Subsidieregeling Activiteiten amateurkunst 2004

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-09-2003 t/m heden

Subsidieregeling Activiteiten amateurkunst 2004

Deze regeling vervangt per 1 september 2003 de regeling Activiteiten amateurkunst 2003.

1. Doel van de subsidieregeling

De subsidieregeling Activiteiten amateurkunst 2004 heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsontwikkeling van en de diversiteit in de amateurkunst. Het Fonds subsidieert activiteiten die vernieuwend of op een andere manier bijzonder zijn ten opzichte van andere (reguliere) activiteiten. Omdat het Fonds een landelijk fonds is, subsidieert het activiteiten die het lokale en regionale belang overstijgen.

Onder een amateurkunstenaar verstaat het Fonds iemand die uit liefhebberij, dat wil zeggen niet beroepsmatig, actief is op het terrein van de kunsten (podiumkunsten, literatuur, beeldende en audiovisuele kunst en nieuwe media), met in begrip van de sector volkscultuur.

2. Aard van de aanvragen

Een bijdrage kan worden verstrekt in de kosten die in Nederland gevestigde amateurkunstenaars, groepen, ensembles, verenigingen en amateurkader maken voor het uitvoeren van amateurkunst activiteiten, zoals:

  • - het ontwikkelen, invoeren en verspreiden van (relatief) nieuw of onbekend repertoire, nieuwe activiteiten, vakinhouden, methoden en werkvormen;

  • - het incidenteel bevorderen van de deskundigheid door middel van scholing, opleiding en begeleiding van amateurs, amateurkader en consulenten, hierin nadrukkelijk begrepen educatieve projecten die zijn gericht op de opleiding en/of de kwaliteitsontwikkeling van amateurs;

  • - bijzondere manifestaties en onderzoek (voor zover niet wetenschappelijk);

  • - activiteiten die op een andere wijze van bijzondere betekenis zijn voor het amateurveld.

Lokale en regionale activiteiten kunnen alleen voor subsidiëring in aanmerking komen indien zij zich in artistiek of methodisch opzicht duidelijk onderscheiden van reguliere amateurkunstactiviteiten. Om budgettaire redenen kan aan deze categorie van activiteiten een lagere prioriteit worden toegekend.

De activiteiten worden grotendeels in Nederland uitgevoerd door in Nederland gevestigde kunstenaars of gezelschappen. Activiteiten zijn openbaar toegankelijk en/of vinden binnen het basis- of voortgezet onderwijs plaats.

Let wel: Activiteiten die plaatsvinden binnen of gericht zijn op het primair, voortgezet en hoger onderwijs, alsmede reguliere activiteiten van kunsteducatie-instellingen komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

Operette

Binnen deze subsidieregeling is door het Ministerie van OCenW voor de periode 2002-2004 een apart budget beschikbaar gesteld ter bevordering van de operette, dat wil zeggen alle vormen van amateur muziektheater dat voor wat betreft inhoud en vorm verwant is aan, ofwel zijn oorsprong vindt binnen de geldende operettetraditie.

Daarbij kan het gaan om:

  • 1. bestaand operetterepertoire in een nieuwe enscenering, vertaling of arrangement;

  • 2. nieuw of vernieuwend operetterepertoire en

  • 3. geadapteerd operarepertoire.

Tevens kunnen aanvragen worden ingediend voor composities en arrangementen en nieuwe arrangementen van bestaand repertoire.

Meerjarige programma's

Het Fonds kan besluiten subsidie te verlenen voor activiteiten die meer dan één jaar beslaan. Het subsidie wordt in dat geval gefaseerd beschikbaar gesteld. Tussentijdse evaluatie van de gerealiseerde activiteiten speelt daarbij een rol.

Meerjarig door het Ministerie van OCenW gesubsidieerden

Instellingen die meerjarig door het Ministerie van OCenW worden gesubsidieerd kunnen voor een subsidie in aanmerking komen. Deze instellingen moeten echter aantonen dat de plannen niet kunnen worden gefinancierd uit de eigen activiteitenmiddelen.

3. Beschikbaar budget

Het bestuur van het Fonds stelt het beschikbare budget voor de subsidieregeling Activiteiten amateurkunst 2004 vast. Subsidie wordt slechts verleend voorzover de middelen van het Fonds toereikend zijn. Onder meer vanwege de beperkte hoeveelheid middelen kan het Fonds niet alle aanvragen honoreren en evenmin gehonoreerde aanvragen voor het gevraagde bedrag honoreren.

4. Aanvraag- en beslistermijn, start van uw activiteiten

Uw aanvraag moet dertien weken voor de start van uw activiteiten door het Fonds ontvangen zijn. De activiteiten vangen niet later aan dan op 31 december 2006. Het Fonds streeft ernaar binnen twaalf weken na ontvangst van uw aanvraag te berichten of uw aanvraag wordt gehonoreerd. Is uw aanvraag te laat ontvangen, dan wordt deze niet in behandeling genomen.

5. Aaanvragen

Voor het indienen van een aanvraag maakt u gebruik van het aanvraagformulier Activiteiten amateurkunst 2004 met bijbehorend begrotingsmodel.

De aanvraag, gesteld in de Nederlandse taal, bestaat uit:

  • - een volledig ingevuld aanvraagformulier (in negenvoud, zie 5.1.);

  • - een gemotiveerd plan (in negenvoud, zie 5.2.);

  • - een begroting met toelichting (in negenvoud, zie 5.3.);

  • - en voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen (zie 5.4.).

5.1. Aanvraagformulier

Op het aanvraagformulier worden onder andere vermeld:

  • - de gegevens van de aanvrager;

  • - de gegevens van de contactpersoon;

  • - op welke discipline(s) (toneel, dans, literatuur, muziek, beeldende kunst, audiovisuele kunst) de aanvraag betrekking heeft;

  • - in welke periode de activiteiten plaatsvinden.

5.2. Gemotiveerd plan

Het gemotiveerde plan beslaat bij voorkeur maximaal vier A-4tjes met een inhoudelijke en organisatorische beschrijving van uw activiteiten. Het verdient aanbeveling om het artistiek inhoudelijke deel door de artistiek verantwoordelijken te laten opstellen. In het algemeen is het van belang uw plan zo concreet mogelijk te beschrijven. Het bevat de volgende informatie:

  • - Een omschrijving van uw 'artistieke motivatie', de noodzaak om de voorgenomen activiteiten te realiseren.

  • - Een korte omschrijving van de voorgenomen activiteiten, van de doelstelling en van de doelgroep van het project.

  • - Een beschrijving van het artistiek inhoudelijk concept van de activiteiten.

  • - De werkwijze die u denkt te volgen om de activiteiten uit te voeren en de reden waarom u voor deze werkwijze kiest.

  • - De relatie tot eerder door u uitgevoerde activiteiten.

  • - De wijze waarop deelnemers worden geworven.

  • - Uw mening over het belang van de activiteiten voor de ontwikkeling en diversiteit van de amateurkunst.

  • - De wijze waarop de inhoudelijke ondersteuning en begeleiding van de activiteiten vorm krijgt.

  • - De (eventuele) samenwerking met (semi)professionals.

  • - De namen, kwalificaties, eerdere werkervaring van de personen die in artistiek-inhoudelijk opzicht verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten (dirigent, regisseur, cursusleider, dramaturg, schrijver, componist, ontwerper, enzovoort).

  • - De tijdsduur en fasering van de voorgenomen activiteiten (bijvoorbeeld trainingsperiode, repetitie- en uitvoeringsreeks) vanaf de eventuele honorering van uw aanvraag tot het geplande tijdstip van voltooiing of afronding.

  • - De wijze waarop de activiteiten geëvalueerd gaan worden.

  • - De wijze waarop aan de activiteiten en de resultaten ervan landelijke bekendheid wordt gegeven en de wijze waarop de resultaten landelijk worden verspreid, met inbegrip van de kwantitatieve gegevens (de promotie en distributie van de eindresultaten).

  • - Indien uw instelling meerjarig door het Ministerie van OCenW gesubsidieerd is: de reden(en) waarom het project niet uit uw reguliere activiteitenmiddelen kan worden gefinancierd.

5.3. Begroting

Voor Activiteiten amateurkunst 2004 maakt u gebruik van het bijbehorende begrotingsmodel.

  • 1. Het Fonds verzoekt u de begrotingsposten zoveel mogelijk te specificeren en indien u dit nodig acht een toelichting bij uw begroting te voegen.

  • 2. Ter bepaling van de hoogte van het te verlenen subsidie gelden de volgende richtlijnen:

Subsidiabele kosten

Subsidiabel zijn die kosten die vallen binnen de periode waarin de activiteiten worden uitgevoerd en - voorzover het meerjarig door rijk, provincie of gemeente gesubsidieerde instellingen betreft - die kosten die niet behoren tot de reguliere exploitatie en taakuitoefening van de aanvrager. Tot de reguliere kosten van exploitatie en taakuitoefening worden geacht te behoren: vaste personeelslasten, voorziening voor de instandhouding en uitbreiding van gebouwen, bouwkundige voorzieningen en vaste technische installaties en automatiseringsapparatuur, waaronder de aanschaf van hardware. Aanvragen die betrekking hebben op de exploitatie, investeringen, (de verbetering van) accommodaties, de aanschaf van instrumentarium en uniformen komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

Het Fonds en andere subsidiënten

In beginsel wordt er van uitgegaan dat er naast het Fonds ook andere Nederlandse subsidiënten zijn. Te denken valt aan particuliere fondsen (onder andere VSB Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Doen) en sponsoren. Vermeld in de begroting welke andere subsidiënten en/of sponsors u heeft benaderd en of u voor uw activiteiten subsidie heeft gevraagd bij gemeente of provincie, bijvoorbeeld in het kader van het Actieplan Cultuurbereik.

Subsidie die gedurende de subsidieperiode van andere bestuursorganen is of wordt verkregen voor dezelfde activiteiten als waarvoor in het kader van deze subsidieregeling subsidie is verleend, wordt in mindering gebracht op het verleende subsidie.

5.4. Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen

Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen zijn:

  • - een activiteitenoverzicht: opgave van aantal en spreiding van de activiteiten en van het deelnemers- en/of bezoekersaantal (in negenvoud).

  • - curricula vitae van makers, medewerkers en uitvoerenden (in negenvoud);

  • - een inhoudelijk verslag van de vorige door het Fonds gesubsidieerde activiteiten (in negenvoud);

  • - een kopie van de oprichtingsakte of indien meer recent de statuten van de aanvrager (in enkelvoud);

  • - indien uw instelling meerjarig door het Ministerie van OCenW gesubsidieerd is: de beschikking van het Ministerie van OCenW, de op basis daarvan ingediende herziene begroting en plan 2001-2004 (in enkelvoud);

  • - foto's, illustraties, videobanden, geluidsbanden en cd's (in enkelvoud). Het is van belang dat foto's, illustraties, videobanden, geluidsbanden en cd's voorzien zijn van de naam van de aanvrager en van de titel van de activiteiten.

    U kunt op het aanvraagformulier aangeven of u dit materiaal na afloop van de bezwaartermijn terug wilt ontvangen. Zend geen unica mee!

6. Werkwijze

Zo spoedig mogelijk na de ontvangst van uw aanvraag zendt het Fonds u een ontvangstbevestiging. Hierna wordt getoetst of uw aanvraag past binnen de regeling en volledig en op tijd is ingediend. Over het besluit van het Fonds volgt altijd schriftelijk bericht. Desgevraagd retourneert het Fonds van een niet in behandeling genomen aanvraag acht exemplaren.

Het bestuur van het Fonds legt een in behandeling genomen aanvraag voor aan een adviescommissie. Het Fonds benoemt adviseurs op basis van hun specifieke deskundigheid en voor een periode van twee aaneengesloten seizoenen, met een mogelijkheid van verlenging met eenmaal twee aaneengesloten seizoenen. Een adviescommissie bestaat uit een voorzitter en minimaal drie leden. Het bestuur van het Fonds stelt de adviescommissie samen. Vergaderingen van adviescommissies zijn niet openbaar.

Deze commissie beoordeelt een in behandeling genomen aanvraag aan de hand van de criteria zoals vermeld in de subsidieregeling. De commissie preadviseert het college van advies. Het college van advies bestaat uit een externe voorzitter en een door het bestuur te bepalen aantal externe leden en de voorzitters van de adviescommissies. Vergaderingen van het college van advies zijn niet openbaar. Het college van het advies brengt advies uit aan het bestuur.

Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt over de voortgang daarvan geen informatie verstrekt.

Het bestuur besluit in beginsel uiterlijk 12 weken na ontvangst van uw aanvraag. Het besluit van het bestuur bestaat uit de subsidiebeschikking met daarbij de motivatie, het uitgebrachte advies. Als uw aanvraag wordt gehonoreerd, berichten wij u het maximaal verleende subsidie of de voorwaarden waaronder een reservering kan worden omgezet in een subsidieverlening. Aan een subsidie zijn verplichtingen verbonden zoals vermeld in paragraaf 8 Subsidieverplichtingen en zoals eventueel aanvullend opgenomen in de beschikking.

Aan het honoreren van een aanvraag Activiteiten amateurkunst kunnen geen rechten worden ontleend met betrekking tot de honorering van een volgende aanvraag en/of een met betreffende activiteiten verband houdende aanvraag.

7. Beoordelingscriteria

De commissie beoordeelt een in behandeling genomen aanvraag Activiteiten amateurkunst 2004 aan de hand van de volgende specifieke criteria:

Kwaliteit

Van belang voor de vaststelling van de waarde van het plan zijn onder meer de (te verwachten) kwaliteit van de uitvoerenden, van de werkwijze, van het eindproduct en van de organisatie. De mate van inhoudelijke ondersteuning en begeleiding van de activiteiten en de mate waarin wordt samengewerkt met andere organisaties bepalen ook de kwaliteit.

Ontwikkeling en diversiteit

Plannen dienen in artistiek, vakinhoudelijk of methodisch-didactisch opzicht een aantoonbare bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling en diversiteit van de sector amateurkunst in Nederland. Hierbij is van belang of er sprake is van een landelijke spreiding van deelnemers of activiteiten. Meegewogen wordt of bekendheid wordt gegeven aan de uitvoering van de activiteiten en of de resultaten (evaluatieverslag, nieuw repertoire of nieuwe methodes) landelijk worden verspreid.

Alleen indien een aanvraag voldoet aan deze specifieke beoordelingscriteria, beoordeelt de commissie aan de hand van de volgende aanvullende criteria. Het Fonds geeft voorrang aan aanvragen die aan één of meer van de volgende aanvullende criteria voldoen.

Culturele diversiteit en/of jeugd en jongeren

In hoeverre is er sprake van bijzondere aandacht voor deelnemers met een cultureel diverse achtergrond en/of deelname door jeugd en jongeren?

8. Subsidieverplichtingen

8.2. Administratieve organisatie

Op verzoek van het Fonds overlegt u een volledig overzicht van uw financiële toestand. U zorgt ervoor dat de doelstelling van uw activiteiten op doelmatige en financieel verantwoorde wijze wordt nagestreefd en uitgevoerd. Ook zorgt u ervoor dat de administratie en de organisatie met betrekking tot uw activiteiten op overzichtelijke en doelmatige wijze wordt gevoerd en dat de administratie een juist, volledig en actueel beeld geeft van het (financiële) verloop van uw activiteiten.

De administratie en de daarbij behorende bewijsstukken bewaart u ten minste gedurende vijf jaren na de vaststelling van het subsidie.

8.3. Wijzigingen van de activiteiten

Het subsidie is uitsluitend bestemd voor de uitvoering van de in de beschikking genoemde activiteiten, binnen de in de beschikking genoemde periode. Wanneer zich substantiële wijzigingen voordoen in de planning of anderszins inhoudelijk en/of financieel, dient u het Fonds daarvan per omgaande schriftelijk in kennis te stellen. Als substantieel worden in ieder geval aangemerkt:

  • - wijziging van inhoud, vorm of artistiek concept van de voorgenomen activiteiten;

  • - wijziging van de kern van artistiek medewerkers of hun functie binnen de voorgenomen activiteiten;

  • - wijziging van de kern van zakelijk of productiemedewerkers;

  • - wijziging van de periode waarin de activiteiten plaatsvinden;

  • - wijziging van het aantal activiteiten of de mate van spreiding.

De eerste drie genoemde wijzigingen worden in principe opnieuw door een commissie beoordeeld. Op basis van dit advies blijft de oorspronkelijke subsidieverlening in stand of wordt het subsidie verminderd of ingetrokken.

Bij wijziging van de periode waarin de activiteiten plaatsvinden, blijft de oorspronkelijke subsidieverlening in stand als de activiteiten weliswaar later maar nog steeds in hetzelfde seizoen plaatsvinden. Wijziging leidt in principe tot intrekking van het subsidie als de activiteiten pas in een volgend seizoen plaatsvinden.

Bij wijziging van het aantal activiteiten of de mate van spreiding kan het subsidie evenredig worden verminderd of worden ingetrokken.

De intrekking of wijziging werkt terug tot het tijdstip waarop het subsidie is verleend, tenzij bij het besluit tot intrekking of wijziging anders is bepaald.

8.4. Verzoek om voorschot

U kunt een voorschot tot maximaal 90% van het verleende subsidie verkrijgen. Een verzoek om een voorschot bestaat uit:

  • - een speelplan, waaruit blijkt dat u het in uw aanvraag genoemde aantal activiteiten realiseert. U stuurt in het geval van voorstellingen en concerten tevens een kopie van de optie en/of definitieve contracten.

  • - een herziene begroting. In het dekkingsplan verantwoordt u als bijdrage van het fonds ten hoogste het verleende subsidie. Afwijkingen van 5% of meer ten opzichte van de begroting moeten worden toegelicht. De herziene begroting dient ondertekend te zijn door de penningmeester van uw instelling.

  • - een uittreksel van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan drie maanden;

  • - indien niet reeds vermeld op het aanvraagformulier: een opgave van uw (post) bankrekeningnummer waarop bevoorschotting dient plaats te vinden. Deze opgave dient ondertekend te zijn door de penningmeester van uw instelling.

Na tijdige ontvangst en goedkeuring van deze gegevens ontvangt u in beginsel: ongeveer drie maanden voor de start van de activiteiten een eerste voorschot ter grootte van 30% van het verleende subsidie, ongeveer zes weken van te voren een tweede voorschot ter grootte van 30% van het verleende subsidie en ongeveer twee weken van te voren een derde voorschot ter grootte van 30% van het verleende subsidie.

8.5. Verzoek tot vaststelling van het subsidie

Uiterlijk drie maanden na afloop van de uitvoering van het plan dient u een verantwoording in. Wanneer dit wordt nagelaten, kan het Fonds in ieder geval besluiten de subsidieverlening in te trekken of het subsidiebedrag te verlagen.

8.6. Verantwoording van het subsidie

Een verantwoording bestaat uit een activiteitenoverzicht, een inhoudelijk en financieel verslag, en, indien vereist, een goedkeurende accountantsverklaring.

Het activiteitenoverzicht bevat een opgave van aantal en spreiding van de activiteiten en van het deelnemers- en/of bezoekersaantal. Het is voorzien van:

  • - recensies, uitkomsten van bezoekersonderzoek, waaruit de publiekswaardering blijkt;

  • - een evaluatie van publieksbereik en -waardering in relatie tot de begrote en gerealiseerde publieksinkomsten.

In het inhoudelijk verslag wordt het oorspronkelijke plan geëvalueerd. De inhoudelijke verantwoording bevat ten minste de volgende elementen:

  • - een korte omschrijving van inhoud, vorm en artistiek concept van uw activiteiten en van de werkmethode;

  • - een artistieke evaluatie: een gemotiveerd oordeel over de vraag of en in hoeverre de artistieke doelstellingen van de activiteiten zijn gerealiseerd.

Het financieel verslag bevat een overzicht van de werkelijke uitgaven en verkregen inkomsten. De opzet van dit verslag sluit aan bij de ingediende (herziene) begroting conform het model van het Fonds en de bepalingen in de subsidieregeling Activiteiten amateurkunst 2004. Afwijkingen van 5% of meer ten opzichte van de (herziene) begroting licht u nader toe.

Een accountantsverklaring is niet vereist indien de begrote lasten verbonden aan de activiteiten 250.000 euro niet overschrijden en het maximaal verleend subsidie minder dan 25.000 euro bedraagt.

In alle andere gevallen is een accountantsverklaring vereist.

De accountantsverklaring wordt verstrekt door een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring betreft de naleving van de subsidiebepalingen door de subsidieontvanger overeenkomstig het controleprotocol in bijlage 1 en is ingericht conform het opgenomen model accountantsverklaring in bijlage 2 van de regeling Activiteiten amateurkunst 2004. U draagt er zorg voor dat uw accountant meewerkt aan door een externe accountant of medewerkers van het Fonds desgewenst in te stellen onderzoeken naar de door uw accountant verrichte werkzaamheden. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn inbegrepen in het subsidie.

8.7. Verwerven van eigendommen en/of vorming van vermogen

Indien het subsidie heeft bijgedragen tot het verwerven van eigendommen of anderszins tot de vorming van vermogen, bent u daarvoor aan het Fonds een door het Fonds te bepalen vergoeding verschuldigd. De vergoeding is slechts verschuldigd indien:

  • - u de voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt;

  • - u een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van de voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;

  • - de activiteiten waarvoor subsidie is verleend geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

  • - de verlening wordt ingetrokken of het subsidie wordt beëindigd of;

  • - de rechtspersoon die het subsidie ontving, wordt ontbonden.

Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt. Een vergoeding is niet verschuldigd indien de ontvanger aan betreffende eigendommen een door het Fonds te bepalen bestemming geeft.

8.8. Vaststelling en verrekening van het subsidie

Het Fonds streeft ernaar binnen zes weken na ontvangst van de verantwoording het subsidie vast te stellen. Het subsidie kan evenwel nooit meer bedragen dan het verleende bedrag of het tekort op de afrekening.

Binnen veertien dagen na deze vaststelling wordt het subsidie onder verrekening van reeds betaalde voorschotten per bank uitbetaald. Tenzij het Fonds heeft besloten tot verrekening op andere wijze stort u het teveel ontvangen en/of de ten onrechte betaalbaar gestelde voorschotten binnen veertien dagen na ontvangst daarvan terug.

8.9. Intellectuele eigendom

Bij subsidieverlening geeft de aanvrager het Fonds toestemming om delen van het inhoudelijk en financieel eindverslag of overige op de aanvraag van toepassing zijn de documentatie (inclusief beeldmateriaal) openbaar te maken of anderszins te presenteren of te verveelvoudigen, zonder dat de aanvrager daarvoor een vergoeding ontvangt. Openbaarmaking, presentatie of verveelvoudiging vindt uitsluitend plaats ter verantwoording van de werkzaamheden van het Fonds.

9. Bezwaar

Op de subsidieregelingen van het Fonds is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Een belanghebbende kan bezwaar maken tegen een besluit van het Fonds. De mogelijkheden tot bezwaar worden in voorkomende gevallen in de correspondentie vermeld.

Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift gericht aan het bestuur van het Fonds.

De termijn hiervoor bedraagt zes weken. Het bezwaarschrift vermeldt in ieder geval wie de indiener is en bevat de redenen van het bezwaar. De werkwijze is voor bezwaar ontvankelijk; het kwaliteitsoordeel van adviseurs is dat niet. De bezwaarschriftenprocedure heeft geen schorsende werking.

Als het bezwaarschrift ontvankelijk is, stelt het Fonds de belanghebbende in de gelegenheid te worden gehoord door een interne bezwaarschriftencommissie. De indiener heeft dan de mogelijkheid om zijn bezwaren nog eens mondeling toe te lichten of zijn bezwaarschrift aan te vullen met nieuwe gronden. Van het horen wordt een verslag gemaakt dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan belanghebbende.

Let wel: Als een aanvrager gebruik maakt van de bezwaarschriftenprocedure kan deze aanvrager niet gelijktijdig dezelfde aanvraag opnieuw indienen.

Bijlage 1. Controleprotocol

Bij de controle omtrent naleving van de subsidiebepalingen van de regeling Activiteiten amateurkunst 2004 wordt aan de in paragraaf 8, Subsidieverplichtingen, vermelde onderdelen de daarbij aangegeven aandacht besteed:

Onderdeel

Soort aandacht

administratie en organisatie

normale aandacht

verwerven van eigendommen,

speciale aandacht

vorming van vermogen

 

wijzigingen in uw plan

speciale aandacht

herziene begroting, speelplan

en voorschot

procedurele aandacht

vaststelling van het subsidie

normale aandacht

Toelichting

Onder normale aandacht wordt verstaan controle met de diepgang van een jaarrekeningcontrole zoals omschreven in Richtlijn 200 en verder van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (Koninklijk NIVRA, Amsterdam, 1996).

Onder procedurele aandacht wordt verstaan controle op het bestaan en de werking van procedures, die in het leven zijn geroepen om aan bepaalde voorschriften te voldoen overeenkomstig paragraaf 2 van Richtlijn 400 van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (Koninklijk NIVRA, Amsterdam, 1996). Zoals gebruikelijk is bij de accountantscontrole op departementale rekeningen wordt het accountantscontrolerisico gesteld op 5%.

Onder speciale aandacht wordt verstaan controle waarbij nadrukkelijk wordt bezien of de desbetreffende voorschriften zijn nageleefd. Deze controle wordt uitgevoerd met dezelfde diepgang als gebruikelijk is bij de accountantscontrole op de departementale rekeningen. Dat betekent dat een goedkeuringstolerantie van 1% bij een accountantscontrolerisico van 5% gehanteerd wordt.

Met betrekking tot de aandacht die door de accountant aan administratie en organisatie moet worden gegeven, wordt het volgende opgemerkt. Het is geenszins de bedoeling dat door de accountant op grond van dit artikel een doelmatigheidsonderzoek wordt gedaan. Van de accountant wordt verwacht dat hij zich bij zijn oordeelsvorming laat leiden door binnen het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaarde uitgangspunten met betrekking tot het financieel beheer. Met andere woorden: een oordeel of de subsidieontvanger zich als een goed huisvader over de toegewezen gelden heeft ontfermd. Aan de niet-genoemde onderdelen van de subsidieregeling behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat kennisneming daarvan noodzakelijk is teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen goed te kunnen verrichten. In de subsidiebeschikking kunnen aanvullende bepalingen zijn opgenomen. De accountant neemt van de subsidiebeschikking kennis en betrekt de naleving van de daarin eventueel opgenomen (nadere) subsidiebepalingen in zijn controle. Voor zover de subsidiebepalingen niet zijn nageleefd maakt de accountant hiervan melding in zijn verklaring.

Bijlage 2. Model accountantsverklaring

Accountantsverklaring

afgegeven ten behoeve van het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten

Opdracht

Wij hebben de bijgevoegde financiële verantwoording van ... (naam subsidieontvanger) te ... (plaats) gecontroleerd.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht in overeenstemming met algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en met in achtneming van het controleprotocol als bijlage I gevoegd bij de subsidieregeling Activiteiten amateurkunst 2004 van het Fonds. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen, dat de subsidiedeclaratie geen onjuistheden van materieel belang bevat.

Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van deze bedragen en de toelichtingen in de subsidiedeclaratie. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat de verantwoording bestaande uit het activiteitenoverzicht, het inhoudelijk en financieel verslag aangevende een bedrag van € ... aan subsidiabele lasten, ... subsidiabele uitvoeringen en ... deelnemers/bezoekers voldoet aan de subsidiebepalingen inzake de verantwoording.

Tevens delen wij mede dat de subsidiebepalingen de regeling Activiteiten amateurkunst van het Fonds en de nader gestelde subsidiebepalingen in brief met kenmerk ..., d.d. ... zijn nageleefd.

Indien geen goedkeurende accountantsverklaring kan worden afgegeven gelieve u volgens de NIVRA-tekstvoorbeelden een anderszins verklaring af te geven.

Plaats en datum

Handtekening

Naam accountant

Naam accountantskantoor

Adres

Postcode en woonplaats

Telefoon

Naar boven