Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein rijkshuisvesting [...] 1945 (Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 28-07-2007 t/m heden

Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein rijkshuisvesting vanaf 1945 (Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 18 januari 2007, nr. arc-2006.03456/8);

Besluiten:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 12 maart 2007

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de

algemene rijksarchivaris

,

M.W. van Boven

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
namens deze:
de

plv. secretaris-generaal

,

P.H.A.M. Huijts

Basisselectiedocument

[Vervalt op nader te bepalen datum; bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen]

Selectielijsten voor de neerslag van de handelingen van de rijksoverheid op het beleidsterrein rijkshuisvesting

bestemd voor de zorgdragers:

Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 1945–1998 (herzien), 1999–

VakMinister, 1945–

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 1945–

Minister van Buitenlandse Zaken, 1945–

Minister van Defensie 1945–2002 (herzien), 2003–

Minister van Economische Zaken, 1945–

Minister van Financiën, 1945–

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 1945–

Minister van Verkeer en Waterstaat, 1945–

A. Verantwoording van het basisselectiedocument

a. Doel en werking van het bsd

Het Basisselectiedocument (bsd) of selectielijst is volgens het Archiefbesluit van 1995 (art. 2–5) het wettig instrument voor het selecteren van archiefbescheiden. Deze lijst bevat een opsomming van de taken van het overheidsorgaan met vermelding van te bewaren of te vernietigen documentaire neerslag.

De methode voor het beschrijven en waarderen van overheidstaken is ontwikkeld in het PIVOT traject (Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn) onder leiding van het Nationaal Archief (voorheen het Algemeen Rijksarchief). Sinds 1992 zijn contracten met rijksoverheden gesloten om de overheidstaken en hun producten te laten onderzoeken.

Het belang van deze investering lag in het structureren van een tijdige overbrenging van te bewaren archieven naar het rijksarchief volgens de nieuwe termijn van twintig jaar na het afsluiten van de dossiers. Deze verkorting van de overbrengingsperiode met dertig jaar werd vereist door de Archiefwet van 1995. Ook de Wet Openbaarheid van Bestuur verlangde een spoedige toegankelijkheid van de overheidsdocumenten met betrekking tot de hoofdlijnen van het beleid.

Het beschrijven van handelingen gebeurt onder verantwoordelijkheid van de autoriteit, die volgens de Archiefwet belast is met de zorg voor de archieven, de zorgdrager, in dit geval de Minister van VROM. De Minister is meestal ook de eindverantwoordelijke voor de uit te voeren overheidstaken. In de PIVOT methodiek wordt deze rol actor genoemd. Op een beleidsterrein kunnen meerdere actoren actief zijn, zoals adviesraden en uitvoeringsorganisaties, die onder de Minister vallen,. maar ook andere actoren, zoals Ministeries en verzelfstandigde bestuursorganen, die hun eigen zorgdrager zijn.

De taken van het overheidsorgaan zijn beschreven in handelingen met vermelding van de bron (een wettelijke regeling of nota), de periode waarover de handeling wordt uitgevoerd en de producten als voorbeelden van de documentaire neerslag. Soms zijn opmerkingen toegevoegd over de strekking van een handeling (zie hiervoor de Leeswijzer handelingenblok).

Het samenstellen van een (geactualiseerde) selectielijst vindt plaats door een onderzoek naar het beleidsterrein, een ontwerp dat intern becommentarieerd wordt door beleidsmedewerkers en archiefdeskundigen. Het definitieve concept wordt mondeling of schriftelijk besproken in het driehoeksoverleg, waar het beleids verantwoordelijke Ministerie en de vakMinisteries, vertegenwoordigd zijn door een beleids- en archiefdeskundigen en tevens het Nationaal Archief aanwezig is. Na een publieke ter inzage legging en een advies van de Raad voor Cultuur wordt het basisselectiedocument vastgesteld door de Minister van OCW en gepubliceerd in de Staatscourant. De selectielijsten worden vastgesteld voor ten hoogste twintig jaar.

De handelingen en hun waardering worden gebruikt bij de dossiervorming, hierin ondersteund door een data-base Handelingenbank. De tijdelijk te bewaren documentaire neerslag wordt na bewaartermijn en controle vernietigd. De blijvend te bewaren documenten worden, geordend in een institutionele toegang, overgebracht naar het Nationaal Archief.

b. Het institutioneel onderzoek

Een herziening van het basisselectiedocument op het beleidsterrein rijkshuisvesting was nodig vanwege de reorganisatie van de Rijksgebouwendienst tot een agentschap vanaf 1999 en de uitbreiding van taken van de Rijksbouwmeester. Een hernieuwde indiening was tevens noodzakelijk voor de overige zorgdragers om hun handelingen te laten vast te stellen, hetgeen bij de eerste versie niet was gebeurd.

De selectielijst van VROM in dit bsd is een herziening van de lijst voor 1945–1998, gepubliceerd op 24 september en bevat nieuwe handelingen vanaf 1999. De handelingen voor Defensie zijn gebaseerd op de Selectielijst Defensie, Dienst Werken, Gebouwen en Terreinen (Staatscourant 19 september 2002, nr. 180). Defensie heeft de lijst voor dit bsd herzien. De selectielijsten van vakMinister en die van de overige Ministeries, in dit bsd voor het eerst gepresenteerd, gelden vanaf 1945.

Basis voor het bsd is het Rapport Institutioneel Onderzoek Het Rijk Onder Dak (1997). Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de rijksoverheid op het beleidsterrein van de rijkshuisvesting over de jaren 1945–1994, en in het bijzonder de Rijksgebouwendienst (1922–1945’, gepubliceerd als nummer 45 van de Pivot-reeks in 1997. De handelingen voor het Ministerie van VROM berusten mede op het Basisselectiedocument Rijkshuisvesting van 24 september 2001 (Stcrt. nr.184).

De handelingen van de actoren onder verantwoordelijkheid van de Minister van VROM zijn deels gehandhaafd, deels afgesloten, omdat de taak niet meer werd uitgevoerd, deels aangepast voor wat betreft redactie, geldigheidsduur en waardering. Handelingen van gelijke strekking zijn samengevoegd tot een handeling. Daarbij is rekening is gehouden met informatie van de CAS, die bij selectie van de archieven van de Rijksgebouwendienst tot de bevinding kwam, dat een aantal handelingen ten onrechte was afgesloten en dat enkele beginjaren bijgesteld moesten worden. Ook zijn andere in het oude bsd onterecht afgesloten handelingen weer geopend.

Het driehoeksoverleg met de overige zorgdragers heeft wijzigingen aangebracht in de handelingen van de vakMinister en in de specifieke handelingen van de Minister van Defensie, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Verkeer en Waterstaat. Een overzicht van alle mutaties is opgenomen in de Concordans van wijzigingen en Overeenkomsten RIO, oude en nieuwe bsd’s op pagina 19–31. De handelingnummers van het Rapport Institutioneel Onderzoek (RIO) zijn voor de Minister van VROM slechts in een enkel geval overgenomen omdat het bsd van 2001 op dit punt aanzienlijk afweek van het rapport.

Overigens zijn niet alle handelingen beschreven in het RIO opgenomen in het bsd van 2001. De afwijkende nummering van het bsd van Defensie van 2002 ten opzichte van het RIO is in dit bsd hersteld.

De nieuwe handelingen vanaf 1999 voor VROM zijn ontleend aan de regelgeving van de Rijksgebouwendienst en aan interne nota’s, nl:

Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb.1998/552) (Stb1998/552)

Regeling Klantenraad Rijkshuisvesting (Stcrt.1998/234)

Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting (Stcrt.1998/234)

Regeling Taakverdeling Beheer Rijkshuisvesting (1999)

Jaarverslag Rijksgebouwendienst (1999)

Nota Beleidskader rijkshuisvesting 1999–2003 (1998)

Derde Architectuurnota 2001–2004 Ontwerpen aan Nederland (2001)

Nota de Verdieping, het nieuwe organisatiemodel (2001)

Nota Werkdomein, positionering en organisatie van de Rijksbouwmeester (2003/4).

Actieprogramma, Ruimte en Cultuur, Architectuur en het Belvederebeleid, 2005–2008 (2004)

Nota PPS: een nieuwe stijl van samenwerking bij rijkshuisvesting, (2005)

De basis voor een comfortabele werkomgeving (2005)

Verder is gebruik gemaakt van institutionele informatie op de website van de Rijksgebouwendienst.

Voor Defensie zijn nieuwe handelingen ontleend aan:

Voorschrift beheer en gebruik onroerend goed (MP 43-100)

c. Herdefinitie van het werkterrein Rijksgebouwendienst

De Tweede Kamer heeft op 9 februari 1998 besloten tot een stelselwijziging rijkshuisvesting. De Rijksgebouwendienst aanvankelijk een interne dienst van VROM is gewijzigd in een agentschap. Het rijk heeft daarmee een centrale vastgoedorganisatie voor de eigen huisvesting. De Rijksgebouwendienst treedt vanaf 1999 op als verhuurder van gebouwen voor de departementen en de daaronder vallende rijksdiensten. Elk departement betaalt daaarvoor een gebruiksvergoeding aan de Rgd. Deze ’huur’ is kostendekkend en vergelijkbaar met huren op de vastgoedmarkt. De departementen bepalen zelf de omvang, kwaliteit, locatie en tijdstip van realisatie van de benodigde huisvesting. Daarvoor hebben ze elk een huisvestingsbudget op hun begroting.

Het agentschap Rijksgebouwendienst hanteert een gecentraliseerde aanpak, waardoor binnen de dienst geen kennis verloren gaat. De dienstverlening vindt niet meer plaats over meerdere schijven via hoofdkantoor naar de regiokantoren maar rechtstreeks. Het doel is een grotere efficiency van middelen en een meer klanttevredenheid. Daarvoor is kennis nodig van sturings- en bouwprocessen, marktontwikkelingen en van de maatschappelijke omgeving. Deze kennis wordt ondermeer verworven door marktonderzoek. De klantvraag vertaalt de dienst zodoende naar een marktconforme aanbieding.

Vervulling van taken door de Rijksgebouwendienst heeft vorm gekregen in een vraaggestuurde organisatie. De vastgoedportefeuille van de Rijksgebouwendienst wordt benut om in de huisvestingsbehoefte te voorzien. De dienst heeft de opdracht met de klant bij te dragen aan de doelstellingen van het rijkshuisvestingsbeleid, zoals een integraal beleid voor stedenbouw, monumentenzorg, architectuur, als ook het nastreven van duurzaam bouwen en energiebesparing.

Winstpunten van deze werkwijze zijn een sturing van de rijkshuisvesting op kwaliteit en kwantiteit in een breed overleg. Het zowel op korte als op lange termijn plannen van de inkoop, verkoop en het beheer levert winst op. Verbeterde efficiency is zichtbaar in lagere tarieven voor diensten en in verminderde leegstand van overheidsgebouwen. Deze ontwikkeling sluit aan bij de politieke doelstelling van de overheid taakgericht, effectief en kostenbesparend te werken. Een overheidsorganisatie dient niet alleen een regulerende maar ook een interactieve rol te spelen volgens de kabinetsnota Andere Overheid (2003).

Ondanks de marktgerichte werkwijze van de dienst blijft de Rgd gedwongen winkelnering voor de Ministeries. De Tweede Kamer heeft hiervoor in 1997 gekozen omdat de dienst als shared service kostenvoordelen biedt en sprake is van verdere schaalvoordelen naast een risicobeperking en beter vastgoedbeheer door de aanwezige vakexpertise van de dienst. De Ministeries kunnen hun huisvestingsbelang behartigen in de Klantenraad Rijkshuisvesting en zo mee sturen op kwaliteit. Een onafhankelijke Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting bemiddelt tussen klant en dienstverlener. Beide organen zijn geregeld bij besluiten gepubliceerd in 1998 (Staatscourant nr. 234).

Taken van de dienst hetzelfde gebleven zijn:

  • 1. Zorg voor de huisvesting van de hoge colleges van staat, Ministeries en de daartoe behorende rijksdiensten, agentschappen, de huisvesting van internationale organisaties en van andere lichamen en organisaties, voorzover opgedragen door Minister en of de vakMinister aan de dienst.

  • 2. Het beheer van eigen gebouwen, werken en terreinen, waarover de zorg van de rijksdienst zich uitstrekt, het portefeuillemanagement.

  • 3. De zorg voor het beheer van de paleizen in rijkseigendom, zowel als het onderhouden vernieuwen en aanvullen van de vaste inrichting, waaronder ook de roerende goederen.

  • 4. Het beheer van de monumenten in beheer bij het rijk.

  • 5. Het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de architectuur, de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing daarvan.

  • 6. Het zorgdragen voor de toepassing van beeldende kunst bij het tot stand brengen, wijzigen en beheren van gebouwen, werken en terreinen.

  • 7. Het doen van beleidsvoorstellen met betrekking tot rijksgebouwen op verzoek of uit eigen beweging., met uitzondering van de gebouwen voor Defensie en de buitenlandse posten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

  • 8. Het voldoen aan de vereisten voor veiligheid en gezondheid en het nastreven van een goede toegankelijkheid, duurzaam bouwen en energiebesparing bij overheidsgebouwen. De locatiekeuze wordt mede bepaald door mobiliteitbevordering.

Nieuwe taken zijn:

  • 9. Het ontwikkelen en aanbieden van huisvestingsalternatieven voor Ministeries.

  • 10. Het adviseren inzake het facilitair beheer.

Bovengenoemde tien taken laten zich samenvatten tot vier kerntaken:

  • het ontwikkelen, realiseren en leveren van huisvesting.

  • door goed beheer handhaven van de kwaliteit van de huisvesting

  • het onderhouden van technische installaties in de huisvesting

  • het adviseren inzake huisvesting en facilitair beheer.

d. Herdefinitie van het werkterrein Rijksbouwmeester

De functie van de Rijksbouwmeester beoogt de kwaliteit van de architectuur zowel binnen de rijksoverheid als daarbuiten te stimuleren. Bij de uitoefening van zijn functie neemt de Rijksbouwmeester een bijzondere positie in. Enerzijds maakt hij deel uit van de Rijksgebouwendienst voorzover zijn activiteiten betrekking hebben op gebouwen, werken en terreinen, waarover de zorg van de dienst zich uitstrekt, anderzijds is hij adviseur van de Minister van VROM en de overige bewindslieden inzake kwaliteit van architectuur en bouwontwerpen. Daarnaast heeft de Rijksbouwmeester interdepartentaal een coördinerende taak ten aanzien van voorbereiding en uitvoering van het architectuurbeleid.

Zijn adviestaak betreft architectuur in breed verband: rijksmonumenten, stedenbouwkundige ontwikkelingen, toepassing van beeldende kunst in overheidsgebouwen en het europees aanbesteden van rijksbouwprojecten. Verder behoort tot zijn werkdomein de begeleiding van zowel rijksarchitectuur ontwerpen als grote externe ontwerpopgaven, het adviseren over de benoeming van architecten, stedenbouwkundigen, tuin-, landschaps- en interieurarchitecten als de stimulering van het architectuuronderwijs.

Architectuur als gezamenlijke verantwoordelijkheid van VROM en OCW werd geformuleerd in de nota Ruimte voor de Architectuur (1991). Meer samenwerking tussen architectuurinstellingen en een beter architectuurklimaat waren winstpunten. Een volgende nota Architectuur van de ruimte (1997), nu mede ondertekend door Verkeer & Waterstaat en Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, verbreedde de aandacht naar stedenbouw, infrastructuur en landschapsarchitectuur. De derde Architecuurnota met de tekenende titel Ontwerpen van Nederland (2001), door het Ministerie van Economische Zaken als zesde partij ondertekend, kende een was meer uitvoeringsgericht met de aandacht voor inzet van ontwerpers en goed opdrachtgeverschap.

Een uitwerking van deze en voorgaande nota’s vormt het Actieprogramma, Ruimte en Cultuur, Architectuur en het Belvederebeleid, 2005–2008, dat naast bovengenoemde Ministeries door Buitenlandse Zaken en Defensie onderschreven werd. Voorbeelden van grootschalige projecten waar deze aanpak wordt toegepast zijn de Zuiderzeespoorlijn, de Randstad of Deltametropool, de Hollandse Waterlinie in zijn nieuwe recreatieve functie en de zogenaamde Nieuwe Sleutelprojecten rond stations, aansluitende bus en tramhaltes of transferia.

De Rijksbouwmeester zit sinds 2004 het College van Rijksadviseurs voor, dat adviseert over de inpassing van architectuur in landschap, infrastructuur en cultureel erfgoed. Dit college is samengesteld uit specialisten benoemd door de Ministeries van LN, V&W en OCW.

e. Organisatie van de Rijksgebouwendienst

De agentschaporganisatie kent een op de klant gerichte Directie Frontoffice met als onderdelen Marktonderzoek en Relatiebeheer. Het op de dienst gerichte backoffice is onderverdeeld in vier directies, Vastgoed, Beheer, Projecten en de directie Advies & Architecten. De Rijksbouwmeester heeft een niet-hiërarchische positie als adviseur.

Marktonderzoek verkent de ontwikkelingen op de bouwmarkt teneinde marktconform te kunnen werken. Het Relatiebeheer legt de behoeften van de klant vast en onderhoudt deze in accounts. Met de verkregen informatie wordt het vastgoed beheerd en verder ontwikkeld door de Directie Vastgoed. Hier worden plannen gemaakt voor onderhoud en financiering. De vastgoedadministratie behelst tevens koop, verkoop, huur en verhuur van panden. Directie Beheer heeft taken gericht op onderhoud van gebouwen, technische installaties voor licht, water, het transport, keukens en ict, zorgt voor aanpassing van ruimten en het aanbrengen van voorzieningen op grond van milieunormen, normen voor gehandicapten en de toepassing van beeldende kunst in de overheidsgebouwen. Beheer omvat verder een scala van aan facilitaire dienstverlening zoals hygiëne, groenvoorziening, beveiliging, restauratieve voorzieningen en volledig ingerichte werkplekken. Rijksmonumenten krijgen speciale aandacht. De Directie Projecten ontwikkelt de grotere huisvestingsprojecten zoals een verhoging van de celcapaciteit voor Justitie en de vestiging van internationale organisaties als Europol en het Internationaal Strafhof voor het Ministerie van Buitenlandze Zaken.

De afdeling PPS & Innovatie richt zich vanaf 2004 op de integrale aanpak van huisvestings- of renovatieprojecten. De gedachte achter Publiek Private Samenwerking is dat de overheid, de publieke aanbesteder, aan een private aannnemer een all-in opdracht verstrekt voor het ontwerp, bouwen, financieren, in standhouding en beheren van een gebouw (DBFMO – Design, Build, Finance, Maintain and Operate). De kosten en en beheersvoordelen van de hele levenscyclus van een object kunnen bij projecten van grote omvang en lange duur omslaan in hun tegendeel vanwege het ontbreken van marktwerking, minder sturing op de architectonische kwaliteit en gevolgen voor de organisatie, bijvoorbeeld voor een departementele faciltaire dienst, die werk uit de handen genomen wordt.

De constructie wordt daarom met mate toegepast voor de meer omvangrijke renovatieprojecten.

De afdeling Innovatie ontwikkelt kwaliteitstoetsen voor het werk van de Rgd en nieuwe technieken, ondermeer voor energiebeheer en de financiering van PPS constructies.

De directie Advies & Architecten is het architect, advies en ingenieursbureau van de Rijksgebouwendienst. Zij geeft (bouw)technische en strategische adviezen over huisvestingsplannen, over overheidsgebouwen, rijksmonumenten en het openbaar gebied. De bouwontwerpen betreffen het gehele bouwtraject van initiatief tot realisatie. De Rijksbouwmeester wordt terzijde gestaan door de Advies & Architecten. De ontwerpers worden door de Rijksbouwmeester ingezet om intern en extern adviezen te geven over stedelijke, landschappelijke en ruimtelijke vraagstukken.

De regiodiensten van de Rijksgebouwendienst werken vanaf het jaar 2003 niet meer getrapt maar worden direct aangestuurd door de centrale organisatie. Het betreft de regio’s: Noord (provincies Friesland, Groningen, Drente, kantoor Groningen), Oost (Gelderland, Overijssel, Flevoland, kantoor Arnhem), Noord-West (Noord-Holland en Utrecht, kantoor Haarlem)en de regio Zuid (Noord-Brabant, Limburg, kantoor Eindhoven). De voormalige regio Zuid-West met de provincies Zuid-Holland en Zeeland is opgenomen in de hoofdzetel.

De aansturing van de Rijksgebouwendienst geschiedt door een Beheersraad, waarin naast de Directeur-Generaal en de Rijksbouwmeester de hoofden van de verschillende afdelingen participeren.

f. De afbakening van het beleidsterrein

De huisvesting van het rijk wordt gefaciliteerd, geadviseerd en in een belangrijke mate uitgevoerd door de Rijksgebouwendienst, vanaf 1999 het Agentschap Rijksgebouwendienst. Naast de Minister van VROM als primaire zorgdarger zijn er echter ook andere zorgdragers met vergelijkbare procedures.

Huisvesting is een voorwaarde waardoor alle instellingen van de rijksoverheid de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht hun werkzaamheden kunnen verrichten.

Tot de secundaire zorgdragers voor rijkshuisvesting kunnen worden gerekend:

  • De Minister van Binnenlandse Zaken die de verantwoordelijkheid draagt voor het onderhoud van de koninklijke paleizen in staatseigendom.

  • De Minister van Buitenlandse Zaken die voor de huisvesting van zijn buitenlandse posten een eigen Dienst Gebouwen heeft.

  • De Minister van Defensie, die de huisvesting van militaire organen mandateert aan het wapen der Genie en vanaf 1950 aan de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen. De civiele gebouwen van het Ministerie vallen echter onder de zorg van de Rijksgebouwendienst.

  • De Minister van Economische Zaken is betrokken bij het instellen van interdepartementale adviesorganen.op het gebied van de rijkshuisvesting.

  • De Minister van Financiën beheert tijdelijk of voor onbepaalde tijd monumenten als rijksgoederen bij Domeinen en door de Rijksgebouwendienst afgestoten overheidsgebouwen.

  • De Minister oefent controle uit op de bestedingen voor de rijkshuisvesting.

  • De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laat adviseren over de toepassing van kunst in de Overheidsgebouwen. Het departement beheerde tot 1997 de uitlening van kunstvoorwerpen voor diplomatieke posten.

  • De Minister van Verkeer en Waterstaat had tot en met 1957 de zorg voor het onderhoud van ambtswoningen dienstig aan het Ministerie.

Rijkshuisvestingstaken voor zover niet genoemd in de afzonderlijke lijsten van de Ministeries zijn als generieke taken vermeld in de lijst vakMinister van de gezamenlijke secundaire zorgdragers.

Het beleidsterrein kent raakvlakken, die elkaar dreigen te overlappen. Het dient te worden onderscheiden van: Bevordering van de bouwkunst in samenwerking met de Minister belast met Cultuurbeleid. Tot 1991 was hiermee de Directie Coördinatie Bouwbeleid belast, hierna de Rijksbouwmeester.

Bijdragen tot de ruimtelijke ordening. Blijkens de derde nota Architectuurbeleid (2001) impliceert de bevordering van de architectuur ook de bevordering van de stedenbouw. Het gaat hierbij niet meer alleen om argumenten om een project van het rijk erkend te laten worden door een gemeentelijke schoonheidscommissie maar om kwaliteitsbevordering van de stedenbouw als zodanig. De argumenten met betrekking tot de bouwtechniek, de esthetica of de ruimtelijke ordening in relatie tot het rijkshuisvestingsbeleid zijn onderdeel van de handelingen in het beleidsterrein rijkshuisvesting. De rol van de Rgd en de Rijksbouwmeester bij de integratie van architectuur en infrastructurele projecten neemt vanaf 2000 toe.

Bevordering van de bouwnijverheid is een onderdeel van de volkshuisvesting. De Minister van VROM heeft zich actief bezig gehouden met informatie over de stand van de kennis op het gebied van de bouwtechniek; hierbij was onder meer de Directie Coördinatie Bouwnijverheid betrokken. Zie hiervoor het Rapport Institutioneel Onderzoek, Volkshuisvesting (2003, Pivot rapportnr. 136).

Inrichting en toezicht op de architectentitels door de Stichting Bureau Architectenregister behoort tot het beleidsterrein volkshuisvesting. Sinds 2002 vallen de uitvoerende taken echter onder de zorg van deze stichting als verzelfstandigd bestuursorgaan (zbo).

g. Rijkshuisvesting door de Minister van Defensie

Beleidsvoorbereiding

De Directeur-Generaal Materieel (DGM) stelt het onroerend goed beleid vast binnen het Ministerie van Defensie De bevelhebbers van de vier krijgsmachtdelen en de Directeur Gebouwen, Werken en Terreinen (DGW&T) dragen zorg voor de uitvoering van dit beleid. Binnen het kader van de uitvoering voert de Directeur DGW&T het materieel beheer over het onroerend goed, stelt hiervoor richtlijnen op en verzorgt de regelgeving. Tevens geeft hij aanwijziingen voor gebruik voortvloeiende uit het juridisch beheer (inbegrepen milieurichtlijnen) en het technisch beheer en verzorgt de regelgeving terzake. De DGW&T zorgt als dienstverlenende organisatie voor de realisatie en instandhouding van het onroerend goed voor het Ministerie van Defensie, zowel in Nederland als daarbuiten, en van de in Nederland ondergebrachte NAVO-onderdelen.

Beheer

Onroerende goederen, die eigendom zijn van de Staat maar in gebruik bij het Ministerie van Defensie, zijn in ’materieel beheer’ bij het Ministerie van Defensie. Hoewel de formele beschikkingsbevoegdheid van het eigendom blijft berusten bij de Staat (Dienst der Domeinen), krijgt het Ministerie van Defensie het vrije genotsrecht over het onroerend goed. In de praktijk betekent dit dat het Ministerie van Defensie zich in de periode tussen de verwerving in ’materieel beheer’ en de teruggave aan de Dienst der Domeinen zich in materieel opzicht als eigenaar gedraagt.

Het ’financiële’ beheer blijft in handen van de Dienst der Domeinen. De publiek- en privaatrechtelijk financiële verplichtingen respectievelijk rechten van het bezit van het eigendom komen ten laste resp. ten gunste van het Ministerie van Financiën. Zo betaalt de Dienst der Domeinen de aanslagen onroerend goedbelasting, maar int ook de huurpenningen. De Directeur, Gebouwen, Werken en Terreinen voert overleg met de krijgsmachtdelen inzake de behoeftestelling, verwerving, instandhouding en het afstoten en amoveren ter uitvoering van het onroerend goed beleid binnen defensie.

Het technisch beheer omvat het voorbereiden, het doen uitvoeren en het toezicht houden op de uitvoering van technische werkzaamheden t.b.v.:

  • nieuwbouw

  • groot onderhoud

  • klein onderhoud

  • renovatie

  • verbouw/aanbouw

  • aanpassingen c.q. wijzigingen

  • amotie

  • bodemsaneringen

van/aan systemen binnen een object. Het technisch beheer wordt projectmatig uitgevoerd

Onderhoud

Onder groot onderhoud wordt verstaan het instandhoudingsproces, gericht op het handhaven van dan wel het wederom brengen op het vereiste prestatie niveau van de functievervulling gerelateerd aan het gebruikdoel van het systeem (= de functiegerichte instandhouding). Klein onderhoud wordt gedefinieerd als het instandhoudingsproces gericht op de technische begeleiding van het gebruik door het uitvoeren van correctieve en preventieve werkzaamheden teneinde het systeem gebruiksgereed te houden (= technische begeleiding van het gebruik). Hieronder vallen:

  • het inspectief- correctief onderhoud;

  • het spoedeisend herstel van defecten;

  • het eenjarig cultuurtechnisch onderhoud;

  • de bedienings- en controlewerkzaamheden aan installaties.

De uitvoering van deze werkzaamheden geschiedt door aannemers en installateurs. Alleen het bedienen en onderhouden van (veelal werktuigbouwkundige) installaties kan ook door eigen defensiepersoneel geschieden. Het toezicht op de uitvoering van de technische werkzaamheden vindt plaats door personeel van Defensie of door derden namens Defensie.

B. Selectiedoelstelling

De selectiedoelstelling is er op gericht dat met te bewaren gegevens een reconstructie van het handelen van de rijksoverheid op hoofdlijnen ten opzichte van haar omgeving mogelijk moet zijn, waardoor bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring.

De selectie richt zich op organen van de rijksoverheid voorzover deze vallen onder de werking van de Archiefwet 1995 (art. 3 en 12) en op de in het Archiefbesluit (art. 2–art. 5) voorgeschreven selectielijsten. Over vaststelling en vormgeving van deze lijsten in het kader van Pivot zijn in 2003 procedure afspraken gemaakt tussen het Nationaal Archief en het Interdepartementaal Platform Selectievraagstukken.

C. Selectiecriteria voor te bewaren documentaire neerslag volgens PIVOT

1. Handelingen die betrekking hebben op de voorbereiding en bepaling van het beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en de terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op de evaluatie van het beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces, of de effecten van het beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken, zoals bij de terugkoppeling van het beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben op de verantwoording van het beleid op hoofdlijnen aan andere actoren.

Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over het beleid op hoofdlijnen aan andere actoren, of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met de hoofdlijnen van het beleid

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop de beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt

Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op de beleidsuitvoering op hoofdlijnen en die direct zijn gerelateerd of voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.

Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de Ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van een oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

D. Verslag van de vaststellingsprocedure

In 2006 is het ontwerp-BSD door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mede namens de Ministers van Algemene Zaken, Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken, Financiën, Justitie, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Verkeer en Waterstaat, en Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangeboden aan de staatssecretaris van OCW, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waardering van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 1 december 2006 stond de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage op de website van het Nationaal Archief, en lag tevens in de studiezalen van alle Rijksarchieven/RHC’s en in de bibliotheken van OCW en alle deelnemende zorgdragers, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad. Op 18 januari 2007 bracht de RvC advies uit (arc-2006.03456/8), naar aanleiding waarvan een viertal wijzingen werden aangebracht in de ontwerpselectielijst: De Raad voor Cultuur wordt niet vermeld als een van de actoren waarvan handelingen zijn opgenomen in de lijst; de bewaartermijn van financieel administratieve stukken van fiscaal belang wordt gesteld op zeven in plaats van zes jaar; de waardering ‘V 10 jaar’ van handelingen 179 en 269 wordt veranderd in ‘bewaren’; de neerslag van handelingen m.b.t. ontwerp en stijl van het inrichten van nieuwe huisvesting wordt gewaardeerd met een B. Vervolgens werd het BSD op 12 maart 2007 vastgesteld door de algemene rijksarchivaris, namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (C/S&A/07/598) en de Ministers van Algemene Zaken (C/S&A/07/600), Binnenlandse Zaken (C/S&A/07/523), Buitenlandse Zaken (C/S&A/07/524), Defensie (C/S&A/07/525), Economische Zaken (C/S&A/07/526), Financiën (C/S&A/07/527), Justitie (C/S&A/07/601), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (C/S&A/07/602), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (C/S&A/07/603), Verkeer en Waterstaat (C/S&A/07/599), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (C/S&A/07/604), Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (C/S&A/07/522).

E. Leeswijzer handelingenblok

De handelingen worden beschreven in handelingen blokken, bestaande uit de volgende onderdelen:

(x): Nummer van de handeling.

Actor: Wettelijk verantwoordelijk bestuursorgaan. Dit orgaan is volgens de wet – of de daaruit voortvloeiende regels – tot handelen bevoegd en wordt ook als archiefvormer beschouwd.

Handeling: Dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van en bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.

Periode: Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke de handeling wordt verricht.

Wanneer geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.

Grondslag/Bron: De grondslag is de wettelijke basis van een overheidshandeling. De bron geeft een ander basis, bijvoorbeeld een nota, interne regel of een interview.

Product: Voorbeelden van documentaire neerslag als gevolg van de handeling.

Opmerking: Aanvullende informatie wanneer daartoe aanleiding is.

Waardering: Met een B staat aangegeven de blijvend te bewaren neerslag, met een V, gevolgd door een termijn, de periode waarna de stukken kunnen worden vernietigd. Bij de B staat een Selectiecriterium vermeld. Zie hiervoor hoofdstuk C.

F. Overzicht zorgdragers en actoren

Zorgdrager en actor:

Minister van Openbare Werken en Wederopbouw, 1945–1947

Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, 1947–1956

Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, 1956–1965

Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), 1965–1982

Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), 1982–

Actoren:

Adviesgroep Beeldende kunst, 1993–

Klantenraad, 1999–

Geschillencommisisie voor de Rijkshuisvesting, 1999–

Zorgdrager en actor: Minister van Binnenlandse Zaken, 1991–

Zorgdrager en actor: Minister van Buitenlandse Zaken, 1952–

Zorgdrager en actor: Minister van Defensie, 1945–

Actoren:

Bevelhebber, 1945

Commissie belast met het onderzoek naar mobilisatiemagazijnen, 1945–

Bestuursraad, 1999

Zorgdrager en actor: Minister van Economische Zaken: 1945 –

Zorgdrager en actor: Minister van Financiën, 1952 –

Zorgdrager en actor: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 1945 –

Actoren:

Raad voor de kunst, 1950–1995

Adviesgroep Beeldende kunst, 1977–1993

Zorgdrager en actor: Minister van Verkeer en Waterstaat, 1945–

Zorgdragers en actor VakMinister, 1945–

G. Lijst van afkortingen

BKR: Beleidskader rijkshuisvesting

BRS: Basis Registratie Systeem

DG: Directeur-generaal

DGWT: Dienst Gebouwen Werken en Terreinen (Defensie)

EAA: Economisch Alternatieven Analysemodel

EBS: Energie Bewakingssysteem

EER: Energie Efficiency Programma Rijksoverheid

EN: Europese Norm

EVR: Externe Verhuurovereenkomst Rgd

HZ: Huivestingszaken

IBIK: Indicatief Budget Investeringskosten.

IKR: Investerings Kosten Raming

IRIS: Integraal Rgd Informatie Systeem

ISA: Interdepartementale Stuurgroep Architectuurbeleid

ISO: International Standard Organisation

IVR: Interne Verhuurovereenkomst Rgd

MOAB: Milieugericht Overheids Aanschaffingsbeleid

MOP: Meerjaren onderhoudsprogramma

MPM: Methode Project Management

MPR: Meerjarenprogramma’s Projecten Rijkshuisvesting

NIT: Nieuwe Innovatieve Technieken

NEN: Nederlandse Norm

NOVEM: Nederlandse Onderneming Voor Energie en Milieu BV

OEL: Object Elementenlijst

OM: Object Management

OMR: Overzichten Meerjarenraming Rijkshuisvesting.

PFM: Portfolio Management

PIT: Programma Innovatieve Technieken

PVR: Programma Voorraadbeheer Rijkshuisvesting.

RGD: Rijksgebouwendienst

RDM: Rijksdienst Monumentenzorg

RTB: Regeling Taakverdeling Beheer

SAS: Storings Afhandelings Systeem

SERO: Stuurgroep Energiebesparing Rijksoverheid

SIVR: Standaard Interne Verhuurovereenkomst Rgd

1. Selectielijst Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

1. Beleid algemeen

1.1. Beleidsontwikkeling

5

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het periodiek voeren van overleg met organisaties van belanghebbenden in de rijkshuisvesting.

Periode: 1945–

Bron: Ruimte voor de architectuur, 1991.

Product: Overleg met de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkelingmaatschappijen (NEPROM), Orde van Nederlandse Raadgevende Ingenieurs (ONRI), Vereniging van Architecten en Bouwkundige Ingenieurs (VABI), Bond van Nederlandse Architecten (BNA), e.a.

Opmerking: Onderwerpen zijn: de kwaliteitsnormen, architectonische normen, aspecten van ruimtelijke ordening

Waardering: B

Criterium: 1

61

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het voorbereiden, formuleren en evalueren van beleidsvoorstellen ten aanzien van de rijkshuisvesting.

Periode: 1980–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989, (Stb.1989/320), art. 8.1; Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting (Stcrt. 1999/234), art. 17

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p.63

Product: Nota’s, rapporten, toespraken, richtlijnen, regelingen, o.a. Regeling Taakverdeling Beheer (1999), Beleidskader rijkshuisvesting (BKR)1999–2003, Waar beleid is een weg.

Opmerking: Beslechting van geschillen door de Geschillencommissie kan leiden tot een herwaardering van beleid of organisatie.

Waardering: B

Criterium: 1

62

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het periodiek voeren van intern beleidsoverleg.

Periode: 1989–

Bron: Produktenboek RGD, Jaarverslag RGD 1999, p. 22

Product: Notulen en vergaderstukken Raad van Bestuur, Investeringsraad directieoverleg

Waardering: B: directie overleg e.a.

V: stafoverleg

Termijn: 10 jaar

Criterium: 1

64

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het doen van studiereizen en werkbezoeken op het gebied van rijkshuisvesting.

Periode: 1978–

Bron: Produktenboek RGD

Product: Verslag studiereis, werkbezoek

Waardering: B+V

Termijn: 5 jr. documentatie, financiële, facilitaire stukken

Criterium: 5

73

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het opstellen van onderzoeksplannen.

Periode: 1980–

Bron: Sheets RGD onderzoek, 1995, De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, p. 63

Product: Onderzoeksplan

Waardering: B

Criterium: 1

78

Actor: De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het leveren van bijdragen in overlegorganen op het gebied van kwaliteitsnormen in de bouw.

Periode: 1945–

Bron: Real Estate Norm Quick Scan, Interview.

Waardering: B

Termijn: 2

82

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het vaststellen van een jaarplan en meerjarenplan rijkshuisvesting.

Periode: 1952–

Grondslag: KB van 20 augustus 1952 huisvesting rijksoverheid, art. 4 (Stb. 449); Statuut Agentschap Rijksgebouwendienst (1998), p. 13

Bron: Beleidskader rijkshuisvesting 1999–2003 (1998)

Product: Meerjarig bedrijfsplan, jaarbedrijfsplan, tussentijdse wijzigingen, meerjarenplan voor het toepassen van bijzondere voorschriften aan rijksgebouwen, Overzicht Meerjarenraming Rijkshuisvesting (OMR).

Opmerking: Op het basis van het meerjarenplan worden jaarplannen opgesteld.

Meerjarenplannen worden ter kennis van de Ministerraad gebracht.

Waardering: B

Criterium: 1

223

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het leveren van bijdragen aan de beleidsontwikkeling op het gebied van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p.64

Product: Nota’s, rapporten

Waardering: B

Criterium: 1

224

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het (internationaal) afstemmen van ontwikkelingen in de rijkshuisvesting en de bouw.

Periode: 1999–

Bron: Beleidskader rijkshuisvesting (1998), p. 22.

De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel (2001), p.64.

Product: Nota’s, rapporten van de afdeling Coördinatie Bouwbeleid;

ondermeer: vernieuwd Bouwbesluit, bouwregelgeving, EU richtlijnen aanbesteding, milieurelevante productinformatie, bijdragen in overlegorganen op het gebied van kwaliteitsnormen in de bouw.

Waardering: B

Criterium: 2

274

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het deelnemen aan overleg op het gebied van de rijkshuisvesting, waarvan niet het secretariaat wordt gevoerd.

Periode: 1945–

Product: Notulen en vergaderstukken

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

1.2. Organisatie

4

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het instellen van interdepartementale adviesorganen op het gebied van de rijkshuisvesting.

Periode: 1979–

Grondslag: De rijksbouwmeesters, twee eeuwen architectuur van de rijksgebouwendienst en zijn voorlopers, 1995

Product: Instellingsbeschikking

Waardering: B

Criterium: 4

66

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het benoemen van de rijksadviseurs voor de volkshuisvesting en aanverwante disciplines.

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989, (Stb 1989/320, art. 9.1; Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb.1998/552) art. 13, Toelichting (Stb.1998/552)

Bron: Werkdomein, positionering en organisatie van de Rijksbouwmeester, (2003/4)

Product: Benoeming Rijksbouwmeester bij Koninklijk Besluit, benoeming Rijksadviseur voor landschapsarchitectuur op voordracht van de Rijksbouwmeester.

Waardering: B

Criterium: 4

68

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het stellen van regels voor de organisatie en de werkzaamheden van de Rijksgebouwendienst.

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989, art. 4.2, 6.1; Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb.1998/552), art. 4.3, 8.2; Statuut Agentschap Rijksgebouwendienst (1998), p. 14.; Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting (Stcrt. 1999/234), art. 17

Bron: Werkdomein, positionering en organisatie van de Rijksbouwmeester, (2003/4)

Product: Handleidingen, standaardbeheersplan, standaardbestek,huurvoorwaarden, model bouwprocesbesluit, kwaliteitsnormen, milieurichtlijnen, normen, kengetallen, gedragslijnen, instructies ambtenaren,voorschriften, randvoorwaarden, richtlijnen planvorming algemene technische bepalingen, verrekening van kosten (Regeling Taakverdeling Beheer. (RTB)

Waardering: B

Criterium: 4

74

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ontwikkelen van methoden en technieken voor sturing van de rijkshuisvesting.

Periode: 1988–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989 (Stb. 1989, 320), art. 4.4e

Bron: Infoplan 1991–1992

Product: Geautomatiseerde rekensystemen voor de technische begeleiding van de rijkshuisvesting.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervallen methode/systeem

77

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het aanvragen van subsidies voor bijzondere en gesubsidieerde proeven bij de uitvoering van bouwwerkzaamheden ter verbetering van de situatie.

Periode: 1989–

Bron: Rijkshuisvestingsplan II, p. 27

Product: Duurzaam bouwen acties, voorbeeldprojecten

Opmerking: Beleid en projecten duurzaam bouwen staan beschreven in de selectielijst volkshuisvesting.

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

80

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het doen opleiden van deskundigen.

Periode: 1993–

Bron: Productenboek RGD

Product: Plan van aanpak, opleidingsplan, lesmateriaal, roosters

Opmerking: De Rijksbouwmeester kan betrokken zijn bij het doen opleiden van architecten.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

83

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het vaststellen van bestedingsplannen van de directies.

Periode: 1990–

Bron: Spelregels,1990

Product: Bestedingsplan

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

89

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het opzetten van een geautomatiseerd registratiesysteem voor de administratie van de rijkshuisvesting.

Periode: 1979–

Bron: Infoplan 91/92

Product: Documentatie//registratiesysteem voor de projecten van de rijkshuisvesting, IRIS-systeem.

Waardering: B

Criterium: 5

90

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het stellen van regels voor de administratie van projecten.

Periode: 1992–

Bron: Interview

Product: Ordeningsplan voor archieven inzake projecten, plan administratieve organisatie

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na wijziging administratieve regelgeving, ordeningsplan

154

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het stellen van regels in overleg met vakMinisters of derden ten aanzien van de toegang tot gebouwen en terreinen.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 8.2

Product: Voorschriften

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervallen van de regels

1.3. Beleidsverantwoording en voorlichting

2

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen inzake de rijkshuisvesting.

Periode: 1945–

Grondslag:

Product: Beantwoording vragen, met achterliggende correspondentie

Waardering: B

Criterium: 3

3

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het geven van interviews, redevoeringen en het afleggen van openbare verklaringen inzake de rijkshuisvesting.

Periode: 1945–

Product: Een exemplaar van persbericht, interview

Waardering: B

Criterium: 3

65

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het uitbrengen van periodieke verslagen inzake de rijkshuisvesting.

Periode: 1989–

Bron: Rapport institutioneel onderzoek rijkshuisvesting, p. 32.

Product: Kwartaalverslag, jaarverslag

Waardering: B

Criterium: 3

81

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het houden van conferenties en studiedagen.

Periode: 1992–

Bron: Productenboek RGD

Product: Verslagen en inhoudelijke bijdragen, facilitaire, financiële stukken

Waardering: B: verslagen en inhoudelijke bijdragen

V: facilitaire stuken

Termijn: 7 jaar

Criterium: 5

143

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het uitgeven van brochures en periodieke publicaties over het rijkshuisvestingsbeleid.

Periode: 1978–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 50.

Product: Publicatiesheets Rijkshuisvesting voor morgen, vouwbladen, brochures, brochures ten behoeve van de klant, tijdschrift SMAAK, internetsite, informatie op Ryx

Opmerking: Deze corporate communicatie wordt verzorgd door het Front Office.

Waardering: B: een exemplaar van elke publicatie

V: overige stukken

Termijn: 5 jaar

Criterium: 5

145

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het oprichten van documentatie- en informatiepunten binnen de dienst.

Periode: 1989–

Bron: Rijksbegroting 1995

Product: Correspondentie, nota’s, richtlijnen, contracten

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na opheffen centrum/informatiepunt

146

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het houden van interne voorlichting- en instructiebijeenkomsten.

Periode: 1989–

Bron: Produktenboek Rgd, p. 24.

Product: Verslagen van interne voorlichting en instructiebijeenkomsten

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

147

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het organiseren van manifestaties en tentoonstellingen over het rijkshuisvestingsbeleid.

Periode: 1945–

Product: Catalogi, publicaties

Opmerking: Voorbeelden zijn demonstraties van projecten in het kader van de Percentageregeling Beeldende Kunst of ter demonstratie van het eigen architectuur- of bouwbeleid of kantoorinnovatie.

Waardering: B: catalogi, publicaties

V: facilitaire stukken

Termijn: 5 jaar

Criterium: 5

227

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het vastleggen in een protocol van de wijze waarop de beleidsverantwoording wordt uitgevoerd.

Periode: 1999–

Grondslag: Statuut Agentschap Rijksgebouwendienst (1998), p. 14

Product: Protocol beleidsverantwoording

Waardering: B

Criterium: 4

228

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het verstrekken van informatie op verzoek aan burgers.

Periode: 1945–

Product: Correspondentie

Waardering: V

Termijn: 3 jaar

1.4. Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting

229

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het instellen, opheffen van de commissie en het wijzigen van de regeling voor de Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552) (Stb. 1998/552), art. 8.3

Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting (Stcrt. 1998/234), art. 1.3, 4.8

Product: Voorstel, Koninklijk Besluit

Opmerking: De voorzitter doet op verzoek van de Minister dan wel op eigen initiatief voorstellen.

Waardering: B

Criterium: 4

230

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het benoemen van de leden van de Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552) (Stb. 1998/552), art. 8.3

Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting (Stcrt. 1998/234), art. 1.3

Product: Benoemingsbeschikking

Opmerking: Een lid en plaatsvervangend lid worden benoemd op voordracht van de directeur-generaal, eveneens een tweetal op voordracht van de Klantenraad en twee leden op een gezamenlijke voordracht.

De leden worden benoemd voor vier jaar. Herbenoeming is mogelijk.

De secretaris en plaatsvervangend secretaris worden voor onbepaalde duur benoemd.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na het functioneren van de commissie

231

Actor: Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting

Handeling: Het aanwijzen van deskundigen voor het onderzoek van de commissie.

Periode: 1999–

Grondslag: Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting (Stcrt. 1998/234), art. 4.4, 4.5

Product: Aanwijzingsbrief

Opmerking: Voor het uitvoeren van een (voorlopig) onderzoek voorafgaand aan een advies kan de commissie deskundigen en een secretaris aanwijzen.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na het functioneren van de commissie

232

Actor: Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting

Handeling: Het geven van een voorlopige voorziening of bindend advies in een geschil tussen de Rijksgebouwendienst en een klant.

Periode: 1999–

Grondslag: Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting (Stcrt. 1998/234), art. 4.2, 4.6, 7, 9, 10, 11, 17.

Product: Verzoekschrift, voorlopige voorziening, vooronderzoek, verslag van de zitting, besluit, advies

Opmerking: De voorzitter kan binnen een week beslissen indien een partij dit vraagt een voorlopige voorziening te treffen.

Voor het geven van een advies wordt onderzocht of de partijen de moeite hebben genomen tot overeenstemming te komen. Als daar twijfel over bestaat verzoekt de voorzitter partijen dit alsnog te doen.

Indien na een maand geen reactie is ontvangen of dat een minnelijke schikking is getroffen wordt het verzoekschrift geacht te zijn ingetrokken. De zaak wordt in een openbare zitting behandeld. De beraadslaging van de commissie is geheim. Binnen vier weken na de zitting verstrekt de commissie doorgaans het advies.

De werking van de geschillenbeslechting wordt betrokken bij de evaluatie van de Rijksgebouwendienst.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

233

Actor: Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag.

Periode: 1999–

Grondslag: Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting (Stcrt. 1998/234), art. 4.7

Product: Jaarverslag

Opmerking: Het verslag omvat een overzicht van het aantal en de aard van de ingediende verzoekschriften, de tekst van de bindende adviezen, de besluiten en de voorlopige voorzieningen.

Waardering: B

Criterium: 3

1.5. Klantenraad

236

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het geven van regels omtrent de Klantenraad.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552) (Stb. 1998/552), art. 12.3

Product: Regeling

Opmerking: De regeling inzake samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de raad wordt gegeven in overeenstemming met de Ministerraad

Waardering: B

Criterium: 4

237

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het benoemen en ontslaan van leden van de Klantenraad.

Periode: 1999–

Grondslag: Regeling Klantenraad Rijkshuisvesting (Stcrt. 1998/234), art. 2.

Product: Besluit benoeming, ontslag

Opmerking: Elk Ministerie wordt vertegenwoordigd door tenminste een lid voor het departement, door een lid voor de huisvesting internationale organisaties of andere rijksorganisaties, op voordracht van de secretaris-generaal van de betreffende Ministeries benoemd door de directeur-generaal van de Rijksgebouwendienst. Toegevoegd is een vertegenwoordiger van de Inspectie der Rijksfinanciën. De raad wordt voorgezeten door de DG Rgd. De dienst stelt een secretaris beschikbaar.

238

Actor: Klantenraad

Handeling: Het voeren van overleg met en het adviseren aan de Rijksgebouwendienst inzake de rijkshuisvesting.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552) (Stb. 1998/552), art. 12.2

Regeling Klantenraad Rijkshuisvesting (Stcrt. 1998/234) art. 3, 4

Product: Agenda’s, notulen, vergaderstukken, adviezen.

Opmerking: Overleg en adviezen betreffen het functioneren van de rijkshuisvesting, het samenstel van het diensten- en productenpakket van de dienst, het uitvoeren van bedrijfs- en meerjarenplan, de besluiten en wettelijke voorschriften op het beleidsterrein.De directeur-generaal van de Rgd zit de vergaderingen voor.

De raad vergadert zo vaak als tenminste de helft van de leden dit wenst en in ieder geval tweemaal per jaar.

Waardering: B

Criterium: 1

2. Marktonderzoek en relatiebeheer

86

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren van de vakMinister inzake zijn huisvestingsplanning en projecten.

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999, (Stb. 1998/552), art. 3

Product: Projectcommunicatieplan, huisvestingsvraag, benoeming accountmanager,offerte, haalbaarheidsstudie, alternatievenanalyse, projectplan, aanbiedingsbrief, advies, rapport, akkoord

Opmerking: De huisvestingoplossingen zijn gericht op de lange termijn. Na akkoord van de klant worden de werkzaamheden overgedragen aan de afdelingen van het backoffice.

De klant kan zich abonneren op de databank Digitale Informatievoorziening Accounts van de Rgd waarin informatie kan worden gevonden over onderhoud en beheer

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

87

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het jaarlijks opstellen van een accountplan tussen de Rgd en een vakMinister.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989 (Stb. 1989/320), art. 2 en Memorie van Toelichting

Bron: Directieplan 2005, p. 10

Product: Accountplan

Opmerking: Accountplannen fungeren naar de klant als een verantwoordings- en communicatiemiddel. Naar het Backoffice hebben de plannen het karakter van een sturings- en communicatieinstrument.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

239

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het vaststellen van het product- en marktbeleid op het gebied van de rijkshuisvesting.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 51

Product: Nota’s, rapporten

Waardering: B

Criterium: 1

240

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het verrichten van marktonderzoek op het gebied van de rijkshuisvesting.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 51

Product: Nota’s, rapporten

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

241

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het verzekeren van de tevredenheid van de klant.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 52

Product: Resultaten Klanttevredenheidsmonitor, maatregelen klanttevredenheid

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

242

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het geven van adviezen door de afdeling marktonderzoek aan een klant.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 4.2

Product: Strategisch advies, organisatie gericht advies

Opmerking: Strategisch advies betreft de wijze van inrichten en realiseren van de huisvesting, het efficiënt maken van facilitaire besluitvormingsprocessen.

Het organisatiegericht advies betreft het vertalen van een organisatievraagstuk naar een huisvestingsvraagstuk, zoals werkplekconcepten en ruimtevraagstuk.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

243

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het verzamelen van informatie over klanten.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 50.

Product: Klantdossier

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

3. Vastgoed

3.1. Vastgoedinformatie

94

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het registreren van (mutaties) van eigendom en in gebruik zijnde rijksgebouwen,de gebouwenvoorraad.

Periode: 1985–

Grondslag: Besluit Rgd Programma Voorraadbeheer Rijkshuisvesting 1992–1996, art. 4, lid 4, sub d,

Product: Object Elementenlijst (OEL)

Waardering: B

Criterium: 5

95

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het registreren van klantvragen en de analyses van vraag en aanbod op de huisvestingsmarkt daaruit voortkomend.

Periode: 1985–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 54, 55, 58, 59

Product: Klantvraag, projectgegevens,. marktanalyses, regio- en stadsanalyses,

Opmerking: De digitale gegevens in het basisregistratiesysteem (IRIS) kunnen langer bewaard blijven

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

98

Actor: De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het geautomatiseerd administreren van klant en crediteurgegevens.

Periode: 1990–

Grondslag: Besluit Rgd Rijkshuisvestingsplan, art. 4, lid 4 sub d

Product: Stamgegevens, uitdraai van overzichten crediteuren, debiteuren

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

252

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het analyseren van klant- en pandinformatie.

Periode: 1999–

Grondslag: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 58

Product: Analyses van klant- en pandinformatie

Waardering: V

Criterium: 10 jaar

3.2. Portefeuillemanagement

9

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het geheel of gedeeltelijk overdragen van de zorg voor de huisvesting aan een vakMinister.

Periode: 1952–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1952 (Stb. 1952/449), art. 3.2; Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552, art. 5)

Product: Nota’s objectstrategie, portefeuillestrategie

Waardering: B

Criterium: 5

244

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ontwikkelen van een portefeuillestrategie voor het beheer van rijksgebouwen en terreinen.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p.54

Product: Nota’s objectstrategie, portefeuillestrategie

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

246

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het doen van investeringsvoorstellen.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 55

Product: Investeringsvoorstellen

Waardering: V

Termijn: 6 jaar

247

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ontwikkelen van contract- en financieringsvormen.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 54

Product: Nota’s en rapporten contract- en financieringsmodellen

Opmerking: Voorbeeld: Overeenkomst over de verplichtingen en financiële parameters van de partijen in een Public Private Samenwerking (PPS) overeenkomst (1999)

Waardering: B

Criterium: 5

248

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ontwikkelen van huisvestingsconcepten en samenwerkingsverbanden.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 54

Product: Nota’s huisvestingsconcept, samenwerkingsverband

Waardering: B

Criterium: 5

250

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het beheren van prijs, waarde en voorraad van huisvestingsobjecten

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 54

Product: Nota’s, notities, correspondentie

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

251

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het opstellen van rijkshuisvestingsprogramma’s.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 54

Product: Rijkshuisvestingsprogramma’s

Waardering: B

Criterium: 1

3.3. Huur, koop,verkoop, afstoot vastgoed

100

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het kopen van roerende en onroerende goederen.

Periode: 1976–

Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 38.1.

Product: Notariële actie, aankoopcontract, (meer)jarenplan afstoten panden, voorstel afstoten, overdrachtsbrief, verkoopcontract

Opmerking: Betreft werken, gebouwen en terreinen, ook met monumentale status

Waardering: B

Criterium: 5

101

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het treffen van regelingen met de Minister van Financiën over de opbrengst van de verkoop van goederen van de Rijksgebouwendienst.

Periode: 1985–

Grondslag: Interview

Product: Nota’s, afspraken

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na de geldigheid van de regeling.

102

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het bemiddelen bij de verkoop van een door Domeinen te verkopen onroerend goed aan een gesubsidieerde instelling.

Periode: 1976–

Bron: Domeinen in beeld, p. 15.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

103

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten tot regeling van zakelijke verplichtingen, verbonden aan onroerende goederen.

Periode: 1989–

Grondslag: Comptabiliteitswet, art. 38.1

Product: Parkeerconvenant Rijk-gemeente

Waardering: B

Criterium: 5

104

Actor: De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het overdragen van roerende en onroerende goederen aan de Dienst der Domeinen.

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989 (Stb. 1989/302), art. 4, lid 4, sub b

Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 9.2

Product: Afstootvoorstel, advies, afstootplan, overdrachtbrief, Proces-verbaal van overdracht, middelenafspraak met het Ministerie van Financiën voor de aanwending van de uit de overdracht verkregen middelen,.verkoopcontract

Opmerking: De afstoot vindt plaats volgens een convenant gesloten tussen de Ministers van VROM en van Financiën.

Waardering: B

Criterium: 5

123

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ter bezichtiging openstellen van panden.

Periode: 1989–

Opmerking: Gedacht moet worden aan monumenten, stijlzalen e.d. Hierbij is ook begrepen het heffen van entree.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

124

Actor: De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het sluiten van huurcontracten.

Periode: 1989–

Grondslag: Koninklijk Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb.1998/552), art. 8, 9;

Bron: PPS: een nieuwe stijl van samenwerking bij rijkshuisvesting, (2005)

Product: Verhuurcontract, (IVR-Interne Verhuurovereenkomst Rgd) (EVR-Externe Verhuurovereenkomst Rgd), inhuur, huurkoop-, leasecontract, huurverlenging (allonge), aanzeggingsbrief, opzeggingsbrief, proces-verbaal van (weder)oplevering, bepaling terugvordering kosten, beeïndigingsbrief, afkoop wederoplevering

Opmerking: De contracten worden gesloten volgens de Standaard Interne en Externe verhuurovereenkomst Rijksgebouwendienst/Domeinen (SIVR).

In het kader van Publiek Private Samenwerking (PPS) kan een bedrijf een gebouw voor gebruik leasen van de Rgd, die eigenaar van het casco blijft.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na verloop van het contract

4. Onderhoud en beheer

4.1. Onderhoud

97

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het registreren van noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan huisvestingsobjecten.

Periode: 1990–

Bron: Nota Onderhoud Rijkshuisvesting, p. 4; De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 58, 59

Product: interne opdracht onderhoud, inspectieprogramma, aangepaste objectenelementenlijst, inspectie-opdracht, offertes, externe opdracht onderhoud, startgesprek inspecties, onderhoudsplan, aanstelling projectverantwoordelijke, inkoopopdracht, factuur, toezicht uitvoering onderhoud, prestatieverklaringen, aanpassen onderhoudscontracten, gereedmelding,

Opmerking: Zie voor inspectierapporten 110, voor vervangen installaties 40, voor grote verbouwingen 128, voor monumenten 118, 120.

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

105

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten inzake het gebruik van rijksgebouwen door de vakMinister

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rgd; Regeling Technische Uitwerking 1991, art. 2, lid 2, sub c, art. 4, lid 4a.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na het vervallen van de geldigheid van het contract

106

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het laten uitvoeren van de plaatsing en herziening van technische installaties in gebouwen.

Periode: 1945–

Grondslag: KB huisvesting rijksoverheid 20 augustus 1952, Stb. 449, art. 1, 2c, d; Regeling Taakverdeling Beheer Rijkshuisvesting, (1999) art. 2, 3.

Product: Ontwerpen, revisie-ontwerpen van infrastructurele voorzieningen, bestek, aanbestedingscirculaire, aanbestedingscontract, bouwtekeningen

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervanging of sloop gebouw

107

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het maken van meerjarige afspraken met een vakMinister over het onderhoud van gebouw en installaties van huisvestingsobjecten.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijkshuisvesting, art. 2.2.c (1991), art. 4.4a; Regeling Technische Uitwerking (1991); Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 8.2; Regeling Taakverdeling Beheer (1999) art. 3, 9, 11.

Bron: De basis voor een comfortabele werkomgeving (2005)

Product: Taakverdeling niet-monument; Regeling Taakverdeling Beheer; Meerjarig Onderhouds Prognose (MOP), offerte, benoeming accountmanager, contract, Basispakket Beheer, serviceovereenkomst

Opmerking: Een Ministerie kan het onderhoud van gebouw en installaties regelen of daartoe een afspraak maken met de dienst over financiering en nadere voorwaarden. De inhoud en termijn van de dienstverlening worden vastgelegd in de Regeling Taakverdeling Beheer. (RTB). De uitvoering van de werkzaamheden valt onder handeling 108.

Voor beheer en onderhoud kan de klant kiezen uit pakketten gericht op huisvesting, (onderhoud gebouwen, terreinen en installaties voor licht, water, transport, keukens en ict), schoonmaak en groenvoorziening, risicomanagement (receptie, beveiliging, calamiteitenplannen), restauratieve voorzieningen (vergaderzaalbeheer, bedrijfsrestaurant, koffie- en thee bezorging) en volledig ingerichte werkplekken.

De gebouwgebonden diensten, onderhoud huisvesting, terreinen en installaties, vormen het Basispakket Beheer en zijn onderdeel van de huurovereenkomst.

De overige diensten kunnen naar keuze worden afgenomen volgens een service-overeenkomst. De Rijksgebouwendienst geeft adviezen over de technische aspecten van de af te nemen diensten.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

108

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het geven van een opdracht tot werkzaamheden en reparaties inzake huisvestingsobjecten.

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rgd Art. 2, lid 2, sub c, art. 4, lid 4a.

Bron: Regeling Taakverdeling Beheer Rijkshuisvesting, art. 3 (1999)

Product: Benoemingsbrief project verantwoordelijke, contract, factuur, proces verbaal van (weder)oplevering, prestatieverklaring, beëindigingsbrief

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

110

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: 1992–

Periode: Het verslag doen van inspecties inzake het onderhoud van rijksgebouwen

Grondslag: Rijkshuisvestingsplan II, p. VII

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 59

Interview drs. C. J. van der Peet

Product: Rapport nulmeting, inspectierapport, bouwkundige, technische rapporten

Opmerking: Zie voor registratie van onderhoudstraject: 97

Waardering: V

Termijn: 50 jaar

254

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het verkrijgen van een gemeentelijke gebruiksvergunning en het verrichten van aanpassingen op basis van deze vergunning aan bestaande gebouwen.

Periode: 1999–

Grondslag: Regeling Taakverdeling Beheer Rijkshuisvesting 1999, art. 10.

Bron: Beleidskader rijkshuisvesting 1999–2003 (1998), p. 51, 52.

Product: Gebruiksvergunning, stukken inzake aanpassingen

Opmerking: De gebruiksvergunning bepaalt in voorschriften en bouwkundige bouwtekeningen de eisen waaraan de gebruiker moet voldoen om de brandveiligheid van het pand te verzekeren. De vergunning wordt afgegeven door de gemeente met advies van de brandweer.

Waardering: V

Termijn: 1 jaar na sloop van het gebouw

256

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het voldoen aan voorschriften voor de arbeidsomstandigheden met betrekking tot het onderhoud van huisvestingsobjecten.

Periode: 1999–

Bron: Arbeidsomstandighedenwet 1998 (1999/Stb. 184), art. 1–11; Jaarverslag RGD 1999, p. 20; Beleidskader Rijkshuisvesting 1999–2003 (1998), p. 51.

Product: Plan van aanpak; voortgangsoverzichten

Opmerking: Voorbeeld is de Arbowetgeving voor gevelreiniging

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

4.2. Beheer

26

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ter beschikking stellen van dienstwoningen, barakken en verplaatsbare gebouwen.

Periode: 1945–

Grondslag: Beschikking van de Minister van Financiën van 24 december 1924, nr. 58,

Verzamelde bepalingen, p. 28–32; Verzamelde bepalingen, p. 10

Opmerking: Dienstwoningen worden ter beschikking gesteld aan ambtenaren

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na verloop huurcontract

27

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het beheren van dienstwoningen,barakken en verplaatsbare gebouwen.

Periode: 1945–

Grondslag: Beschikking van de Minister van Financiën van 24 december 1924, nr. 58.

Verzamelde bepalingen, p. 28–32.

Opmerking: Betreft o.m. het uitoefenen van toezicht op de bewoning van ambtswoningen

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

50

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het aanvragen van subsidie voor energiebesparende maatregelen in bestaande gebouwen bij de Minister van Economische Zaken.

Periode: 1980–

Bron: Energiebesparingsprogramma Rijksoverheid, art. 5.

Waardering: V

Termijn: 6 jaar

51

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren aan de Minister van Economische Zaken over aanvragen van subsidie voor energiebesparende maatregelen door het rijk beheerde of gesubsidieerde gebouwen.

Periode: 1980–

Bron: Energiebesparingsprogramma Rijksoverheid, art. 5.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

99

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het sluiten van verzekeringscontracten.

Periode: 1989–

Bron: Besluit materieelbeheer 1996 (Stb. 1998, 53) art. 8.1

Product: Verzekeringscontract

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na verloop van het contract

111

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het verhalen van schade aan gebouwen, werken, terreinen.

Periode: 1989–

Product: Nota’s, correspondentie

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

112

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het (tijdelijk) wijzigen van de bestemming van een gebouw.

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989 (Stb. 1989/320), art. 6.3

Product: Nota’s, contracten,.ontwerpbouwtekeningen

Opmerking: Voorbeeld: het gebruik van gebouwen voor de opvang van asielzoekers, of het (opnieuw) inrichten van panden als gevangenis,

Waardering: B

Criterium: 5

130

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het opstellen van een plan voor energiebesparing in rijksgebouwen via convenanten tussen de Ministeries en de RGD.

Periode: 1991–

Grondslag: Kabinetsbesluit juni 1991, Stcrt. 1991, 125.

Opmerking: Het programma wordt uitgevoerd door NOVEM, de RGD en EZ in nauwe samenwerking met alle Ministeries.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

132

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het opstellen van een milieuzorgprogramma met de gebruiker.

Periode: 1989–

Bron: Nationaal Milieubeleidsplan-plus, actiepunt 152.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

133

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het voorkomen en laten verwijderen van besmettingshaarden van bodem, lucht en omgeving bij te onderhouden objecten.

Periode: 1994–

Bron: Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen 1994; Jaarverslag RGD 1999, p. 19.; Beleidskader rijkshuisvesting (1998), p. 36.

De basis voor een comfortabele werkomgeving (2005)

Product: Studies, rapporten, inventarisaties, opdrachten,

Opmerking: Voorbeelden zijn bodemsanering, asbestverwijdering, legionellabestrijding.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

135

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het doen onderzoeken en beheersen van de veiligheid en gezondheid in rijksgebouwen.

Periode: 1994–

Grondslag: ARBO-wet; Regeling asbestbeleid Rijksgebouwendienst. (1999)

Product: Inspectie, onderzoek rapporten, beheersplan.

Opmerking: Onderzoek wordt gedaan naar de brandveiligheid van gebouwen, naar het gebruik van asbest in een gebouw, naar watercirculatiesystemen, tappunten, douches, vernevelaars met het oog op legionella. Voorbeelden: Model beheersplan legionella in leidingwater, beheersplan asbest

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

136

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het laten uitvoeren van milieu onderzoek bij bouwprojecten.

Periode: 1992–

Bron: Kwaliteitsnormen rijkshuisvesting, milieurichtlijnen en preferenties. 1992.

Product: Rapport milieu-audit

Opmerking: Milieu-audits worden uitgevoerd door de Inspecteur Milieuhygiëne in het kader van de convenanten Bedrijfsinterne Milieuzorg. Hierin wordt langs externe weg de milieuvriendelijkheid van het bouwproject getoetst. Hierbij kan worden gedacht aan gebruik van duurzaam en/of milieuvriendelijk materiaal, vermijding van milieugevaarlijke stoffen (asbest, halonen), vermijding van bodemverontreinigende werkzaamheden (verf, ontgravingen e.d.)

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

137

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het treffen van energiebesparende maatregelen in rijksgebouwen.

Periode: 1992–

Bron: De Programma Voorrraadbeheer Rijkshuisvesting, Programma;

Energie Efficiëncy Programma Rijksoverheid (EER), Stcrt. 1991, 125;

Product: Energie Bewakingssysteem (EBS), controlewerkzaamheden

Opmerking: Deze controle betreft bestaande, uit te voeren en aan te besteden bestek.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

138

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het verbeteren van de toegankelijkheid van rijksgebouwen voor gehandicapten op basis van subsidies.

Periode: 1989–

Bron: De PVR’s (Programma Voorraadbeheer Rijksgebouwen), Toegankelijkheidsregeling gebouwen.; Beleidskader rijkshuisvesting 1999–2003 (1998) p. 52.

Product: Plan inzake ingrepen, rapport, verslag inzake verbetering

Opmerking: Deze voorzieningen worden gezamenlijk gefinancierd door de Minister en de Minister, belast met Welzijn.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

199

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het exploiteren van specifieke onderdelen van de gebouwenvoorraad.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 59

Product: Contracten en financiële stukken van bijvoorbeeld hotelkantoren

Waardering: V

Termijn: 7 jaar; contracten 5 jaar na vervallen geldigheid

253

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het administreren van het beheer, instandhouding en exploitatie van gebouwen, terreinen en werken.

Periode: 1999–

Grondslag: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 58, 59;

Jaarverslag RGD 1999, p. 21

Bron: drs. C.J. van der Peet

Product: Aanvraagbrief, projectstamkaart, onderhoudsverslagen, gegevens in database

Opmerking: Sinds het Besluit Regeling Taakverdeling Beheer (1999) zijn onderhoudstaken overgedragen aan de gebruiker. Gebruikers kunnen aanvullende onderhoudscontracten met de dienst sluiten.

Waardering: V

Termijn: 50 jaar

255

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het afhandelen van klachten en storingen aan huisvestingsobjecten.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 59; Website VROM Rgd Facilitymanagement (2004),

Product: Storingsmelding, overzicht van afhandelingen klachten en storingen, reparaties.

Opmerking: Het betreft het (laten) verzamelen van informatie en het laten verhelpen van de klachten door bedrijven aan panden eigendom van het rijk en panden waarvoor een onderhoudscontract is afgesloten.

De uitvoering is geregeld in een Storings Afhandelingssysteem (SAS)

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

259

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het maken van afspraken met klanten over het beheer van gebouw en installaties van huisvestingsobjecten.

Periode: 1999–

Bron: Regeling Taakverdeling Beheer Rijkshuisvesting (1999), art. 2, 9, 11

Product: Taakverdeling niet-monument; Regeling Taakverdeling Beheer

Opmerking: Onder beheer wordt verstaan het schoonmaken, controleren, gangbaar houden van het gebouw en de installaties en het verrichtingen van reparaties en schadeherstel van beperkte omvang.

Een klant, een overheidsdienst, kan het beheer van gebouw en installaties zelf regelen of daartoe een afspraak maken met de dienst over financiering en nadere voorwaarden. De klant heeft daarbij de verantwoording over de uitvoering van de taken en de administratie er van. De inhoud en termijn van de dienstverlening wordt vastgelegd in de Regeling Taakverdeling Beheer (RTB).

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervallen contract

4.3. Onderhoud en beheer paleizen en monumenten

43

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ontwerpen en uitvoeren van specifieke representatieve inrichtingen en tuinen voor regeringsgebouwen en paleizen.

Periode: 1945–

Grondslag: KB huisvesting rijksoverheid, 20 augustus 1952 (Stb. 449), art. 1, lid 2 sub d.

Waardering: B

Criterium: 5

113

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het toetsen van het beheer van monumenten in het beheer van het rijk.

Periode: 1970–

Bron: RGD-monumenten 1991, p. 9

Product: Rapport

Opmerking: Het werk wordt verricht door de Adviesgroep Monumenten Rijksbezit.

Waardering: B

Criterium: 5

116

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het aanmelden van rijksgebouwen en objecten als monument aan het bevoegd gezag.

Periode: 1964–

Bron: RGD-monumenten 1991, p. 9

Product: Aanmelding

Waardering: B

Criterium: 5

117

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het doen van architectuurhistorisch onderzoek naar door het rijk beheerde gebouwen van monumentale waarde.

Periode: 1979–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989, (Stb. 1989/320), art. 4, lid 4 sub e

Product: Publicaties

Waardering: B

Criterium: 5

118

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het beoordelen van restauratievoorstellen van monumenten.

Periode: 1959–

Product: Beoordelingsvoorstel

Waardering: B

Criterium: 5

119

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren over voorstellen tot verkopen van Rgd-monumenten.

Periode: 1977–

Bron: Rgd-monumenten, p. 17.

Opmerking: Vervreemding kan plaats vinden ingeval van afstoten van een pand, of bij privatisering of verzelfstandiging van diensten. De Rijksbouwmeester kan hierbij adviezen opstellen aan de dienstleiding over beperkende voorwaarden ten aanzien van het beheer. Gelijkaardige procedures kunnen zich ook voordoen bij roerende monumenten of kunstvoorwerpen.

Waardering: B

Criterium: 1

120

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het (laten) uitvoeren van onderhoud en verbouwingswerkzaamheden aan monumenten en stijlkamers.

Periode: 1983–

Bron: Jaarverslag RGD 1999, p. 26; Nota van Toelichting Besluit Rgd 1989, 1989; RTR, Monumentennota, 1991; Besluit Tegeling Taakverdeling Beheer (1999), art. 5,6.

Product: Nota’s, bouwtekeningen, contract

Opmerking: De architect voert bij uitvoeringswerkzaamheden overleg met de Rijksbouwmeester, die op zijn beurt de opdracht gevende Minister adviseert. Onder monumenten worden ook die gedeelten van gebouwen verstaan, die deel uit hebben gemaakt van de uitvoering van kunstopdrachten volgens de percentageregeling beeldende kunst,

Waardering: B

Criterium: 5

121

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het (laten) uitvoeren van onderhoud en verbouwingswerkzaamheden aan koninklijke paleizen en bijbehorende gebouwen.

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rgd 1989, 1989, art. 2, lid 2, sub c; Besluit Regeling Taakverdeling Beheer (1999), art. 5, 6.

Product: Nota’s, bouwtekeningen,contracten.

Opmerking: Bij het beheer van paleizen zijn ook de roerende goederen betrokken.

Waardering: B

Criterium: 5

139

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het aanwenden van subsidiegelden van de Minister, belast met cultuur, voor de conservering en restauratie van roerende monumenten.

Periode: 1991–

Bron: Programma’s Voorraadbeheer Rijkshuisvesting, Deltaplan cultuurbehoud.

interview drs. C.J. van der Peet

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

225

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het maken van afspraken met klanten over het onderhoud en beheer van monumenten en stijlkamers.

Periode: 1999–

Bron: Regeling Taakverdeling Beheer Rijkshuisvesting (1999), art. 5, 6

Product: Taakverdeling monument; Regeling Taakverdeling Beheer

Opmerking: Een klant, een overheidsdienst, kan inzake beheer en onderhoud een afspraak maken met de dienst over financiering en nadere voorwaarden. De klant heeft daarbij de verantwoording over de uitvoering van de taken en de administratie er van. De termijn van de dienstverlening wordt vastgelegd in de Regeling Taakverdeling Beheer.Het beheer in principe aan de klant zelf overgelaten bestaat uit het schoonmaken van gebouw, met uitzondering van daken, goten, afvoeren en het verzorgen van beplanting en de losse inventaris.

Waardering: B

Criterium: 5

4.4. Beeldende kunst rijksgebouwen

52

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het instellen van percentageregelingen op het gebied van beeldende kunst voor bepaalde categorieën van overheidsgebouwen.

Periode: 1951–

Grondslag: Percentageregeling beeldende kunst, 1951

Bron: Kunstopdrachten, 1995, p. 121.

Product: Percentageregeling

Waardering: B

Criterium: 5

53

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het in overleg met overleggroepen nader vaststellen van procedures voor de uitvoering van de percentageregeling.

Periode: 1972–

Grondslag: Percentageregeling beeldende kunst, 1951

Bron: Kunstopdrachten, 1995, p. 120–121.

Product: Procedures percentageregeling, nota’s

Opmerking: Voorbeelden zijn de nota’s Kunst bij rijksgebouwen, 1977, Selectieprocedure bij kunstopdrachten van de Rijksgebouwendienst, 1985.

Waardering: B

Criterium: 5

54

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het instellen van werkgroepen ter advisering inzake de uitvoering van de percentageregeling.

Periode: 1951–

Grondslag: Percentageregeling beeldende kunst, 1951

Bron: Kunstopdrachten, 1995. p. 121 e.v.

Product: Instellingsbeschikking, adviezen

Waardering: B

Criterium: 4

57

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het doen ontwerpen of decoreren van meubilair in representatieve kamers door kunstenaars.

Periode: 1951–

Grondslag: Percentageregeling beeldende kunst, 1951

Product: Ontwerpbouwtekeningen

Waardering: B

Criterium: 5

58

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het jaarlijks voordragen van projecten voor extra bijdragen voor toegepaste beeldende kunst.

Periode: 1951–

Grondslag: Percentageregeling beeldende kunst, 1951

Product: Voordracht project toegepaste beeldende kunst

Waardering: B

Criterium: 5

59

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het uitschrijven van prijsvragen voor rijksgebouwen.

Periode: 1945–

Bron: De rijksbouwmeesters (1995).

Product: Inzendingen, prijstoekenning

Waardering: B

Criterium: 5

60

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het publiceren van mededelingen over de percentageregeling in tijdschriften.

Periode: 1978–

Product: Opdracht tot publicatie, kopie publicatie

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

140

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het geven van opdrachten aan kunstenaars voor de uitvoering van kunstwerken aan rijksgebouwen.

Periode: 1990–

Grondslag: Percentageregeling beeldende kunst, 1951

Product: Opdracht, ontwerpbouwtekening.

Waardering: B

Criterium: 5

141

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het aan de kunstenaar verzoeken om zijn kunstwerk te verwijderen, te verplaatsen of te doen wijzigen.

Periode: 1968–

Grondslag: Auteurswet. Handboek beeldende kunst 1991.

Waardering: B

Criterium: 5

142

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het verkopen van kunstwerken, die in het kader van de percentageregeling zijn vervaardigd.

Periode: 1982–

Bron: Handboek beeldende kunst 1991, p. 14

Product: Verkoopcontract, lijst van overgedragen panden

Opmerking: Kunstwerken, die van afgestoten panden afkomstig zijn, en die kunnen worden verplaatst, kunnen in overeenstemming met de gebruiker en kunstenaar in andere panden worden geplaatst. Zij kunnen ook worden overgedragen aan de Rijksdienst Beeldende Kunst. In dat geval moet de waarde van het kunstwerk worden bepaald in overleg met de Dienst der Domeinen.

Waardering: B

Criterium: 5

257

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het benoemen van leden van de Adviesgroep Beeldende Kunst.

Periode: 1993–

Grondslag: Instellingsbesluit ABK, 8 dec. 1993, nr. 17.10.90534

Product: Benoemingsbeschikking

Opmerking: Stukken inzake rechtspositionele zaken: zie bsd Overheidspersoneel arbeidsvoorwaarden

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na einde benoemingsperiode

4.5. Facilitair management

258

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het sluiten van een overeenkomst met een klant tot het leveren van diensten op het gebied van facilitair management.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 59. Website Rgd Facility-management (2004)

Product: Contract

Opmerking: De diensten betreffen het overeenkomen van een pakket aan dienstverleningen voor schoonmaak, catering, beveiliging en vergaderfaciliteiten, waaronder ruimtes en datacommunicatie, het leveren van tijdelijke kantoorruimte, het exploiteren van parkeergarages, hotelkantoren, vergader- en opleidingscentra.

De Rgd voert deze diensten niet zelf uit maar sluit contracten met bedrijven die deze diensten leveren, zoals Regus Business Centre Service.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervallen contract

260

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren van een klant in het organisatie- en procesmanagement van facilitair beheer.

Periode: 1999–

Bron: Jaarverslag RGD 1999, p. 21; Website Rgd Facilitymanagement (2004)

Product: Advies

Opmerking: Het betreft adviezen inzake organisatie effectiviteit, procesbegeleiding, contract-management en ondersteuning bij innovatieve projecten.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

5. Huisvestingsprojecten

N.B. De taken mbt.bouwen staan in hoofdstuk 6 Bouwadvisering, bouwontwerp en bouwen

96

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het registreren van lopende projecten.

Periode: 1985–

Bron: Programma Voorraadbeheer Rijkshuisvesting 1992–1996

Product: Projectregistratie

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

129

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ontwikkelen en deelnemen aan publiek-private samenwerkingsprojecten op het gebied van huisvesting en kantorenbouw.

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst, 1989, art. 2d sub 1, art. 5

De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 55.

Bron: PPS: een nieuwe stijl van samenwerken bij de rijkshuisvesting.(2005)

Product: Projectplan publiek-private samenwerking, contract, prestatiecontract met prestatiespecificatie, lease contract, convenanten met institutionele beleggers, contracten publiek-private. samenwerking

Opmerking: Publiek-private samenwerking kan niet alleen betrekking hebben op financiering maar ook het bouwen van rijkshuisvestingsopjecten.

Waardering: B

Criterium: 5

163

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het afsluiten van een collectief energiecontract voor de rijksoverheid.

Periode: 2001–

Bron: Interview mw. drs. C.Weeber; Website VROM

Product: Tweejaarlijks contract, mantelovereenkomst

Opmerking: De Collectieve Energie Inkoop geldt een 500 objecten van Ministeries, rijksdiensten en de Rgd en leidt tot besparing van kosten en een vergrote afname van ‘groene’stroom.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervallen contract

234

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het zorgdragen voor de kwaliteit van middelen, organisatie en producten van de dienst.

Periode: 2000–

Bron: Website VROM; Interview mw. N.D. Kok

Product: Halfjaarlijkse kwaliteitsrapportage, driejaarlijkse kwaliteitsrapportage

Opmerking: De Lloyds Register Quality Assurance meet tweejaarlijks door middel van een keuze uit projecten de kwaliteit van organisatie en werk Driejaarlijks vindt een algeheel kwaliteitsonderzoek plaats, dat van belang is om de Directie het kwaliteitscertificaat NEN-EN-ISO 9001 te laten behouden. Op basis van de rapportages wordt het Kwaliteitshandboek bijgewerkt.

Waardering: B: Kwaliteitshandboek

V: Halfjaarlijkse kwaliteitsrapportage

Driejaarlijkse kwaliteitsrapportage

Termijn: 10 jaar

Criterium: 5

235

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het stimuleren van nieuwe technieken in de bouw.

Periode: 2000–

Bron: Website VROM; Interview mw. Drs C. Weeber

Product: Aanvraag, projectinformatie, toekenning, haalbaarheidsonderzoek, rapportage.

Opmerking: Voorbeelden van het Programma Innovatieve Technieken zijn compacte windturbines, brandstofcellen, zonnedioden.in ramen.

Waardering: B

Criterium: 5

245

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ontwikkelen en aanbieden van huisvestingsalternatieven aan de klant.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 54, 55

Product: Huisvestingsalternatieven

Opmerking: Nadat de intake en offerte zijn afgewikkeld door de afdeling Marketing en Accountadvisering worden de huisvestingsalternatieven verder ontwikkeld.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

6. Bouwadvisering, bouwontwerp en bouwen

6.1. Advisering

6.1.1. Advisering door de dienst

18

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren van de vakMinister bij de uitvoering van het toezicht op de bouw van gesubsidieerde gebouwen.

Periode: 1945–

Bron: Beschikking van de Minister van Financiën van 24 december 1924, nr. 58, verzamelde bepalingen, p. 9.

Opmerking: De adviezen zijn bedoeld om de vakMinister te helpen met de financiële en comptabele beoordeling van bouwplannen, bestekken, begrotingen, gunningen, meerwerk en de afrekening.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

25

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het op verzoek van particulieren adviseren in bouwkundige aangelegenheden.

Periode: 1945–

Bron: Interview

Opmerking: Het gaat hierbij vooral om objecten of stedenbouwkundige opgaven waarmee een dusdanig algemeen maatschappelijk belang gediend is dat professionele coaching nodig.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

92

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het opstellen van aanbevelingen voor de bouw van bepaalde typen gebouwen met rijksmiddelen.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit Rgd, art. 5

Waardering: B

Criterium: 1

179

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren van lagere overheden over de architectonische kwaliteit van stedebouwkundige projecten.

Periode: 1991–

Grondslag: Nota over het architectuurbeleid 1997–2000, VenW, LNV, OCW, VROM, (1996).

Opmerking: Het betreft adviezen aan gemeentebesturen in het kader van in opdracht van het rijk uit te voeren bouwprojecten. De rijksbouwmeester geeft echter ook aan particulieren advies.

Waardering: B

Criterium: 1

262

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het geven van adviezen over de rijkshuisvesting.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 4.2

Bron: Jaarverslag RGD 1999, p. 21

Product: Adviezen, onderzoeken, haalbaarheidsstudies

Opmerking: Het betreft beleidsadviezen op verzoek aan de Minister,andere Ministers, provinciale, gemeentelijke overheden, andere lichamen van openbaar bestuur en rijksinstanties.

In het advies wordt huisvesting bijvoorbeeld verbonden met planning, bedrijfsprocessen zoals werkplekinnovatie telematica, of de doelstellingen van, stedenbouw, monumenten, architectuur en kunst of, klimaat, energie en beveiliging.

Waardering: B

Criterium: 1

264

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren van de dienst op politiek en bestuurlijk gebied.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 63

Product: Adviezen

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

6.1.2. Advisering, overleg en onderzoek door het Bureaur Rijksbouwmeester

213

Actor: Adviesgroep Beeldende Kunst

Handeling: Het adviseren aan de Minister inzake opdrachten aan kunstenaars voor de uitvoering van kunstwerken aan rijksgebouwen.

Periode: 1993–

Bron: Percentageregeling Beeldende kunst, 1951

Product: Advies

Opmerking: De Adviesgroep valt sinds 1993 onder de Rijksbouwmeeester

Waardering: B

Termijn: 1

215

Actor: Adviesgroep Beeldende Kunst

Handeling: Het bijhouden van een documentatie van kunstwerken van voor bouwwerken aangetrokken of aan te trekken beeldende kunstenaars.

Periode: 1993–

Bron: Jaarverslag ABK 1977

Product: Documentatie van kunstwerken

Opmerking: De Adviesgroep valt sinds 1993 onder de Rijksbouwmeeester

Waardering: V

Termijn: 1 jaar na opheffing adviesgroep

261

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren door de Rijksbouwmeester aan de dienst en de Minister over de rijkshuisvesting.

Periode: 1945–

Grondslag: Werkplannen en beleidsplannen van de Rijksbouwmeester, 1991–.

Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 14, 15.

Bron: Nota Architectuurbeleid (1990)

De rijksbouwmeesters, Twee eeuwen architectuur van de Rijksgebouwendienst en zijn voorlopers (1995.)

Werkdomein, positionering en organisatie van de Rijksbouwmeester, (2003/4) p. 6,7.

Product: Adviezen aan de Minister van VROM, aan de Rijksgebouwendienst, aan overige Ministeries

Opmerking: In de Nota Architectuurbeleid van 1990 is gesteld dat in de beleidsuitvoering de specialismen architectuur, stedenbouw, beeldende kunst en monumentenzorg zijn vertegenwoordigd’.

Het betreft adviezen inzake:

– ontwerp, verbouw, behoud, hergebruik en afstoten van Rgd panden

– architectuur en stedenbouw, randvoorwaarden bij ontwikkeling van strategische gebieden, stedenbouwkundige ontwikkelingen bij ontwerpopgaven

– begeleiding externe architectuur ontwerpen., voordracht benoeming architecten, stedenbouwkundigen, tuin-, landschaps- en interieurarchitecten, stimulering architectuuronderwijs;

– europese aanbesteding rijksbouwprojecten, toepassing beeldende kunst in rijksgebouwen

Waardering: B

Criterium: 1

263

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren door de Rijksbouwmeester aan regering en departementen over architectuur en bouwen in relatie tot ruimte en infrastructuur.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 15

Bron: Derde Architectuurnota 2001–2004 Ontwerpen aan Nederland (2001)

Werkdomein, positionering en organisatie van de Rijksbouwmeester, (2003/4), p. 8.

Product: Adviezen.

Opmerking: Het betreft adviezen inzake:

– coördinatie van het architectuurbeleid in relatie tot ruimte en cultuur zoals beschreven in de derde Architectuurnota en het actieprogramma Ruimte en Cultuur van VROM.,V&W, OCW, LNV, EZ, Buitenlandse Zaken en Defensie op het gebied van architectuur, planologie, monumentenzorg en infrastructuur. Voorbeeld: Nieuwe Sleutelprojecten rond stations, transferia.

Waardering: B

Criterium: 1

267

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het (laten) doen onderzoek door de Rijksbouwmeester naar architectuur, stedenbouw en bouwhistorie.

Periode: 1999–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 15

Bron: Werkdomein, positionering en organisatie van de Rijksbouwmeester, (2003/4), p. 6.

Product: Onderzoeksrapporten, nota’s

Waardering: B

Criterium: 1

268

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het voeren van coördinerend overleg over architectuur en bouwen in relatie tot ruimte, cultureel erfgoed en infrastructuur.

Periode: 1995–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999, art. 13, 15, Toelichting (Stb. 1998/552)

Bron: Werkdomein, positionering en organisatie van de Rijksbouwmeester, (2003/4) p. 9.

Actieprogramma, Ruimte en Cultuur, Architectuur en het Belvederebeleid, 2005–2008 (2004), p. 62.

Product: Agenda’s, notulen, vergaderstukken

Opmerking: Voorbeelden:

De Rijksbouwmeester zat het Platform Architectuurbeleid voor.(1995–2004).

De Rijksbouwmeester zit het College van Rijksadviseurs (2004–) voor dat adviseert over de inpassing van architectuur in landschap, infrastructuur en cultureel erfgoed. Het college is samengesteld uit specialisten benoemd door de Ministeries van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Verkeer en Waterstaat, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap respectievelijk adviseurs voor Landschap, Infrastructuur en Erfgoed.

Waardering: B

Criterium: 1

269

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het adviseren door de Rijksbouwmeester aan lagere overheden en openbare lichamen over architectuur en bouwen in relatie tot ruimte en infrastructuur.

Periode: 1999–

Bron: Positiedocument Rijksbouwmeester 1999, p. 5.; Werkdomein, positionering en organisatie van de Rijksbouwmeester, (2003/4), p. 9–10.

Product: Onderzoeksrapporten, nota’s

Opmerking: Het betreft adviezen inzake herontwikkeling van gebieden, van steden, inzake ambities, randvoorwaarden, planvorming, fasedocumenten, voordracht benoeming architecten, stedenbouwkundigen, tuin-, landschaps- en interieurarchitecten, europese aanbesteding architecten

Waardering: B

Criterium: 1

6.2. Ontwikkeling architectuurvisie

265

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het ontwikkelen en realiseren van doelstellingen op het gebied van stedenbouw, monumentenzorg, architectuur, architectuurbeleid en kunst (SMAAK).

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 60

Product: Adviezen, nota’s, verslagen projecten SMAAK

Opmerking: Voorbeelden: De Monumentennota, Verslagen Project Atelier Monumenten, Programma Innovatieve Technieken

Waardering: B

Criterium: 1

266

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het (laten) doen van onderzoek ten aanzien van architectuur in de stedelijke of landschappelijke context.

Periode: 1999–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 60

Product: Onderzoekrapporten, nota’s

Waardering: B

Criterium: 1

6.3. Ontwerpen en bouwen

6.3.1. Initiatieffase

128

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het (doen) realiseren van huisvestingsprojecten en grote verbouwingsprojecten.

Periode: 1980–

Grondslag: Besluit Rgd 1989, art. 2, lid 1; Regeling Taakverdeling beheer rijkshuisvesting (1999), art. 2.3.,

Product: Overheidsgebouwen, proefkantoren, modelprojecten

Opmerking: Zie hieronder de activiteiten 128.38 en volgende.

Waardering:

128.38

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het formuleren van een huisvestingsprobleem.

Periode: 1989–

Product: Aanvraagbrief, projectstamkaart, Programma van Eisen (PvE): ruimtelijke, technisch en functioneel programma van eisen, structuurplan bouw en overige, massastudie op locatie.

Waardering: B

Criterium: 5

128.39

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het doen van een haalbaarheidsonderzoek.

Periode: 1989–

Product: Rapport haalbaarheidsonderzoek, Huisvestingszaken analyse, schetsen en en bouwtekeningen

Waardering: B

Criterium: 5

128.40

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het formuleren van een projectplan en het bewaken van de voortgang.

Periode: 1989–

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 51;.Jaarverslag RGD 1999, p. 22

Product: Startnotitie, projectopdracht, projectplan, verslagen van controlemomenten en gesprekken.

Opmerking: Onderdeel van het plan zijn de ontwikkel-, de boekwaarde- van het object, en de projectrisico’s

Waardering: B

Criterium: 5

128.41

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het registreren van goedgekeurde projectopdrachten in een interne voorraadlijst.

Periode: 1989–

Product: Interne voorraadlijst (projectregistratiesysteem IRIS/OSIRIS), meerjarenplan, posterioriteitenlijst

Opmerking: Opname in het meerjarenplan of op de posterioriteitenlijst. Indien het project in het meerjarenplan is opgenomen, wordt het verder uitgewerkt. In het andere geval wordt er opnieuw naar alternatieven omgezien.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

6.3.2. Definitiefase

128.22

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het verstrekken van een opdracht aan architecten en adviseurs voor een bouwproject.

Periode: 1971–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Advertentie, correspondentie, selectie (in het kader van de regels internationale aanbesteding Europese Unie) contract externe architect, aanwijzing interne architect

Waardering: B: geselecteerde architect(en), adviseurs

V: niet geselecteerde architecten, adviseurs;

Termijn: 10 jaar

Criterium: 5

128.42

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het aanwijzen van een projectverantwoordelijke.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Benoemingsbrief, interne opdracht, projectverantwoordelijke, teamsamenstelling.

Waardering: B

Criterium: 4

128.43

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het inventariseren van de noodzakelijke werkzaamheden tot uitvoering van het project.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Offerte, projectplan, capaciteitsplanning, tijdsplanning, analyse klantvraag, Investerings Kosten Raming, (IKR), budgetaanvraag, financiële overzichten, BBO

Opmerking: Het plan bevat een structuurontwerp en een program van eisen met een voorlopig taakstellend budget

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

128.45

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het uitbesteden van een project aan een projectontwikkelaar.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Voorselectie projectontwikkelaar;belegger,manager, prestatiecontract

Opmerking: Kenmerk van dit soort contracten is, dat zij niet worden opgesteld op basis van een bestek (dat wordt eerst in de uitwerkingsfase door de projectontwikkelaar opgesteld) Wel worden in de definitiefase de activiteiten vastgelegd die in de volgende fasen zullen worden uitgevoerd.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

128.46

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het (laten) verrichten van onderzoek voor een bouwproject.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Stedebouwkundig plan, structuurontwerp, metingen en regelingen, locatiestudie, functionele plattegrond, massastudie, rapport verkennend bodemonderzoek.

Waardering: B

Criterium: 5

128.48

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het aanbesteden van een uit te voeren werk.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Offerte, opdracht, aanbesteding aannemer, installateurs.

Waardering: B + V

Termijn: B: geaccepteerde offerte; V: niet geaccepteerde offertes 10 jaar

Criterium: 5

128.49

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het uitwerken van het projectplan.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Concept projectplan; definitief projectplan

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

128.51

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het sluiten van raamcontracten voor de realisatie van een project.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Samenwerkingsovereenkomst.

Waardering: B

Criterium: 5

128.52

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het (laten) voeren van overleg in het kader van voorbereiding,ontwerp en begeleiding van een bouwproject.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Overlegverslagen van ontwerpteam, directie, stuurgroep en werkbespreking, overleg met gemeente, provincie, nutsbedrijven.;correspondentie

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

128.53

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het beoordelen van het projectplan van de projectontwikkelaar.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Commentaren op concept-deelplannen; beschikking inzake projectplan

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

128.54

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het registreren van basisgegevens in een registratiesysteem.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Checklisten.

Opmerking: De gegevens worden verwerkt in het Basisregistratiesysteem (BRS). Dit blijft bewaard.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

6.3.3. Ontwerpfase

128.55

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het opstellen van het uitwerkingsplan van het project.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Uitwerkingsplan

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

128.56

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het vaststellen van het bestek.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Bouwbestek waarin opgenomen, veiligheids- en gezondheidsplan, activiteitenplan, uitvoeringsplan; technisch bestek voor infrastructurele voorzieningen en technische installaties.

Opmerking: Bij wijzigingen van het veiligheids- en gezondheidsplan wordt de oude versie nog vijf jaar bewaard.

Waardering: B: bouwbestek waarin opgenomen, Veiligheids- en gezondheidsplan, activiteitenplan, uitvoeringsplan V: technisch bestek

Termijn: 20 jaar

Criterium: 5

128.57

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het opstellen van het voorlopig bouwkundig ontwerp (VO).

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Kladontwerpen, kopieën schetsontwerpen van de architect, voorlopig ontwerp inzake de architectuur en bouw.

Waardering: B

Criterium: 5

128.58

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het opstellen van het definitief bouwkundig ontwerp (DO).

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Definitief bouwkundig ontwerp inzake architectuur, Definitief bouwfysisch ontwerp constructie en gevels, ontwerpbouwtekeningen, revisiebouwtekeningen.

Waardering: B

Criterium: 5

128.59

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het opstellen van ontwerpen voor infrastructurele, constructieve voorzieningen en technische installaties.

Periode: 1989–

Grondslag: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Voorlopige, definitieve ontwerpen, bouwfysisch, elektriciteit, klimaat,lift & transport, constructie, structuurplannen, proces verbaal van oplevering

Opmerking: Vijf naar na wijziging worden de oude ontwerpen nog bewaard. Gemiddeld wijzigen technische ontwerpen binnen de twintig jaar.

Waardering: B: ontwerp representatieve interieurs

V: technische ontwerpen, structuurplannen

Termijn: 5 jaar na wijziging van het gehele ontwerp, na afstoot, sloop object

128.60

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het verkrijgen van bouw-, milieu-, hinderwetvergunningen voor een pand.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Vergunning

Opmerking: De formele aanvraag van vergunningen kan eerst geschieden naar aanleiding van het voorlopig ontwerp. Voor de aanvrage heeft de Wet op de Ruimtelijke Ordening regels en procedures vastgesteld. Bij verkoop gaan de vergunningen mee.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na sloop; na afstoot.

128.61

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het beoordelen van het definitieve uitwerkingsplan van het bouwproject.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Definitief uitwerkingsplan met commentaar

Opmerking: De beoordeling van de ontwerpen geschiedt door het team van de Rgd-projectverantwoordelijke. Dit team bestaat uit de klantvertegenwoordiger, een technisch-inhoudelijke coördinator en het bureau Rijksbouwmeester, soms ondersteund door technisch-specialistische adviseurs.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

6.3.4. Uitwerkingsfase

128.62

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het sluiten van contracten voor een bouwproject.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Toetsing, aanbesteding, inschrijving, gunning, contract

Waardering: B+V

Termijn: B: contracten, inclusief staten en contracten meer- en minderwerk

V: 5 jaar niet gesloten contracten, correspondentie meer-minderwerk.

Criterium: 5

128.64

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het doen overdragen van een bouwproject aan externe financiers.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Huur, lease contracten overdracht

Waardering: V

Termijn: 30 jaar

128.65

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het aanstellen van een projectinspecteur.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Aanstellingsbrief

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

128.66

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het overleggen met betrekking tot planning en voortgang van een bouwproject.

Periode: 1999–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Verslagen van ontwerpteamvergaderingen, directievergaderingen, bouwvergaderingen, stuurgroepvergaderingen, werkbesprekingen, verslagen overleg gebruiker, overleg projectteam

Waardering: B: Verslagen van ontwerpteamvergaderingen, directievergaderingen, bouwvergaderingen

V: Verslagen stuurgroepvergaderingen, werkbesprekingen, overleg gebruiker, overleg projectteam, overige vergaderingen

Termijn: 10 jaar

Criterium: 5

128.67

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het beoordelen van werkbouwtekeningen en het goedkeuren van afwijkingen van bestek en begroting van een bouwproject.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Commentaar werkbouwtekeningen.

Opmerking: Zie voor staten meer-minder werk 128.62

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

128.69

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het in oplevering aanvaarden van het gebouwde object.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Proces verbaal (PV) van oplevering; van ingebruikgeving, nazorgplan ter beoordeling van het plan in de gebruikfase, invulstaat voor activering van investering, volledigheidscontrole

Waardering: B

128.70

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het aankopen van het bebouwde terrein.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Koopcontract

Waardering: B

Criterium: 5

128.71

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Handeling: Het afsluiten van een leasecontract met de institutionele belegger.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Opmerking: Met deze activiteit wordt een project afgesloten dat door een institutionele belegger met de Minister als mede-opdrachtgever is uitgevoerd. Aan deze activiteit gaat de uitwerking van het project vooraf, waarvan de activiteiten door de Minister worden getoetst. De Rijksbouwmeester en de technische adviseurs toetsen periodiek de resultaten.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afloop van de geldigheid van het contract.

128.72

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het overdragen van de huisvestingsruimte aan de gebruikers.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Acceptatierapport, proces verbaal van oplevering, acceptatiechecklist, controlelijsten van de instrumenten, beheersplan en indelingsplan, gebruikersovereenkomst

Waardering: B: proces verbaal van overdracht aan gebruiker, interne opdrachtgever, acceptatierapport/nul-inspectie,

V: 10 jaar: acceptatiechecklist, controlelijsten van de instrumenten, beheersplan en indelingsplan, proces verbaal van opname.

V 5 jaar na vervallen gebruikersovereenkomst

Termijn: 10

Criterium: 5

128.73

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het inrichten van een nieuwe huisvesting.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Offerte, ontwerpen meubilair en overige inrichting

Opmerking: Meubilair en inrichting hebben een cultuurbepaalde waarde.

Waardering: B

Criterium: 5

128.74

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het evalueren van een bouwproject.

Periode: 1989–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Tussentijdse projectevaluaties, A&A evaluaties, klantevaluaties.

Opmerking: De evaluaties zijn een onderdeel van de MPM (Methode Project Management)

Waardering: B

Criterium: 5

128.75

Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

Activiteit: Het vastleggen van garanties van geleverde materialen en bouwwerken.

Periode: 1945–

Bron: Informatieplattegrond Rgd (2005)

Product: Garantieverklaringen

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na verloop van termijn

2. Selectielijst VakMinister

N.B. betreft alle handelingen die de overige zorgdragers (naast de primaire zorgdrager) op dit taakgebied delen. Zie voor aanvullende handelingen de departementale selectielijsten.

2.1. Huisvestingsbeleid

1

Actor: VakMinister

Handeling: Het voorbereiden, formuleren en vaststellen van beleidsstandpunten ten aanzien van de rijkshuisvesting betreffende het eigen departement.

Periode: 1969–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989 (Stb. 1989, nr. 320) art. 8.1; Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998, nr. 552), art. 16.

Bron: Voorstel voor de organisatie en formatie van de hoofdafdeling; Huisvestingsbeleid 1985

Product: Onderzoekbeleidsplan

Waardering: B

Selectiecriterium: 1

2

Actor: VakMinister

Handeling: Het beantwoorden van kamervragen inzake rijkshuisvesting betreffende het eigen departement.

Periode: 1945–

Product: Nota’s, (ontwerp) brieven

Waardering: B

Selectiecriterium: 3

3

Actor: VakMinister

Handeling: Het houden van interviews, redevoeringen en het afleggen van openbare verklaringen inzake rijkshuisvesting betreffende het eigen departement.

Periode: 1945–

Waardering: V

Selectiecriterium: 10 jaar

32

Actor: VakMinister

Handeling: Het instemmen met de aan- en verkoop van terreinen ten behoeve van het eigen departement.

Periode: 1945–

Grondslag: KB huisvesting rijksoverheid, 20 augustus, 1952 (Stb. 449), art. 1b, 2.2.

Waardering: V

Selectiecriterium: 10 jaar na verkoop

65

Actor: VakMinister

Handeling: Het opstellen van programma’s van eisen voor de bouw van nieuwe gebouwen en voor grote verbouwingen.

Grondslag: KB huisvesting rijksoverheid, 20 augustus 1952 (Stb. 449), art. 1lid b, art. 2.lid 1.

Periode: 1945–

Product: Programma van eisen

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

219

Actor: VakMinister

Handeling: Het ontwikkelen van het departementaal beleid inzake interne huisvesting.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1989 (Stb. 1989, nr. 320,) art. 8.1;.Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998, nr. 552), art. 16; Regeling Geschillencommissie voor de Rijkshuisvesting (Stcrt. 1999/234), art. 17

Bron: De Verdieping, het nieuwe organisatiemodel, 2001, p. 63

Product: Nota’s, vergadernotulen, adviezen, rapporten, richtlijnen, procedures, regelingen, voorschriften, evaluaties, huisvesting, verhuizingen, ruimtebeheer, meerjarenprogramma huisvesting, inventarisatie huisvestingswensen, toepassing van rijksregelingen

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

221

Actor: VakMinister

Handeling: Het samen met de Rijksgebouwendienst formuleren van een huisvestingsprobleem.

Bron: Processtappen RGD (2005).

Periode: 1989–

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

223

Actor: VakMinister

Handeling: Het in gebruik ontvangen van huisvestingsruimte van de Rijksgebouwendienst.

Periode: 1989–

Bron: Processtappen RGD (2005)

Product: Acceptatierapport, proces verbaal van oplevering, acceptatiechecklist, controlelijsten van de instrumenten, beheersplan en indelingsplan, gebruikersovereenkomst

Waardering: V

Termijn: 10 jaar na einde contract

224

Actor: VakMinister

Handeling: Het overdragen van het beheer van onroerende goederen aan de dienst der Domeinen.

Periode: 1945–

Bron: Processtappen RGD (2005)

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

225

Actor: VakMinister

Handeling: Het deelnemen aan de Klantenraad van de Rijksgebouwendienst.

Periode: 1999–

Grondslag: Regeling Klantenraad Rijkshuisvesting (Stcrt. 1998/234), art. 2.2–2.4, 3.1, Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552) (Stb. 1998/552), art. 12.2

Product: Agenda’s, notulen en verslagen

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

2.2. Beheer, onderhoud en inrichting

N.B voor beheer en overdracht kunstobjecten zie ook bsd Cultuurbeheer.

173

Actor: VakMinister

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten voor (periodiek) onderhoud en beheer van rijksgebouwen, installaties en monumenten betreffende het eigen departement.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit Rijkshuisvesting, art. 2.2.c (1991), art. 4.4a; Regeling Technische Uitwerking (1991); Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 7; 8.1.2; Regeling Taakverdeling Beheer (1999) art. 3; 7; 8.1.2.

Bron: De basis voor een comfortabele werkomgeving (2005)

Product: Opdrachten, offertes, Regeling Taakverdeling Beheer (contract), adviezen, gespreksverslagen, correspondentie, proces verbaal van oplevering,. proces verbaal van wederoplevering, Meerjarige Onderhouds Prognose., Basispakket Beheer, serviceovereenkomst, abonnement Digitale Informatievoorziening Accounts.

Opmerking: Voor beheer en onderhoud kan de klant kiezen uit pakketten gericht op huisvesting, onderhoud gebouwen, terreinen en installaties voor licht, water, transport, keukens en ict), schoonmaak en groenvoorziening, risicomanagement (receptie, beveiliging, calamiteitenplannen), restauratieve voorzieningen (vergaderzaalbeheer, bedrijfsrestaurant, koffie- en thee bezorging) en volledig ingerichte werkplekken.

De gebouwgebonden diensten, onderhoud huisvesting, terreinen en installaties, vormen het Basispakket Beheer en zijn onderdeel van de huurovereenkomst. De overige diensten kunnen naar keuze worden afgenomen volgens een service-overeenkomst. De Rijksgebouwendienst geeft adviezen over de technische aspecten van de af te nemen diensten. De klant kan zich abonneren op de databank Digitale Informatievoorziening Accounts van de Rgd waarin informatie kan worden gevonden over onderhoud en beheer.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar na einde contract

231

Actor: VakMinister

Handeling: Het sluiten van contracten voor huur, huurkoop of onderhoud en lease van gebouwen en installaties met de Rijksgebouwendienst.

Periode: 1945–

Grondslag: KB van 29 juli 1922, art. 1b (Stb. 470); KB huisvesting rijksoverheid van 20 augustus 1952 (Stb. 449), art. 1.3.b, en art. 2.2.; Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 7, 8 1.2

Periode: 1945–

Product: Opdrachten, offertes, Standaard Interne en Externe verhuurovereenkomst Rijksgebouwendienst/Domeinen (SIVR), (SEVR)

Waardering: V

Termijn: 10 jaar na einde contract

232

Actor: VakMinister

Handeling: Het (doen) uitvoeren van kleine verbouwingen.

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 8.2; Regeling Taakverdeling Beheer (1999) art. 3.

Periode: 1945–

Product: Opdrachten, offertes, verslagen van overleg, correspondentie, notities

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

233

Actor: VakMinister

Handeling: Het (doen) leveren en plaatsen van installaties in gebouwen.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 8.2; Regeling Taakverdeling Beheer (1999) art. 3

Product: Offertes, opdrachten, correspondentie, bestek, bouwtekeningen, revisiebouwtekeningen

Opmerking: Het betreft installaties voor verwarming, verlichting, klimaatbeheersing, liften enz..

Waardering: V

Termijn: 10 jaar na vervanging of sloop installatie

235

Actor: VakMinister

Handeling: Het (laten) inrichten van gebouwen en kamers.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb. 1998/552), art. 8.2; Regeling Taakverdeling Beheer (1999) art. 5, 6

Product: Notities, opdrachten, offertes, correspondentie

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

237

Actor: VakMinister

Handeling: Het behandelen en uitvoeren van verzoeken tot interne (her)huisvesting.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (Stb.1998/552), art. 8.2; Regeling Taakverdeling Beheer (1999) art. 2, 3

Product: Huisvestingsprogramma’s, huisvestinggegevens, indelingsoverzichten, verhuisorganisaties, huisvestingsverzoeken, toekenningen ruimtes, plattegronden, opdrachten, bouwtekeningen, verslagen

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

238

Actor: VakMinister

Handeling: Het voldoen aan voorschriften voor de arbeidsomstandigheden met betrekking tot het onderhoud van huisvestingsobjecten.

Periode: 1945–

Grondslag: Arbeidsomstandighedenwet 1998 (1999/Stb. 184), art. 1–11

Product: Plan van aanpak; voortgangsoverzichten

Opmerking: Voorbeeld is de Arbowetgeving voor gevelreiniging

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

239

Actor: VakMinister

Handeling: Het verzorgen van interne en externe vergaderfaciliteiten.

Periode: 1945–

Product: Aanvragen, reserveringen, offertes

Waardering: V

Termijn: 1 jaar

240

Actor: VakMinister

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en Instellingen betreffende de huisvesting van het departement.

Periode: 1945–

Opmerking: Bijvoorbeeld over de bezichtiging van het gebouw, over de architect of over geplaatste kunstwerken.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervanging bouwtekening, installatie, sloop gebouw

3. Selectielijst Minister van Binnenlandse Zaken

175

Actor: Minister van Binnenlandse Zaken

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten inzake periodiek onderhoud en reiniging van paleizen.

Periode: 1991–

Grondslag: Besluit Rijkshuisvesting, art. 2.2.c, art. 4.4a, Regeling Technische Uitwerking 1991

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na einde contract

4. Selectielijst Minister van Buitenlandse Zaken

53

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het registreren van eigendommen en in gebruik zijnde gebouwen.

Periode: 1952–

Grondslag: Besluit Staatsblad 1952, 449, art. 3.2

Product: Gegevens verwerkt in MLG’s, geautomatiseerd onderhoudssysteem

Waardering: B; V digitale bestanden

Selectiecriterium: 5

54

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het verwerven van onroerende goederen of daarmee verbonden rechten.

Periode: 1954–

Grondslag: Convenant RGd –BuZa 1954

Product: Contracten koop en verkoop

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

62

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het sluiten van huurcontracten.

Periode: 1945–

Bron: –

Opmerkingen: Hierbij wordt ook verstaan inhuring, huurvernieuwing of verlenging, ontbinding van de huur. Huurcontracten zijn in de regel 10 jaar geldig en moeten daarna worden vernieuwd.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervallen contract

64

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het sluiten van huurkoop- of lease-contracten.

Periode: 1945–

Bron: –

Opmerkingen: Er zijn twee vormen van leasing:

Financial lease, waarbij de economische risico’s voor de leaser zijn;

Operational lease, waarbij de economische risico’s voor de lender zijn.

In beide gevallen gaat de eigendom uiteindelijk over naar de leaser.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervallen contract

69

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het (laten) uitvoeren van bouwwerkzaamheden aan nieuwe gebouwen en grote verbouwingen voor diplomatieke posten.

Periode: 1945–

Product: Bestek, aanbesteding, aanbestedingscontract, voortgangsrapportage, proces van oplevering.

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

71

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het (laten) uitvoeren van kleine verbouwingen aan diplomatieke posten.

Periode: 1954–

Product: Opdrachten, bestekken

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

73

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het laten uitvoeren van groot onderhoud of renovatie aan gebouwen van diplomatieke posten.

Periode: 1970–

Bron: Procedures voor bouwkundige projecten van de DGB.

Product: Programma’s en bestekken van groot onderhoud of renovatie, opdrachten

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

96

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het laten uitvoeren van planmatige onderhouds- en verbouwingswerkzaamheden aan bestaande gebouwen (`onderhoudsprojecten’).

Periode: 1945–1973

Bron: Procedures voor bouwkundige projecten van de DGB

Product: Bestek, aanbesteding, aanbestedingscontract, voortgangsrapportage, proces van oplevering.

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

97

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het jaarlijks machtigen van diplomatieke posten tot het doen uitvoeren van onderhoudsprojecten aan hun gebouwen.

Periode: 1970–

Product: Procedures van bouwkundige projecten

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

98

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het bestellen van meubilair en goederen voor de inrichting van ambassadegebouwen.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 15 jaar

99

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het doen leveren van meubilair en goederen voor de inrichting van ambassadegebouwen.

Periode: 1945–

Product: Facturen, voorraad- en besteladministratie, beschikkingen op aanvragen

Waardering: V

Termijn: 15 jaar

100

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het bestellen van werken uit het rijkskunstbezit voor de inrichting van diplomatieke posten.

Periode: 1945–

Product: Facturen, voorraad- en besteladministratie, beschikkingen op aanvragen

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

101

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het uitlenen van werken uit het rijksbezit voor de inrichting van diplomatieke posten.

Periode: 1945–

Product: Uitleenadministratie, beschikkingen op aanvragen

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

102

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het sluiten van contracten met openbare nuts- en andere bedrijven voor de levering van exploitatievoorzieningen.

Periode: 1945–

Product: Uitleenadministratie, beschikkingen op aanvragen

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na geldigheid

103

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het uitoefenen van toezicht op het gebruik van het gebouw.

Periode: 1945–

Product: Inspectierapporten, berichten over de staat van de gebouwen

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

106

Actor: Minister van Buitenlandse Zaken

Handeling: Het vaststellen van plaatsing van personeel in panden.

Periode: 1945–

Product: Inspectierapporten, berichten over de staat van de gebouwen

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

5. Selectielijst Minister van Defensie

5.1. Kaderstellend

5.1.1. Beleidsvoorbereiding

1

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van de rijkshuisvesting.

Periode: 1945–

Opmerking: Hierbij inbegrepen het instellen van interne werkgroepen, commissies e.d. op het beleidsterrein rijkshuisvesting

Waardering: B

Selectiecriterium: 1

2

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen inzake rijkshuisvesting.

Bron: Handboek bureau SG A/895 23-01-2004

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 3

3

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het houden van interviews, redevoeringen en het afleggen van openbare verklaringen inzake rijkshuisvesting.

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 3

152

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het deelnemen aan overleg op het gebied van de rijkshuisvesting, waarvan niet het secretariaat wordt gevoerd.

Periode: 1945–

Product: Notulen en vergaderstukken

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

211

Actor: Bestuursraad

Handeling: Het voeren van overleg en het adviseren aan de DW&T inzake de rijkshuisvesting.

Periode: 1999–

Product: Agenda’s, notulen en vergaderstukken, adviezen

Opmerking: Overleg en adviezen betreffen het functioneren van de rijkshuisvesting, het samenstel van het diensten en produktiepakket van de dienst, het uitvoeren van een bedrijfs en meerjarenplan. De besluten en wettelijke voorschriften op het beleidsterrein. De Commandant Diensten Centra zit de vergaderingen voor.

Waardering: B

Selectiecriterium: 4

212

Actor: Bevelhebber

Handeling: Het vaststellen van algemene gebruiksregels van aan het krijgsmachtdeel ter beschikking gesteld onroerend goed

Periode: 1945–

Product: Voorschrift beheer en gebruik onroerend goed (MP 43-100), 1405.

Waardering: V

Selectiecriterium: 4

Termijn: 5 jaar na vervallen gebruiksregels

213

Actor: Bevelhebber

Handeling: Het bepalen van de bestemming van de ter beschikking getselde objecten.

Periode: 1945–

Product: Voorschrift beheer en gebruik onroerend goed (MP 43-100), 1406.

Waardering: V

Selectiecriterium: 4

Termijn: 5 jaar na na wijziging bestemming

214

Actor: Bevelhebber

Handeling: Het aanwijzen van een beschikker.

Periode: 1945–

Product: Voorschrift beheer en gebruik onroerend goed (MP 43-100), 1407

Opmerking: Onder de beschikker wordt verstaan de autoriteit die, namens de bevelhebber, bepaalt aan wie door de beheerder een object of systeem ’in gebruik’ wordt gegeven.

Waardering: V

Selectiecriterium: 4

Termijn: 5 jaar na na vervallen aanwijzing

215

Actor: Bevelhebber

Handeling: Het aanwijzen van een hoofdgebruiker en deelgebruiker van objecten.

Periode: 1945–

Product: Voorschrift beheer en gebruik onroerend goed (MP 43-100)

Opmerking: Onder de hoofdgebruiker wordt verstaan de militaire- of burgerfunctionaris aan wie een object door de beheerder ’in gebruik’ is of wordt gegeven.

Deze hoofdgebruiker wordt, afhankelijk van het krijgsmachtdeel, veelal aangeduid met de benaming kazerne(complex)commandant, basiscommandant, commandant van een walorganisatie, directeur van een marinebedrijf e.d.

Waardering: V

Selectiecriterium: 4

Termijn: 5 jaar na na vervallen aanwijzing

216

Actor: Commissie belast met het onderzoek naar mobilisatiemagazijnen

Handeling: Het adviseren van de Inspecteur der Genie en de DGWT inzake de plaats en de te stellen eisen aan complexen van mobilisatiemagazijnen.

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 4

5.1.2. Regels en bevoegdheden

8

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het stellen van interne regels voor de organisatie van de DGWT.

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 4

5

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het vaststellen van instructies en richtlijnen ten aanzien van de zorg voor gebouwen, werken en terreinen.

Bron: MP 43-100

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 4

11

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opstellen van regels omtrent de uitvoering van huisvestingswerkzaamheden.

Bron: Afgeleid uit art. 2, lid 2 sub a,, Besluit Stb. 1952, Stb. 449.

Periode: 1952–

Waardering: B

Selectiecriterium: 4

217

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het uitsluiten van bedrijven om in te schrijven op aanbestedingen voor nieuwbouw, verbouw of onderhoud van gebouwen en terreinen.

Periode: 1945–1957

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

5.1.3. Technische instrumenten

138

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opstellen van onderzoeksplannen, voor wetenschappelijk-technisch onderzoek ter verbetering van procédés of van de kwaliteit van de producten.

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 1

139

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het ontwikkelen van methoden en technieken van de sturing van de rijkshuisvesting.

Periode: 1945–

Opmerking: Hierbij is inbegrepen het ontwikkelen van geautomatiseerde rekensystemen voor de technische begeleiding van de rijkshuisvesting.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na jaar na vervallen methode/systeem

218

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (laten) verrichten van onderzoeken naar militaire gebouwen en van terreinen.

Bron: aanwijzing SG A/860 15-04-1999

Periode: 1945–

Opmerkingen: Hierbij is o.m. inbegrepen asbest- en akoestisch onderzoek van militaire gebouwen en terreinen

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

5.1.4. Planning

219

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opstellen van jaarplannen voor de werkzaamheden van de DGWT.

Periode: 1945–

Opmerkingen: Het betreft hier het voorbereiden, samenstellen en vaststellen van nieuwbouw-, verbouwonderhoudsprogramma’s en inspectief-correctief onderhoud.

Waardering: V

Selectiecriterium: 5

22

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het periodiek verslag uitbrengen inzake de rijkshuisvesting.

Periode: 1945–1989

Product: Jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen, interne controlerapporten

Waardering: B jaarverslagen, rest V 1 jaar

Selectiecriterium: 3

5.1.5. Opzet van de administratie

155

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opzetten van geautomatiseerde registratiesystemen voor de administratie van de rijkshuisvesting.

Periode: 1988–

Waardering: B

Selectiecriterium: 1

156

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het stellen van regels voor de administratie van nieuw- en verbouwprojecten.

Periode: 1992–

Waardering: V

Selectiecriterium: 5

5.2. Uitvoerend

5.2.1. Administratie

161

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het registreren van eigendommen en in gebruik zijnde rijksgebouwen (de gebouwenvoorraad).

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

163

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het registreren van lopende nieuw- en verbouwprojecten.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

164

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het registreren van noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

166

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het sluiten van periodieke verzekeringscontracten voor gebouwen en terreinen.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na verloop van het contract.

220

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het beheren en instandhouden van vastgoedinformatie.

Periode: 1945–

Product: Integraal Vastgoed Informatiesysteem (IVIS)

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

5.2.2. Verkrijging en vervreemding

In dit hoofdstuk zijn niet opgenomen: de aanleg van verdedigingswerken tegen een invallende vijand. Deze handelingen maken deel uit van het beleidsterrein militaire operatiën.

44

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het verkrijgen van onroerende goederen of daarmee verbonden rechten.

Periode: 1945–

Opmerkingen: Voorbeelden zijn:

de infrastructurele voorzieningen op oefenterreinen, die na 1945 zijn aangeworven.

de onroerende goederen, die in de jaren 1940–1945 in opdracht van de bezetter door de Rgd zijn gebouwd en nadien aan de krijgsmacht zijn overgedragen.

de terreinen, die door elke gemeente aan Defensie zijn afgestaan voor mobilisatiemagazijnen. De acquisitie van deze terreinen geschiedde mede op aanbeveling van de Rijks Planologische Dienst. De activiteiten werden verricht door een commissie inzake mobilisatiemagazijnen.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

169

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het bemiddelen bij de verkoop van een door de dienst der Domeinen van het Ministerie van Financiën te verkopen onroerend goed aan een gesubsidieerde instelling.

Bron: Domeinen in beeld, p. 15

Periode: 1976–

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na verkoop

194

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het sluiten van huurcontracten.

Periode: 1945–

Opmerkingen: Hierbij wordt ook verstaan inhuring, huurvernieuwing of verlenging, ontbinding van de huur.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na beëindiging contract

196

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het overleggen met de verhuurder over aan het object te treffen voorzieningen.

Periode: 1945

Opmerkingen: Het betreft voorzieningen die, indien het gebouw rijkseigendom was, als onderhoud zouden moeten gelden.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

197

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het instemmen met de huur van gebouwen door de Rijksgebouwendienst.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na beëindiging contract

198

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het sluiten van huurkoop- of lease-contracten voor (gedeelten van) gebouwen.

Periode: 1945–

Opmerking: Er zijn twee vormen van leasing: Financial lease, waarbij de economische risico’s voor de leaser zijn; Operational lease, waarbij de economische risico’s voor de lender zijn. In beide gevallen gaat de eigendom uiteindelijk over naar de leaser.

Lease-contracten kunnen ook tussentijds worden afgekocht met bedragen à fonds perdu, in welk geval er sprake is van een normale koophandeling.

Nadat de eigendom is overgegaan naar de leaser is sprake van het verkrijgen van onroerende goederen, waarbij dan handeling 20 van toepassing is.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na beëindiging contract

221

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voorbereiden van de verkoop van onroerende goederen door de dienst der Domeinen.

Bron: Archief

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 7 jaar na verkoop

5.2.3. Beheer van Rijkseigendommen

45

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het toekennen van namen aan (militaire) gebouwen, wegen en terreinen.

Bron: Traditie commissie Krijgsmacht

Periode: 1945–

Opmerkingen: Gedacht moet worden aan benamingen als Koningin Julianakazerne, Prins Alexanderkazerne etc.

Product: Legerorder 1948, no, 200 L-LM, houdende vaststelling van de namen van de kazernes.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

47

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het overdragen van het beheer van onroerende goederen aan de Rijksgebouwendienst.

Bron: Protocol-taakverdeling DGWT-Rgd, oktober 1985.

Periode: 1985–

Opmerkingen: Het betreft hier gebouwen die niet op militaire terreinen staan, maar die inmiddels monumentale waarde hebben gekregen. De belangrijkste zijn het Armamentarium in Delft en het Koninklijk Militair Tehuis Bronbeek bij Velp.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

48

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten tot regeling van zakelijke rechten verbonden aan Defensie onroerend goed

Bron: Art. 38, lid 1, Comptabiliteitswet 1976.

Periode: 1922–

Opmerkingen: De overeenkomsten worden gesloten door de DGW&T. De Minister verleent instemming.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

49

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het vaststellen van voorschriften voor het gebruik van rijksgebouwen en dienstwoningen.

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 4

50

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (onder)verhuren of ter beschikking stellen van (dienst)woningen, militaire gebouwen en terreinen, of gedeelten daarvan.

Periode: 1945–

Opmerkingen: Het gaat hier onder meer om de beschikbaarstelling van gebouwen (of gedeelten daarvan) en terreinen aan derden voor vergaderingen, examens, openbare aanbestedingen, manifestaties e.d., alsmede het ter beschikking stellen van leegstaande kazerne’s ten behoeve van de opvang van asielzoekers en vluchtelingen, alsmede het verhuren van terreinen voor jacht en visserij.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afsluiten dossier

93

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het uitoefenen van toezicht op het gebruik van militaire gebouwen.

Periode: 1945–

Opmerking: Onder toezicht wordt o.m. verstaan: het keuren van installaties, de controle van de inrichting, de beproeving van brandblusmiddelen en andere veiligheidsinstallaties, het controleren van geregelde schoonmaakwerkzaamheden.

Hierbij ook het opstellen van keuringsplannen.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

113

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het toetsen van het beheer van monumenten in het beheer van het rijk.

Bron: RGD-monumenten 1991, p. 9

Periode: 1970–

Opmerking: Het werk wordt verricht door de Adviesgroep Monumenten Rijksbezit.

Product: Rapport

Waardering: V

Selectiecriterium: 5

116

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het aanmelden van rijksgebouwen en objecten als monument aan het bevoegd gezag.

Bron: RGD-monumenten 1991, p. 9

Periode: 1964–

Product: Aanmelding

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

171

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het afstoten van het beheer van roerende en onroerende goederen aan de dienst der Domeinen.

Periode: 1945–

Opmerkingen: Aan deze overdracht gaat een onderzoek vooraf over de staat van het goed.

Hierbij is bijv. van belang of er geen bodemverontreiniging kan worden geconstateerd.

Product: Proces verbaal van overdracht, middelenafspraak met het Ministerie van Financiën voor de aanwending van de uit de overdracht verkregen middelen.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

190

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het sluiten van verhuurcontracten van panden of delen daarvan.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afsluiten dossier

193

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het ter bezichtiging openstellen van panden.

Periode: 1945–

Opmerkingen: Gedacht moet worden aan monumenten, stijlzalen e.d. Hierbij is ook begrepen het heffen van entree e.d.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

222

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het uitvoeren van het beheer, instandhouding en exploitatie van gebouwen, terreinen en werken.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

223

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opstellen van structuur- en ontwikkelplannen voor (militaire) gebouwen en terreinen.

Periode: 1945–

Opmerkingen: Defensie legt in structuur- en ontwikkelingsplannen per grote kazerne of vliegveld naar de toekomst vast welke infrastructuur te behouden en wat nog te ontwikkelen.

Het structuur- en ontwikkelingsplan schenken veel aandacht aan de bodem. Deze onderste laag wordt gevormd door een watersysteem en bodemgesteldheid. Daarmee hangen natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden samen.

Wegen, gebouwen en ondergrondse infrastructuur moeten tevens aansluiten op de omgevingen.

Product: Structuurplan, ontwikkelingsplan

Waardering: B

Selectiecriterium: 1

224

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het beslissen inzake verschillen van mening tussen beschikker/Hoofdgebruiker en beheerder van objecten omtrent

– de bedoeling van bepalingen in voorschriften;

– uitvoering van materieelbeheer;

– specifieke voorwaarden in machtigingen verleend aan derden tot het vestigen van zakelijke rechten waarbij het gebruik en genot van in gebruik gegevens infrastructuur op enigerlei wijze wordt beperkt

Grondslag: Voorschrift beheer en gebruik onroerend goed (MP 43-100), 1604, 1607, 2214

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 20 jaar na jaar na afsluiten dossier

225

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het aanwijzen van een woning tot ambts-, dienst of garnizoenswoning.

Bron: Archief

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afsluiten dossier

226

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het verstrekken van adviezen op het gebied van vastgoed.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

227

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het adviseren over de voorbereiding en de uitvoering van de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing van bouwprojecten en ruimtelijke ordeningsprojecten.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 5

5.2.4. Bouwwerkzaamheden

Onder de bouwwerkzaamheden van de DGWT kan men rekenen:

Mobilisatiedepots in verschillende gemeenten, op advies van de Rijks Planologische Dienst aangebracht;

Werkplaatsen voor bewerking en onderhoud van wapens en munitie.

Vernieuwingen en uitbreidingen van bestaande kazernes en herziening van de inrichtingen zoals de vernieuwing van keukens en sanitaire inrichtingen, de bouw van kantoren, sporthallen en voorzieningen voor vrouwelijke militairen.

Uitbreiding en nieuwbouw van opleidingsinstellingen b.v. voor de KMA en de LETS.

Gebouwen voor de rijksverdedigingsorganisatie TNO.

Baanverdraaiing en herinrichting van de vliegbasis Eindhoven, werkzaamheden aan de vliegbasis Soesterberg.

Voorzieningscentra voor brandstof, bijvoorbeeld het NAVO-pijpopleidingssysteem.

Infrastructurele werkzaamheden aan oefenterreinen in’t Harde en de Markerwaard Gebouwen voor AFCENT, USAFE, de US Army en andere NAVO-instellingen.

Een nagenoeg uitputtende opsomming van de verrichte bouwwerkzaamheden tot 1988 bevindt zich in de bijdragen van F.H. van den Beemt e.a. in 300 jaar bouwen voor de landsverdediging.

De bouwplannen, worden veelal ontworpen door medewerkers van de Dienst der Genie (Centraal Bouwbureau), later de DGWT. Hieraan kunnen studies vooraf gaan van werkgroepen, die adviezen verstrekken over het gewenste type bouw. Na goedkeuring van het rapport vindt desgewenst openbare aanbesteding plaats; maar de werkzaamheden kunnen ook door militairen worden uitgevoerd. Aan het gebouw worden ook infrastructurele voorzieningen gekoppeld, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van militaire activiteiten. Bijvoorbeeld het verharden van banen, waarover tanks moeten rijden.

67

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (laten) uitvoeren van bouwwerkzaamheden van nieuwe gebouwen en grote verbouwingen.

Periode: 1947–

Producten: Bestek, aanbestedingscirculaire en aanbestedingscontract; het bestek bevat bouwtekeningen van constructies; ontwerpen van installaties, voortgangsrapportage, staten van meer- en minderwerk, proces verbaal van oplevering

67.1

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het maken van afspraken over een nieuw gebouw.

Product: Contract

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.2

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het vaststellen van een program van eisen.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.3

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het (doen) opstellen van een voorlopig ontwerp met een voorlopige begroting.

Opmerking: Dit werk kan ook door een particuliere architect worden uitgevoerd.

Product: Voorstukken, voorlopige begroting

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

Product: Voorlopig ontwerp

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.4

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het toetsen van het voorlopig ontwerp aan het program van eisen.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vaststelling definitief ontwerp

67.5

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het opstellen van architectonische en constructie-ontwerpen.

Opmerking: Ontwerpproces houdt in: ontwerpen door de architect., berekenen door de experts. Tekenen van de bouwbouwtekeningen en de details door de experts, ontwerpen kunnen worden gemaakt met betrekking tot:de gevel en de basisconstructie van de bouw.

Afschrijftechnisch is dit ontwerp ca. 50 jaar houdbaar. Infrastructurele voorzieningen. Afschrijftechnisch is dit ontwerp ca. 20 jaar houdbaar. Deze afschrijftermijnen wisselden in de jaren 1922–1971 nog al eens op papier.

De Minister en de vakMinister moeten het definitieve ontwerp goedkeuren. Hierbij kan hij het advies inwinnen van het Adviesbureau.

Product: Kladontwerpen en kopieën, met uitzondering van in het bestand aangetroffen schetsontwerpen van de architect

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

Product: Schetsontwerpen van de architect, voorontwerpen, definitief ontwerp en de daarbij gesloten adviezen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

67.6

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het (doen) opstellen van een definitief ontwerp.

Opmerkingen: Het ontwerpproces houdt in: Ontwerpen door de architect,berekenen door de experts, tekenen van de bouwbouwtekeningen en de details door de experts. Ontwerpen kunnen worden gemaakt met betrekking tot: de ruimtelijke indeling van het gebouw (wanden etc.) de elektrische bedrading, de klimaatbeheersing, de waterleiding, de plaatsing van de verlichting en de installaties, de plafondindeling.

De technische geldigheid van deze bouwtekeningen wordt geschat op ca. 20 jaar. Daarna is als gevolg van veranderingen aan de eisen van de omgeving verandering noodzakelijk. Deze bouwtekeningen zouden dan moeten worden vervangen door revisiebouwtekeningen. In de praktijk komt het er vaak op neer dat er wijzigingen op de reeds bestaande bouwtekeningen zijn aangebracht (overtekenen’). Het definitieve ontwerp wordt getoetst.

Het gaat hierbij om de uitvoering van richtlijnen en aanwijzingen, waarvoor Reguliere voorzieningen worden besteld en aan technische normen wordt voldaan. Voor specifieke decoratieve voorzieningen in bijzondere gevallen is een aparte handeling opgesteld.

Product: Bouwtekeningen ruimtelijke indeling van het gebouw (wanden etc.), elektrische bedrading, klimaatbeheersing, verlichting en de installaties, plafondindeling

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na wijziging van de bouwtekening of na afsluiten dossier; eventueel over te dragen bij overdracht van het gebouw aan een nieuwe eigenaar.

Product: Constructiebouwtekeningen- en berekeningen, waterleidingbouwtekeningen, bouwtekeningen liften

Waardering: V

Termijn: Na afsluiten dossier.

Producten: Ontwerpbouwtekeningen, revisiebouwtekeningen van infrastructurele voorzieningen en bestek (bevat bouwtekeningen van technische aard over de plaatsing van de voorzieningen) betreffende monumenten.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.7

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het (doen) ontwerpen van representatieve interieurs en daarbij specifiek behorend meubilair

Producten: Specifieke bouwtekeningen van interieurs of decoratieve modellen van voorwerpen of binnenhuisdetails die specifiek bestemd zijn voor het gebouw.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.8

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het vaststellen van de kostenraming van het gebouw.

Opmerking: Deze ramingen worden bij het definitief ontwerp gevoegd.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

67.9

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het verkrijgen van bouw-, milieu-, hinderwet- en andere vergunningen.

Periode: 1945–

Opmerking: Voor de aanvrage van een vergunning is de indiening van het voorlopig ontwerp vereist. Het gaat om: Bouwvergunningen ingevolg, de Wet Ruimtelijke Ordening.

Hinderwetvergunningen of vergunningen ex. art. 4 van het besluit ter voorkoming van brandgevaar van 30 december 1934, Stb. 620.

Ontheffingen van het verbod tot het gebruik van vuurpotten ingevolge art. 2 van het besluit ter voorkoming van brandgevaar van 30 december 1934, Stb. 620.

Bij overdracht van het gebouw kunnen deze stukken worden overgedragen aan de nieuwe eigenaar.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na na afsluiten dossier

67.10

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het aanwijzen van architecten als ontwerper van rijksgebouwen.

Bron: Aanstellingsbesluit KB van 12 juni 1946

Periode: 1946–1957

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.11

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het goedkeuren van het bestek en de begroting.

Producten: Bestek, begroting, formulier

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

67.12

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het selecteren van beeldende kunstenaars.

Opmerking: Uitvoering van de percentageregeling beeldende kunst.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.13

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het sluiten van onderhandse contracten.

Opmerking: Het gaat hier om onderhandse contracten voor kleine werkzaamheden beneden een minimum, waarvoor geen aanbestedingsprocedure is vereist.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

67.14

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het selecteren en uitnodigen van inschrijvers of onderhandelingspartners bij aanbestedingen met voorafgaande selectie, bij onderhandse aanbestedingen of bij onderhandelingsprocedures.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

67.15

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het met programmagelden afsluiten van contracten.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

67.16

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het signaleren van oudheidkundige vondsten.

Opmerking: Indien bij graafwerk voorwerpen van hoge ouderdom of andere sporen worden ontdekt, dient het bevoegd gezag dat de bouwvergunning heeft verleend daarvan in kennis te worden gesteld. Het graafwerk wordt dan enige tijd gestaakt om archeologen in staat te stellen hun onderzoek te verrichten. Er dienen afspraken te worden gemaakt met de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek en de Monumentenwet is op de gevonden goederen van toepassing.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.17

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het voeren van de directie van de bouw.

Opmerking: Hierbij ook het rapporteren aan de opdrachtgever over de voortgang van het project.

De opzichters worden bijgestaan door de expertise van de afdeling, belast met de constructie en de installaties. Het toetsen van de bouw geschiedt echter vooral op financieel terrein en heeft betrekking op de besteding van de kosten.

Product: Verslagen directie-, stuurgroep- en werkbesprekingen, declaratieformulieren, bouwverslagen

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

67.18

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het goedkeuren van afwijkingen van het bestek en de begroting

Product: Staten van meer- en minder werk

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

67.19

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het in oplevering aanvaarden van het gebouw.

Product: Proces verbaal van oplevering. Hierbij kan beeldmateriaal zijn gevoegd om het resultaat van de bouw te tonen.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.20

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het overdragen van het gebouw aan de gebruiker.

Opmerking: Met deze overdracht gaat gepaard: het overdragen van het toezicht op het gebouw naar de afdeling, belast met het onderhoud.

Product: Proces verbaal van overdracht, acceptatierapport/nulinspectie.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

Product: Acceptatiechecklist, controlelijsten van de instrumenten, beheersplan en Indelingsplan, proces verbaal van opname.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar:

Product: Gebruikersovereenkomst

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervallen

67.21

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het inrichten van nieuwe huisvesting.

Opmerking: Deze activiteit geschiedt afzonderlijk voorzover zij niet reeds in het contract met de marktpartij of projectontwikkelaar is opgenomen.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

67.22

Actor: Minister van Defensie

Activiteit: Het evalueren van een bouwproject.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

67.23

Activiteit: Het formuleren van een projectplan en het bewaken van de voortgang.

Product: Projectopdracht, projectplan, verslagen van controlemomenten en gesprekken.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

68

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (doen) ontwerpen van standaard bouweenheden en modellen.

Periode: 1945–

Opmerking: Gedacht moet worden aan barakken, keukens, sporthallen e.d.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

228

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (laten) uitvoeren van bouwwerkzaamheden van en aan standaard bouweenheden en modellen.

Bron: Archief

Periode: 1945–

Opmerking: Gedacht moet worden aan barakken, keukens, sporthallen e.d.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar

Waardering: B (mbt bouwwerkzaamheden en onderhoud mbt interneringskampen opvangkampen voor burgers deze handelingen)

Selectiecriterium: 5

229

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het ontwerpen van brandstofinstallaties en pijpleidingen.

Bron: Archief

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

5.2.5. Onderhoudswerkzaamheden

87

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het laten aanpassen van installaties aan veranderde regelgeving.

Periode: 1945–

Opmerking: Gedacht moet worden aan de Hinderwet en de Wet milieubeheer, veiligheids voorschriften, brandweervoorschriften, milieuvoorschriften, voorschriften van bouw- en woningtoezicht e.d.

Waardering: V

Termijn: 15 jaar

90

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (laten) uitvoeren van planmatig vastgestelde onderhouds-, verbouwings- en herstelwerkzaamheden aan bestaande gebouwen, wegen en terreinen.

Bron: Legerorder 1946, nr. 368 Afgeleide van art. 1, lid 2 sub c en d, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1945–

Opmerking: Hierbij ook de aanleg en het onderhoud van sportvelden

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afsluiten dossier

91

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het op aanwijzing van de Minister, belast met Kunst, (laten) uitvoeren van verbouwings- en onderhoudswerkzaamheden aan rijksmonumenten.

Periode: 1945–

Opmerking: Voorbeeld van een project:

Verbouwing en restauratie van het Kasteel van Breda als gebouw van de Koninklijke Militaire Akademie.], onderhoud van het armamentarium in Delft. (tot 1984), herstel van Fort Pampus?

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

92

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (laten) uitvoeren van de plaatsing van technische installaties in gebouwen en het treffen van veiligheidsvoorzieningen in gebouwen en op terreinen.

Periode: 1945–

Opmerking: Bij installaties moet worden gedacht aan: voorziening van gas-, water - en electriciteitsleidingen, liften, transportmiddelen, zonwering, blussystemen, telefoon, e.d.. Bij overdracht van het gebouw of terrein aan een nieuwe eigenaar kan de neerslag van de handeling worden overgedragen.

Producten: Ontwerpen en revisie-ontwerpen van infrastructurele voorzieningen.

Bestek, aanbestedingscirculaire en aanbestedingscontract; het bestek bevat bouwtekeningen van technische aard over de plaatsing van de voorzieningen.

Rekening met betrekking tot de afwikkeling van het contract.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afsluiten dossier

Producten: Ontwerpen en revisie-ontwerpen van infrastructurele voorzieningen en bestek (bevat bouwtekeningen van technische aard over de plaatsing van de voorzieningen) betreffende monumenten.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

94

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (laten) uitvoeren van groot- en klein onderhoud.

Bron: MP 43-100

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afsluiten dossier

95

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het per object (doen) opstellen van onderhoudsplannen, beheersplannen en conditiemetingen.

Bron: MP 43-100

Periode: 1945–

Product: Beheersplan, conditiemeting, financieel meerjarenplan

Opmerking: In het beheersplan staat aan welke wet- en regelgeving het beheer van de onderhavige infrastructuur is gebonden. Omdat op gebouwen, wegen, groenvoorziening et cetera verschillende regels van toepassing zijn, bestaan er verschillende soorten beheersplannen. Door middel van conditiemeting wordt de feitelijke conditie van het vastgoed periodiek gemeten. Het verschil tussen gemeten conditie en de gewenste conditie leidt tot maatregelen. De kosten van deze maatregelen afgezet tegen de looptijd van het beheersplan levert een financieel meerjarenplan op.

Waardering: V

Termijn: 15 jaar

173

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten inzake periodiek onderhoud en reiniging.

Bron: Art. 2, lid 2, sub c, art. 4, lid 4a, Besluit Rijkshuisvesting, Regeling Technische Uitwerking 1991

Periode: 1991–

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afsluiten dossier

230

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het sluiten van contracten met openbare nuts- en andere bedrijven voor de levering van exploitatievoorzieningen.

Bron: Verzamelde bepalingen, p. 14–15.

Periode: 1945–

Opmerking: Gedacht moet hierbij worden aan de levering van gas, water, elektriciteit, en periodiek onderhoud van zowel gebouw als terrein door een schoonmaakdienst.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afsluiten dossier

231

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het afsluiten van een collectief energiecontract voor de rijksoverheid.

Grondslag: PTRO

Periode: 2001–

Opmerking: Gedacht moet hierbij worden aan de levering van gas, water, elektriciteit, en periodiek onderhoud van zowel gebouw als terrein door een schoonmaakdienst.

Product: Meerjaarlijks contract, mantelovereenkomst

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na vervallen contract

232

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het laten uitvoeren van periodieke keuringen of periodiek garantie-onderhoud door vaste contractpartners.

Periode: 1945–

Waardering: V

Termijn: 5 jaar na afsluiten dossier

5.2.6. Bijzondere voorzieningen op basis van speciale regelingen

De hier beschreven handelingen hebben betrekking op de uitvoering van wettelijke bepalingen of daaraan afgeleide voorschriften bij de verkrijging van bouwvergunningen. Voorschriften ten aanzien van bijzondere categorieën gebouwen, zoals monumenten en paleizen. Subsidieregelingen die door verschillende Ministers worden toegekend voor het treffen van speciale voorzieningen. Meestal gaat het om het treffen van extra voorzieningen, die zonder deze subsidieregels niet op dit moment zouden zijn uitgevoerd. Zij hebben betrekking op: energiebesparing; milieuzorg; cultuurbehoud; toegankelijkheid voor gehandicapten.

Voor een deel maken deze handelingen deel uit van projecten. De regelingen vinden dan soms fasegewijs plaats tijdens de projectvoorbereiding. In andere gevallen worden deze handelingen ook in het onderhoud meegenomen.

108

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het periodiek controleren van het energieverbruik van defensiegebouwen.

Bron: Interview

Periode: 1952–

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

205

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het opstellen van een milieuzorgprogramma.

Bron: Nationaal Milieubeleidsplan-plus, actiepunt 152.

Periode: 1989–

Opmerking: Dit milieuzorgprogramma is o.m. gericht op preventie van bodemverontreiniging, zoals omschreven in de Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen, nr. 12.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

206

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het inventariseren van mogelijke bodemverontreiniging in de beheerde objecten.

Bron: Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen, nr. 13.

Periode: 1994–

Opmerking: Deze regel is gebaseerd op het Besluit Verplicht Bodemonderzoek Bedrijfsterreinen en vult het inventarisatiewerk van de provinciale stichtingen Bodemsanering Bedrijfsterreinen (de z.g. BSB-acties) aan.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar na afsluiting dossier

207

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (laten) verrichten van milieukundig bodemonderzoek op (mogelijk) verontreinigde objecten.

Bron: Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen.

Periode: 1994–

Opmerking: Redenen voor bodemonderzoek kunnen zijn:

Bouwwerkzaamheden: In het kader van het Bouwbesluit en aan daaraan aansluitende gemeentelijke bouwverordeningen moet eerst de bodem worden onderzocht op mogelijke verontreiniging. In dat geval maakt bodemonderzoek deel uit van een project. Een verzoek van de dienst der Domeinen, voorafgaand aan overdracht van het beheer aan de dienst. In dat geval kan een reinigingsprocedure aan de overdracht vooraf gaan.

Vastgestelde verontreiniging als gevolg van een inventarisatie van bodemverontreiniging op een bedrijfsterrein van het rijk door een VSB-actie of andere verplichtingen. Het bodemonderzoek wordt in de regel uitbesteed.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar na afsluiting dossier

209

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het (laten) uitvoeren van milieuonderzoek bij bouwprojecten.

Bron: Kwaliteitsnormen rijkshuisvesting, milieurichtlijnen en preferenties. 1992.

Periode: 1992–

Opmerking: Milieu-audits worden uitgevoerd door de Inspecteur Milieuhygiëne in het kader van de convenanten Bedrijfsinterne Milieuzorg. Hierin wordt langs externe weg de milieuvriendelijkheid van het bouwproject getoetst. Hierbij kan worden gedacht aan: Aanwending van duurzaam en/of milieuvriendelijk materiaal; Vermijding van milieugevaarlijke stoffen (asbest, halonen), Vermijding van bodemverontreinigende werkzaamheden (verf, ontgravingen e.d.).

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

210

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het treffen van energiebesparende maatregelen in rijksgebouwen.

Bron: De PVR’s, Programma EER, Stcrt. 1991, 125.

Periode: 1992–

Waardering: V

Termijn: 20 jaar

233

Actor: Minister van Defensie

Handeling: Het voorkomen en laten verwijderen van besmettingshaarden van bodem, lucht en omgeving bij te onderhouden objecten.

Periode: 1994–

Bron: Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen.

1994, Jaarverslag RGD 1999, p. 19

Product: Studies, rapporten, inventarisaties, opdrachten,

Opmerking: Voorbeelden zijn bodemsanering, asbestverwijdering, legionellabestrijding.

Waardering: V

Termijn: 20 jaar na afsluiten dossier

6. Selectielijst Minister van Economische Zaken

4

Actor: Minister van Economische Zaken

Handeling: Het instellen van interdepartementale adviesorganen op het gebied van de rijkshuisvesting

Periode: 1945–

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

7. Selectielijst Minister van Financiën

14

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het instemmen met de gehele of gedeeltelijke overdracht van de zorg voor de huisvesting door de Rijksgebouwendienst aan de vakMinister.

Periode: 1952–

Grondslag: KB huisvesting rijksoverhei d, 20 augustus (Stb. 449), art. 3.2, 1952.

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

61

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het instemmen met huurkoop- of lease-contracten van de Rijksgebouwendienst.

Periode: 1982–1989

Grondslag: KB huisvesting rijksoverheid, 20 augustus 1952 ( Stb. 449), art. 1.2b, 2.2.

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

70

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het goedkeuren van het program van eisen voor de bouw van een buitenlandse post.

Periode: 1954–

Grondslag: Convenant Rgd-Buza, 1954

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

72

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het goedkeuren van de aanneemsom van door de Minister van Buitenlandse Zaken aanbestede bouwwerken.

Periode: 1954–

Grondslag: Convenant Rgd-Buza, 1954

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

191

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het vaststellen van standaard verhuurcontracten.

Periode: 1989–

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

192

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het innen van huurgelden van verhuurde panden.

Periode: 1989–

Bron: Domeinen in beeld.

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

202

Actor: Minister van Financiën

Handeling: Het goedkeuren van programma’s van eisen in huisvestingprojecten.

Periode: 1989–

Grondslag: Besluit Rijkshuisveting, art. 4.3

Waardering: V

Termijn: 7 jaar

8. Selectielijst Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap

12

Actor: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Handeling: Het voorbereiden van financiële regelingen voor de verfraaiing van rijksgebouwen.

Periode: 1945–

Bron: Kunstopdrachten van de Rijksgebouwendienst

Product: Percentageregeling beeldende kunst

Waardering: B

Selectiecriterium: 5

101

Actor: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Handeling: Het uitlenen van werken uit het rijkskunstbezit voor de inrichting van diplomatieke posten.

Periode: 1945–1997

Product: Uitleenadministratie, beschikkingen op aanvragen.

Opmerking: Sinds 1997 wordt de uitleenadministratie uitgevoerd door de Collectie Nederland.

Waardering: V

Termijn: 10 jaar

114

Actor: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Handeling: Het adviseren van de Minister van rijkshuisvesting inzake de toepassing van de percentageregeling.

Periode: 1950–

Waardering: B

Selectiecriterium: 1

119

Actor: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Handeling: Het adviseren van de Minister van de Minister inzake de verstrekking van kunstopdrachten.

Periode: 1950–1975

Waardering: B

Selectiecriterium: 1

213

Actor: Adviesgroep Beeldende Kunst

Handeling: Het adviseren aan de Minister inzake opdrachten aan kunstenaars voor de uitvoering van kunstwerken aan rijksgebouwen.

Periode: 1977–1993

Bron: Percentageregeling Beeldende kunst, 1951

Product: Percentageregeling beeldende kunst

Opmerking: Vanaf 1993 valt de adviesgroep onder de Rijksbouwmeester

Waardering: B

Selectiecriterium: 1

215

Actor: Adviesgroep Beeldende Kunst

Handeling: Het bijhouden van een documentatie van kunstwerken van voor bouwwerken aangetrokken of aan te trekken beeldende kunstenaars.

Periode: 1977–1993

Bron: Jaarverslag ABK 1977

Product: Documentatie van kunstwerken

Opmerking: Vanaf 1993 valt de adviesgroep onder de Rijksbouwmeester

Waardering: V

Termijn: 1 jaar na opheffing adviesgroep

9. Selectielijst Minister van Verkeer en Waterstaat

79

Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat

Handeling: Het doen uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan ambtswoningen.

Periode: 1945 –1957

Bron: Beschikking van Minister van Financiën 24 december 1924, nr. 58. (Verzamelde bepalingen pag. 23.)

Product: Onderhoudsopdrachten

Opmerking: Het betreft het directiegebouw op Ameland, de woning van de technisch Ambtenaar te Dieverbrug, de technisch ambtenaar te Petten, de havenmeester van Urk. Het Rijksdijkhuis te Gorinchem, het directiegebouw te Hellevoetsluis; woningen te Hellevoetsluis, Goedereede en Vreeswijk, te Moerdijk, Crèvecoeur en Aarle-Rixtel;de veerhuizen te Zaltbommel en Culemborg.

Waardering: V

Termijn: 5 jaar.

Naar boven