang van de begeleiding door de pleegzorgaanbieder. De begeleiding is beperkt tot één gesprek per jaar, tenzij de pleegoudervoogd om meer begeleiding vraagt. Bepaald wordt dat de pleegzorgaanbieder bij het jaarlijkse gesprek, dat plaatsvindt bij de pleegoudervoogd thuis, in ieder geval de gelegenheid krijgt het pleegkind afzonderlijk te spreken.

  • 6. Het pleegcontract regelt dat de pleegzorgaanbieder de pleegouder op de hoogte stelt van alles wat voor een verantwoorde opvoeding en verzorging van het pleegkind van belang is.

  • 7. Het pleegcontract bevat een bepaling omtrent de wijze waarop de pleegoudervoogd in contact kan komen met een vertrouwenspersoon als bedoeld in hoofdstuk X van de wet.

  • 8. Het pleegcontract bevat de bepaling dat de pleegzorgaanbieder zich verbindt klachten van de pleegoudervoogd over gedragingen van hemzelf of van voor hem werkzame personen te behandelen overeenkomstig de klachtenregeling, bedoeld in hoofdstuk XII van de wet.

  • 9. Het pleegcontract bevat een regeling van de informatie die de pleegoudervoogd moet verschaffen in verband met de vaststelling van de pleegvergoeding. De pleegoudervoogd stelt de zorgaanbieder in staat om te controleren of het pleegkind daadwerkelijk bij de pleegouder verblijft. Daarbij informeert de pleegoudervoogd de zorgaanbieder onverwijld wanneer hij ophoudt het pleegkind in zijn gezin op te voeden en te verzorgen dan wel wanneer de voogdij is geëindigd.

  • 10. Het pleegcontract bevat een pleegouderverklaring, welke verklaring luidt:

    Met de ondertekening van dit pleegcontract verklaart de pleegouder in het verleden niets te hebben gedaan dat het pleegouderschap in de weg kan staan. Tevens verklaart de pleegouder melding te doen bij de pleegzorgaanbieder indien hij nu of in de toekomst iets doet dat het pleegouderschap in de weg kan staan.

  1. Als een pleegcontract wordt gesloten met twee pleegouders, moet hierna in plaats van ‘pleegouder’ worden gelezen: pleegouders. ^ [1]
  2. Als het pleegcontract is gesloten met twee pleegoudervoogden, moet hierna in plaats van ‘pleegoudervoogd’ worden gelezen: pleegoudervoogden. ^ [2]
Naar boven