Wijzigingswet Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, enz. (aanpassing tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende jeugdsancties)

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2011 t/m heden

Wet van 13 december 2010 tot wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten, in verband met de aanpassing van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende jeugdsancties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen in justitiële jeugdinrichtingen te optimaliseren, alsmede dat het wenselijk is te voorzien in een verplicht kader voor nazorg aan jeugdigen na het verblijf in een jeugdinrichting;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VI

De artikelen 77s, zesde en zevende lid, 77t, tweede lid, 77ta en 77tb van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij na inwerkingtreding van deze wet komen te luiden, worden slechts toegepast met betrekking tot feiten gepleegd na inwerkingtreding van deze wet. Met betrekking tot feiten, gepleegd voor inwerkingtreding van deze wet, blijven de artikelen 77s, zesde en zevende lid, 77t, tweede lid, Wetboek van Strafrecht van toepassing zoals deze luidden voor dat tijdstip en blijven de artikelen 77ta en 77tb Wetboek van Strafrecht buiten toepassing.

Artikel VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 13 december 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Uitgegeven de eenentwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven