Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2012, nr. IVV/OOG/2012/6311, houdende nadere regels in verband met aanpassing van de hoogte van de uitkering aan het woonland (Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid)

Artikel 1. Woonlandfactor

Het percentage, bedoeld in de artikelen 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 17, derde lid, 18, vierde lid, 29, derde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 2, elfde en twaalfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget en 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, voor een woonland anders dan:

  • a. Nederland,

  • b. een van de andere lidstaten van de Europese Unie,

  • c. een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en

  • d. Zwitserland;

    bedraagt het in de bijlage bij deze regeling opgenomen percentage.

Artikel 2. Hoogte kindgebonden budget bij aanspraak voor meer dan een kind

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt voor wat betreft de artikelen I, II, III en IV van de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid in werking op het tijdstip waarop de respectievelijke artikelen of onderdelen daarvan in werking treden.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 april 2012

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

In de tabel zijn de woonlandfactoren opgenomen zoals deze van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2022. Hierbij wordt opgemerkt dat soms een woonlandfactor verandert ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Deze wijzigingen hebben rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de tabel hoeft te worden gewijzigd. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt.

In de tabel wordt via sterretjes inzichtelijk gemaakt dat er verschillen gelden voor de toepassing van het woonlandbeginsel voor de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslagen daarop enerzijds en de kinderbijslag en het kindgebonden budget anderzijds.

*: Wanneer in de tabel een * is opgenomen bij een land geldt dat het woonlandbeginsel alleen buiten toepassing blijft voor de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslag daarop vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland. Voor de kinderbijslag en het kindgebonden budget kan in dat geval het woonlandbeginsel wel worden toegepast.

**: Wanneer in de tabel ** is opgenomen bij een land geldt dat voor dat land vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland het woonlandbeginsel voor geen enkele wet mag worden toegepast.

Land

Woonlandfactor 2022

Afghanistan

30%

Albanië

50%

Algerije

40%

Andorra

90%

Angola

50%

Antigua en Barbuda

90%

Argentinië*

60%

Armenië

40%

Aruba

80%

Australië**

100%

Azerbeidzjan

40%

Bahama’s

100%

Bahrein

60%

Bangladesh

50%

Barbados

100%

Belarus

40%

Belize*

80%

Benin

50%

Bhutan

40%

Bolivia

50%

Bonaire

80%

Bosnië en Herzegovina**

50%

Botswana

60%

Brazilië

70%

Brunei Darussalam

60%

Burkina Faso

50%

Burundi

40%

Cambodja

50%

Canada**

100%

Centraal-Afrikaanse Republiek

60%

Chili*

70%

China

80%

Colombia

50%

Comoren

60%

Congo, Democratische Republiek

60%

Congo, Republiek

70%

Costa Rica

70%

Cuba

60%

Curaçao

100%

Djibouti

70%

Dominica

80%

Dominicaanse Republiek

60%

Ecuador*

70%

Egypte*

30%

El Salvador

60%

Equatoriaal-Guinea

50%

Eritrea

50%

Eswatini

60%

Ethiopië

50%

Fiji

60%

Filipijnen*

50%

Gabon

60%

Gambia

40%

Georgië

40%

Ghana

50%

Grenada

80%

Guatemala

60%

Guinee

50%

Guinee-Bissau

40%

Guyana

60%

Haïti

50%

Honduras

60%

Hong Kong SAR, China*

100%

India

40%

Indonesië**

40%

Irak

70%

Iran

60%

Israël

100%

Ivoorkust

50%

Jamaica

70%

Japan*

100%

Jemen

50%

Jordanië*

50%

Kaapverdië

60%

Kameroen

50%

Kazachstan

50%

Kenia

50%

Kirgizië

30%

Kiribati

90%

Koeweit

80%

Kosovo

50%

Laos

40%

Lesotho

50%

Libanon

60%

Liberia

50%

Libië

60%

Macau SAR

80%

Madagaskar

40%

Malawi

50%

Maldiven

70%

Maleisië

50%

Mali

50%

Marokko1

50%

Marshalleilanden

60%

Mauritanië

40%

Mauritius

60%

Mexico

60%

Micronesia

60%

Moldavië

40%

Monaco*

100%

Mongolië

40%

Montenegro**

50%

Mozambique

50%

Myanmar

40%

Namibië

60%

Nauru

100%

Nepal

40%

Nicaragua

40%

Nieuw-Zeeland**

100%

Niger

60%

Nigeria

50%

Noord-Macedonië*

40%

Oeganda

50%

Oekraïne

40%

Oezbekistan

30%

Oman

70%

Pakistan

40%

Palau

100%

Panama*

60%

Papoea-Nieuw-Guinea

80%

Paraguay*

50%

Peru

70%

Qatar

80%

Russische Federatie

50%

Rwanda

50%

Saba

70%

Saint Kitts en Nevis

90%

Saint Lucia

90%

Saint Vincent en de Grenadines

70%

Salomonseilanden

100%

Samoa

80%

San Marino

100%

Sao Tomé en Principe

60%

Saoedi-Arabië

60%

Senegal

50%

Servië**

50%

Seychellen

70%

Sierra Leone

40%

Singapore

80%

Sint Eustatius

80%

Sint-Maarten (Frans gedeelte)

100%

Sint Maarten (Nederlands gedeelte)

80%

Soedan

30%

Somalië

50%

Sri Lanka

40%

Suriname**

50%

Syrië

50%

Tadzjikistan

30%

Taiwan

80%

Tanzania

50%

Thailand*

50%

Timor-Leste

50%

Togo

50%

Tonga

90%

Trinidad en Tobago

80%

Tsjaad

60%

Tunesië**

40%

Turkije2

40%

Turkmenistan

60%

Tuvalu

100%

Uruguay*

90%

Vanuatu

100%

Venezuela

60%

Verenigd Koninkrijk3

100%

Verenigde Arabische Emiraten

80%

Verenigde Staten**

100%

Vietnam

40%

Westelijke Jordaanoever en Gaza

60%

Zambia

50%

Zimbabwe

60%

Zuid-Afrika**

60%

Zuid-Korea**

90%

Zuid-Soedan

50%

1 Voor Marokko gelden de verdragsrechtelijke afspraken over de woonlandfactor zoals vastgelegd in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op 24 juni 2002 (Trb.  2016/67).

2 Met betrekking tot Turkije geldt voor Anw- en WGA-vervolguitkeringen die worden geëxporteerd op grond van het Associatieraadsbesluit dat het woonlandbeginsel niet toegepast kan worden evenals voor de Turkse gerechtigden op kinderbijslag voor kinderen in Turkije onder de reikwijdte van de uitspraak CRvB van 14 februari 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:510).

3 Voor het Verenigd Koninkrijk geldt dat het woonlandbeginsel niet toepast kan worden als het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, het Handelsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk of het bilaterale sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk zich tegen toepassing van het woonlandbeginsel verzet.

Naar boven