Besluit continuïteit mobiele telecommunicatiedienstverlening

[Regeling vervalt op nader te bepalen datum].
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 27-09-2012 t/m heden

Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet ten behoeve van de continuïteit van dienstverlening (Besluit continuïteit mobiele telecommunicatiedienstverlening)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 9 mei 2012, nr. WJZ/12046260;

Gelet op de artikelen 3.3, negende en elfde lid, 3.5 en 18.12 van de Telecommunicatiewet en artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet juncto artikel 13k van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 31 mei 2012, nr. W15.12.0158/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 16 juli 2012, nr. WJZ/12078478;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Verlenging ten behoeve van de continuïteit van dienstverlening

Artikel 1

  • 1 Indien zich rondom een procedure van vergunningverlening omstandigheden voordoen die dat naar het oordeel van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie nodig maken, kan Onze Minister besluiten dat een vergunning als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet voor een door Onze Minister te bepalen termijn kan worden verlengd om te voorkomen dat de continuïteit van de dienstverlening in gevaar kan komen.

  • 2 In het geval een vergunning wordt verlengd kunnen de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen worden gewijzigd en kunnen nieuwe voorschriften en beperkingen aan de vergunning worden toegevoegd, waaronder het voorschrift bedoeld in artikel 16, derde lid, van het Frequentiebesluit. Indien het voorschrift, bedoeld in artikel 16, derde lid, van het Frequentiebesluit wordt toegevoegd, is artikel 16, vierde en vijfde lid, van het Frequentiebesluit van overeenkomstige toepassing. De wijzigingen en toevoegingen bedoeld in de eerste volzin kunnen ingaan op een eerdere datum dan die waarop de looptijd van de te verlengen vergunning verstrijkt.

  • 3 Onze Minister maakt het besluit omtrent de verlengbaarheid van de vergunning bekend in de Staatscourant, alsmede, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is, de voorschriften en beperkingen die bij verlenging aan de vergunning zullen worden verbonden. Onze Minister stelt de houder van een verlengbare vergunning in kennis van zijn besluit.

  • 4 Een aanvraag om verlenging wordt ingediend binnen een bij ministeriële regeling te bepalen periode. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de procedure tot verlenging.

  • 5 Vergunningen waarvoor overeenkomstig het bepaalde in of krachtens het eerste en vierde lid verlenging is aangevraagd, en die niet op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling zijn gesteld, worden verlengd. Van deze verlenging wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 17 juli 2012

Beatrix

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de zevenentwintigste juli 2012

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven