Beschikking rendementen gesubsidieerde woningbouw, januari 2006

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-03-2008.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-03-2006 t/m heden

Beschikking rendementen gesubsidieerde woningbouw, januari 2006

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 17, vierde lid, van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, en artikel 18, vierde lid, van de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986, en gelet op artikel 31 onderdeel i., op artikel 56, tweede lid, op artikel 57, eerste lid, en op artikel 58, derde lid, van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, en voorts gelet op artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 alsmede gelet op artikel 28b van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987;

Besluit:

Artikel 1

Voor woningen en voor woongebouwen met een bijzonder karakter, waarvoor een jaarlijkse bijdrage en een bijdrage ineens dan wel een bijdrage ineens op voet van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975, de Regeling geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986, of de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 werden verstrekt, bedraagt het rendement in de maand januari 2006, dat voor de berekening van de dynamische kostprijshuur bij de aanvang van elk nieuw tijdvak van 10 jaren wordt aangehouden, 3,625 procent.

Artikel 2

Voor de bepaling van de hoogte van de jaarlijkse bijdrage op voet van de berekeningsmethodiek conform de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988, met betrekking tot welk de gemeente de datum, bedoeld in artikel 31, onderdeel i. van die regeling, stelt op 16 januari 2006, doch niet later dan 15 februari 2006 bedraagt het gemiddelde verschil, bedoeld in artikel 57, eerste lid, van die regeling 0,487 procent.

Artikel 3

Voor de woningen, ten aanzien waarvan de toelatingsbeschikking voor 1 januari 1992 is afgegeven en waarvan in het tijdvak aanvangende met 16 januari 2006 en eindigende met 15 februari 2006 de notariële akte tot levering, bedoeld in artikel 89, boek 3, van het Burgerlijk Wetboek, is verleden, bedraagt het rentepercentage dat voor de toepassing van artikel 17, tweede lid, van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1984 in aanmerking wordt genomen, 4,30 procent.

Artikel 4

Het in artikel 28b van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 bedoelde opslagpercentage is gelijk aan het in artikel 2 van deze beschikking genoemde percentage en is geldig voor de genoemde periode.

Den Haag, 19 januari 2006

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
voor deze:
de

algemeen directeur van SenterNovem

,
op last:
de

opdrachtmanager Regelingen

,

A.F. van der Wiel

Naar boven