6.1 Minister van Financiën
Wet- en regelgeving en opsporingsbevoegdheid.
1. Wet- en regelgeving
4.
Handeling: Het (mede-)voorbereiden, wijzigen en intrekken van Besluiten en Wetten
betreffende de geldzuivering.
Periode: 1942–1986
Product: Besluiten en Wetten
1. Besluit van 5 juli 1945, betreffende Besluit intrekking bank- en muntbiljetten
van honderd gulden, Stb. F 115.
15. Wet van 31 oktober 1986 houdende intrekking van het Machtigingsbesluit geldzuivering
en de Wet afwikkeling Geldzuivering, Stb. 631.
Waardering: B 1
9.
Handeling: Het vaststellen, wijzigen, aanvullen en intrekken van (alle door hem nodig
geachte) bepalingen met betrekking tot de zuivering van het geldwezen en de afwikkeling
daarvan.
Periode: 1942–1986
Grondslag: 1 Machtigingsbesluit Geldzuivering, Stb. F 133; verlengd bij wetten Stb.
G 203, Stb. H 287, Stb. I 339, allen art. 1,
2 Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 23,
(In artikel 23, Stb. J 53, wordt bepaald dat de minister alle maatregelen die hij
genomen heeft op grond van het Machtigingsbesluit Geldzuivering mag wijzigen, intrekken
of aanvullen. De voorwaarde hierbij is dat e.e.a. niet tot gevolg mag hebben dat de
beschikking over geblokkeerd vermogen belemmerd wordt of verdere blokkering in plaats
van deblokkering plaats vindt. Artikel 25 bepaalt dat de vergaande machtiging ‘tot
het vaststellen van alle door hem nodig geachte bepalingen’ ingetrokken wordt.)
Product: Min. Regelingen
1. Beschikking van de Minister van Financiën van 9 augustus 1945, houdende vaststelling
van de Eerste Uitvoeringsbeschikking Machtigingsbesluit geldzuivering, Stb. F 135;
ingetrokken 1971 Stb. 648.
Opmerking: Voor de opstelling van bepalingen betreffende de inlevering/sanering van
munten zie het PIVOT-rapport Smelten, Ponsen, Pletten en Slaan, handeling 88 t/m 90.
Waardering: B 1
10.
Handeling: Het opstellen van instructies en aanwijzingen voor onder hen ressorterende
diensten/instellingen/afdelingen en aangesloten leden betreffende de uitvoering van
regels betreffende de geldzuivering.
Periode: 1942–
Grondslag: o.a. Witboek betreffende maatregelen tot zuivering van het geldwezen in
Nederland
Product: Instructies
Waardering: B 1
Opsporingsbevoegdheid bij overtreding geldzuiveringsmaatregelen
12.
Handeling: Het aanwijzen van personen welke belast worden met de opsporing van strafbare
feiten en de zorg voor het toezicht op uitvoering en naleving van door de Minister
van Financiën gestelde bepalingen met betrekking tot de zuivering van het geldwezen.
Periode: 1945–1986
Grondslag: Machtigingsbesluit Geldzuivering, Stb. F 133, art. 3, vervallen 1950 Stb.
K 258.
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 25,
Product: Aanwijzingen
Waardering: B 4
14.
Handeling: Het opstellen van voorwaarden waaraan verdachten moeten voldoen om strafvervolging
te voorkomen.
Periode: 1945–1986
Grondslag: Machtigingsbesluit Geldzuivering, Stb. F 133, art. 4, vervallen 1950 Stb.
K 258;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 26,
Product: Voorwaarden/Beschikkingen
Waardering: B 5
Algemeen
15.
Handeling: Het verrichten van studies en het vaststellen van beleidsnota’s ter voorbereiding
van en/of evaluatie van het voorgenomen en ten uitvoer gelegde beleid betreffende
geldzuivering.
Periode: 1942–1986
Product: Nota’s/Rapporten
Waardering: B 2
16.
Handeling: Het inbrengen van standpunten in interdepartementale coördinatiecommissies
betreffende de geldzuivering.
Periode: 1942–ca. 1952
Product: Nota’s, Verslagen
Waardering: B 1
17.
Handeling: Het aan externe adviescommissies, voor zover niet opgericht of voorgeschreven
in specifieke wet- en regelgeving op dit terrein, verzoeken om adviezen betreffende
de voorbereiding, vaststelling en evaluatie van beleid betreffende de geldzuivering.
Periode: 1942–ca. 1952
Product: Adviesaanvragen
Waardering: B 1
18.
Handeling: Het instellen en opheffen van adviescommissies, commissies, werkgroepen
e.d. die adviseren, onderzoek verrichten, documenteren of belast zijn met andere opdrachten
op het gebied van de geldzuivering en voor zover deze niet op grond van bepalingen
in specifieke regelgeving ingesteld worden of hun werk verrichten.
Periode: 1942–1952
Bron Witboek, p. 139, 140; The Dutch Money purge, Jaap Barendregt, 1993, p. 157,
Product: Beschikkingen; Instelling Commissie van advies ordening kapitaalmarkt, nov.
1945–jan. 1946;
Instelling Investeringscommissie, maart 1946; Adviescommissie Smeets, Keesing, en
Houwink betr. vereenvoudiging in de voorschriften betreffende de geldzuivering en
het rechtsherstel, 1946–augustus;
Waardering: B 4
19.
Handeling: Het informeren van (individuele leden van) de Staten-Generaal betreffende
het beleid en de uitvoering daarvan betreffende de geldzuivering.
Periode: 1945–1986
Product: Nota’s, Beantwoording Kamervragen
Waardering: B 3
20.
Handeling: Het informeren van (individuele) burgers betreffende de geldzuivering.
Periode: 1945–
Product: Publicaties, Folders, Beantwoording informatieverzoeken
Waardering: B 3
21.
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van vertegenwoordigers in commissies,
werkgroepen, stuurgroepen etc. die adviseren bij de totstandkoming of de uitvoering
van het beleid betreffende de geldzuivering of daar studie naar verrichten.
Periode: 1942–1986
Product: Beschikkingen
Waardering: B 4
23.
Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van organisatie-eenheden welke belast
zijn met de voorbereiding en uitvoering van het beleid betreffende de geldzuivering.
Periode: 1942–1986
Product: Beschikkingen
Waardering: B 4
24.
Handeling: Het opstellen van week-, maand-, kwartaal- of jaar- en andere verslagen
betreffende de geldzuivering.
Periode: 1942–1986
Product: Verslagen
Waardering: B 3
25.
Handeling: Het voeren van verweer in gerechtelijke procedures of bezwaarprocedures
bij de Raad van State tegen genomen beslissingen betreffende de uitvoering van maatregelen
in het kader van de geldzuivering.
Periode: 1945–1986
Product: Verweerschriften
Waardering: B 3
26.
Handeling: Het (mede-) voorbereiden van internationale (monetaire) overeenkomsten,
verdragen en afspraken waarin bepalingen betreffende de geldzuivering zijn opgenomen.
Periode: 1942–1986
Product: Overeenkomsten, Verdragen
Waardering: B 1
27.
Handeling: Het voeren van overleg in internationaal verband met betrekking tot de
uitvoering van overeengekomen bepalingen betreffende de geldzuivering.
Periode: 1942–1986
Product: Nota’s, Verslagen, Rapporten
Waardering: B 1
28.
Handeling: Het verzoeken om/verlenen van bijstand aan/van andere landen en verdragspartners
in zaken betreffende de geldzuivering.
Periode: 1942–1986
Product: Kennisgevingen, Bijstandsdossiers
Waardering: B 1
Registratie/overdrachtsverbod voorafgaande aan de inlevering en voorbereiding van
de inlevering.
30.
Handeling: Het innemen (registreren/controleren) van aangiften betreffende bij overeenkomst
aangegane verplichtingen tot betaling voor in de toekomst te leveren goederen.
Periode: 1945
Grondslag: Tweede Uitvoeringsbeschikking Machtigingsbesluit geldzuivering, Stb. F
153, art. 1; ingetrokken bij Beschikking d.d. 10-12-1945 Stb. F 311,
Product: Registratie
Waardering: B 6
31.
Handeling: Het laten vervaardigen van nieuwe munt- en bankbiljetten en zilverbons
benodigd voor de omwisseling van f10 oud geld in f 10 gulden nieuw geld.
Periode: 1942–1945
Grondslag: Witboek betreffende maatregelen tot zuivering van het geldwezen in Nederland,
p. 51,
Product: Aanbesteding, controleverslagen
Waardering: B 5
33.
Handeling: Het voeren van overleg met vakministers en vertegenwoordigers van uitvoeringsorganen
en verenigingen van belangenbehartiging over aangelegenheden betreffende voorbereiding
van de geldzuivering.
N.B.
In de voorbereidende fase werden afspraken gemaakt met o.a.
1. de directie van het Centraal Distributiekantoor;
2. het Staatsbedrijf der P.T.T.
3. de Belastingdienst;
4. het Ministerie van Binnenlandse Zaken;
5. het Ministerie van Oorlog;
6. De Nederlandsche Bank;
7. Geallieerde legerautoriteiten
Periode: 1942–1945
Grondslag: Witboek betreffende maatregelen tot zuivering van het geldwezen in Nederland,
p. 62–66
Product: Verslagen, Afspraken
Waardering: B 1
Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169
41.
Handeling: Het opstellen van een formulier
1. dat bij de kantoren der Posterijen aangevraagd kan worden en waarmee bij de kantoren
van de leden van de Bedrijfsgroepen Handelsbanken en Landbouwcredietbanken geldkaarten
B aangevraagd kunnen worden.
2. dat verkrijgbaar is bij de kantoren van de leden van de Bedrijfsgroepen, Handelsbanken,
Landbouwcredietbanken en de kantoren der Posterijen waarop een natuurlijk persoon
een ander dan natuurlijk persoon machtigt tot inlevering van zijn munt- en bankbiljetten
en zilverbons.
3. dat verkrijgbaar is bij de Distributiekantoren waarop bij inlevering gespecificeerd
dient te worden welk aantal van iedere coupure munt- en bankbiljetten en zilverbons
ingeleverd wordt.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169,
1. art. 4,
2. art. 7.3,
3. art. 7.4,
Product: Ministeriële regelingen, formulieren
Waardering: B 5: eindproducten
V, 10 jaar: overige neerslag
42.
Handeling: Het aanwijzen van rekeningen bij de Postcheque- en Girodienst waarvoor
wel (in de blokkeringsperiode) opdrachten tot overschrijving of uitbetaling in behandeling
mogen worden genomen.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 5.2,
Product: Beschikkingen/Regelingen
Waardering: B 5
45.
Handeling: Het opstellen van nadere regels, De Nederlandsche Bank gehoord, betreffende
de inlevering van bank- en muntbiljetten en zilverbons.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 6.4,
Product: Regels
Eerste Uitvoeringsbeschikking Muntzuivering, d.d. 12-9-1945, no. 180, Generale Thesaurie,
Afd. Geldwezen, Stcrt. 1945 no. 67;
Derde Uitvoeringsbeschikking Muntzuivering, d.d. 12-9-1945, no. 182, Generale Thesaurie,
Afd. Geldwezen, Stcrt. 1945 no. 67;
Vierde Uitvoeringsbeschikking Geldzuivering, d.d. 13-9-1945, no. 163, Generale Thesaurie,
Afd. Geldwezen, Stcrt. 1945 no. 68;
Waardering: B 5
48.
Handeling: Het opstellen van de gegevens die vanwege de Minister van Financiën door
niet hier te lande verblijvende natuurlijke personen bij het inleveren van buiten
omloop gestelde munt- en bankbiljetten en zilverbons verstrekt moeten worden.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 8,
Product: Beschikking/Regeling
Waardering: B 5
50.
Handeling: Het opstellen van een schema met betrekking tot de inlevering van buiten
omloop gestelde munt- en bankbiljetten en zilverbons (als bedoeld in art. 7–11).
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 12.1,
Product: Schema
Waardering: B 5
51.
Handeling: Het opstellen van nadere voorzieningen betreffende geblokkeerde tegoeden
die zijn ontstaan na inlevering conform art. 7-11 van deze Beschikking van buiten
omloop gestelde munt- en bankbiljetten en zilverbons.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 12.2,
Product: Nadere Voorzieningen Beschikking/Regeling
Tweede Uitvoeringsbeschikking Muntzuivering, d.d. 12-9-1945, Generale Thesaurie, Afd.
Geldwezen, no. 183, Stcrt. 1945 no. 67;
Waardering: B 5
52.
Handeling: Het opstellen van nadere voorzieningen betreffende 1) geblokkeerde tegoeden
van rekeninghouders bij De Nederlandsche Bank, bij leden van de Bedrijfsgroepen Effectenhandel,
Handelsbanken en Landbouwcredietbanken waarover per cheque of door af- of overschrijving
beschikt kan worden, en 2) betreffende geblokkeerde tegoeden op deposito-rekeningen
en tegoeden bij Spaarbanken.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 14,
Product: Nader voorzieningen Beschikkingen/Regelingen
Waardering: B 5
53.
Handeling: Het krachtens beschikking verlenen van vrijstellingen om uitbetalingen
of overschrijvingen ten laste van geblokkeerde tegoeden (art. 12 en 14) bij de DNB
en leden van de Bedrijfsgroepen Effectenhandel, Handelsbanken, Landbouwcredietbanken
en Spaarbanken te verrichten.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 15,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 6
55.
Handeling: Het opstellen van nadere regels betreffende de duur, grenzen en gevolgen
van betalingsverplichtingen die door deze Beschikking (gedeeltelijk) zijn opgeschort.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 16.2,
Product: Regels
Waardering: B 5
56.
Handeling: Het, aan de leden van de Bedrijfsgroepen Effectenhandel, Handelsbanken,
Landbouwcredietbanken en Spaarbanken, ten laste van de schatkist toekennen van provisie
van een 1/2 0/00 (promille) van de bij hen aan ingeleverde waarde ingeleverde buiten
omloop gestelde munt- en bankbiljetten en zilverbons wegens de uitvoering van de in
deze Beschikking getroffen maatregelen.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 17,
Product: Provisie-uitkeringen
Waardering: B 6
58.
Handeling: Het van De Nederlandsche Bank ontvangen van de tegenwaarde van niet of
niet tijdig, overeenkomstig art. 7–11, ingeleverde bankbiljetten.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 20,
Product: Afdrachten/Overboekingen
Waardering: B 6
59.
Handeling: Het regelen van alle gevallen waarin deze Beschikking niet voorziet.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Geldzuivering 1945, Stb. F 169, art. 21,
Product: Beschikkingen/Regels
Waardering: B 5
60.
Handeling: Het aanwijzen van gemeenten waarin bij de burgemeesters de houders van
geldkaarten buiten omloop gestelde munt- en bankbiljetten en zilverbons kunnen inleveren.
Periode: 1945
Grondslag: Vierde Uitvoeringsbeschikking Geldzuivering, Stcrt. 1945 no. 68, art.2,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 5
Tweede Fase: Deblokkering.
Beschikking Deblokkering 1945 Stb. F 196
73.
Handeling: Het bepalen dat de voldoening van bepaalde verplichtingen aan personen
of lichamen, die in strijd met het Machtigingsbesluit geldzuivering hebben beschikt
over tegoeden op geblokkeerde rekeningen of betalingen op vrije rekeningen of betaalmiddelen
hebben aangenomen, slechts mogen worden verricht door tussenkomst van een bank door
goedschrijving op een geblokkeerde rekening.
Periode: 1947–
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, v.a. wijz. Stb. H 374, art.6e.1,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 5
74.
Handeling: Het bepalen dat tegoeden op vrije rekeningen, lossingsrekeningen, overgangsrekeningen
of herstelrekeningen bij banken of de Herstelbank die ten name staan van personen
of lichamen, die in strijd met het Machtigingsbesluit geldzuivering hebben beschikt
over tegoeden op geblokkeerde rekeningen of betalingen op vrije rekeningen of betaalmiddelen
hebben aangenomen, door goedschrijving op een geblokkeerde rekening moeten worden
geboekt.
Periode: 1947–
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, v.a. wijz. Stb. H 374, art.6e.2,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 5
75.
Handeling: Het aanwijzen van verenigingen en instellingen met charitatief doel waarvan
de rekeningen worden aangemerkt als vrije rekening.
Periode: 1945–
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 8.1,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 6
76.
Handeling: Het krachtens de beschikking aanwijzen van tegoeden en het storten in betaalmiddelen
die toegelaten worden op vrije rekeningen.
Periode: 1945–
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 8.3,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 5
77.
Handeling: Het aanwijzen van betalingen van het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen,
veenschappen, veenpolders en De Nederlandsche Bank die slechts mogen geschieden ten
gunste van een geblokkeerde rekening of een herstelrekening ten name van de begunstigde.
Periode: 1947–1950
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, v.a. wijz. Stb. H 374, art.
9.3; ingetrokken 1950 Stb. K 231.
Product: Beschikkingen
Vijftiende Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. H 375. (betaling oorlogsschadevergoedingen
op geblokkeerde rekeningen) Ingetrokken 30-12-1947, Stb. H 456.
Zestiende Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. H 376; ingetrokken 1950 Stb.
K 231 (Uitbetaling van op grond van de Beschikking na-inlevering bank- en muntbiljetten
en zilverbons (Stb. G 62) en de Beschikking bankbiljetten van f 500,– en f 1000,–
(Stcrt. 1946 no. 67) van de tegenwaarde van ingeleverde biljetten op geblokkeerde
rekening waarvan 25% op vrije rekening).
Waardering: B 5
78.
Handeling: Het geven van toestemming, in individuele gevallen of bij beschikking,
om uitkeringen wegens geleden oorlogsschaden op ander wijze te doen uitbetalen dan
overschrijving van vrije rekening naar geblokkeerde rekening van rechthebbenden.
Periode: 1949–1950
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, v.a. Stb. J 60, art. 9.4; ingetrokken
1950, Stb. K 231.
Product: Beschikking/Regeling
Waardering: B 5
79.
Handeling: Het vaststellen van de wijze waarop in de periode 8-13 oktober 1945 de
inleverkantoren maximaal f 100,–, en v.a. wijz. Stb. F 211 max. f 300,–, uit dienen
te betalen aan houders van geldkaarten.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 11.1; ingetrokken bij wijz.
Stb. F 332.
Product: Regels, instructies
Tweede Uitvoeringsbeschikking Deblokkering 1945, Stcrt. 1945 no. 82, ingetrokken 28-12-1945
Stcrt. 1946 no. 1.
Waardering: B 5
81.
Handeling: Het aanwijzen van stichtingen en instellingen met charitatief doel aan
welke ten laste van geblokkeerde rekeningen zonder vergunning of vrijstelling bijdragen
overgeschreven kunnen worden.
Periode: 1945–1947
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 14.3; ingetrokken Stb.
H 374,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 6
82.
Handeling: Het aanwijzen van betalingen welke zonder vergunning of vrijstelling krachtens
beschikking ten laste van geblokkeerde rekeningen overgeschreven kunnen worden.
Periode: 1945–1947
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 14.4; ingetrokken Stb.
H 374,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 6
83.
Handeling: Het aanwijzen van beroepen als zelfstandig uitgeoefend beroep waarvoor
vrijstelling van de verboden in art 5 en 7 wordt verleend om betalingen ten laste
van geblokkeerde en girale rekeningen te kunnen doen.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 16.2; ingetrokken bij wijz.
Stb. F 332,
Product: Beschikkingen/Regelingen
Eerste Uitvoeringsbeschikking Deblokkering 1945, Stcrt. 1945 no. 82, ingetrokken 28-12-1945
Stcrt. 1946 no. 1.
Vierde Uitvoeringsbeschikking Deblokkering 1945, Stcrt. 1945 no. 85, ingetrokken 28-12-1945,
Stcrt. 1946 no. 1.
Waardering: B 5
84.
Handeling: Het verlengen van de vrijstellingen neergelegd in art. 15 (betaling lonen
e.d.) en 16 (betaling door zelfstandige beroepen) van verboden neergelegd in art.
5 en 7 om geblokkeerde en girale rekeningen te mogen aanspreken.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 17; ingetrokken v.a. wijziging
Stb. F 332,
Product: Verlenging vrijstellingen/beschikkingen
Waardering: B 5
87.
Handeling: Het voeren van overleg betreffende de toepassing en opstelling van Algemene
Vergunningen tot deblokkering en reblokkering.
Periode: 1945–
Grondslag: Witboek betreffende maatregelen tot zuivering van het geldwezen in Nederland,
p. 88,
Product: Verslagen/afspraken
Opmerking Deze handeling betreft het overleg met de DNB, andere ministers en commissies.
Waardering: B 1
88.
Handeling: Het opstellen van algemene regels betreffende het beslissen op aanvragen
voor vergunningen om te mogen beschikken over tegoeden op geblokkeerde en girale rekeningen
voor het verrichten van betalingen.
Periode: 1945–
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 18.2, 18a v.a. Stb. F 202;
ingetrokken Stb. H 374,
Product: Regels
Waardering: B 1
91.
Handeling: Het opstellen van regels, De Nederlandsche Bank gehoord, volgens welke
periodiek opgave moet worden verstrekt inzake het verloop van de deblokkering en reblokkering.
Periode: 1945–
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 23,
Product: Regels, instructies
Waardering: B 5
95.
Handeling: Het regelen van alle gevallen waarin de Beschikking Deblokkering 1945 niet
voorziet.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 26,
Product: Regels
Derde Uitvoeringsbeschikking Deblokkering 1945, Stcrt. 3-10-1945 no. 82, ingetrokken
28-12-1945 Stcrt. 1946 no. 1. (Deblokkering f 100,– voor studenten)
Vijfde Uitvoeringsbeschikking 1945, Stcrt. 4-11-1945 no. 112, ingetrokken 28-12-1945,
Stcrt. 11-1-1946 no. 1. (Afzondering van tegoed van geblokkeerde f 100,– rekeningen
op girale rekeningen (25% minus reeds op vergunning vrijgegeven bedragen)
Zesde Uitvoeringsbeschikking Deblokkering 1945, Stcrt. 1946 no. 8.
Zevende Uitvoeringsbeschikking Deblokkering 1945, Stcrt. 28-1-1946 no. 41. (overboeking
tegoed kleiner dan f 100,– van geblokkeerde naar vrije rekening)
Negende Uitvoeringsbeschikking Deblokkering 1945, Stcrt. 12-4-1946 no. 75.
Waardering: B 5
Beschikking Deblokkering Postcheque- en Girodienst, Stb. F 220
100.
Handeling: Het beslissen op verzoeken om vergoedingen uit te betalen voor ingeleverde
bank- en muntbiljetten en zilverbons welke zich op 9 juli 1945 in het buitenland bevonden,
op geblokkeerde rekeningen en voor 25% op vrije rekening.
Periode: 1947–
Grondslag: Zestiende aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. H 375, art. 2,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 6
101.
Handeling: Het betalen van vergoedingen voor bankbiljetten, ingeleverd op grond van
de krachtens het KB van 10 juli 1945, Stb. F 121 uitgegeven Beschikking bankbiljetten
van f500,– en f1000,– (Stcrt. 1946 no. 67) op geblokkeerde rekeningen en voor 25%
op vrije rekeningen.
Periode: 1947–1950
Grondslag: Zestiende Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. H 376, art. 3;
ingetrokken 1950, Stb. K 231.
Product: Beschikkingen/Uitbetalingen
Waardering: B 6
Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377/Wet Afwikkeling Geldzuivering,
Stb. J 53
105.
Handeling: Het opstellen van nadere regels betreffende de bestemming van ten gunste
van optierekeningen overgeschreven bedragen.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 3.3 onder
c, ingetrokken Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 3.4 onder c;
Product: Nadere regels
Waardering: B 5
106.
Handeling: Het opstellen van regels volgens welke De Nederlandsche Bank vergunningen,
onder voorwaarden, kan verlenen ter overboeking van bedragen hoger dan f3500,– van
optierekeningen naar beleggingsrekeningen (een speciale rentedragende geblokkeerde
rekening).
N.B. De Nederlandsche Bank verleende vergunningen op grond van art. 17 van zowel het
Besluit H 377 als de Wet J 53. Met betrekking tot overboekingen van optierekeningen
naar beleggingsrekeningen worden nadere regels gegeven bij aanvullings-/uitvoeringsbeschikking.
Beleggingsrekeningen worden in 5 jaarlijkse termijnen gedeblokkeerd door overboeking
naar vrije rekeningen in de periode 1 juni 1948 tot 1 juni 1953.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 4.2, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 4.3;
Product: Regels
Eerste Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 378.
Tweede Uitvoeringsbeschikking Wet Afwikkeling Geldzuivering d.d. 7-3-1949, Stb. J
104.
Vierde Uitvoeringsbeschikking Wet Afwikkeling Geldzuivering d.d. 14-6-1950, Stb. K
227.
Waardering: B 5
107.
Handeling: Het opstellen van regels betreffen de verlening van vergunningen (overeenkomstig
art. 17) door de Nederlandsche Bank betreffende het beschikken over niet op geblokkeerde
rekeningen staande bedragen die gehouden worden bij bedrijven, diensten of lichamen
bedoeld in art. 6b Beschikking Deblokkering 1945.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 12, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 12;
Product: Regels
Waardering: B 5
108.
Handeling: Het vaststellen van een datum waarop tegoeden die dan nog op een optierekening
staan volgens te stellen regels door de banken overgedragen moeten worden aan de schatkist.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 16.1, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 22.1;
Product: Regels/Bekendmaking
Vijfde Uitvoeringsbeschikking Wet Afwikkeling Geldzuivering d.d. 14-6-1950, Stb. K
228.
Waardering: B 5
109.
Handeling: Het vaststellen van een datum waarop de tegoeden op geblokkeerde rekeningen
door de banken volgens te stellen regels overgeboekt moeten worden naar een renteloze
rekening van de Agent van het Ministerie van Financiën te Amsterdam.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 16.3, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 18.1;
Product: Regels/Bekendmaking
Vijfde Uitvoeringsbeschikking Wet Afwikkeling Geldzuivering d.d. 14-6-1950, Stb. K
228.
Zesde Uitvoeringsbeschikking Wet Afwikkeling Geldzuivering d.d. 21-9-1950, Stb. K
411.
Waardering: B 5
111.
Handeling: Het voorbereiden van een wettelijke voorziening houdende regelen betreffende
de bestemming van door de banken naar de Agent van het Ministerie van Financiën overgeboekte
tegoeden van geblokkeerde rekeningen.
Periode: 1948–1949
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 16.3, ingetrokken
Stb. J 53;
Product: Wet
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53 (art. 18).
Waardering: B 1
113.
Handeling: Het opstellen van algemene regels betreffende het door De Nederlandsche
Bank beslissen op aanvragen tot het verlenen van vergunningen.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 17.4, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 17.4;
Product: Algemene Regels
Waardering: B 5
114.
Handeling: Het regelen van alle gevallen waarin de Beschikking Afwikkeling Geldzuivering
1947, Stb. H 377, niet voorziet.
Periode: 1948–1949
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 18, ingetrokken
Stb. J 53,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 5
115.
Handeling: Het voorbereiden van Koninklijke Besluiten (de Raad van State gehoord)
houdende beslissingen op beroepschriften alsnog over aan de Staat vervallen op renteloze
rekening bij de Agent gestort tegoed van opgeheven geblokkeerde rekening te mogen
beschikken.
Periode: 1949–1986
Grondslag: Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 20.5,
Product: Koninklijke Besluiten
Waardering: B 6
Registratie Schatkistpapier
119.
Handeling: Het aanwijzen van instanties die in het kader van de geldzuivering het
bezit van schatkistpapier of participatiebewijzen daarin registreren.
N.B.
De instanties zijn aangewezen in art. 5 van deze Beschikking en zijn met uitzondering
van De Nederlandsche Bank particuliere banken.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Registreering Schatkistpapier, Stb. F 197, art. 1,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 4
121.
Handeling: Het van de registrerende instanties ontvangen van een exemplaar van de
formulieren die worden opgemaakt voor de registratie van bezit van schatkistpapier
of participatie daarin.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Registreering Schatkistpapier, Stb. F 197, art. 3,
Product: Formulieren/controle
Waardering: B 6
122.
Handeling: Het betalen van f 1,– per geregistreerd stuk aan de registrerende instanties.
Periode: 1945
Grondslag: Beschikking Registreering Schatkistpapier, Stb. F 197, art. 4
Product: Betalingen van provisies
Waardering: B 5
Blokkering en Deblokkering betalingen aan/uitkeringen door verzekeringsmaatschappijen.
123.
Handeling: Het in het algemeen of in bijzondere gevallen verlenen van ontheffing van
het verbod uitkeringen te doen of aan te nemen of het beleenbaarstellen op levens-,
pensioen en lijfrenteverzekeringen of inschrijvingen in spaarkassen waarvan de overeenkomsten
voor of na 10-5-1940 zijn gesloten en die na die tijd zijn verhoogd, omgezet of waarop
stortingen zijn gedaan.
Periode: 1945–1949
Grondslag: Besluit van 5 juli 1945 houdende bijzondere voorzieningen in zake uitbetalingen
door verzekeringsinstellingen en spaarkassen, Stb. F 120, art. 3.1, ingetrokken 13-1-1949
Stb. J 24.
Product: Ontheffingen en Regelingen
Waardering: B 6 voor individuele ontheffingen
B 5 bij algemeen geldende ontheffingen
124.
Handeling: Het opstellen van voorschriften ter uitvoering van het Besluit van 5 juli
1945 houdende bijzondere voorzieningen in zake uitbetalingen door verzekeringsinstellingen
en spaarkassen, Stb. F 120.
Periode: 1945–1949
Grondslag: Besluit van 5 juli 1945 houdende bijzondere voorzieningen in zake uitbetalingen
door verzekeringsinstellingen en spaarkassen, Stb. F 120, art. 3.2, ingetrokken 13-1-1949
Stb. J 24.
Product: Voorschriften
Beschikking van de minister van Financiën d.d. 8-10-1946, no. 254 (BGW), Stcrt. no.
198.
Beschikking/Aanschrijving aan de inspecteurs der belastingen houdende instructie betreffende
uitbetalingen door verzekeringsinstellingen en spaarkassen d.d. 25-10-1946 no. 146
Afd. BGW en Afd. Directe Belastingen.
Waardering: B 5
127.
Handeling: Het machtigen van de Herstelbank om te bepalen dat bepaalde uitkeringen
of categorieën van uitkeringen door één of meerdere onderlinge molestverzekeringsmaatschappijen
rechtstreeks hetzij als geblokkeerd hetzij als vrij tegoed aan verzekerden ter beschikking
mogen worden gesteld.
Periode: 1946–1955
Grondslag: Beschikking Molestverzekeringsuitkeringen 1945, Stb. F 235 vanaf wijziging
Stb. G 61, art. 2.4; vervallen 1955 Stb. 219.
Product: Machtigingen
Waardering: B 6
130.
Handeling: Het opstellen van aanwijzingen volgens welke de Herstelbank toestemming
kan verlenen om uitkeringen van onderlinge molestverzekeringsmaatschappijen die op
geblokkeerde rekeningen, v.a. wijz. Stb. H 380 Herstelrekeningen, bij de Herstelbank
zijn gestort mogen worden vervreemd of verpand.
Periode: 1946–1955
Grondslag: Beschikking Molestverzekeringsuitkeringen 1945, Stb. F 235 vanaf wijziging
Stb. G 61, art. 2.6; vervallen 1955 Stb. 219.
Product: Aanwijzingen
Waardering: B 5
134.
Handeling: Het opstellen van regels betreffende de uitbetaling of overschrijving uit
geblokkeerde rekeningen, v.a. wijz. Stb. H 380 herstelrekeningen, waarop door molestverzekeringsmaatschappijen
uitkeringen betreffende schaden hebben moeten storten (bij ‘de Herstelbank’).
Periode: 1945–1955
Grondslag: Beschikking Molestverzekeringsuitkeringen 1945, Stb. F 235, art. 4; gewijzigd
bij Stb. G 61 in art. 3; vervallen 1955 Stb. 219.
Product: Regels
Eerste Uitvoeringsbeschikking Molestverzekeringsuitkeringen 1945 van de Minister van
Financiën van 27-4-1949, Stb. J 191; hernieuwd vastgesteld 1950 Stb. K 230; ingetrokken
1955 Stb. 219.
Waardering: B 5
135.
Handeling: Het treffen van nadere voorzieningen ter uitvoering van de Beschikking
Molestverzekeringsuitkeringen 1945.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Beschikking Molestverzekeringsuitkeringen 1945, Stb. F 235, art. 5; vervallen
1955 Stb. 219.
Product: Nader voorzieningen/Regels
Eerste Uitvoeringsbeschikking Molestverzekeringsuitkeringen 1945 van 27-4-1949, Stb.
J 191; hernieuwd vastgesteld 1950 Stb. K 230; ingetrokken 1955 Stb. 219.
Waardering: B 5
137.
Handeling: Het verlenen van toestemming, onder voorwaarden, tot gelijkstelling van
pensioenfondsen met verzekeringsmaatschappijen waarnaar ten laste van optierekeningen
aankoopsommen voldaan mogen worden.
Periode: 1949–1986
Grondslag: Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 7.5,
Product: Toestemmingen/Afwijzingen/Beschikkingen
Waardering: B 5
Deblokkering i.v.m. kredietverlening
138.
Handeling: Het opstellen van regels betreffende het verrichten van overschrijvingen
of betalingen waarmee kredietverlening of het beschikken over openstaand krediet gepaard
gaat.
Periode: 1945–1953
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, Stb. F 196, art. 19.1; ingetrokken 1953
Stb. 508.
Product: Regels
Waardering: B 5
139.
Handeling: Het aanwijzen van leden van Bedrijfs- of Vakgroepen, van instellingen en
van personen die krachtens beschikking van de minister voor de verstrekking van hypothecaire
geldleningen uit geblokkeerd tegoed (welke moet worden goedgeschreven op geblokkeerde
rekening van de kredietnemer) worden gelijkgesteld met leden van de bedrijfsgroepen
Levensverzekering, Landbouwcredietbanken Spaarbanken en van de Vakgroepen Scheepshypotheekbanken,
Hypotheekbanken en Bouwkassen.
Periode: 1946
Grondslag: Achtste Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. G 57, art. 3.3;
ingetrokken Stb. G 250 ‘behoudens strafbare gevallen’,
Product: Beschikkingen/Aanwijzingen
Waardering: B 6
141.
Handeling: Het, in afwijking van art. 6 Beschikking Deblokkering 1945, bepalen dat
indien de aflossing op uit geblokkeerd tegoed verstrekte hypothecaire geldleningen
hoger dan 5%, v.a. Stb. G 250 10%, is, de aflossing niet op geblokkeerde rekening
van de kredietgever behoeft te worden gestort maar op een andere (vrije) rekening.
Periode: 1946–
Grondslag: Achtste Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. G 57, art. 7,
Elfde Aanvullingsbeschikking Deblokkering Stb. G 181 v.a. wijziging in de Twaalfde
Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. G 250 art. II, art. 2; ingetrokken
1947 Stb. H 374,
Product: Ontheffingen/Beschikkingen
Waardering: B 5
142.
Handeling: Het regelen van alle gevallen waarin de Achtste Aanvullingsbeschikking
Deblokkering 1945 (betreffende hypotheekverstrekking uit vrije en geblokkeerde tegoeden)
niet voorziet.
Periode: 1946–
Grondslag: Achtste Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. G 57, art. 9,
Product: Regels
Waardering: B 5
149.
Handeling: Het opstellen van nadere afwijkende regels voor de afrekening in guldens
voor bepaalde vorderingen, waarden en vermogensbestanddelen op/uit het buitenland
geheel of gedeeltelijk op vrije rekening, geblokkeerde rekening, lossingsrekening
of overgangsrekening.
Periode: 1946–
Grondslag: Tiende Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. G 173, art. 2.5;
gewijzigd bij Stb. G 250 in art. 2.6; opgenomen in de Beschikking Deblokkering 1945
v.a. wijz. Stb. H 374 in art. 6d.3,
Product: Regels
Waardering: B 5
151.
Handeling: Het aanwijzen van vermogensobjecten (andere dan onroerende goederen en
schepen) waarvoor onder te stellen voorwaarden door De Nederlandsche Bank vergunning
kan worden verleend om ten laste van de optierekening de aankoopsom te mogen voldoen.
N.B.
Eén van de voorwaarden is dat banken die ten laste van de optierekening de aanschaf
van vermogensobjecten boeken de verkoopprijs rechtstreeks overboeken naar de ontvanger
der directe belastingen.
Periode: 1948–
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 5.1, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 5.1;
Product: Beschikkingen
Waardering: B 6
152.
Handeling: Het opstellen van voorschriften betreffende de door De Nederlandsche Bank
te stellen nadere voorwaarden waaronder 1) de aankoop van vermogensobjecten en 2)
de verkrijging van een door hypotheek bezwaarde vordering, overdrachten van/naar een
optierekening kan plaatsvinden.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 5.3, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 5.3;
Product: Voorschriften
Waardering: B 5
153.
Handeling: Het in bijzondere gevallen toestaan dat in plaats van verkrijging van een
door hypotheek gedekte vordering een niet door hypotheek gedekte vordering wordt verkregen
door overschrijving van een optierekening.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 5.4, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 5.3;
Product: Beschikkingen/Ontheffingen
Waardering: B 5
154.
Handeling: Het aanwijzen van effecten waarvoor de aankoopsom door de houder van een
optierekening ten laste van een optierekening mag worden voldaan.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 6.1, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 6.1;
Product: Beschikking
Waardering: B 5
155.
Handeling: Het aanwijzen van effecten met een gelijke koerswaarde die aangekocht moeten
worden uit de opbrengst van de verkoop van effecten, aangekocht ten laste van een
optierekening, die gestort is op een herbeleggingsrekening waardoor de verplichte
bewaarneming van ten laste van een optierekening verworven effecten bij inleveringskantoren
als bedoeld in het Besluit Rechtsherstel (art. 39) kan worden opgeheven en deze door
de aangewezen effecten (gekocht ten laste van de herbeleggingsrekening) in bewaarneming
vervangen worden.
Periode: 1948
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 6.4, ingetrokken
Stb. J 53,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 5
156.
Handeling: Het aanwijzen van banken (andere dan leden van de bedrijfsgroepen Landbouwcredietbanken
en Spaarbanken) welke een afzonderlijke spaarafdeling hebben en welke als tussenpersoon
kunnen optreden bij de aanvraag van vergunningen door optierekeninghouders tot het
mogen overboeken van geblokkeerd tegoed naar beleggingsrekeningen.
Periode: 1948–1949
Grondslag: Eerste Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 378,
art. 1.1, ingetrokken Stb. J 53,
Product: Beschikking
Waardering: B 5
157.
Handeling: Het verlenen van toestemming om rechten met betrekking tot optierekeningen,
beleggingsrekeningen en herbeleggingsrekeningen toe te kennen aan derden.
Periode: 1949–1986
Grondslag: Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 16.1,
Product: Afwijzingen/Toestemmingen
Waardering: B 5
158.
Handeling: Het aanwijzen van leningen waarvan de houders van saldi van herbeleggingsrekeningen
(waarop de te gelde making van in bewaarneming gegeven effecten aangekocht van saldi
van optierekeningen werd gestort) schuldbewijzen of certificaten van schuldbewijzen
dienden te kopen.
Periode: 1948
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 6.6, ingetrokken
Stb. J 53,
Product: Beschikking
Waardering: B 5
159.
Handeling: Het aanwijzen van vermogensobjecten waarvoor ter verkrijging daarvan inschrijvingen
in het grootboek 1946 overgedragen kunnen worden.
Periode: 1948–1949
Grondslag: Beschikking afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 11.1, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 11.1; buiten werking per 1-3-1949 (zie
art. 29 van de Wet),
Product: Beschikking
Waardering: B 5
160.
Handeling: Het opstellen van regels betreffende door De Nederlandsche Bank nader te
stellen voorwaarden bij de verlening van vergunningen tot overdracht van inschrijvingen
in het Grootboek 1946 ter verkrijging van vermogensobjecten of door hypotheek gedekte
vorderingen.
Periode: 1948–1949
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 11.5, ingetrokken
Stb. J 35;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 11.5; buiten werking per 1-3-1949 (zie
art. 29 van de Wet),
Product: Regels
Waardering: B 5
161.
Handeling: Het beslissen op door tussenkomst van de ontvanger der directe belastingen
ingediende verzoeken om in bijzondere gevallen toestaan dat tegen overdracht van een
inschrijving in het Grootboek 1946 niet een door hypotheek gedekte vordering verkregen
wordt maar een vordering verkregen wordt die niet door een hypotheek wordt gedekt.
Periode: 1948–1949
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 11.6, ingetrokken
Stb. J 53;
Product: Afwijzingen/Toewijzingen
Waardering: B 5
Staatsschuld: Schatkistpapier, Certificaten, Grootboek 1946, conversie enconsolidatie
Schatkistpapier
165.
Handeling: Het in bijzondere gevallen verlenen van toestemming aan anderen dan banken
om, onder te stellen voorwaarden, tegoeden op geblokkeerde rekeningen aan te mogen
wenden voor belegging in schatkistpapier.
Periode: 1949–1950
Grondslag: Beschikking Deblokkering 1945, v.a. Stb. J 60, art. 6.5; ingetrokken 1950
Stb. K 231,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 6
166.
Handeling: Het vaststellen van het model van de verklaring die rechthebbenden moeten
overleggen bij verzoeken aan leden van de bedrijfsgroepen Effectenhandel, Handelsbanken,
Landbouwcredietbanken en Spaarbanken en welke verklaring ook door een (ander) lid
van de Bedrijfsgroep ondertekend moet zijn, om de opbrengsten van na 26-9-1945 verkregen
schatkistpapier te boeken op hun vrije rekeningen (in afwijking van art. 6.4 Beschikking
Deblokkering 1945).
Periode: 1946–
Grondslag: Negende Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1945, Stb. G 90, art. 1.3;
v.a. wijziging Stb. 374 opgenomen in de Beschikking Deblokkering 1945, art. 6.6,
Product: Formulier
Het model is gepubliceerd in Stcrt. no. 75 van 16-4-1946.
Waardering: B 5: één exemplaar van het eindproduct
V, 10 jaar: overige neerslag
Investerings- en beleggingscertificaten
168.
Handeling: Het opstellen voorwaarden waaronder bewijzen van inschrijving van rentedragende
Nederlandse Staatsschuld uitgegeven kunnen worden 3% Investeringscertificaten, alsmede
3,25% Beleggingscertificaten (v.a. wijz. Stb. I 192) die ten laste van optierekeningen
(in veelvouden van f 500,–) kunnen worden verworven.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 8, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 8;
Product: Investeringscertificaten/Beleggingscertificaten/Beschikking houdende voorwaarden
Derde aanvullingsbeschikking Geldzuivering 1947, Stb. H 457 3% Investeringscertificaten).
Vierde Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 158 (Schuldregister
Investeringscertificaten).
Vijfde Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 193 (3.25% Beleggingscertificaten).
Zesde Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 237 (Schuldregister
3.25% Beleggingscertificaten).
Beschikking van 9-2-1949, Stb. J 63, tot wijziging van de Vierde en Zesde Aanvullingsbeschikking
Afwikkeling Geldzuivering 1947.
Derde Uitvoeringsbeschikking Wet Afwikkeling Geldzuivering d.d. 17-3-1949, Stb. J
123.
Opmerking Vanaf Wet d.d. 13-1-1949, Stb. J 23, werden houders van de certificaten
in de gelegenheid gesteld omwisseling aan te vragen tegen inschrijving in per lening
aan te houden schuldregisters.
Waardering: B 1
169.
Handeling: Het opstellen van richtlijnen volgens welke, binnen 5 jaar, ten laste van
optierekeningen aangekochte 3% Investeringscertificaten en 3.25% Beleggingscertificaten
verhandelbaar zullen worden gesteld.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 8, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 8;
Product: Richtlijnen
Vierde Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 158.
Vijfde Aanvullingbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 193.
Zesde Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 237.
Beschikking van 9-2-1949, Stb. J 63, tot wijziging van de Vierde en Zesde Aanvullingsbeschikking
Afwikkeling Geldzuivering 1947.
Waardering: B 5
170.
Handeling: Het opstellen van voorwaarden waarop aan rechthebbenden op tegoeden op
optierekeningen, die overdragen moeten worden aan de schatkist, schuldbewijzen van
een Nederlandse Staatslening, 3% Investeringscertificaten en 3.25% Beleggingscertificaten,
verstrekt worden.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 16.2, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 22.2;
Product: Voorwaarden
Vijfde Uitvoeringsbeschikking Wet Afwikkeling Geldzuivering d.d. 14-6-1950, Stb. K
228.
Waardering: B 5
172.
Handeling: Het opstellen van regels betreffende de verhandelbaarheid van schuldbewijzen
van een Nederlandse Staatslening die zij uitgereikt aan degenen van wie de tegoeden
op optierekeningen zijn overgedragen aan de schatkist.
Periode: 1948
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 16.2, ingetrokken
Stb. J 53;
Product: Regels
Waardering: B 5
176.
Handeling: Het nader beschikken dat recepissen (deelnamebewijzen) en bijhorende coupons
beleenbaar mogen zijn.
Periode: 1948–1968
Grondslag: Derde Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1947, Stb. H 457, art. 1.11,
Product: Beschikking
Waardering: B 5
177.
Handeling: Het vaststellen van de wijze waarop, bij het Agentschap van het ministerie
van Financiën, verwisseling van recepissen van 3% Investeringscertificaten in verhandelbare
definitieve schuldbewijzen plaats kan vinden.
Periode: 1948–1968
Grondslag: Derde Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1947, Stb. H 457, art. 1.13,
Product: Beschikking/Instructie
Waardering: B 5
178.
Handeling: Het opstellen van regels volgens welke in individuele gevallen toestemming
kan worden gegeven tot vervroegde verwisseling van recepissen in verhandelbare definitieve
schuldbewijzen.
Periode: 1948–1968
Grondslag: Derde Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1947, Stb. H 457, art. 1.13,
Product: Regels
Waardering: B 5
180.
Handeling: Het opstellen van regels betreffende het opnemen van inschrijvingen op
3% Investeringscertificaten van f 100.000,– of groter worden gedaan in een afzonderlijk
door de Agent bij te houden schuldregister (‘Schuldregister Investeringscertificaten’).
Periode: 1948–
Grondslag: Derde Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1947, Stb. H 457, art. 1.14,
Product: Regels
Vierde Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 158.
Waardering: B 5
196.
Handeling: Het opstellen van voorwaarden waaronder houders van 3% Investeringscertificaten
deze certificaten kunnen omwisselen in 3.25% Beleggingscertificaten of het Schuldregister
daarvan.
Periode: 1948–
Grondslag: Vijfde Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 193,
art. 1.7,
Product: Voorwaarden
Waardering: B 5
197.
Handeling: Het vaststellen van de wijze waarop recepissen van 3.25% Beleggingscertificaten
kunnen worden verwisseld in verhandelbare definitieve schuldbewijzen.
Periode: 1948–1998
Grondslag: Vijfde Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 193,
art. 1.13,
Product: Regels/Instructies
Waardering: B 5
198.
Handeling: Het opstellen van regels betreffende het opnemen van inschrijvingen op
3.25% Beleggingscertificaten van f 100.000,– of groter worden gedaan in een afzonderlijk
door de Agent bij te houden schuldregister (‘Schuldregister 3.25 % Beleggingscertificaten’).
Periode: 1948–
Grondslag: Vijfde Aanvullingsbeschikking Deblokkering 1947, Stb. I 193, art. 1.14,
Product: Regels
Waardering: B 5
200.
Handeling: Het opstellen van een nadere beschikking betreffende het beleenbaar zijn
van bedragen welke ter deelneming in het Schuldregister 3.25% Beleggingscertificaten
zijn geboekt op een rekening A
Periode: 1948–
Grondslag: Zesde Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. I 237,
art. 3.7,
Product: Beschikking
Waardering: B 5
202.
Handeling: Het opstellen van regels volgens welke na delging van de belastingschuld
het restant op renteloze rekening bij het Agentschap gestorte tegoed van opgeheven
geblokkeerde rekeningen ter keuze van belanghebbenden omgewisseld kan worden tegen
3% Investeringscertificaten of 3.25% Beleggingscertificaten.
Periode: 1949–1986
Grondslag: Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 20.2,
Product: Regels
Vijfde Uitvoeringsbeschikking Wet Afwikkeling Geldzuivering d.d. 14-6-1950, Stb. K
228.
Waardering: B 5
Grootboek 1946/Consolidatie
203.
Handeling: Het vaststellen van de tijdstippen waarop schuldverplichtingen tot het
gemachtigde bedrag ten laste van het Rijk gevestigd worden i.v.m. de consolidatie
van Staatsschuld met behulp van geblokkeerde tegoeden.
Periode: 1946–
Grondslag: Besluit Grootboek 1946, Stb. F 268, art. 1.2,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 6
Uitvoeringsvoorschriften, Rekening, Schulddelging
204.
Handeling: Het vaststellen van de voorwaarden waartegen schuldverplichtingen worden
aangegaan i.v.m. de consolidatie van Staatsschuld met behulp van geblokkeerde tegoeden.
Periode: 1946–
Grondslag: Besluit Grootboek 1946, Stb. F 268, art. 2.1,
Product: Voorwaarden
Waardering: B 5
205.
Handeling: Het afleggen van verantwoording over aangegane schuldverplichtingen ten
laste van het Rijk i.v.m. de consolidatie van Staatsschuld met behulp van geblokkeerde
tegoeden.
Periode: 1946–
Grondslag: Besluit Grootboek 1946, Stb. F 268, art. 2.2,
Product: Verantwoordingen
Waardering: B 3
207.
Handeling: Het besluiten tot versterkte delging van de krachtens het Besluit Grootboek
1946 gevestigde schuld of inkoop daarvan beneden pari.
Periode: 1946–
Grondslag: Besluit Grootboek 1946, Stb. F 268, art. 2.4,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 6
Inschrijving in een Grootboek
208.
Handeling: Het instellen van het Grootboek 1946 waarin gevestigde schuld ingeschreven
wordt.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit Grootboek 1946, Stb. F 268, art. 3.1,
Product: Grootboek 1946
Waardering: B 5
209.
Handeling: Het vaststellen van een tijdstip waarop inschrijvingen in het Grootboek
1946 worden verwisseld in schuldbekentenissen aan toonder.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit Grootboek 1946, Stb. F 268, art. 3.2,
Product: Beschikking
Beschikking van de Minister van Financiën d.d. 9-2-1949, no. 317, Stcrt. no. 30, tot
vaststelling van de Beschikking overdracht en aflossing Grootboek 1946; gewijzigd
bij Beschikking d.d. 30-9-1950, Stcrt. 191.
Beschikking van de Minister van Financiën van 10 september 1949, betreffende de Beschikking
Verwisseling Grootboek 1946, Stcrt. no. 186; gewijzigd d.d. 30-9-1950, Stcrt. no.
191.
Waardering: B 5
210.
Handeling: Het voorbereiden van een Algemene Maatregel van Bestuur houdende voorschriften
met betrekking tot het Grootboek 1946.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit Grootboek 1946, Stb. F 268, art. 3.3,
Product: AMVB
Besluit d.d. 8-1-1946, houdende regelen nopens het beheer van het Grootboek 1946,
Stb. G 9, gewijzigd bij Besluit d.d. 9-2-1949, Stb. J 64
Waardering: B 5
211.
Handeling: Het voeren van het opperbeheer over de zorg en uitvoeringswerkzaamheden
verband houdende met het Grootboek 1946.
Periode: 1946–
Grondslag: Besluit regelen beheer Grootboek 1946, Stb. G 9, art. 1,
Product: Aanwijzingen/toezichtsverslagen
Waardering: B 5
213.
Handeling: Het stellen van voorwaarden
1. waaronder inschrijvingen of gedeelten daarvan worden omgezet in schuldbewijzen
aan toonder en schuldbewijzen kunnen worden omgezet in inschrijvingen;
2. waaronder opening van een nieuwe rekening, alsmede inschrijving op een bestaande
rekening tengevolge van eigendomsovergang van een inschrijving is toegestaan.
Periode: 1949–
Grondslag: 1. Besluit regelen beheer Grootboek 1946, Stb. G 9 v.a. wijzigings- en
aanvullingsbesluit 1949 Stb. J 64, art. 2,
2. Besluit regelen beheer Grootboek 1946, Stb. G 9 v.a. wijzigings- en aanvullingsbesluit
1949 Stb. J 64, art. 4,
Product: Voorwaarden
1+2 Beschikking van de Minister van Financiën d.d. 9-2-1949, no. 317, Stcrt. no. 30,
tot vaststelling van de Beschikking overdracht en aflossing Grootboek 1946; gewijzigd
bij Beschikking d.d. 30-9-1950, Stcrt. 191.
ad 1 Beschikking van de Minister van Financiën van 10 september 1949, betreffende
de Beschikking Verwisseling Grootboek 1946, Stcrt. no. 186; gewijzigd d.d. 30-9-1950,
Stcrt. no. 191.
Waardering: B 5
214.
Handeling: Het verkorten van de termijnen van de aan de vervaldata der rente (art.
8) of aflossing ( art. 8a) voorafgaande kalendermaand waarbinnen geen inschrijvingen,
overschrijvingen of afschrijvingen tot stand mogen worden gebracht.
Periode: 1946–
Grondslag: Besluit regelen beheer Grootboek 1946, Stb. G 9, art. 8, 8a v.a. wijz.
1949 Stb. J 64,
Product: Beschikkingen
Waardering: B 1
215.
Handeling: Het opstellen van nadere regels betreffende 1) de aflossing op rekeningen
met een saldo van tenminste f 100.000, 2) de jaarlijkse aflossingen op commissionairsrekeningen,
3) de aflossing door uitloting op rekeningen met een saldo minder dan f 100.000 en
op schuldbewijzen aan toonder.
Periode: 1949
Grondslag: Besluit regelen beheer Grootboek 1946, Stb. G 9 v.a. wijz. 1949 Stb. J
64, art. 8a,
Product: Regels
Beschikking van de Minister van Financiën d.d. 9-2-1949, no. 317, Stcrt. no. 30, tot
vaststelling van de Beschikking overdracht en aflossing Grootboek 1946; gewijzigd
bij Beschikking d.d. 30-9-1950, Stcrt. 191.
Beschikking houdende regeling van uitloting en aflossing van de inschrijvingen en
schuldbewijzen 3% Grootboek 1946, Stcrt. 25-8-1950 no. 165.
Waardering: B 5
222.
Handeling: Het aanwijzen van de belastingen waarvan de aanslagen betaald/verrekend
kunnen worden met gevestigde (ingeschreven) schuld.
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit Grootboek 1946, Stb. F 268, art. 7.1,
Product: Aanwijzing/Beschikking
Waardering: B 6
224.
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die belast zijn met het vervaardigen van lotingskaartjes
en het verrichten van uitloting van rekeningen en schuldbewijzen 3%-Grootboekschuld
1946 welke aflosbaar gesteld zullen worden.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling van uitloting en aflossing van de inschrijvingen en schuldbewijzen
3%-Grootboekschuld 1946, Stcrt. 25-8-1950 no. 165, art. 2-6,
Product: Beschikkingen
Opmerking De uitlotingskaartjes worden gedeponeerd in trommels die onder
beheer staan van de Thesaurier-generaal
Waardering: B 6
226.
Handeling: Het uitloten van rekeningen en schuldbewijzen 3% Grootboek 1946 welke aflosbaar
gesteld zullen worden.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling van uitloting en aflossing van de inschrijvingen en schuldbewijzen
3%-Grootboekschuld 1946, Stcrt. 25-8-1950 no. 165, art. 2-6,
Product: Processen-verbaal van uitloting
Waardering: B 6
Conversie van leningen
228.
Handeling: Het opstellen van een rekening van verantwoording ten behoeve van de Algemene
Rekenkamer en de Staten Generaal, betreffende de plaatsing van schuldbewijzen tegen
inwisseling van schuldbewijzen van te converteren leningen.
Periode: 1946–
Grondslag: Conversieleeningwet 1946, Stb, G 407, art. 2 lid 2,
Conversieleningwet 1948, Stb. I 115, art. 2 lid 2,
Product: Rekeningen van verantwoording
Waardering: B 3
231.
Handeling: Het opstellen van regels volgens welke houders van aflosbaar gestelde schuldbewijzen
kenbaar kunnen maken geen gebruik te willen maken van aangeboden conversiemogelijkheid.
Periode: 1946–
Grondslag: Conversiegeldleening 1946, Stb. G 407, art. 3,
Conversieleningwet 1948, Stb. I 115, art. 3,
Product: Regels
Waardering: B 5
232.
Handeling: Het opstellen van regels betreffende het goedschrijven naar (geblokkeerde)
conversierekeningen van aflossingen op schuldbewijzen waarvan de houder te kennen
heeft gegeven geen gebruik te willen maken van conversie.
Periode: 1946–
Grondslag: Conversiegeldleening 1946, Stb. G 407, art. 4 lid 1
Product: Regels
Waardering: B 5
233.
Handeling: Het bepalen onder welke voorwaarden en te welken tijde over het tegoed
van een (geblokkeerde) conversierekening beschikt kan worden.
Periode: 1946–
Grondslag: Conversiegeldleening 1946, Stb. G 407, art. 4, lid 4,
Product: Beschikking/Regeling
Waardering: B 5
Controle bij deblokkering en overdracht van rechten aan derden
238.
Handeling: Het opstellen van voorschriften betreffende het aanvragen en verlenen van
machtigingen die door de ontvangers der directe belastingen worden verleend tot omzetting
van geblokkeerde rekeningen in optierekeningen.
Periode: 1948–1986
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 2.2, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 2.2,
Product: Voorschriften
Waardering: B 5
244.
Handeling: Het opstellen van regels volgens welke ontvangers der directe belastingen
machtigingen kunnen verstrekken voor de overdracht van inschrijvingen in het Grootboek
1946 (die op 15-10-1947 groter zijn dan f 500,–).
Periode: 1948–1949
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377, art. 9.3, ingetrokken
Stb. J 53,
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 9.3; buiten werking per 1-3-1949 (zie
art. 29 van de Wet),
Product: Regels
Waardering: B 5
Rechtstreekse betaling en zekerheidstelling van/voor belastingen
249.
Handeling: Het opstellen van regels volgens welke bij de overdracht van een inschrijving
in het Grootboek 1946 aan een derde, waarvoor machtiging is verstrekt conform art.
9, het bedrag van die inschrijving rechtstreeks, door de directeur van het grootboek,
geboekt wordt naar de ontvanger der directe belastingen ter voldoening van verschuldigde
zekerheidstelling of aanslagen in de vermogensaanwasbelasting of de vermogensheffing
ineens.
Periode: 1948–1949
Grondslag: Beschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 377. art. 10, ingetrokken
Stb. J 53;
Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 10; buiten werking per 1-3-1949 (zie
art. 29 van de Wet),
Product: Regels
Tweede Aanvullingsbeschikking Afwikkeling Geldzuivering 1947, Stb. H 379, ingetrokken
1949 Stb. J 66.
Waardering: B 5
251.
Handeling: Het onder voorwaarden in bijzondere gevallen toestaan dat tegoeden op optierekeningen
aan de ontvanger der directe belastingen worden overgeschreven ter betaling of zekerheidstelling
wegens vermogensaanwasbelasting of vermogensheffing ineens van derden.
Periode: 1949–1986
Grondslag: Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 15.2,
Product: Toestemming/Weigeringen
Waardering: B 6
252.
Handeling: Het onder voorwaarden in bijzondere gevallen toestaan dat inschrijvingen
in het Grootboek 1946 aan de ontvanger der directe belastingen worden overgeschreven
ter betaling of zekerheidstelling wegens vermogensaanwasbelasting of vermogensheffing
ineens van derden.
Periode: 1949
Grondslag: Wet Afwikkeling Geldzuivering, Stb. J 53, art. 15.3; buiten werking per
1-3-1949 (zie art. 29 van de Wet),
Product: Toestemming/Weigeringen
Waardering: B 6