Regeling vrijstelling geld- en waardetransportbedrijven

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-2009 t/m heden

Regeling houdende vrijstelling van enkele bepalingen van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 ten behoeve van particuliere geld- en waardetransportbedrijven (Regeling vrijstelling geld- en waardetransportbedrijven)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 147, tweede lid, en 150, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1

  • 2 De vrijstelling wordt verleend onder de volgende voorschriften en beperkingen:

    • a. de veiligheid van het verkeer dient onder alle omstandigheden te worden gewaarborgd;

    • b. het verkeer dient zo weinig mogelijk te worden gehinderd, zo nodig dient daartoe het voor de uitoefening van de taak gebruikte voertuig te worden verplaatst;

    • c. van de vrijstelling mag alleen gebruik worden gemaakt, indien het vervoer betreft dat wordt verricht met materieel dat voldoet aan de eisen gesteld aan het gebruikte materieel in artikel 23, juncto bijlage 5, van de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

    • d. de vrijstelling beperkt zich tot gebieden waarvoor een verkeersbesluit tot plaatsing van de in het eerste lid genoemde verkeerstekens is genomen met het oog op bescherming van het winkelende publiek;

    • e. de vrijstelling geldt alleen ten behoeve van de dienstverlening op het gebied van geld- en waardetransport op locaties gelegen in de in onderdeel d bedoelde gebieden;

    • f. in de gebieden genoemd in onderdeel d dient stapvoets te worden gereden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

Naar boven