Wijzigingswet Gemeentewet en Wet politieregisters (cameratoezicht op openbare plaatsen)

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-02-2013.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-02-2006 t/m heden

Wet van 30 juni 2005 tot wijziging van de Gemeentewet en de Wet politieregisters in verband met de invoering van regels omtrent het gebruik van camera’s ten behoeve van toezicht op openbare plaatsen (cameratoezicht op openbare plaatsen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is in de Gemeentewet regels op te nemen omtrent het gebruik van camera’s ten behoeve van toezicht op openbare plaatsen alsmede in verband daarmee de Wet politieregisters te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

Artikel 151c van de Gemeentewet blijft buiten toepassing gedurende een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ten aanzien van camera’s ten behoeve van de handhaving van de openbare orde die geplaatst zijn voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

Artikel IV

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 30 juni 2005

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ,

J. W. Remkes

Uitgegeven de tweede augustus 2005

De Minister van Justitie a.i. ,

M. C. F. Verdonk

Naar boven